EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32021R0758

Uitvoeringsverordening (EU) 2021/758 van de Commissie van 7 mei 2021 betreffende de status van bepaalde producten als onder Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad vallende toevoegingsmiddelen voor diervoeding en betreffende het uit de handel nemen van bepaalde toevoegingsmiddelen voor diervoeding (Voor de EER relevante tekst)

C/2021/3152

PB L 162 van 10.5.2021, p. 5–17 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2021/758/oj

10.5.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 162/5


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2021/758 VAN DE COMMISSIE

van 7 mei 2021

betreffende de status van bepaalde producten als onder Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad vallende toevoegingsmiddelen voor diervoeding en betreffende het uit de handel nemen van bepaalde toevoegingsmiddelen voor diervoeding

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding (1), en met name artikel 2, lid 3, en artikel 10, lid 5,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De verlening van vergunningen voor toevoegingsmiddelen voor diervoeding, met inbegrip van de gronden en procedures voor het verlenen van dergelijke vergunningen, is geregeld bij Verordening (EG) nr. 1831/2003. Met name artikel 10, lid 2, in samenhang met artikel 10, lid 7, van die verordening voorziet in specifieke procedures voor de herbeoordeling van toevoegingsmiddelen waarvoor krachtens Richtlijn 70/524/EEG van de Raad (2) en Richtlijn 82/471/EEG van de Raad (3) een vergunning is verleend.

(2)

Krachtens artikel 10, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 is de Commissie verplicht een verordening vast te stellen om toevoegingsmiddelen voor diervoeding waarvoor binnen een bepaalde termijn geen kennisgeving als bedoeld in artikel 10, lid 1, punt a), van die verordening is ingediend, uit de handel te nemen. Dezelfde verplichting is van toepassing op toevoegingsmiddelen voor diervoeding waarvoor geen aanvragen overeenkomstig artikel 10, leden 2 en 7, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 zijn ingediend vóór het verstrijken van de in die bepalingen genoemde termijn, of waarvoor een aanvraag was ingediend die vervolgens is ingetrokken.

(3)

Daarom moeten dergelijke toevoegingsmiddelen uit de handel worden genomen. Aangezien in artikel 10, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 geen onderscheid wordt gemaakt tussen vergunningen met een beperkte looptijd en vergunningen zonder tijdsbeperking is het omwille van de duidelijkheid passend om de toevoegingsmiddelen voor diervoeding waarvoor de vergunningen overeenkomstig Richtlijn 70/524/EEG zijn verlopen, uit de handel te nemen.

(4)

In het geval van toevoegingsmiddelen voor diervoeding waarvoor slechts voor bepaalde diersoorten of -categorieën aanvragen zijn ingediend of de aanvragen slechts voor bepaalde diersoorten of -categorieën zijn ingetrokken, moet het uit de handel nemen alleen betrekking hebben op de diersoorten en -categorieën waarvoor geen aanvraag is ingediend, of waarvoor de aanvraag is ingetrokken.

(5)

Als gevolg van het uit de handel nemen van de toevoegingsmiddelen voor diervoeding is het passend de bepalingen in te trekken op grond waarvan een vergunning is verleend voor die toevoegingsmiddelen, indien deze bepalingen nog van kracht zijn. Bijgevolg moet Verordening (EG) nr. 358/2005 van de Commissie (4) dienovereenkomstig worden gewijzigd. Daarnaast moet Verordening (EG) nr. 880/2004 van de Commissie (5) worden ingetrokken, aangezien beide vermeldingen in de bijlage bij die verordening moeten worden geschrapt als gevolg van het uit de handel nemen van bèta-caroteen voor gebruik bij kanarievogels, zoals bepaald in bijlage I, hoofdstuk I.A, deel 2, en als gevolg van de verlening van een vergunning voor canthaxanthine voor gebruik bij siervogels in Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1486 van de Commissie (6). Bovendien is het passend Verordening (EG) nr. 775/2008 van de Commissie (7) tot vaststelling van maximumgehalten aan residuen van canthaxanthine in te trekken als gevolg van zowel de verlening van een vergunning voor canthaxanthine bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1486 als het uit de handel nemen van dat toevoegingsmiddel voor niet-toegelaten soorten en gebruik bij Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1145 van de Commissie (8).

(6)

Wat betreft de toevoegingsmiddelen voor diervoeding waarvoor de vergunningen niet zijn verstreken op de datum van de inwerkingtreding van deze verordening, is het passend dat er voor de belanghebbende partijen een overgangsperiode komt waarin de bestaande voorraden van de betrokken toevoegingsmiddelen en de met die toevoegingsmiddelen geproduceerde voormengsels, voedermiddelen en mengvoeders mogen worden opgebruikt, met inachtneming van de houdbaarheid van bepaalde diervoeders die de betrokken toevoegingsmiddelen bevatten.

(7)

Het uit de handel nemen van de in bijlage I vermelde producten belet niet dat zij overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1831/2003 worden toegelaten of aan een maatregel betreffende hun status worden onderworpen.

(8)

Voor verschillende stoffen, micro-organismen en preparaten, hierna “producten” genoemd, bestaat onzekerheid of zij onder Verordening (EG) nr. 1831/2003 vallende toevoegingsmiddelen voor diervoeding zijn. Deze onzekerheid kan het gevolg zijn van de opname van bepaalde producten in zowel het repertorium van toevoegingsmiddelen voor diervoeding als bedoeld in artikel 17 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 als de overeenkomstig artikel 24 van Verordening (EG) nr. 767/2009 van het Europees Parlement en de Raad (9) opgestelde catalogus van voedermiddelen. De onzekerheid kan ook voortvloeien uit diverse twijfels of vragen van nationale bevoegde autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor officiële controles, of van marktdeelnemers over de indeling van bepaalde producten, waarbij vooral rekening wordt gehouden met de richtsnoeren vastgesteld bij Aanbeveling 2011/25/EU van de Commissie (10).

(9)

Die onzekerheid over de status van bepaalde producten met betrekking tot toevoegingsmiddelen voor diervoeding die onder Verordening (EG) nr. 1831/2003 vallen, kan het in de handel brengen van diervoederproducten in de hele Unie in gevaar brengen, aangezien het onderscheid tussen toevoegingsmiddelen en andere diervoederproducten, afhankelijk van de toepasselijke wetgeving, gevolgen heeft voor de voorwaarden voor het in de handel brengen ervan.

(10)

Om de onzekerheid over de status van toevoegingsmiddelen voor diervoeding van bepaalde producten weg te nemen, is het passend op basis van Verordening (EG) nr. 1831/2003 relevante maatregelen vast te stellen om die status te verduidelijken. Dergelijke maatregelen zouden zorgen voor een consistente behandeling van de betrokken producten en zouden het werk van de nationale bevoegde autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor officiële controles, vergemakkelijken, en tegelijkertijd de betrokken marktdeelnemers helpen te werken binnen een kader dat een passend niveau van rechtszekerheid biedt.

(11)

Om te bepalen of producten toevoegingsmiddelen voor diervoeding zijn die onder Verordening (EG) nr. 1831/2003 vallen, is het passend te verwijzen naar de bij Aanbeveling 2011/25/EU vastgestelde richtsnoeren voor het onderscheid tussen toevoegingsmiddelen, voedermiddelen en andere producten. Deze richtsnoeren voorzien met name in verschillende criteria die bij een beoordeling per geval gelijktijdig in aanmerking moeten worden genomen, zodat van elk specifiek product een profiel wordt gecreëerd waarin rekening wordt gehouden met alle kenmerken ervan. Nuttige criteria voor het onderscheid tussen toevoegingsmiddelen en voedermiddelen zijn onder meer de productie- en verwerkingsmethode, de chemische definitie en mate van standaardisering of zuivering, de veiligheidsvoorwaarden en wijze van gebruik, en de functionaliteit van het betrokken product. Daarnaast moeten met het oog op de samenhang producten met vergelijkbare eigenschappen naar analogie worden ingedeeld.

(12)

De producten natriumcitraten, kaliumcitraten, sorbitol, mannitol en calciumhydroxide zijn in het repertorium van toevoegingsmiddelen voor diervoeding als bestaande producten opgenomen waarvoor geen aanvragen overeenkomstig artikel 10, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 zijn ingediend vóór het verstrijken van de in die bepaling vastgestelde termijn. Bij Verordening (EU) nr. 575/2011 van de Commissie (11) zijn zij ook opgenomen in de catalogus van voedermiddelen. Een heronderzoek van het profiel van die producten met betrekking tot de in Aanbeveling 2011/25/EU voorgestelde criteria heeft echter tot de conclusie geleid dat zij als onder Verordening (EG) nr. 1831/2003 vallende toevoegingsmiddelen voor diervoeding moeten worden beschouwd. Zij worden met name gedefinieerd aan de hand van hun in het repertorium van toevoegingsmiddelen voor diervoeding vermelde specifieke functies, en doordat zij de status van toevoegingsmiddel hebben, zijn ze doeltreffender te beheren wat betreft veiligheid en wijze van gebruik. Bovendien wordt rekening gehouden met de indeling ervan als toevoegingsmiddelen voor gebruik in levensmiddelen.

(13)

Aangezien de producten natriumcitraten, kaliumcitraten, sorbitol, mannitol en calciumhydroxide de status van toevoegingsmiddelen voor diervoeding hebben, moeten deze producten overeenkomstig artikel 10, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 uit de handel worden genomen. Er moet echter in een langere overgangsperiode voor het uit de handel nemen van die toevoegingsmiddelen en van de diervoeders die deze toevoegingsmiddelen bevatten, worden voorzien, om rekening te houden met de rechtsonzekerheid over de indeling ervan, zodat belanghebbende partijen een nieuwe vergunningsaanvraag voor die toevoegingsmiddelen volgens de procedures van Verordening (EG) nr. 1831/2003 kunnen indienen.

(14)

De meeste in bijlage II vermelde producten zijn opgenomen in de catalogus van voedermiddelen die bij Verordening (EU) nr. 68/2013 van de Commissie (12) is vastgesteld. Zij zijn echter daarnaast allemaal opgenomen in het repertorium van toevoegingsmiddelen voor diervoeding of overeenkomstig artikel 10, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 als toevoegingsmiddelen voor diervoeding uit de handel genomen. Om rechtszekerheid over de status van die producten te verschaffen, zijn hun respectieve profielen in het kader van de in Aanbeveling 2011/25/EU voorgestelde criteria onderzocht, wat tot de conclusie heeft geleid dat zij niet langer als onder Verordening (EG) nr. 1831/2003 vallende toevoegingsmiddelen voor diervoeding mogen worden beschouwd.

(15)

Met betrekking tot de etikettering van de in bijlage II vermelde producten die nog steeds als toevoegingsmiddelen voor diervoeding op de markt mogen worden aangeboden, en de etikettering van voormengsels, voedermiddelen en mengvoeders die deze producten bevatten, moet in een overgangsperiode worden voorzien om de exploitanten van diervoederbedrijven in staat te stellen zich aan te passen. Voorts moeten die producten uit het repertorium van toevoegingsmiddelen voor diervoeding worden geschrapt.

(16)

De producten xilitol, ammoniumlactaat en ammoniumacetaat zijn opgenomen in de catalogus van voedermiddelen die bij Verordening (EU) nr. 68/2013 is vastgesteld. Vooral nationale bevoegde autoriteiten, die verantwoordelijk zijn voor officiële controles, hebben echter een aantal twijfels geuit wat aanleiding is geweest tot een onderzoek van de respectieve profielen van die producten op basis van de in Aanbeveling 2011/25/EU voorgestelde criteria. Op basis van dat onderzoek is geconcludeerd dat die producten als onder Verordening (EG) nr. 1831/2003 vallende toevoegingsmiddelen voor diervoeding moeten worden beschouwd. Met name de kenmerken van xilitol lijken sterk op die van mannitol en sorbitol, die als toevoegingsmiddelen voor diervoeding worden beschouwd, en de indeling van xilitol als toevoegingsmiddel voor diervoeding zou bij de behandeling van soortgelijke producten voor consistentie zorgen. Bovendien wordt rekening gehouden met de indeling van xilitol als toevoegingsmiddel voor gebruik in levensmiddelen. Ammoniumlactaat en ammoniumacetaat zijn chemisch duidelijk omschreven stoffen die zijn gezuiverd en die een specifieke functie vervullen zoals omschreven in artikel 5, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1831/2003, en die, doordat zij de status van toevoegingsmiddel hebben, doeltreffender te beheren zijn wat betreft veiligheid en wijze van gebruik. Bovendien zou een indeling van ammoniumlactaat en ammoniumacetaat als toevoegingsmiddelen voor diervoeding zorgen voor consistentie met andere soortgelijke producten die als toevoegingsmiddelen voor diervoeding worden beschouwd, zoals ammoniumpropionaat of ammoniumformiaat.

(17)

Als gevolg van de indeling van xilitol, ammoniumlactaat en ammoniumacetaat als onder Verordening (EG) nr. 1831/2003 vallende toevoegingsmiddelen voor diervoeding, is het passend in een overgangsperiode te voorzien, zodat de belanghebbenden de kans krijgen om zich aan te passen aan de nieuwe status van die producten, met inbegrip van het volgens de procedures van Verordening (EG) nr. 1831/2003 indienen en verder verwerken van een vergunningsaanvraag.

(18)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Uit de handel nemen van toevoegingsmiddelen

De in bijlage I opgenomen toevoegingsmiddelen voor diervoeding worden uit de handel genomen voor bepaalde diersoorten of -categorieën, zoals in die bijlage is aangegeven.

Artikel 2

Overgangsmaatregelen voor toevoegingsmiddelen voor diervoeding die uit de handel worden genomen

1.   Bestaande voorraden van de in bijlage I, hoofdstukken I.A en I.C, vermelde toevoegingsmiddelen voor diervoeding mogen tot en met 30 mei 2022 in de handel worden gebracht en worden gebruikt.

2.   Met de in lid 1 bedoelde toevoegingsmiddelen geproduceerde voormengsels mogen tot en met 30 augustus 2022 in de handel worden gebracht en worden gebruikt.

3.   Met de in lid 1 bedoelde toevoegingsmiddelen of de in lid 2 bedoelde voormengsels geproduceerde mengvoeders en voedermiddelen mogen tot en met 30 mei 2023 in de handel worden gebracht en worden gebruikt.

4.   In afwijking van de leden 1, 2 en 3 mogen de toevoegingsmiddelen voor diervoeding natriumcitraten, kaliumcitraten, sorbitol, mannitol en calciumhydroxide die zijn opgenomen in bijlage I, hoofdstuk I.A, en diervoeders die met die toevoegingsmiddelen zijn geproduceerd, tot en met 30 mei 2028 in de handel worden gebracht en worden gebruikt.

Artikel 3

Wijziging van Verordening (EG) nr. 358/2005

In bijlage II bij Verordening (EG) nr. 358/2005 wordt de vermelding E 141 voor chlorofyl-kopercomplex geschrapt.

Artikel 4

Intrekkingen

De Verordeningen (EG) nr. 880/2004 en (EG) nr. 775/2008 worden ingetrokken.

Artikel 5

Producten die niet als onder Verordening (EG) nr. 1831/2003 vallende toevoegingsmiddelen voor diervoeding worden beschouwd

1.   De in bijlage II genoemde stoffen, micro-organismen of preparaten, hierna “producten” genoemd, zijn geen onder Verordening (EG) nr. 1831/2003 vallende toevoegingsmiddelen voor diervoeding.

2.   De in lid 1 bedoelde producten die vóór 30 mei 2024 wettig in de handel zijn en als toevoegingsmiddelen en voormengsels zijn geëtiketteerd, mogen verder in de handel worden gebracht totdat de voorraden zijn uitgeput. Hetzelfde geldt voor voedermiddelen of mengvoeders waarvan de etikettering die producten vermeldt als toevoegingsmiddelen voor diervoeding overeenkomstig Verordening (EG) nr. 767/2009.

Artikel 6

Producten die als onder Verordening (EG) nr. 1831/2003 vallende toevoegingsmiddelen voor diervoeding worden beschouwd

1.   De in bijlage III genoemde stoffen, micro-organismen en preparaten, hierna “producten” genoemd, zijn onder Verordening (EG) nr. 1831/2003 vallende toevoegingsmiddelen voor diervoeding.

2.   De in lid 1 bedoelde producten mogen tot en met 30 mei 2028 verder in de handel gebracht en gebruikt worden.

Artikel 7

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 7 mei 2021.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 268 van 18.10.2003, blz. 29.

(2)  Richtlijn 70/524/EEG van de Raad van 23 november 1970 betreffende toevoegingsmiddelen in de veevoeding (PB L 270 van 14.12.1970, blz. 1).

(3)  Richtlijn 82/471/EEG van de Raad van 30 juni 1982 betreffende bepaalde in diervoeding gebruikte producten (PB L 213 van 21.7.1982, blz. 8).

(4)  Verordening (EG) nr. 358/2005 van de Commissie van 2 maart 2005 tot verlening van een vergunning zonder tijdsbeperking voor bepaalde toevoegingsmiddelen en van een vergunning voor nieuwe toepassingen van al toegelaten toevoegingsmiddelen in diervoeding (PB L 57 van 3.3.2005, blz. 3).

(5)  Verordening (EG) nr. 880/2004 van de Commissie van 29 april 2004 tot verlening van een vergunning zonder tijdsbeperking voor het gebruik van bèta-caroteen en canthaxanthine als toevoegingsmiddelen in de diervoeding van de groep “Kleurstoffen met inbegrip van pigmenten” (PB L 162 van 30.4.2004, blz. 68).

(6)  Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1486 van de Commissie van 2 september 2015 tot verlening van een vergunning voor canthaxanthine als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor bepaalde categorieën pluimvee, siervissen en siervogels (PB L 229 van 3.9.2015, blz. 5).

(7)  Verordening (EG) nr. 775/2008 van de Commissie van 4 augustus 2008 tot vaststelling van maximumgehalten aan residuen van het toevoegingsmiddel voor diervoeding canthaxanthine in aanvulling op de voorwaarden van Richtlijn 2003/7/EG (PB L 207 van 5.8.2008, blz. 5).

(8)  Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1145 van de Commissie van 8 juni 2017 betreffende het uit de handel nemen van bepaalde toevoegingsmiddelen voor diervoeding waarvoor overeenkomstig Richtlijnen 70/524/EEG en 82/471/EEG van de Raad een vergunning is verleend en tot intrekking van de verouderde bepalingen waarbij voor die toevoegingsmiddelen een vergunning is verleend (PB L 166 van 29.6.2017, blz. 1).

(9)  Verordening (EG) nr. 767/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende het in de handel brengen en het gebruik van diervoeders, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 79/373/EEG van de Raad, Richtlijn 80/511/EEG van de Commissie, Richtlijnen 82/471/EEG, 83/228/EEG, 93/74/EEG, 93/113/EG en 96/25/EG van de Raad en Beschikking 2004/217/EG van de Commissie (PB L 229 van 1.9.2009, blz. 1).

(10)  Aanbeveling 2011/25/EU van de Commissie van 14 januari 2011 tot vaststelling van richtsnoeren voor het onderscheid tussen voedermiddelen, toevoegingsmiddelen, biociden en geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik (PB L 11 van 15.1.2011, blz. 75).

(11)  Verordening (EU) nr. 575/2011 van de Commissie van 16 juni 2011 betreffende de catalogus van voedermiddelen (PB L 159 van 17.6.2011, blz. 25).

(12)  Verordening (EU) nr. 68/2013 van de Commissie van 16 januari 2013 betreffende de catalogus van voedermiddelen (PB L 29 van 30.1.2013, blz. 1).


BIJLAGE I

Uit de handel te nemen toevoegingsmiddelen voor diervoeding als bedoeld in artikel 1

HOOFDSTUK I.A

Toevoegingsmiddelen voor diervoeding waarvoor een vergunning zonder tijdsbeperking is verleend

Deel 1

Toevoegingsmiddelen voor diervoeding die voor alle diersoorten en -categorieën uit de handel worden genomen

Identificatienummer

Toevoegingsmiddel

Diersoort of -categorie

Conserveermiddelen

E 331

Natriumcitraten

Alle soorten

E 332

Kaliumcitraten

Alle soorten

E 325

Natriumlactaat

Alle soorten

E 326

Kaliumlactaat

Alle soorten

Emulgatoren en stabilisatoren, verdikkingsmiddelen en geleermiddelen

E 420

Sorbitol

Alle soorten

E 421

Mannitol

Alle soorten

Bindmiddelen, antiklontermiddelen en stollingsmiddelen

E 558

Bentoniet-montmorilloniet

Alle soorten

Vitaminen, provitaminen en chemisch duidelijk omschreven stoffen met een gelijkaardige werking

 

Riboflavine of vitamine B2, alle vormen met uitzondering van:

riboflavine in vaste vorm, geproduceerd door Ashbya gossypii DSM 23096  (1) [3a825i];

riboflavine in vaste vorm, geproduceerd door Bacillus subtilis DSM 17339 en/of DSM 23984  (1) [3a825ii];

5′-fosfaatester van riboflavine, mononatriumzout, vaste vorm, geproduceerd door fosforylering van riboflavine 98 % geproduceerd door Bacillus subtilis DSM 17339 en/of DSM 23984  (1) [3a826];

riboflavine (80 %) geproduceerd door Bacillus subtilis KCCM-10445  (2).

Alle soorten

E 160 a

Bètacaroteen: alle vormen, met uitzondering van bètacaroteen waarvoor een vergunning is verleend bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1103 van de Commissie  (3) [3a160(a)]

Alle soorten

Inkuiltoevoegingsmiddelen

Micro-organismen

 

Enterococcus faecium CNCM I-3236/ATCC 19434

Alle soorten

 

Bacillus subtilis MBS-BS-01

Alle soorten

 

Lactobacillus plantarum DSM 11520

Alle soorten

Kleurstoffen met inbegrip van pigmenten

Andere kleurstoffen

E 153

Roetzwart als kleurstof die op grond van de communautaire voorschriften voor het kleuren van levensmiddelen is toegestaan

Alle soorten

Aromatische en eetlustopwekkende stoffen

Natuurlijke producten — botanisch gedefinieerd

 

Allium cepa L.: uienconcentraat RvE-nr. 24

Alle soorten

 

Allium sativum L.: knoflookextract (op waterbasis)

Alle soorten

 

Amyris balsamifera L.: amyrisolie RvE-nr. 33

Alle soorten

 

Anacardium occidentale L.: cashewolie RvE-nr. 34

Alle soorten

 

Anethum graveolens L.: extract van dillezaad CAS-nr. 8006-75-5 RvE-nr. 42 Einecs-nr. 289-790-8

Alle soorten

 

Apium graveolens L.: extract van zaad van selderij CAS-nr. 89997-35-3 FEMA-nr. 2270 RvE-nr. 52 Einecs-nr. 289-668-4

Alle soorten

 

Artemisia absinthium L.: alsemolie CAS-nr. 8008-93-3 FEMA-nr. 3116 RvE-nr. 61 Einecs-nr. 284-503-2

Alle soorten

 

Artemisia annua L.: extract van zomeralsem (op waterbasis)/olie van zomeralsem

Alle soorten

 

Artemisia pallens Wall.: olie van davana CAS-nr. 8016-03-3 FEMA-nr. 2359 RvE-nr. 69 Einecs-nr. 295-155-6

Alle soorten

 

Bacopa monnieri (L.) Pennell: tinctuur van kleinbladige bacopa

Alle soorten

 

Carum carvi L. = Apium carvi L.: extract van karwijzaad/oleohars van karwij CAS-nr. 8000-42-8 RvE-nr. 112 Einecs-nr. 288-921-6

Alle soorten

 

Cimicifuga simplex (Wormsk. ex DC.) Ledeb.

C. racemosa (L.) Nutt.: extract van zilverkaars

Alle soorten

 

Cinnamomum aromaticum Nees, C. cassia Nees ex Blume: extract van cassiabast CAS-nr. 84961-46-6 FEMA-nr. 2257 RvE-nr. 131 Einecs-nr. 284-635-0

Alle soorten

 

Cinnamomum zeylanicum Bl., C. verum J.S. Presl: oleohars van kaneelbast CAS-nr. 84961-46-6 FEMA-nr. 2290 RvE-nr. 133 Einecs-nr. 283-479-0

Alle soorten

 

Citrus aurantium L.: neroli-olie CAS-nr. 8016-38-4 FEMA-nr. 2771 RvE-nr. 136 Einecs-nr. 277-143-2/absolue van zure sinaasappel CAS-nr. 8014-17-3 RvE-nr. 136 Einecs-nr. 283-881-6

Alle soorten

 

Citrus reticulata Blanco: terpenen van mandarijn, tangerine RvE-nr. 142

Alle soorten

 

Citrus x paradisi Macfad.: geperste olie van grapefruit CAS-nr. 8016-20-4 FEMA-nr. 2530 RvE-nr. 140 Einecs-nr. 289-904-6/extract van grapefruit RvE-nr. 140

Alle soorten

 

Glycyrrhiza glabra L.: zoethoutextract (op oplosmiddelbasis) CAS-nr. 97676-23-8 FEMA-nr. 2628 RvE-nr. 218 Einecs-nr. 272-837-1

Alle soorten

 

Juniperus communis L.: extract van vrucht van jeneverbes CAS-nr. 84603-69-0 RvE-nr. 249 Einecs-nr. 283-268-3

Alle soorten

 

Laurus nobilis L.: extract van laurierbladeren/oleohars van laurierbladeren CAS-nr. 84603-73-6 FEMA-nr. 2613 RvE-nr. 255 Einecs-nr. 283-272-5

Alle soorten

 

Lavandula latifolia Medik.: olie van breedbladige lavendel RvE-nr. 256

Alle soorten

 

Lepidium meyenii Walp.: maca-extract

Alle soorten

 

Leptospermum scoparium J. R. et G. Forst.: olie van manuka

Alle soorten

 

Macleaya cordata (Willd.) R. Br.: absolue van pluimpapaver/extract van pluimpapaver/olie van pluimpapaver/tinctuur van pluimpapaver

Alle soorten

 

Mallotus philippinensis (Lam.) Muell. Arg.: extract van kamala RvE-nr. 535

Alle soorten

 

Malpighia glabra L.: extract van acerola

Alle soorten

 

Malus sylvestris Mill.: appelconcentraat RvE-nr. 386

Alle soorten

 

Medicago sativa L.: luzernetinctuur RvE-nr. 274

Alle soorten

 

Melissa officinalis L.: olie van citroenmelisse RvE-nr. 280

Alle soorten

 

Mentha pulegium L.: olie van polei CAS-nr. 8013-99-8 FEMA-nr. 2839 RvE-nr. 283 Einecs-nr. 290-061-1

Alle soorten

 

Myristica fragrans Houtt.: olie van foelie CAS-nr. 8007-12-3 FEMA-nr. 2653 RvE-nr. 296 Einecs-nr. 282-013-3/oleohars van nootmuskaat CAS-nr. 8408268-8 RvE-nr. 296 Einecs-nr. 282-013-3

Alle soorten

 

Myroxylon balsamum (L.) Harms: extract van tolubalsem (op oplosmiddelbasis) CAS-nr. 9000-64-0 FEMA-nr. 3069 RvE-nr. 297 Einecs-nr. 232-550-4

Alle soorten

 

Myroxylon balsamum (L.) Harms var. Pereirae: extract van perubalsem (op oplosmiddelbasis) CAS-nr. 8007-00-9 FEMA-nr. 2117, 2116 RvE-nr. 298 Einecs-nr. 232-352-8

Alle soorten

 

Ocimum basilicum L.: olie van basilicum CAS-nr. 801573-4 FEMA-nr. 2119 RvE-nr. 308 Einecs-nr. 283-900-8

Alle soorten

 

Opopanax chironium (L.) Koch, Commiphora erythrea Engler: olie van opoponax CAS-nr. 8021-36-1 RvE-nr. 313 Einecs-nr. 232-558-8

Alle soorten

 

Passiflora edulis Sims. = P. incarnata L.: extract van passievrucht (op waterbasis) RvE-nr. 321

Alle soorten

 

Pelargonium asperum Her. ex Spreng.: geraniumolie

Alle soorten

 

Peumus boldus Mol.: extract van boldo RvE-nr. 328/tinctuur van boldo RvE-nr. 328

Alle soorten

 

Pinus pinaster Soland.: pijnolie

Alle soorten

 

Pimenta racemosa (Mill.) J.W. Moore: olie van West-Indische laurier CAS-nr. 8006-78-8 RvE-nr. 334

Alle soorten

 

Piper methysticum G. Forst.: tinctuur van kawa

Alle soorten

 

Quillaja saponaria Molina: quillajaextract (op oplosmiddelbasis) RvE-nr. 391/quillajaconcentraat

Alle soorten

 

Ribes nigrum L.: extract van zwarte bes RvE-nr. 399

Alle soorten

 

Satureja hortensis L.: olie van bonenkruid CAS-nr. 8016-68-0 FEMA-nr. 3013 RvE-nr. 425 Einecs-nr. 283-922-8

Alle soorten

 

Sophora japonica L.: olie van honingboom

Alle soorten

 

Styrax benzoin Dryand., S. tonkinensis (Pierre) Craib ex Hartwich: harsaroma van benzoë CAS-nr. 9000 -05-9 FEMA-nr. 2133 RvE-nr. 439 Einecs-nr. 232-523-7

Alle soorten

 

Tagetes erecta L., T. glandulifera Schrank., T. minuta L. e.a.: tagetesolie CAS-nr. 8016-84-0 FEMA-nr. 3040 RvE-nr. 443/494 Einecs-nr. 294-862-7

Alle soorten

 

Thea sinensis L. = Camellia thea Link. = Camellia sinensis (L.) O. Kuntze: tinctuur van thee RvE-nr. 451

Alle soorten

 

Uncaria tomentosa L. = Ourouparia guianensis Aubl.: extract van kattenklauw

Alle soorten

 

Valeriana officinalis L.: tinctuur van valeriaanwortel RvE-nr. 473

Alle soorten

 

Vetiveria zizanoides (L.) Nash.: vetiverolie CAS-nr. 8016-96-4 RvE-nr. 479 Einecs-nr. 282-490-8

Alle soorten

 

Vitis vinifera L.: groene cognac-olie CAS-nr. 8016-21-5 FEMA-nr. 2331 RvE-nr. 485 Einecs-nr. 232-403-4/witte cognac-olie CAS-nr. 801621-5 FEMA-nr. 2332 RvE-nr. 485 Einecs-nr. 232-403-4

Alle soorten

 

Vitis vinifera L.: druivenpitextract RvE-nr. 485

Alle soorten

 

Yucca mohavensis Sarg. = Y. schidigera Roezl ex Ortgies: extract van mojaveyucca (op oplosmiddelbasis) CAS-nr. 90147-57-2 FEMA-nr. 3121 Einecs-nr. 290-449-0/concentraat van yucca/residuen van yucca

Alle soorten

 

Zingiber officinale Rosc.: gemberextract CAS-nr. 84696-15-1 FEMA-nr. 2521 RvE-nr. 489 Einecs-nr. 283-634-2

Alle soorten

Natuurlijke producten en dienovereenkomstige synthetische producten

 

CAS-nr. 1128 -08-1/3-methyl-2-pentylcyclopent-2-een-1-on/Flavis-nr. 07.140

Alle soorten

 

CAS-nr. 352195-40-5/dinatrium-inosine-5-monofosfaat (IMP)

Alle soorten

Deel 2

Toevoegingsmiddelen voor diervoeding die voor bepaalde diersoorten of -categorieën uit de handel worden genomen

Identificatienummer

Toevoegingsmiddel

Diersoort en -categorie

Sporenelementen

E 7

Molybdeen — Mo, natriummolybdaat

Alle diersoorten en -categorieën met uitzondering van schapen

Zuurteregelaars

E 503 (i)

Ammoniumcarbonaat

Katten; honden

E 503 (ii)

Ammoniumwaterstofcarbonaat

Katten; honden

E 525

Kaliumhydroxide

Katten; honden

E 526

Calciumhydroxide

Katten; honden

Kleurstoffen met inbegrip van pigmenten

Carotenoïden en xanthofylen

E 160 a

Bètacaroteen

Kanarievogels

Andere kleurstoffen

E 141

Chlorofylline-kopercomplex als kleurstof die op grond van de communautaire voorschriften voor het kleuren van levensmiddelen is toegestaan

Alle diersoorten en -categorieën met uitzondering van katten en honden

E 141

Chlorofyl-kopercomplex als kleurstof

[functionele groep 2, punt a), iii)]

Zaadetende siervogels; kleine knaagdieren; siervissen

E 153

Roetzwart als kleurstof

[functionele groep 2, punt a), iii)]

siervissen

E 172

Rood ijzeroxide, zwart ijzeroxide, geel ijzeroxide als kleurstoffen die op grond van de communautaire voorschriften voor het kleuren van levensmiddelen zijn toegestaan

Paarden

Aromatische en eetlustopwekkende stoffen

Natuurlijke producten — botanisch gedefinieerd

 

Helianthus annuus L.: extract van zonnebloem

Katten; honden

 

Hyssopus officinalis L. = H. decumbens Jord. & Fourr.: olie van hysop CAS-nr. 8006-83-5 FEMA-nr. 2591 RvE-nr. 235 Einecs-nr. 283-266-3

Katten; honden

 

Sus scrofa (extract van ontvette alvleesklieren van varkens)

Katten en honden en andere carnivore en omnivore gezelschapsdieren zoals fretten

Aminozuren, de zouten en de analogen daarvan

3.2.7.

Mengsels van:

a)

L-lysinemonohydrochloride, technisch zuiver en

b)

DL-methionine, technisch zuiver

beschermd met copolymeer vinyl-pyridine/styreen

Melkkoeien

HOOFDSTUK I.B

Toevoegingsmiddelen voor diervoeding waarvoor een vergunning voor een beperkte periode is verleend

Identificatienummer

Toevoegingsmiddel

Diersoort of -categorie

Coccidiostatica en andere geneeskrachtige stoffen

E 758

Robenidinehydrochloride 66 g/kg (vergunninghouder Zoetis Belgium SA)

Kalkoenen

E 770

Maduramicineammonium alfa 1 g/100 g (vergunninghouder Zoetis Belgium SA)

Kalkoenen

HOOFDSTUK I.C

Toevoegingsmiddelen voor diervoeding waarvoor geen kennisgeving als bedoeld in artikel 10, lid 1, punt a), van Verordening (EG) nr. 1831/2003 is ingediend

Identificatienummer

Toevoegingsmiddel

Diersoort of -categorie

Aminozuren, de zouten en de analogen daarvan

3.2.6.

L-lysinefosfaat en bijproducten daarvan, geproduceerd door fermentatie met Brevibacterium lactofermentum NRRL B-11470

Pluimvee; varkens


(1)  Die vormen van riboflavine zijn toegestaan bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/901 van de Commissie van 29 mei 2019 tot verlening van een vergunning voor riboflavine geproduceerd door Ashbya gossypii (DSM 23096), riboflavine geproduceerd door Bacillus subtilis (DSM 17339 en/of DSM 23984) en riboflavine-5′-fosfaat, mononatriumzout geproduceerd door Bacillus subtilis (DSM 17339 en/of DSM 23984) (bronnen van vitamine B2) als toevoegingsmiddelen voor diervoeding voor alle diersoorten (PB L 144 van 3.6.2019, blz. 41).

(2)  Deze vorm van riboflavine is onderwerp geweest van een weigering van een vergunning bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1254 van de Commissie van 19 september 2018 betreffende de weigering van een vergunning voor door Bacillus subtilis KCCM-10445 geproduceerd riboflavine (80 %) als toevoegingsmiddel voor diervoeding, behorende tot de functionele groep “vitaminen, provitaminen en chemisch duidelijk omschreven stoffen met een soortgelijke werking” (PB L 237 van 20.9.2018, blz. 5).

(3)  Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1103 van de Commissie van 8 juli 2015 tot verlening van een vergunning voor bètacaroteen als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor alle diersoorten (PB L 181 van 9.7.2015, blz. 57).


BIJLAGE II

Producten die geen onder Verordening (EG) nr. 1831/2003 vallende toevoegingsmiddelen voor diervoeding zijn als bedoeld in artikel 5, lid 1

1.   

Tamarindepitmeel

2.   

Kaliumdiwaterstoforthofosfaat

3.   

Dikaliumwaterstoforthofosfaat

4.   

Trikaliumorthofosfaat

5.   

Ammoniumdiwaterstoforthofosfaat

6.   

Diammoniumwaterstoforthofosfaat

7.   

Dinatriumdiwaterstofdifosfaat

8.   

Tetrakaliumdifosfaat

9.   

Pentakaliumtrifosfaat

10.   

Natriumsesquicarbonaat

11.   

Kaliumwaterstofcarbonaat

12.   

Calciumoxide

13.   

Sucrose-esters van vetzuren (esters van sacharose en van in spijsvetten voorkomende vetzuren)

14.   

Suikerglyceriden (mengsels van esters van sacharose en mono- en diglyceriden van in spijsvetten voorkomende vetzuren)

15.   

Polyglycerolesters van ongepolymeriseerde in spijsvetten voorkomende vetzuren

16.   

Mono-esters van propyleenglycol (1,2-propaandiol) en van in spijsvetten voorkomende vetzuren, al dan niet gemengd met di-esters

17.   

Merluccius capensis, Galeorhinus australis e.a./kraakbeen


BIJLAGE III

Producten die onder Verordening (EG) nr. 1831/2003 vallende toevoegingsmiddelen voor diervoeding zijn als bedoeld in artikel 6, lid 1

1.   

Xilitol

2.   

Ammoniumlactaat

3.   

Ammoniumacetaat


Top