EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62013CN0436

Zaak C-436/13: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Court of Appeal (England & Wales) (Civil Division) (Verenigd Koninkrijk) op 2 augustus 2013 — E./B.

PB C 298 van 12.10.2013, p. 5–5 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
PB C 298 van 12.10.2013, p. 4–4 (HR)

12.10.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 298/5


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Court of Appeal (England & Wales) (Civil Division) (Verenigd Koninkrijk) op 2 augustus 2013 — E./B.

(Zaak C-436/13)

2013/C 298/07

Procestaal: Engels

Verwijzende rechter

Court of Appeal (England & Wales) (Civil Division)

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: E.

Verwerende partij: B.

Prejudiciële vragen

1.

Wanneer volgens artikel 12, lid 3, van verordening nr. 2201/2003 (1) prorogatie van rechtsmacht heeft plaatsgevonden, wat de bevoegdheid van een gerecht van een lidstaat met betrekking tot kwesties inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid voor een kind betreft, sorteert deze prorogatie dan enkel effecten totdat in de betrokken procedure een definitieve beslissing is gewezen, of blijft dit gerecht ook bevoegd nadat het definitief uitspraak heeft gedaan?

2.

Kunnen de gerechten van een lidstaat bevoegdheid overdragen overeenkomstig artikel 15 van de verordening, ingeval er op dat tijdstip met betrekking tot het kind geen procedure aanhangig is?


(1)  Verordening (EG) nr. 2201/2003 van de Raad van 27 november 2003 betreffende de bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid, en tot intrekking van verordening (EG) nr. 1347/2000 (PB L 338, blz. 1).


Top