EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62008CA0001

Zaak C-1/08: Arrest van het Hof (Derde kamer) van 19 februari 2009 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Corte suprema di cassazione — Italië) — Athesia Druck Srl/Ministero delle Finanze, Agenzia delle Entrate (Zesde btw-richtlijn — Artikel 9, lid 2, sub e — Artikel 9, lid 3, sub b — Dertiende btw-richtlijn — Artikel 2 — Plaats van dienst — Diensten op gebied van reclame — Teruggaaf van btw — Fiscaal vertegenwoordiger)

PB C 90 van 18.4.2009, p. 5–6 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

18.4.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 90/5


Arrest van het Hof (Derde kamer) van 19 februari 2009 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Corte suprema di cassazione — Italië) — Athesia Druck Srl/Ministero delle Finanze, Agenzia delle Entrate

(Zaak C-1/08) (1)

(Zesde btw-richtlijn - Artikel 9, lid 2, sub e - Artikel 9, lid 3, sub b - Dertiende btw-richtlijn - Artikel 2 - Plaats van dienst - Diensten op gebied van reclame - Teruggaaf van btw - Fiscaal vertegenwoordiger)

2009/C 90/08

Procestaal: Italiaans

Verwijzende rechter

Corte suprema di cassazione

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Athesia Druck Srl

Verwerende partij: Ministero delle Finanze, Agenzia delle Entrate

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Corte suprema di cassazione (Italië) — Uitlegging van artikel 9, lid 2, sub e, van de Zesde richtlijn (77/388/EEG) van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (PB L 145, blz. 1) — Diensten op gebied van reclame — Bepaling van plaats van dienst — Dienst verricht door op grondgebied van Gemeenschap gevestigde onderneming ten behoeve van onderneming die in derde land is gevestigd, maar fiscale vertegenwoordiger heeft op grondgebied van lidstaat

Dictum

Ter zake van diensten op gebied van de reclame wordt de plaats van de dienst, wanneer de ontvanger van de dienst is gevestigd buiten het grondgebied van de Europese Gemeenschap, in beginsel, volgens artikel 9, lid 2, sub e, van de Zesde richtlijn (77/388/EEG) van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag, zoals gewijzigd bij de Tiende richtlijn (84/386/EEG) van de Raad van 31 juli 1984, vastgesteld op de plaats waar de ontvanger zijn zetel heeft. De lidstaten kunnen evenwel gebruikmaken van de in artikel 9, lid 3, sub b, van de Zesde richtlijn (77/388), zoals gewijzigd, voorziene bevoegdheid om in afwijking van voornoemd beginsel de plaats van de betrokken diensten vast te stellen in het binnenland van de betrokken lidstaat.

Indien gebruik wordt gemaakt van de in artikel 9, lid 3, sub b, van de Zesde richtlijn (77/388), zoals gewijzigd, voorziene bevoegdheid, wordt een dienst op het gebied van de reclame die door een binnen de Europese Gemeenschap gevestigde dienstverrichter is verricht ten behoeve van een in een derde land gevestigde ontvanger, ongeacht of deze ontvanger de eind- of de eerste ontvanger is, geacht te zijn verricht binnen de Europese Gemeenschap, mits het werkelijke gebruik en de werkelijke exploitatie, in de zin van artikel 9, lid 3, sub b, van de Zesde richtlijn (77/388), zoals gewijzigd, in het binnenland van de betrokken lidstaat geschieden. Bij diensten op het gebied van de reclame is dit het geval wanneer de reclameboodschappen die het voorwerp van de dienst vormen, worden verspreid vanuit de betrokken lidstaat.

Artikel 9, lid 3, sub b, van de Zesde richtlijn (77/388), zoals gewijzigd, kan er niet toe leiden dat diensten op het gebied van de reclame die door een buiten de Europese Gemeenschap gevestigde dienstverrichter ten behoeve van zijn eigen klanten worden verricht, worden belast, ook wanneer deze dienstverrichter de hoedanigheid zou hebben van eerste ontvanger in het kader van een eerdere dienst, aangezien een dergelijke dienst niet valt binnen het toepassingsgebied van artikel 9, lid 2, sub e, van deze richtlijn en, meer in het algemeen, van dat van artikel 9 van voornoemde richtlijn in zijn geheel, waarnaar artikel 9, lid 3, sub b, van diezelfde richtlijn uitdrukkelijk verwijst.

De belastbaarheid van een dienst in de zin van artikel 9, lid 3, sub b, van de Zesde richtlijn (77/388), zoals gewijzigd, staat niet in de weg aan het recht van de belastingplichtige op teruggaaf van de belasting over de toegevoegde waarde, indien hij voldoet aan de voorwaarden van artikel 2 van de Dertiende richtlijn (86/560/EEG) van de Raad van 17 november 1986 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Regeling voor de teruggaaf van de belasting over de toegevoegde waarde aan niet op het grondgebied van de Gemeenschap gevestigde belastingplichtigen.

De aanwijzing van een fiscaal vertegenwoordiger is als zodanig niet van invloed op de vraag of de door de vertegenwoordigde persoon ontvangen of verrichte diensten al dan niet belastbaar zijn.


(1)  PB C 64 van 08.03.2008.


Top