EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62015CA0661
Case C-661/15: Judgment of the Court (Fifth Chamber) of 12 October 2017 (request for a preliminary ruling from the Hoge Raad der Nederlanden — Netherlands) — X BV v Staatssecretaris van Financiën (Reference for a preliminary ruling — Customs union — Community Customs Code — Article 29 — Import of vehicles — Determination of the customs value — Article 78 — Revision of the declaration — Article 236(2) — Repayment of import duties — Period of three years — Regulation (EEC) No 2454/93 — Article 145(2) and (3) — Risk of defects — Period of 12 months — Validity)
Zaak C-661/15: Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 12 oktober 2017 (verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden) — X BV / Staatssecretaris van Financiën [Prejudiciële verwijzing — Douane-unie — Communautair douanewetboek — Artikel 29 — Invoer van voertuigen — Vaststelling van de douanewaarde — Artikel 78 — Herziening van de aangifte — Artikel 236, lid 2 — Terugbetaling van rechten bij invoer — Termijn van drie jaar — Verordening (EEG) nr. 2454/93 — Artikel 145, leden 2 en 3 — Risico op een defect — Termijn van twaalf maanden — Geldigheid]
Zaak C-661/15: Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 12 oktober 2017 (verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden) — X BV / Staatssecretaris van Financiën [Prejudiciële verwijzing — Douane-unie — Communautair douanewetboek — Artikel 29 — Invoer van voertuigen — Vaststelling van de douanewaarde — Artikel 78 — Herziening van de aangifte — Artikel 236, lid 2 — Terugbetaling van rechten bij invoer — Termijn van drie jaar — Verordening (EEG) nr. 2454/93 — Artikel 145, leden 2 en 3 — Risico op een defect — Termijn van twaalf maanden — Geldigheid]
PB C 412 van 4.12.2017, p. 6–7
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
Zaak C-661/15: Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 12 oktober 2017 (verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden) — X BV / Staatssecretaris van Financiën [Prejudiciële verwijzing — Douane-unie — Communautair douanewetboek — Artikel 29 — Invoer van voertuigen — Vaststelling van de douanewaarde — Artikel 78 — Herziening van de aangifte — Artikel 236, lid 2 — Terugbetaling van rechten bij invoer — Termijn van drie jaar — Verordening (EEG) nr. 2454/93 — Artikel 145, leden 2 en 3 — Risico op een defect — Termijn van twaalf maanden — Geldigheid]
Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 12 oktober 2017 (verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden) — X BV / Staatssecretaris van Financiën
(Zaak C-661/15) ( 1 )
„[Prejudiciële verwijzing — Douane-unie — Communautair douanewetboek — Artikel 29 — Invoer van voertuigen — Vaststelling van de douanewaarde — Artikel 78 — Herziening van de aangifte — Artikel 236, lid 2 — Terugbetaling van rechten bij invoer — Termijn van drie jaar — Verordening (EEG) nr. 2454/93 — Artikel 145, leden 2 en 3 — Risico op een defect — Termijn van twaalf maanden — Geldigheid]”
2017/C 412/11Procestaal: NederlandsVerwijzende rechter
Hoge Raad der Nederlanden
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: X BV
Verwerende partij: Staatssecretaris van Financiën
Dictum
1) |
Artikel 145, lid 2, van verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek, zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 444/2002 van de Commissie van 11 maart 2002, gelezen in samenhang met artikel 29, leden 1 en 3, van verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek, moet aldus worden uitgelegd dat het van toepassing is op een situatie als die welke in het hoofdgeding aan de orde is, waarin wordt vastgesteld dat op de datum van aanvaarding van de aangifte voor het vrije verkeer van een goed het met de fabricage samenhangende risico bestaat dat dit goed bij gebruik ervan defect zal raken, en de verkoper om die reden ter nakoming van een contractuele garantieverplichting jegens de koper aan deze een prijsvermindering toekent in de vorm van een vergoeding van de kosten die de koper heeft gemaakt om het goed zodanig aan te passen dat het genoemde risico wordt uitgesloten. |
2) |
Artikel 145, lid 3, van verordening nr. 2454/93, zoals gewijzigd bij verordening nr. 444/2002, is ongeldig voor zover deze bepaling voorziet in een termijn van twaalf maanden vanaf de aanvaarding van de aangifte voor het vrije verkeer van de goederen waarbinnen de wijziging van de werkelijk betaalde of te betalen prijs moet plaatsvinden. |
( 1 ) PB C 98 van 14.3.2016.