EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62008CA0474

Zaak C-474/08: Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 29 oktober 2009 — Commissie van de Europese Gemeenschappen/Koninkrijk België (Niet-nakoming — Verzuim om alle bepalingen vast te stellen die nodig zijn om te voldoen aan artikel 23, leden 2 en 5, van richtlijn 2003/54/EG betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit — Bevoegheden van regelgevende instantie in elektriciteitssector)

PB C 312 van 19.12.2009, p. 9–9 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

19.12.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 312/9


Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 29 oktober 2009 — Commissie van de Europese Gemeenschappen/Koninkrijk België

(Zaak C-474/08) (1)

(Niet-nakoming - Verzuim om alle bepalingen vast te stellen die nodig zijn om te voldoen aan artikel 23, leden 2 en 5, van richtlijn 2003/54/EG betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit - Bevoegheden van regelgevende instantie in elektriciteitssector)

2009/C 312/13

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen (vertegenwoordigers: M. Patakia en B. Schima, gemachtigden)

Verwerende partij: Koninkrijk België (vertegenwoordigers: C. Pochet, gemachtigde, J. Scalais en O. Vanhulst, advocaten)

Voorwerp

Niet-nakoming — Verzuim om alle bepalingen vast te stellen die nodig zijn om te voldoen aan artikel 23, leden 2 en 5, van richtlijn 2003/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en houdende intrekking van richtlijn 96/92/EG (PB L 176, blz. 37) — Bevoegdheden van regelgevende instantie in elektriciteitssector

Dictum

1)

Door niet te bepalen dat gevallen van weigering van toegang tot het elektriciteitsdistributie- of transportnet kunnen worden voorgelegd aan de regelgevende instantie, die vervolgens binnen twee maanden bij wege van bindende beslissing uitspraak moet doen, overeenkomstig artikel 23, lid 5, van richtlijn 2003/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en houdende intrekking van richtlijn 96/92/EG, en

door aan een andere instantie dan de regelgevende instantie de bevoegdheid te verlenen om voor de berekening van de tarieven doorslaggevende elementen te bepalen met betrekking tot bepaalde elektriciteitstransportinstallaties, in strijd met artikel 23, lid 2, sub a, van richtlijn 2003/54,

is het Koninkrijk België de krachtens die richtlijn op hem rustende verplichtingen niet nagekomen.

2)

Het Koninkrijk België wordt verwezen in de kosten.


(1)  PB C 32 van 7.2.2009.


Top