EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52020AP0287
Amendments adopted by the European Parliament on 23 October 2020 on the proposal for a regulation of the European Parliament and of the Council establishing rules on support for strategic plans to be drawn up by Member States under the Common agricultural policy (CAP Strategic Plans) and financed by the European Agricultural Guarantee Fund (EAGF) and by the European Agricultural Fund for Rural Development (EAFRD) and repealing Regulation (EU) No 1305/2013 of the European Parliament and of the Council and Regulation (EU) No 1307/2013 of the European Parliament and of the Council (COM(2018)0392 — C8-0248/2018 — 2018/0216(COD))
Amendementen van het Europees Parlement aangenomen op 23 oktober 2020 op het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van voorschriften inzake steun voor de strategische plannen die de lidstaten in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid opstellen (strategische GLB-plannen) en die uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) worden gefinancierd, en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad en van Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad (COM(2018)0392 — C8-0248/2018 — 2018/0216(COD))
Amendementen van het Europees Parlement aangenomen op 23 oktober 2020 op het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van voorschriften inzake steun voor de strategische plannen die de lidstaten in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid opstellen (strategische GLB-plannen) en die uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) worden gefinancierd, en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad en van Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad (COM(2018)0392 — C8-0248/2018 — 2018/0216(COD))
PB C 404 van 6.10.2021, p. 254–570
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
6.10.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 404/254 |
P9_TA(2020)0287
Gemeenschappelijk landbouwbeleid — steun voor de strategische plannen die de lidstaten opstellen en die uit het ELGF en het Elfpo worden gefinancierd ***I
Amendementen (*1) van het Europees Parlement aangenomen op 23 oktober 2020 op het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van voorschriften inzake steun voor de strategische plannen die de lidstaten in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid opstellen (strategische GLB-plannen) en die uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) worden gefinancierd, en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad en van Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad (COM(2018)0392 — C8-0248/2018 — 2018/0216(COD)) (1)
(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)
(2021/C 404/18)
Amendementen 776 en 847
Voorstel voor een verordening
Overweging 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 1
Voorstel voor een verordening
Overweging 1 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 2
Voorstel voor een verordening
Overweging 1 ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 3
Voorstel voor een verordening
Overweging 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 4
Voorstel voor een verordening
Overweging 3
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 5
Voorstel voor een verordening
Overweging 4
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 6
Voorstel voor een verordening
Overweging 5
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 7
Voorstel voor een verordening
Overweging 5 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 8
Voorstel voor een verordening
Overweging 8
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 9
Voorstel voor een verordening
Overweging 9
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 10
Voorstel voor een verordening
Overweging 9 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 11
Voorstel voor een verordening
Overweging 10
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 12
Voorstel voor een verordening
Overweging 10 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 13
Voorstel voor een verordening
Overweging 11
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 14
Voorstel voor een verordening
Overweging 13
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 15
Voorstel voor een verordening
Overweging 13 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 16
Voorstel voor een verordening
Overweging 13 ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendementen 17 en 779
Voorstel voor een verordening
Overweging 15
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 18
Voorstel voor een verordening
Overweging 16
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
||||
Aangezien veel plattelandsgebieden in de Unie te lijden hebben onder structurele problemen, zoals een gebrek aan aantrekkelijke arbeidskansen, tekorten aan vaardigheden, onvoldoende investeringen in connectiviteit, infrastructuur en essentiële diensten, en een groot aantal wegtrekkende jongeren, is het van cruciaal belang om, overeenkomstig de verklaring van Cork 2.0, het sociaaleconomische weefsel in die gebieden te versterken, in het bijzonder door het scheppen van banen en generatievernieuwing. Daartoe moeten de banen en de groei, waartoe de Commissie aanzet, naar het platteland worden gebracht en moeten sociale inclusie, generatievernieuwing en de ontwikkeling van “slimme dorpen” op het hele Europese platteland worden bevorderd. Zoals aangegeven in de mededeling “De toekomst van voeding en landbouw” kunnen nieuwe waardeketens op het platteland, zoals hernieuwbare energie, de opkomende bio-economie, de circulaire economie en ecotoerisme een gunstig groei- en werkgelegenheidspotentieel bieden voor plattelandsgebieden. In deze context kunnen financiële instrumenten en het gebruik van de InvestEU-garantie een essentiële rol spelen bij het garanderen van toegang tot financiering en bij het ondersteunen van de groeicapaciteit van landbouwbedrijven en ondernemingen. De plattelandsgebieden kunnen arbeidskansen bieden voor onderdanen van derde landen met een legale verblijfsstatus, waardoor hun sociale en economische integratie wordt bevorderd, vooral in het kader van strategieën voor vanuit de gemeenschap geleide lokale ontwikkeling. |
Aangezien veel plattelandsgebieden in de Unie te lijden hebben onder structurele problemen, zoals een gebrek aan aantrekkelijke arbeidskansen, tekorten aan vaardigheden, onvoldoende investeringen in breedband en connectiviteit, infrastructuur en essentiële diensten, en een groot aantal wegtrekkende jongeren, is het van cruciaal belang om, overeenkomstig de verklaring van Cork 2.0, het sociaaleconomische weefsel in die gebieden te versterken, in het bijzonder door het scheppen van banen en generatievernieuwing. Daartoe moeten de banen en de groei, waartoe de Commissie aanzet, naar het platteland worden gebracht en moeten sociale inclusie, steun voor jongeren, grotere participatie van vrouwen in de plattelandseconomie, generatievernieuwing en de ontwikkeling van “slimme dorpen” op het hele Europese platteland worden bevorderd. Met het oog op de stabilisering en de diversificatie van plattelandseconomieën moeten daarom ook de ontwikkeling, de oprichting en de vestigingszekerheid van niet-landbouwbedrijven worden bevorderd. Zoals aangegeven in de mededeling “De toekomst van voeding en landbouw” kunnen nieuwe waardeketens op het platteland, zoals hernieuwbare energie, de opkomende bio-economie, de circulaire economie en ecotoerisme een gunstig groei- en werkgelegenheidspotentieel bieden voor plattelandsgebieden met behoud van natuurlijke hulpbronnen . In deze context kunnen financiële instrumenten en het gebruik van de InvestEU-garantie een essentiële rol spelen bij het garanderen van toegang tot financiering en bij het ondersteunen van de groeicapaciteit van landbouwbedrijven en ondernemingen. De plattelandsgebieden kunnen arbeidskansen bieden voor onderdanen van derde landen met een legale verblijfsstatus, waardoor hun sociale en economische integratie wordt bevorderd, vooral in het kader van strategieën voor vanuit de gemeenschap geleide lokale ontwikkeling. |
Amendement 19
Voorstel voor een verordening
Overweging 16 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 853
Voorstel voor een verordening
Overweging 16 ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendementen 20 en 781
Voorstel voor een verordening
Overweging 17
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 782
Voorstel voor een verordening
Overweging 17 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendementen 21 en783
Voorstel voor een verordening
Overweging 17 ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 784
Voorstel voor een verordening
Overweging 17 quater (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 1100
Voorstel voor een verordening
Overweging 19 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendementen 728 en 785
Voorstel voor een verordening
Overweging 21
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
||||
|
De conditionaliteit is erop gericht de ontwikkeling van duurzame landbouw te bevorderen door de begunstigden er beter van bewust te maken dat het noodzakelijk is deze basisnormen in acht te nemen. De begunstigden moeten ook een passende vergoeding krijgen voor het naleven van deze normen. De conditionaliteit heeft ook tot doel het GLB beter bij de verwachtingen van de maatschappij te laten aansluiten door middel van een sterkere samenhang van dit beleid met de doelstellingen op het gebied van milieu, arbeidsnormen, volksgezondheid, gezondheid van dieren en planten en dierenwelzijn. De conditionaliteit moet integraal deel uitmaken van de ecologische en sociale architectuur van het GLB, als onderdeel van de basislijn voor het aangaan van meer ambitieuze ecologische, sociale en klimaatverbintenissen, en moet in de hele Unie breed worden toegepast. Voor landbouwers die niet aan die voorschriften voldoen, moeten de lidstaten ervoor zorgen dat evenredige, doeltreffende en afschrikkende sancties worden opgelegd overeenkomstig de [horizontale verordening]. |
Amendement 22
Voorstel voor een verordening
Overweging 22
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 1127
Voorstel voor een verordening
Overweging 22 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 23
Voorstel voor een verordening
Overweging 23
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 24
Voorstel voor een verordening
Overweging 24
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 25
Voorstel voor een verordening
Overweging 26
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 26
Voorstel voor een verordening
Overweging 26 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 27
Voorstel voor een verordening
Overweging 28
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendementen 28 en 791
Voorstel voor een verordening
Overweging 30 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendementen 29 en 792
Voorstel voor een verordening
Overweging 31
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 30
Voorstel voor een verordening
Overweging 33
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
Schrappen |
Amendement 31
Voorstel voor een verordening
Overweging 35
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 32
Voorstel voor een verordening
Overweging 35 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 33
Voorstel voor een verordening
Overweging 37
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 729
Voorstel voor een verordening
Overweging 37 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendementen 34, 794 en 856
Voorstel voor een verordening
Overweging 38
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendementen 35 en 795
Voorstel voor een verordening
Overweging 39
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 36
Voorstel voor een verordening
Overweging 40
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 37
Voorstel voor een verordening
Overweging 41
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 38
Voorstel voor een verordening
Overweging 42
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 39
Voorstel voor een verordening
Overweging 43
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 40
Voorstel voor een verordening
Overweging 44
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendementen 41 en 796
Voorstel voor een verordening
Overweging 45
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 42
Voorstel voor een verordening
Overweging 47
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 43
Voorstel voor een verordening
Overweging 48
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 44
Voorstel voor een verordening
Overweging 49
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 45
Voorstel voor een verordening
Overweging 49 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendementen 46 en 797
Voorstel voor een verordening
Overweging 50
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 47
Voorstel voor een verordening
Overweging 51 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 858
Voorstel voor een verordening
Overweging 51 ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 798
Voorstel voor een verordening
Overweging 52
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 48
Voorstel voor een verordening
Overweging 54
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
(Niet van toepassing op de Nederlandse versie) |
Amendement 49
Voorstel voor een verordening
Overweging 55
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 50
Voorstel voor een verordening
Overweging 55 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 51
Voorstel voor een verordening
Overweging 55 ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 730
Voorstel voor een verordening
Overweging 55 quater (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 52
Voorstel voor een verordening
Overweging 56
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 53
Voorstel voor een verordening
Overweging 57
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 54
Voorstel voor een verordening
Overweging 58
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 800
Voorstel voor een verordening
Overweging 58 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 801
Voorstel voor een verordening
Overweging 59
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 55
Voorstel voor een verordening
Overweging 59 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 56
Voorstel voor een verordening
Overweging 60
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 802
Voorstel voor een verordening
Overweging 68 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 57
Voorstel voor een verordening
Overweging 69
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 58
Voorstel voor een verordening
Overweging 70
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 59
Voorstel voor een verordening
Overweging 71
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendementen 60 en 803
Voorstel voor een verordening
Overweging 74
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 61
Voorstel voor een verordening
Overweging 75
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 62
Voorstel voor een verordening
Overweging 76
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 1144
Voorstel voor een verordening
Overweging 78 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 63
Voorstel voor een verordening
Overweging 80 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 64
Voorstel voor een verordening
Overweging 81
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 65
Voorstel voor een verordening
Overweging 83
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 66
Voorstel voor een verordening
Overweging 84
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 67
Voorstel voor een verordening
Overweging 85
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 68
Voorstel voor een verordening
Overweging 86
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 69
Voorstel voor een verordening
Overweging 87
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 70
Voorstel voor een verordening
Overweging 92 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 71
Voorstel voor een verordening
Overweging 93
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 72
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 — lid 1 — letter b
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 73
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 — lid 1 — letter c
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 74
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 — lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Deze verordening is van toepassing op steun van de Unie die uit het ELGF en het Elfpo wordt gefinancierd voor interventies die zijn omschreven in een door de lidstaten opgesteld en door de Commissie goedgekeurd strategisch GLB-plan voor de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2027 . |
2. Deze verordening is van toepassing op steun van de Unie die uit het ELGF en het Elfpo wordt gefinancierd voor interventies die zijn omschreven in een door de lidstaten opgesteld en door de Commissie goedgekeurd strategisch GLB-plan voor de periode vanaf 1 januari 2022 . |
Amendement 75
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 — lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Hoofdstuk III van titel II, hoofdstuk II van titel III en de artikelen 41 en 43 van Verordening (EU) nr. [verordening gemeenschappelijke bepalingen] van het Europees Parlement en de Raad (26) zijn van toepassing op de steun die op grond van deze verordening uit het Elfpo wordt gefinancierd. |
2. Om te zorgen voor samenhang tussen de Europese structuur- en investeringsfondsen (ESIF) en de strategische GLB-plannen, zijn hoofdstuk III van titel II, hoofdstuk II van titel III en de artikelen 41 en 43 van Verordening (EU) nr. [verordening gemeenschappelijke bepalingen] van het Europees Parlement en de Raad (26) van toepassing op de steun die op grond van deze verordening uit het Elfpo wordt gefinancierd. |
Amendement 76
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 — alinea 1 — letter a
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 77
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 — alinea 1 — letter b bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 78
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 — alinea 1 — letter b ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 79
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 — alinea 1 — letter e
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 80
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 — alinea 1 — letter f — punt i
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 81
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 — alinea 1 — letter f — punt ii
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 82
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 — alinea 1 — letter h — punt i
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 83
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 — alinea 1 — letter h — punt ii
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 84
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 — alinea 1 — letter i
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 85
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 — alinea 1 — letter j
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendementen 86 en 1148cp1
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — lid 1 — inleidende formule
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De lidstaten nemen in hun strategisch GLB-plan een definitie op van landbouwactiviteit, landbouwareaal, subsidiabele hectare, echte landbouwer en jonge landbouwer. |
1. De lidstaten nemen in hun strategisch GLB-plan een definitie op van landbouwactiviteit, landbouwareaal, subsidiabele hectare, actieve landbouwer, jonge landbouwer en nieuwe landbouwer. |
Amendementen 866 en 1185
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — lid 1 — letter a
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendementen 87 en 1148cp2
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — lid 1 — letter b — inleidende formule
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 1148cp3
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — lid 1 — letter b — punt i
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 1148cp4
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — lid 1 — letter b — punt ii
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendementen 1148cp5, 1148cp6, 1148cp7, 89cp2 en 804cp3
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — lid 1 — letter b — punt iii
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||||||
|
|
Amendementen 90 en 1148cp8
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — lid 1 — letter b — punt iii bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 1148cp9
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — lid 1 — letter b — punt iii ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendementen 91 en 1148cp10
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — lid 1 — letter c — inleidende formule
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendementen 1148cp11 en 1148cp12
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — lid 1 — letter c — punten i, i bis (nieuw) en ii
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||||||
|
|
||||||||
|
|
||||||||
|
|
||||||||
|
|
||||||||
|
|
||||||||
|
|
||||||||
|
|
||||||||
|
|
Amendementen 93 en 1148cp13
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — lid 1 — letter c — alinea 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Voor de productie van hennep gebruikte arealen vormen slechts subsidiabele hectaren indien het gehalte aan tetrahydrocannabinol van de gebruikte rassen maximaal 0,2 % bedraagt; |
Voor de productie van hennep gebruikte arealen vormen slechts subsidiabele hectaren indien het gehalte aan tetrahydrocannabinol van de gebruikte rassen maximaal 0,3 % bedraagt; |
Amendement 1148cp14
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — lid 1 — letter d
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||||||
|
|
Amendementen 95 en 1148cp15
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — lid 1 — letter e — inleidende formule
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendementen 96 en 1148cp16
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — lid 1 — letter e — punt i
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
Schrappen |
Amendementen 97 en 1148cp16
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — lid 1 — letter e — punt iii
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendementen 98 en 1148cp16
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — lid 1 — letter e — alinea 1 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Bij het evalueren van de naleving van de voorwaarden om als bedrijfshoofd in aanmerking te komen, houden de lidstaten rekening met de specifieke kenmerken van partnerschapsregelingen. |
Amendementen 99 en 1148cp16
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — lid 1 — letter e bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||||||
|
|
||||||||
|
Volgens deze definitie wordt een “nieuwe landbouwer” niet als “jonge landbouwer” beschouwd als bepaald onder e). |
Amendement 100
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2) De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 138 gedelegeerde handelingen vast te stellen die deze verordening aanvullen met voorschriften waarbij de toekenning van de betalingen afhankelijk wordt gesteld van het gebruik van gecertificeerd zaad van bepaalde henneprassen en inzake de procedure voor de bepaling van henneprassen en voor de verificatie van het in lid 1, onder c), genoemde tetrahydrocannabinolgehalte van die rassen met het oog op de volksgezondheid. |
2) De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 138 gedelegeerde handelingen vast te stellen die deze verordening aanvullen met voorschriften waarbij de toekenning van de betalingen afhankelijk wordt gesteld van het gebruik van gecertificeerd zaad van bepaalde henneprassen en inzake de procedure voor de bepaling van henneprassen en voor de verificatie van het in lid 1, onder c), van dit artikel genoemde tetrahydrocannabinolgehalte van die rassen met het oog op de volksgezondheid. |
Amendementen 101 en 1149cp1
Voorstel voor een verordening
Artikel 5 — alinea 1 — inleidende formule
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De steun uit het ELGF en het Elfpo dient om de duurzame ontwikkeling van landbouw, voeding en plattelandsgebieden verder te verbeteren en draagt bij aan de verwezenlijking van de volgende algemene doelstellingen: |
In samenhang met de in artikel 39 VWEU vastgestelde GLB-doelstellingen dient de steun uit het ELGF en het Elfpo om de duurzame ontwikkeling van landbouw, voedsel en plattelandsgebieden verder te verbeteren en draagt deze bij aan de verwezenlijking van de volgende algemene doelstellingen op economisch, ecologisch en maatschappelijk gebied : |
Amendementen 102 en 1149cp1
Voorstel voor een verordening
Artikel 5 — alinea 1 — letter a
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 1149cp2
Voorstel voor een verordening
Artikel 5 — alinea 1 — letter b
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendementen 104 en 1149cp3
Voorstel voor een verordening
Artikel 5 — alinea 1 — letter c
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendementen 105 en 1149cp4
Voorstel voor een verordening
Artikel 5 — alinea 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Deze doelstellingen worden aangevuld met de horizontale doelstelling die erin bestaat de sector te moderniseren door kennisstimulering en -deling , innovatie en digitalisering in de landbouw en de plattelandsgebieden en door bevordering van de benutting daarvan. |
Deze doelstellingen worden aangevuld met en gekoppeld aan de horizontale doelstelling die erin bestaat de sector te moderniseren door ervoor te zorgen dat landbouwers toegang hebben tot onderzoek, opleiding, kennisdeling en kennisoverdrachtsdiensten , innovatie en digitalisering in de landbouw en de plattelandsgebieden en door bevordering van de benutting daarvan. |
Amendement 106
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 — lid 1 — letter a
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 107
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 — lid 1 — letter b
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 108
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 — lid 1 — letter c
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 1150cp1
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 — lid 1 — letter d
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 110
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 — lid 1 — letter e
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 1150cp3
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 — lid 1 — letter f
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendementen 112 en 1150cp4
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 — lid 1 — letter g
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 1150cp5
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 — lid 1 — letter h
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 1150cp6
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 — lid 1 — letter i
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 115
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 — lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Bij het nastreven van de specifieke doelstellingen zorgen de lidstaten ervoor dat de GLB-steun eenvoudiger wordt en prestaties levert . |
2. Met het oog op de verwezenlijking van specifieke doelstellingen zorgen de lidstaten en de Commissie ervoor dat de GLB-steun prestaties levert en eenvoudiger wordt voor eindbegunstigden, door de administratieve last te verlichten en non-discriminatie onder de begunstigden te waarborgen . |
Amendement 116
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 — lid 1 — alinea 1 — inleidende formule
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De verwezenlijking van de in artikel 5 en artikel 6, lid 1, bedoelde doelstellingen wordt beoordeeld aan de hand van gemeenschappelijke indicatoren op het gebied van output, resultaten en impact. De reeks gemeenschappelijke indicatoren omvat: |
De verwezenlijking van de in artikel 5 en artikel 6, lid 1, bedoelde doelstellingen wordt beoordeeld aan de hand van gemeenschappelijke indicatoren op het gebied van output, resultaten en impact en wordt gebaseerd op officiële informatiebronnen . De reeks gemeenschappelijke indicatoren omvat: |
Amendement 117
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 — lid 1 — alinea 1 — letter b
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 118
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 — lid 1 — alinea 1 — letter c
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 119
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 — lid 1 — alinea 2 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
De lidstaten kunnen de in bijlage I vastgestelde outputindicatoren en resultaatindicatoren in meer detail uitsplitsen met betrekking tot specifieke nationale en regionale kenmerken van hun strategische plannen. |
Amendement 120
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 — lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 138 gedelegeerde handelingen vast te stellen tot wijziging van bijlage I teneinde de gemeenschappelijke output-, resultaat- en impactindicatoren aan te passen om rekening te houden met de ervaring die bij de toepassing daarvan is opgedaan , en teneinde zo nodig nieuwe indicatoren toe te voegen . |
2. De Commissie voert aan het einde van het derde jaar waarin de strategische plannen worden toegepast een volledige beoordeling uit over de effectiviteit van de in bijlage I vastgestelde output-, resultaat- en impactindicatoren. |
|
Na die beoordeling is de Commissie bevoegd om overeenkomstig artikel 138 gedelegeerde handelingen vast te stellen tot wijziging van bijlage I teneinde, indien nodig, de gemeenschappelijke indicatoren aan te passen, waarbij rekening wordt gehouden met de ervaring die tijdens de uitvoering van het in deze verordening vastgelegde beleid is opgedaan. |
Amendement 121
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 — alinea 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De lidstaten streven de doelstellingen van titel II na door overeenkomstig de in dit hoofdstuk vastgestelde gemeenschappelijke vereisten interventies te omschrijven op basis van de in de hoofdstukken II, III en IV, van deze titel vastgestelde interventietypes. |
De lidstaten en, in voorkomend geval, hun regio's streven de doelstellingen van titel II na door overeenkomstig de in dit hoofdstuk vastgestelde gemeenschappelijke vereisten interventies te omschrijven op basis van de in de hoofdstukken II, III en IV, van deze titel vastgestelde interventietypes. |
Amendementen 122 en 1117cp1
Voorstel voor een verordening
Artikel 9 — alinea 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De lidstaten ontwerpen de interventies in hun strategische GLB-plannen in overeenstemming met het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en de algemene beginselen van het recht van de Unie. |
De lidstaten ontwerpen , in voorkomend geval in samenwerking met hun regio's, de interventies in hun strategische GLB-plannen in overeenstemming met het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en de algemene beginselen van het recht van de Unie. |
Amendement 1104
Voorstel voor een verordening
Artikel 9 — alinea 1 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Bij de opstelling van de strategische GLB-plannen houden de lidstaten, in voorkomend geval in samenwerking met hun regio’s, rekening met de specifieke beginselen van artikel 39 VWEU, namelijk de bijzondere aard van het landbouwbedrijf, welke voortvloeit uit de maatschappelijke structuur van de landbouw en uit de structurele en natuurlijke ongelijkheid tussen de verschillende landbouwgebieden, de noodzaak de dienstige aanpassingen geleidelijk te doen verlopen, en het feit dat de landbouwsector in de lidstaten nauw verweven is met de gehele economie. |
Amendementen 123 en 1117cp2
Voorstel voor een verordening
Artikel 9 — alinea 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De lidstaten zorgen ervoor dat de interventies worden vastgesteld op basis van objectieve en niet-discriminerende criteria, verenigbaar zijn met de interne markt en de mededinging niet verstoren . |
De lidstaten zorgen ervoor , in voorkomend geval in samenwerking met hun regio's, dat de interventies worden vastgesteld op basis van objectieve en niet-discriminerende criteria, en dat zij de goede werking van de interne markt niet hinderen . |
Amendement 1117cp3
Voorstel voor een verordening
Artikel 9 — lid 2 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
In het geval van een rechtspersoon of een groep van natuurlijke of rechtspersonen kunnen de lidstaten de in artikel 15 van dit artikel bedoelde verlaging toepassen, alsmede de in de artikelen 26, 27, 29, 66, 67 en 68 bedoelde steun zoals beschreven in hun strategische GLB-plannen op het niveau van de leden van deze rechtspersonen of groepen, indien het nationale recht bepaalt dat de individuele leden rechten en verplichtingen hebben die vergelijkbaar zijn met die van individuele actieve landbouwers die de status van bedrijfshoofd hebben, met name wat hun economische, sociale en belastingstatus betreft, mits zij hebben bijgedragen tot de versterking van de landbouwstructuren van de betrokken rechtspersonen of groepen. |
Amendementen 124 en 1117cp4
Voorstel voor een verordening
Artikel 9 — alinea 3
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De lidstaten stellen het rechtskader voor de toekenning van de steun van de Unie aan de begunstigden vast op basis van het strategisch GLB-plan en overeenkomstig de beginselen en vereisten van de onderhavige verordening en Verordening (EU) [HzV]. |
De lidstaten stellen , in voorkomend geval in samenwerking met hun regio's, het rechtskader voor de toekenning van de steun van de Unie aan de begunstigden vast op basis van het strategisch GLB-plan en overeenkomstig de beginselen en vereisten van de onderhavige verordening en Verordening (EU) [HzV]. |
Amendementen 731 en 807
Voorstel voor een verordening
Artikel 9 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 9 bis Duurzame ontwikkeling De doelstellingen van de strategische GLB-plannen worden nagestreefd in overeenstemming met het beginsel van duurzame ontwikkeling en met als doel de kwaliteit van het milieu te behouden, te beschermen en te verbeteren, als bepaald in artikel 11 en artikel 191, lid 1, VWEU, rekening houdend met het beginsel “de vervuiler betaalt”. De lidstaten en de Commissie zien erop toe dat bij de voorbereiding en uitvoering van de specifieke doelstellingen van het GLB wordt bijgedragen tot milieubescherming, efficiënt gebruik van hulpbronnen, matiging van en aanpassing aan de klimaatverandering, biodiversiteit, herstelvermogen bij rampen, en risicobeperking en -preventie. Interventies worden gepland en uitgevoerd in overeenstemming met het in artikel 208 VWEU vastgelegde beginsel van beleidscoherentie voor ontwikkeling. Deze strategische samenhang wordt in overeenstemming met de in hoofdstuk III van titel V beschreven procedure door de Commissie gecontroleerd. |
Amendement 808
Voorstel voor een verordening
Artikel 9 ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 9 ter Naleving van de Overeenkomst van Parijs De doelstellingen van de strategische GLB-plannen worden nagestreefd in overeenstemming met de Overeenkomst van Parijs en met het oog op de verwezenlijking van de mondiale doelstellingen die in de Overeenkomst van Parijs zijn vastgelegd en de verbintenissen die in de nationaal bepaalde bijdragen van de Unie en de lidstaten worden beschreven. Alvorens strategische GLB-plannen goed te keuren, zorgt de Commissie ervoor dat het geheel van alle streefcijfers en maatregelen in de strategische GLB-plannen ruimte laat voor de verwezenlijking van de in dit artikel vastgestelde klimaatdoelstellingen.. |
Amendement 125
Voorstel voor een verordening
Artikel 9 quater (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 9 quater Integratie van een genderperspectief Ter bevordering van gendergelijkheid en de bestrijding van discriminatie op grond van geslacht zien de lidstaten erop toe dat de integratie van het genderperspectief worden meegewogen tijdens de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van hun strategische GLB-plannen. |
Amendement 126
Voorstel voor een verordening
Artikel 10 — lid - 1 (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
-1. De Commissie zorgt ervoor dat de strategische plannen van de lidstaten in overeenstemming zijn met de verbintenissen van de Wereldhandelsorganisatie (WTO). |
Amendement 127
Voorstel voor een verordening
Artikel 10 — lid 1 — alinea 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De lidstaten zorgen ervoor dat bij de interventies op basis van de interventietypes die in bijlage II bij deze verordening zijn vermeld, met inbegrip van de in artikel 3 vastgestelde definities en van de in artikel 4 vastgestelde en in de strategische GLB-plannen te formuleren definities, de bepalingen in acht worden genomen van punt 1 van bijlage 2 bij de WTO-overeenkomst inzake de landbouw. |
Bij de interventies op basis van de interventietypes die in bijlage II bij deze verordening zijn vermeld, met inbegrip van de in artikel 3 vastgestelde definities en van de in artikel 4 vastgestelde en in de strategische GLB-plannen te formuleren definities, worden de bepalingen in acht genomen van punt 1 van bijlage 2 bij de WTO-overeenkomst inzake de landbouw. |
Amendement 128
Voorstel voor een verordening
Artikel 10 — lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De lidstaten zien erop toe dat de interventies op basis van de gewasspecifieke betaling voor katoen als bedoeld in hoofdstuk II, afdeling 3, onderafdeling 2, van deze titel, voldoen aan artikel 6, lid 5, van de WTO-Overeenkomst inzake de landbouw. |
Schrappen |
Amendement 809
Voorstel voor een verordening
Artikel 10 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||||
|
Artikel 10 bis |
||||||
|
De wereldwijde dimensie van het GLB |
||||||
|
1. Overeenkomstig artikel 208 VWEU zorgen de Unie en de lidstaten ervoor dat bij alle GLB-interventies rekening wordt gehouden met de doelstellingen op het gebied van ontwikkelingssamenwerking en dat het recht op voedsel en het recht op ontwikkeling worden geëerbiedigd. |
||||||
|
2. De lidstaten zorgen ervoor dat de strategische GLB-plannen zoveel mogelijk bijdragen aan de tijdige verwezenlijking van de doelstellingen van de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling, met name de duurzameontwikkelingsdoelstelling nrs. 2, 10, 12 en 13, evenals van de Overeenkomst van Parijs. Te dien einde moeten GLB-maatregelen: |
||||||
|
|
||||||
|
3. De overeenstemming van het GLB met beleidscoherentie voor ontwikkeling wordt regelmatig getoetst, onder meer met behulp van gegevens van het in artikel 119 bis vastgestelde bewakingssysteem. De Commissie doet de Raad en het Parlement een jaarverslag toekomen met de resultaten van de beoordeling en de beleidsmaatregelen die de Unie als reactie daarop heeft genomen. |
Amendement 1151cp1
Voorstel voor een verordening
Artikel 11 — lid 1 — inleidende formule
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De lidstaten nemen in hun strategische GLB-plannen een conditionaliteitsregeling op op grond waarvan aan begunstigden die rechtstreekse betalingen krachtens hoofdstuk II van deze titel of jaarlijkse premies krachtens de artikelen 65, 66 en 67 ontvangen, een administratieve sanctie wordt opgelegd wanneer zij niet voldoen aan de uit het recht van de Unie voortvloeiende beheerseisen en de in het strategisch GLB-plan vastgestelde normen voor een goede landbouw- en milieuconditie van grond die zijn vermeld in bijlage III en betrekking hebben op de volgende specifieke gebieden: |
1. De lidstaten nemen in hun strategische GLB-plannen een conditionaliteitsregeling op op grond waarvan begunstigden die rechtstreekse betalingen krachtens hoofdstuk II van deze titel of jaarlijkse premies krachtens de artikelen 65, 66 en 67 ontvangen, een administratieve sanctie krijgen als zij niet voldoen aan de uit het recht van de Unie voortvloeiende beheerseisen en de in het strategisch GLB-plan vastgestelde normen voor een goede landbouw- en milieuconditie van grond die zijn vermeld in bijlage III en betrekking hebben op de volgende specifieke gebieden: |
Amendementen 810cp2, 887 en 1151cp2
Voorstel voor een verordening
Artikel 11 — lid 1 — letter a
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 1151cp3
Voorstel voor een verordening
Artikel 11 — lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De in het strategisch GLB-plan op te nemen voorschriften inzake administratieve sancties voldoen aan de vereisten van titel IV, hoofdstuk IV, van Verordening (EU) [HzV]. |
2. De in het strategisch GLB-plan op te nemen voorschriften inzake een doeltreffend en evenredig systeem van administratieve sancties voldoen aan de vereisten van titel IV, hoofdstuk IV, van Verordening (EU) [HzV]. |
Amendement 132
Voorstel voor een verordening
Artikel 11 — lid 2 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 138 gedelegeerde handelingen vast te stellen die deze verordening aanvullen met betrekking tot tijdelijke afwijkingen inzake randvoorwaarden tijdens epidemieën, ongunstige weersomstandigheden, rampzalige gebeurtenissen of natuurrampen. |
Amendement 732
Voorstel voor een verordening
Artikel 11 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 11 bis Beginsel en toepassingsgebied van de sociale conditionaliteit 1. De lidstaten nemen in hun strategische GLB-plannen een conditionaliteitsregeling op op grond waarvan begunstigden die rechtstreekse betalingen uit hoofde van hoofdstuk II en hoofdstuk III van deze titel of de jaarlijkse premies uit hoofde van de artikelen 65, 66 en 67 ontvangen, aan een administratieve sanctie worden onderworpen als zij niet voldoen aan de toepasselijke arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden en/of de verplichtingen van werkgevers die voortvloeien uit alle toepasselijke collectieve overeenkomsten en sociale en arbeidswetgeving op nationaal, Unie- en internationaal niveau. 2. De in het strategisch GLB-plan op te nemen voorschriften inzake een doeltreffend en evenredig systeem van administratieve sancties voldoen aan de vereisten van titel IV, hoofdstuk IV, van Verordening (EU) [HzV]. |
Amendement 1128
Voorstel voor een verordening
Artikel 12
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 12 |
Artikel 12 |
Verplichtingen van de lidstaten op het gebied van een goede landbouw- en milieuconditie |
Verplichtingen van de lidstaten op het gebied van een goede landbouw- en milieuconditie |
1. De lidstaten zien erop toe dat alle landbouwarealen, met inbegrip van grond die niet langer voor productiedoeleinden wordt gebruikt, in een goede landbouw- en milieuconditie wordt gehouden. De lidstaten stellen op nationaal of regionaal niveau de door de begunstigden na te leven minimumnormen voor een goede landbouw- en milieuconditie van de grond vast overeenkomstig de in bijlage III bedoelde hoofddoelstelling van de normen, en houden daarbij rekening met de specifieke kenmerken van de betrokken arealen, met inbegrip van de bodem- en klimaatgesteldheid, de bestaande landbouwsystemen, het landgebruik, de vruchtwisseling, de landbouwpraktijken en de structuur van de landbouwbedrijven. |
1. De lidstaten zien erop toe dat alle landbouwarealen, met inbegrip van grond die niet langer voor productiedoeleinden wordt gebruikt, in een goede landbouw- en milieuconditie worden gehouden. De lidstaten stellen , in overleg met alle relevante belanghebbenden op nationaal of , indien nodig, regionaal niveau, de door de begunstigden na te leven minimumnormen voor een goede landbouw- en milieuconditie van de grond vast overeenkomstig de in bijlage III bedoelde hoofddoelstelling van de normen, en houden daarbij rekening met de specifieke kenmerken van de betrokken arealen, met inbegrip van de bodem- en klimaatgesteldheid, de bestaande landbouwsystemen, het landgebruik, de vruchtwisseling, de landbouwpraktijken en de structuur van de landbouwbedrijven , om er aldus voor te zorgen dat de grond bijdraagt tot de verwezenlijking van de specifieke doelstellingen die bepaald zijn in artikel 6, lid 1, onder d), e) en f) . |
2. Ten aanzien van de in bijlage III vastgestelde hoofddoelstellingen kunnen de lidstaten normen voorschrijven die een aanvulling zijn op die welke in die bijlage voor die hoofddoelstellingen zijn vastgesteld. De lidstaten stellen evenwel geen minimumnormen vast voor andere hoofddoelstellingen dan de hoofddoelstellingen die in bijlage III zijn vastgesteld. |
2. Om het gemeenschappelijke karakter van het GLB te beschermen en een gelijk speelveld te garanderen schrijven de lidstaten ten aanzien van de in bijlage III vastgestelde hoofddoelstellingen geen normen voor die een aanvulling zijn op die welke in die bijlage voor die hoofddoelstellingen binnen de conditionaliteitsregeling zijn vastgesteld. Bovendien stellen de lidstaten geen minimumnormen vast voor andere hoofddoelstellingen dan de hoofddoelstellingen die in bijlage III zijn vastgesteld. |
|
De lidstaten doen de betrokken begunstigden, in voorkomend geval langs elektronische weg, een lijst toekomen met de eisen en normen die op bedrijfsniveau moeten worden toegepast, met duidelijke en nauwkeurige informatie ter zake. |
|
2 bis. De landbouwers die voldoen aan de in Verordening (EU) 2018/848 van het Europees Parlement en de Raad (1 bis) inzake de biologische productie neergelegde voorschriften worden geacht ipso facto te voldoen aan de in bijlage III bij onderhavige verordening bedoelde regel 8 inzake normen voor een goede landbouw- en milieuconditie van de grond (GLMC). |
|
2 ter. De ultraperifere regio’s van de Unie, die worden gedefinieerd overeenkomstig artikel 349 VWEU, en de kleinere eilanden in de Egeïsche Zee, zoals gedefinieerd in artikel 1, lid 2, van Verordening (EU) nr. 229/2013, zijn vrijgesteld van de eisen 1, 2, 8 en 9 met betrekking tot de normen voor een goede landbouw- en milieuconditie van grond als vastgesteld in bijlage III bij deze verordening. |
|
2 quater. Landbouwers die deelnemen aan vrijwillige regelingen voor klimaat en milieu uit hoofde van artikel 28 met landbouwpraktijken die gelijkwaardig zijn aan GLMC’s 1, 8, 9, of 10, worden geacht te voldoen aan de overeenkomstige normen voor een goede landbouw- en milieuconditie van grond (GLMC) als vastgesteld in bijlage III bij deze verordening, op voorwaarde dat deze regelingen een hoger niveau van klimaat- en milieuvoordelen opleveren dan GLMC’s 1, 8, 9 of 10. Deze praktijken worden beoordeeld overeenkomstig titel V van deze verordening. |
3. De lidstaten zetten een systeem op om het in bijlage III bedoelde landbouwbedrijfsduurzaamheidsintrument voor nutriënten, met de in die bijlage omschreven minimale elementen en functionaliteiten, ter beschikking te stellen van de begunstigden, die van dat instrument moeten gebruikmaken. |
|
De Commissie kan de lidstaten ondersteunen bij de ontwikkeling van dat instrument en de vereiste diensten voor gegevensopslag en -verwerking. |
|
4. De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 138 gedelegeerde handelingen vast te stellen die deze verordening aanvullen met regels inzake een goede landbouw- en milieuconditie, waarbij onder meer de elementen van het systeem van het aandeel blijvend grasland, het referentiejaar en het omschakelingspercentage in het kader van GLMC 1 als bedoeld in bijlage III , en de format en de aanvullende minimale elementen en functionaliteiten van het landbouwbedrijfsduurzaamheidsinstrument voor nutriënten worden vastgesteld . |
4. De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 138 gedelegeerde handelingen vast te stellen die deze verordening aanvullen met regels betreffende bijkomende elementen van het systeem van het aandeel blijvend grasland, het referentiejaar en het omschakelingspercentage in het kader van GLMC 1 als bedoeld in bijlage III. |
|
Amendement 1129
Voorstel voor een verordening
Artikel 13
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
Artikel 13 |
Artikel 13 |
||||
Bedrijfsadviesdiensten voor de landbouw |
Bedrijfsadviesdiensten voor de landbouw |
||||
1. De lidstaten nemen in het strategisch GLB-plan een systeem op voor het verstrekken van diensten die landbouwers en andere begunstigden van de GLB-steun adviseren over grondbeheer en landbouwbedrijfsbeheer (hierna “bedrijfsadviesdiensten voor de landbouw” genoemd). |
1. De lidstaten nemen in het strategisch GLB-plan een systeem op voor het verstrekken van hoogwaardige en onafhankelijke diensten die landbouwers en andere begunstigden van de GLB-steun adviseren over grondbeheer en landbouwbedrijfsbeheer (hierna “bedrijfsadviesdiensten voor de landbouw” genoemd) , die, in voorkomend geval, voortbouwen op eventuele reeds bestaande systemen op het niveau van de lidstaten. De lidstaten wijzen een gepaste begroting voor de financiering van deze diensten toe, en er wordt een korte beschrijving van deze diensten opgenomen in de nationale strategische GLB-plannen. |
||||
|
De lidstaten wijzen ten minste het minimumaandeel van 30 % van de toewijzing in verband met dit artikel toe aan adviesdiensten en technische bijstand die bijdragen tot de verwezenlijking van de in artikel 6, lid 1, onder d), e) en f), genoemde doelstellingen. |
||||
2. De bedrijfsadviesdiensten voor de landbouw bestrijken de economische, ecologische en sociale dimensies en verstrekken actuele technologische en wetenschappelijke informatie die is ontwikkeld in het kader van onderzoek en innovatie. Zij zijn geïntegreerd in de onderling samenhangende diensten van bedrijfsadviseurs voor de landbouw, onderzoekers, landbouwersorganisaties en andere belanghebbenden, die samen de kennis- en innovatiesystemen voor de landbouw (Agricultural Knowledge and Innovation Systems — AKIS) vormen. |
2. De bedrijfsadviesdiensten voor de landbouw bestrijken de economische, ecologische en sociale dimensies en verstrekken actuele technologische en wetenschappelijke informatie die is ontwikkeld in het kader van onderzoek en innovatie en houden rekening met traditionele landbouwpraktijken en -technieken . Zij zijn geïntegreerd in de onderling samenhangende diensten van adviesnetwerken voor de landbouw, bedrijfsadviseurs voor de landbouw, onderzoekers, landbouwersorganisaties , coöperaties en andere belanghebbenden, die samen de kennis- en innovatiesystemen voor de landbouw (Agricultural Knowledge and Innovation Systems — AKIS) vormen. |
||||
3. De lidstaten zien erop toe dat het aan de landbouwbedrijven verstrekte advies onpartijdig is en dat de adviseurs geen belangenconflicten hebben. |
3. De lidstaten zien erop toe dat het aan de landbouwbedrijven verstrekte advies onpartijdig is en aangepast is aan de diversiteit van de productiemethoden en van de bedrijven, en dat de adviseurs geen belangenconflicten hebben. |
||||
|
3 bis. De lidstaten zorgen ervoor dat de bedrijfsadviesdiensten voor de landbouw beschikken over de middelen om zowel advies te verlenen over de productie als over de levering van collectieve goederen. |
||||
4. De bedrijfsadviesdiensten voor de landbouw bestrijken ten minste het volgende: |
4. De door de lidstaat opgerichte bedrijfsadviesdiensten voor de landbouw bestrijken ten minste het volgende: |
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
4 bis. Onverminderd het nationale recht en andere desbetreffende bepalingen van het Unierecht verstrekken personen en entiteiten die verantwoordelijk zijn voor adviesdiensten geen persoonlijke of bedrijfsinformatie of gegevens met betrekking tot de landbouwer of begunstigde in kwestie die zijn verkregen tijdens hun adviseringsopdracht aan andere personen dan de landbouwer of begunstigde die advies heeft ontvangen, met uitzondering van inbreuken waarvoor een meldingsplicht geldt bij overheidsinstanties op grond van het nationale of Unierecht. |
||||
|
4 ter. De lidstaten zorgen er door middel van een passende openbare procedure tevens voor dat de adviseurs in het bedrijfsadviseringssysteem voldoende gekwalificeerd zijn en regelmatig worden bijgeschoold. |
||||
Amendement 811
Voorstel voor een verordening
Titel III — Hoofdstuk 1 — Afdeling 3 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Adeling 3 bis Biologische landbouw Artikel 13 bis Biologische landbouw Biologische landbouw is, volgens de definitie van Verordening (EU) 2018/848 van het Europees Parlement en de Raad, een gecertificeerd landbouwsysteem dat kan bijdragen tot meerdere specifieke GLB-doelstellingen, als vastgelegd in artikel 6, lid 1, van deze verordening. Met het oog op de voordelen van biologische landbouw en de toenemende vraag naar biologische producten, die sneller blijft groeien dan de productie, beoordelen lidstaten het steunniveau dat nodig is voor landbouwgrond die wordt bewerkt in het kader van de biologische certificering. Lidstaten nemen in hun strategische GLB-plannen een analyse op van de productie van de biologische sector, de verwachte vraag naar biologische producten en het potentieel dat de sector heeft om GLB-doelstellingen te verwezenlijken, en zij formuleren doelstellingen om het percentage landbouwgrond dat biologisch wordt bewerkt te vergroten en de gehele biologische toeleveringsketen te ontwikkelen. Op basis van deze beoordeling bepalen de lidstaten het passende niveau van steun voor de omschakeling naar of voortzetting van biologische landbouw die zal worden verleend door middel van maatregelen voor plattelandsontwikkeling uit hoofde van artikel 65 en garanderen zij dat de toegewezen middelen in verhouding staan tot de verwachte toename van de biologische productie. |
Amendement 160
Voorstel voor een verordening
Artikel 14 — lid 2 — letter d
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 161
Voorstel voor een verordening
Artikel 14 — lid 2 — letter d bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendementen 163, 733cp2, 765, 897, 1118cp2, 1126cp2 en 1207cp2
Voorstel voor een verordening
Artikel 15 — lid 2 — alinea 1 — inleidende formule
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Voordat de lidstaten lid 1 toepassen, brengen zij op het bedrag aan rechtstreekse betalingen dat op grond van dit hoofdstuk voor een bepaald kalenderjaar aan een landbouwer wordt toegekend, de volgende bedragen in mindering: |
Voordat de lidstaten lid 1 toepassen, kunnen zij op het bedrag aan rechtstreekse betalingen dat op grond van dit hoofdstuk voor een bepaald kalenderjaar aan een landbouwer wordt toegekend, de volgende bedragen in mindering brengen : |
Amendementen 164, 733cp3, 766, 1118cp3, 1126cp3 en 1207cp3
Voorstel voor een verordening
Artikel 15 — lid 2 — alinea 1 — letter a
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendementen 165, 733cp4, 899, 1118cp4, 1126cp4 en 1207cp4
Voorstel voor een verordening
Artikel 15 — lid 2 — alinea 1 — letter b
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
Schrappen |
Amendementen 166, 767, 900, 1118cp5 en 1126cp5
Voorstel voor een verordening
Artikel 15 — lid 2 — alinea 1 — letter b bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendementen 167, 768, 1118cp6, 1126cp6
Voorstel voor een verordening
Artikel 15 — lid 2 — alinea 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Voor de berekening van de onder a) en b) bedoelde bedragen passen de lidstaten de gemiddelde standaardlonen toe die op nationaal of regionaal niveau gekoppeld zijn aan de betrokken landbouwactiviteit, vermenigvuldigd met het aantal arbeidsjaareenheden dat de betrokken landbouwer heeft aangegeven. |
Voor de berekening van de in de eerste alinea onder a) bedoelde bedragen passen de lidstaten de reële salariskosten of gemiddelde standaardlonen toe die op nationaal of regionaal niveau gekoppeld zijn aan de betrokken landbouwactiviteit of een gerelateerde activiteit , vermenigvuldigd met het aantal arbeidsjaareenheden dat de betrokken landbouwer heeft aangegeven. De lidstaten kunnen gebruikmaken van indicatoren voor de standaardloonkosten in verband met de verschillende soorten landbouwbedrijven of benchmarks voor het creëren van banen per soort landbouwbedrijf. |
Amendementen 1096 en 1126cp7
Voorstel voor een verordening
Artikel 15 — lid 2 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
2 bis. De Commissie verzamelt informatie over alle in het kader van de eerste en de tweede pijler van het GLB ontvangen subsidies en voegt het totale bedrag samen dat een natuurlijke persoon rechtstreeks ontvangt via rechtstreekse betalingen of onrechtstreeks als uiteindelijke begunstigde van rechtspersonen die GLB-betalingen ontvangen (rechtstreekse betalingen en betalingen voor plattelandsontwikkeling). De Commissie volgt de betalingen in real time en zet betalingen stop die een geaggregeerd totaal hebben van meer dan: |
||
|
|
||
|
|
||
|
De maximumbedragen zijn niet van toepassing op betalingen voor projecten die de algemene bevolking ten goede komen en worden uitgevoerd door regionale en plaatselijke autoriteiten, gemeenten of steden. |
||
|
De Commissie zet een systeem voor realtime-informatie en monitoring op door het Arachne-systeem of andere geschikte IT-instrumenten aan te passen en uit te breiden. De lidstaten zijn verplicht om alle relevante gegevens (zoals het project, de betalingen, de rechtspersoon, de natuurlijke persoon, de uiteindelijke begunstigden enz.) in het systeem in te voeren, in real time, om middelen uit hoofde van deze verordening te kunnen ontvangen. De Commissie gebruikt dit systeem voor realtime-informatie en monitoring om een duidelijk overzicht te krijgen van de verdeling en de eerlijke toewijzing van de Unie-fondsen en om de toegekende financiële middelen te kunnen traceren en samen te voegen. |
Amendementen 168, 733cp7, 769, 1118cp7, 1126cp8 en 1207cp7
Voorstel voor een verordening
Artikel 15 — lid 3 — alinea 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De geraamde opbrengst van de verlaging van de betalingen wordt in de eerste plaats gebruikt om bij te dragen in de financiering van de aanvullende herverdelende inkomenssteun voor duurzaamheid en vervolgens in de financiering van andere interventies die tot de ontkoppelde rechtstreekse betalingen behoren. |
De geraamde opbrengst van de verlaging van de betalingen wordt geprioriteerd ter financiering van de aanvullende herverdelende inkomenssteun voor duurzaamheid en vervolgens ter financiering van andere interventies die tot de ontkoppelde rechtstreekse betalingen behoren. |
Amendementen 169, 733cp8, 770, 1118cp8, 1126cp9 en 1207cp8
Voorstel voor een verordening
Artikel 15 — lid 3 — alinea 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De lidstaten kunnen de opbrengst ook geheel of gedeeltelijk, door middel van een overheveling, gebruiken voor de financiering van interventietypes in het kader van het Elfpo als omschreven in hoofdstuk IV. Een dergelijke overheveling naar het Elfpo wordt opgenomen in de financiële tabellen van het strategisch GLB-plan en kan overeenkomstig artikel 90 in 2023 worden herzien. De op grond van artikel 90 vastgestelde maxima voor overhevelingen van middelen uit het ELGF naar het Elfpo zijn hierop niet van toepassing. |
De lidstaten kunnen de opbrengst ook geheel of gedeeltelijk, door middel van een overheveling, gebruiken voor de financiering van interventietypes in het kader van het Elfpo als omschreven in hoofdstuk IV. Een dergelijke overheveling naar het Elfpo wordt opgenomen in de financiële tabellen van het strategisch GLB-plan en kan overeenkomstig artikel 90 in 2024 worden herzien. |
Amendementen 170, 733cp9, 771, 1118cp9, 1126cp10 en 1207cp9
Voorstel voor een verordening
Artikel 15 — lid 3 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 bis. In het geval van een rechtspersoon of een groep van natuurlijke of rechtspersonen kunnen de lidstaten de in het eerste lid bedoelde verlaging toepassen op het niveau van de leden van deze rechtspersonen of groepen, indien het nationale recht bepaalt dat de individuele leden rechten en verplichtingen hebben die vergelijkbaar zijn met die van individuele landbouwers die de status van bedrijfshoofd hebben, met name wat hun economische, sociale en belastingstatus betreft, mits zij hebben bijgedragen tot de versterking van de landbouwstructuren van de betrokken rechtspersonen of groepen. |
Amendementen 733cp10, 772, 1118cp10 en 1126cp11
Voorstel voor een verordening
Artikel 15 — lid 3 ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 ter. Indien een lidstaat overeenkomstig artikel 26 aanvullende herverdelende inkomenssteun aan landbouwers verleent en daarvoor ten minste 12 % van zijn in bijlage IV vastgestelde financiële toewijzing voor rechtstreekse betalingen gebruikt, kan hij besluiten dit artikel niet toe te passen. |
Amendementen 172, 773, 903, 1118cp11, 1126cp12
Voorstel voor een verordening
Artikel 15 — lid 3 quater (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 quater. Aan landbouwers van wie vast komt te staan dat zij kunstmatig de voorwaarden hebben gecreëerd om zich aan de gevolgen van dit artikel te onttrekken, wordt geen voordeel toegekend bestaande uit de omzeiling van de verlaging. |
Amendementen 173, 775, 1118cp12, 1126cp13
Voorstel voor een verordening
Artikel 15 — lid 4
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 138 gedelegeerde handelingen vast te stellen die deze verordening aanvullen met voorschriften waarbij een geharmoniseerde grondslag voor de berekening van de in lid 1 bedoelde verlaging van de betalingen wordt vastgesteld met het oog op een correcte verdeling van de middelen onder de gerechtigde begunstigden. |
Schrappen |
Amendementen 174, 1208, 1213cp1
Voorstel voor een verordening
Artikel 16 — lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De lidstaten kennen ontkoppelde rechtstreekse betalingen toe onder de voorwaarden die in deze afdeling zijn vastgesteld en door hen nader zijn gespecificeerd in hun strategische GLB-plannen. |
1. De lidstaten kennen ontkoppelde rechtstreekse betalingen toe aan actieve landbouwers en onder de voorwaarden die in deze afdeling zijn vastgesteld en door hen nader zijn gespecificeerd in hun strategische GLB-plannen. |
Amendement 175
Voorstel voor een verordening
Artikel 16 — lid 2 — alinea 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De lidstaten stellen een areaaldrempel vast en kennen slechts ontkoppelde rechtstreekse betalingen toe aan echte landbouwers van wie het subsidiabele areaal van het bedrijf waarvoor de ontkoppelde rechtstreekse betalingen worden aangevraagd, groter is dan deze drempel . |
De lidstaten stellen een areaaldrempel en/of een minimumgrens voor rechtstreekse betalingen vast en kennen slechts rechtstreekse betalingen toe aan actieve landbouwers van wie het aantal rechtstreekse betalingen of de arealen gelijk is/zijn aan of hoger is /zijn dan deze drempels . |
Amendement 176
Voorstel voor een verordening
Artikel 16 — lid 2 — alinea 2 — inleidende formule
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Bij de vaststelling van de areaaldrempel zorgen de lidstaten ervoor dat de ontkoppelde rechtstreekse betalingen uitsluitend kunnen worden toegekend aan echte landbouwers indien: |
Bij de vaststelling van de areaaldrempel of de minimumgrens voor betalingen zorgen de lidstaten ervoor dat de rechtstreekse betalingen uitsluitend kunnen worden toegekend aan actieve landbouwers indien: |
Amendement 177
Voorstel voor een verordening
Artikel 16 — lid 2 — alinea 2 — letter a
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 178
Voorstel voor een verordening
Artikel 16 — lid 2 — alinea 2 — letter b
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 179
Voorstel voor een verordening
Artikel 16 — lid 3
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De betrokken lidstaten kunnen besluiten om lid 1 niet toe te passen op de ultraperifere gebieden en de kleinere eilanden in de Egeïsche Zee. |
3. De betrokken lidstaten kunnen besluiten om dit artikel niet toe te passen op de ultraperifere gebieden en de kleinere eilanden in de Egeïsche Zee en de archipel van de Balearen . |
Amendement 180
Voorstel voor een verordening
Artikel 17 — lid 2 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. In bepaalde situaties waarin de landbouwers niet over areaal beschikken vanwege de kenmerken van het houderijsysteem, maar bij de inwerkingtreding van deze verordening steun hebben ontvangen uit hoofde van de basisbetaling, bestaat de basisinkomenssteun uit een bedrag per landbouwbedrijf. |
Amendement 181
Voorstel voor een verordening
Artikel 17 — lid 3
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Onverminderd de artikelen 19 tot en met 24 wordt de basisinkomenssteun toegekend voor elke subsidiabele hectare die door een echte landbouwer wordt aangegeven. |
3. Onverminderd de artikelen 19 tot en met 24 wordt de basisinkomenssteun toegekend voor elke subsidiabele hectare die door een actieve landbouwer wordt aangegeven. |
Amendement 1119
Voorstel voor een verordening
Artikel 18 — leden 2 en 2 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De lidstaten kunnen besluiten om het bedrag van de basisinkomenssteun per hectare te differentiëren naar groepen gebieden met vergelijkbare sociaaleconomische of agronomische omstandigheden . |
2. De lidstaten kunnen besluiten om het bedrag per hectare van de basisinkomenssteun te differentiëren naar groepen gebieden overeenkomstig sociaaleconomische, ecologische of agronomische omstandigheden . De lidstaten kunnen besluiten de bedragen voor regio’s met natuurlijke of gebiedsspecifieke handicaps of voor ontvolkte gebieden evenals de steun voor blijvend grasland te verhogen. Ten aanzien van de traditionele extensieve alpenweiden als omschreven door de lidstaten, kan het bedrag van de basisinkomenssteun per hectare worden verlaagd, ongeacht de inkomenssituatie van de landbouwbedrijven. |
|
2 bis. De lidstaten kunnen mechanismen instellen die het aantal nationale subsidiabele hectaren beperken dat voor steun in aanmerking komt, op basis van een referentieperiode waarover de lidstaat beslist. |
Amendement 184
Voorstel voor een verordening
Artikel 19 — lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Als lidstaten die de in titel III, hoofdstuk I, afdeling 1, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 vastgestelde basisbetalingsregeling hebben toegepast, besluiten de basisinkomenssteun niet op basis van betalingsrechten toe te kennen, vervallen de op grond van Verordening (EU) nr. 1307/2013 toegewezen betalingsrechten op 31 december 2020 . |
2. Als lidstaten die de in titel III, hoofdstuk I, afdeling 1, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 vastgestelde basisbetalingsregeling hebben toegepast, besluiten de basisinkomenssteun niet op basis van betalingsrechten toe te kennen, vervallen de op grond van Verordening (EU) nr. 1307/2013 toegewezen betalingsrechten op 31 december 2022 . De lidstaten die het interne aanpassingsproces van de betalingsrechten reeds hebben doorlopen, kunnen besluiten om al eerder af te stappen van de betalingsrechten. |
Amendement 1120
Voorstel voor een verordening
Artikel 20
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 20 |
Artikel 20 |
Waarde van betalingsrechten en convergentie |
Waarde van betalingsrechten en convergentie |
1. De lidstaten stellen de waarde per eenheid van de betalingsrechten vóór convergentie overeenkomstig dit artikel vast door de waarde van de betalingsrechten proportioneel aan te passen aan hun overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1307/2013 voor het claimjaar 2020 vastgestelde waarde en de daarmee samenhangende betaling voor het claimjaar 2020 voor landbouwpraktijken die gunstig zijn voor klimaat en milieu als vastgesteld in titel III, hoofdstuk III, van die verordening. |
1. De lidstaten stellen de waarde per eenheid van de betalingsrechten vóór convergentie overeenkomstig dit artikel vast door de waarde van de betalingsrechten proportioneel aan te passen aan hun overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1307/2013 voor het claimjaar 2023 vastgestelde waarde en de daarmee samenhangende betaling voor het claimjaar 2023 voor landbouwpraktijken die gunstig zijn voor klimaat en milieu als vastgesteld in titel III, hoofdstuk III, van die verordening. |
2. De lidstaten kunnen besluiten om de waarde van de betalingsrechten te differentiëren overeenkomstig artikel 18, lid 2. |
2. De lidstaten kunnen besluiten om de waarde van de betalingsrechten te differentiëren overeenkomstig artikel 18, lid 2. |
3. De lidstaten stellen uiterlijk voor het claimjaar 2026 de maximumwaarde van de betalingsrechten vast voor de lidstaat of voor elke overeenkomstig artikel 18, lid 2, omschreven groep gebieden. |
3. De lidstaten stellen uiterlijk voor het claimjaar 2026 de maximumwaarde van de betalingsrechten vast voor de lidstaat of voor elke overeenkomstig artikel 18, lid 2, omschreven groep gebieden. |
4. Als de overeenkomstig lid 1 bepaalde waarde van de betalingsrechten binnen een lidstaat of een overeenkomstig artikel 18, lid 2, omschreven groep gebieden niet uniform is, zorgen de lidstaten ervoor dat de waarde van de betalingsrechten uiterlijk in het claimjaar 2026 naar een uniforme eenheidswaarde convergeert. |
4. Als de overeenkomstig lid 1 bepaalde waarde van de betalingsrechten binnen een lidstaat of een overeenkomstig artikel 18, lid 2, omschreven groep gebieden niet uniform is, zorgen de lidstaten ervoor dat de waarde van de betalingsrechten uiterlijk in het claimjaar 2026 volledig naar een uniforme eenheidswaarde convergeert. |
5. Met het oog op de toepassing van lid 4 zorgen de lidstaten ervoor dat uiterlijk voor het claimjaar 2026 alle betalingsrechten een waarde hebben van ten minste 75 % van het voor het claimjaar 2026 geplande gemiddelde eenheidsbedrag voor de basisinkomenssteun dat in het overeenkomstig artikel 106, lid 1, overgelegde strategisch GLB-plan is vastgesteld voor de lidstaat of de overeenkomstig artikel 18, lid 2, omschreven gebieden. |
5. Met het oog op de toepassing van lid 4 zorgen de lidstaten ervoor dat uiterlijk voor het claimjaar 2024 alle betalingsrechten een waarde hebben van ten minste 75 % van het voor het claimjaar 2024 geplande gemiddelde eenheidsbedrag voor de basisinkomenssteun dat in het overeenkomstig artikel 106, lid 1, overgelegde strategisch GLB-plan is vastgesteld voor de lidstaat of de overeenkomstig artikel 18, lid 2, omschreven gebieden. |
|
5 bis. Met het oog op de toepassing van lid 4 zorgen de lidstaten ervoor dat uiterlijk voor het laatste claimjaar van de programmeringsperiode alle betalingsrechten een waarde hebben van ten minste 100 % van het voor het claimjaar 2026 geplande gemiddelde eenheidsbedrag voor de basisinkomenssteun dat in het overeenkomstig artikel 106, lid 1, overgelegde strategisch GLB-plan is vastgesteld voor de lidstaat of de overeenkomstig artikel 18, lid 2, omschreven gebieden. |
6. De lidstaten financieren de verhogingen van de waarde van de betalingsrechten die nodig zijn om aan de leden 4 en 5 te voldoen, door gebruik te maken van eventuele opbrengsten die uit de toepassing van lid 3 voortvloeien en, indien nodig, door het verschil te verkleinen tussen de overeenkomstig lid 1 bepaalde waarde per eenheid van de betalingsrechten en het voor het claimjaar 2026 geplande gemiddelde eenheidsbedrag voor de basisinkomenssteun dat in het overeenkomstig artikel 106, lid 1, overgelegde strategisch GLB-plan is vastgesteld voor de lidstaat of de overeenkomstig artikel 18, lid 2, omschreven gebieden. |
6. De lidstaten financieren de verhogingen van de waarde van de betalingsrechten die nodig zijn om aan de leden 4 en 5 te voldoen, door gebruik te maken van eventuele opbrengsten die uit de toepassing van lid 3 voortvloeien en, indien nodig, door het verschil te verkleinen tussen de overeenkomstig lid 1 bepaalde waarde per eenheid van de betalingsrechten en het voor het claimjaar 2026 geplande gemiddelde eenheidsbedrag voor de basisinkomenssteun dat in het overeenkomstig artikel 106, lid 1, overgelegde strategisch GLB-plan is vastgesteld voor de lidstaat of de overeenkomstig artikel 18, lid 2, omschreven gebieden. |
De lidstaten kunnen besluiten om de verlaging toe te passen op alle betalingsrechten of een deel daarvan waarvan de overeenkomstig lid 1 bepaalde waarde hoger is dan het voor het claimjaar 2026 geplande gemiddelde eenheidsbedrag voor de basisinkomenssteun dat in het overeenkomstig artikel 106, lid 1, overgelegde strategisch GLB-plan is vastgesteld voor de lidstaat of de overeenkomstig artikel 18, lid 2, omschreven gebieden. |
De lidstaten kunnen besluiten om de verlaging toe te passen op alle betalingsrechten of een deel daarvan waarvan de overeenkomstig lid 1 bepaalde waarde hoger is dan het voor het claimjaar 2026 geplande gemiddelde eenheidsbedrag voor de basisinkomenssteun dat in het overeenkomstig artikel 106, lid 1, overgelegde strategisch GLB-plan is vastgesteld voor de lidstaat of de overeenkomstig artikel 18, lid 2, omschreven gebieden. |
7. De in lid 6 bedoelde verlagingen worden gebaseerd op objectieve en niet-discriminerende criteria. Onverminderd het overeenkomstig lid 5 vastgestelde minimum kunnen die criteria de vaststelling inhouden van een maximale daling die niet kleiner mag zijn dan 30 %. |
7. De in lid 6 bedoelde verlagingen worden gebaseerd op objectieve en niet-discriminerende criteria. Onverminderd het overeenkomstig lid 5 vastgestelde minimum kunnen die criteria de vaststelling inhouden van een maximale daling die niet kleiner mag zijn dan 30 % per jaar . |
Amendement 190
Voorstel voor een verordening
Artikel 21 — lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De lidstaten verlenen aan echte landbouwers die beschikken over betalingsrechten, in eigendom of gehuurd, een basisinkomenssteun na activering van die betalingsrechten. De lidstaten zien erop toe dat echte landbouwers, met het oog op de activering van de betalingsrechten, aangifte doen van de aan een betalingsrecht gebonden subsidiabele hectaren. |
1. De lidstaten verlenen aan landbouwers die beschikken over betalingsrechten, in eigendom of gehuurd, een basisinkomenssteun na activering van die betalingsrechten. De lidstaten zien erop toe dat actieve landbouwers, met het oog op de activering van de betalingsrechten, aangifte doen van de aan een betalingsrecht gebonden subsidiabele hectaren. |
Amendement 191
Voorstel voor een verordening
Artikel 22 — lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Elke lidstaat die besluit de basisinkomenssteun op basis van betalingsrechten te verlenen, beheert een nationale reserve. |
1. Elke lidstaat die besluit de basisinkomenssteun op basis van betalingsrechten te verlenen, stelt een nationale reserve in die overeenkomt met een maximumpercentage van 3 % van de toewijzingen vastgesteld in bijlage VII van deze verordening . |
Amendement 192
Voorstel voor een verordening
Artikel 22 — lid 2 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. De lidstaten kunnen het in lid 1 genoemde percentage overschrijden indien dit nodig is om de toewijzingsvereisten op grond van lid 4, onder a), en b), en lid 5 te dekken. |
Amendement 193
Voorstel voor een verordening
Artikel 22 — lid 3
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De lidstaten zien erop toe dat betalingsrechten uit de reserve uitsluitend aan echte landbouwers worden toegewezen. |
3. De lidstaten zien erop toe dat betalingsrechten uit de reserve uitsluitend aan actieve landbouwers worden toegewezen. |
Amendement 194
Voorstel voor een verordening
Artikel 22 — lid 4 — letter a
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 195
Voorstel voor een verordening
Artikel 22 — lid 4 — letter b
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 196
Voorstel voor een verordening
Artikel 22 — lid 4 — letter b bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 197
Voorstel voor een verordening
Artikel 22 — lid 4 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
4 bis. De lidstaten kunnen aan de hand van objectieve en niet-discriminerende criteria andere gevallen vaststellen die volgens de in artikel 96 bedoelde beoordeling van de behoeften het meest kwetsbaar of het meest relevant zijn voor het realiseren van de specifieke doelstellingen die zijn opgenomen in artikel 6, net als landbouwers die nieuwe gebruikers zijn van oppervlakten in collectief beheer. |
Amendement 198
Voorstel voor een verordening
Artikel 22 — lid 5
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. De lidstaten wijzen betalingsrechten toe aan of verhogen de waarde van de bestaande betalingsrechten van echte landbouwers die daarop recht hebben op grond van een definitieve gerechtelijke uitspraak of een definitief bestuursrechtelijk besluit van de bevoegde autoriteit van een lidstaat. De lidstaten zien erop toe dat die echte landbouwers op een door de lidstaat vast te stellen datum het aantal betalingsrechten en de waarde daarvan ontvangen zoals die in die uitspraak of dat besluit zijn vastgesteld. |
5. De lidstaten wijzen betalingsrechten toe aan of verhogen de waarde van de bestaande betalingsrechten van actieve landbouwers die daarop recht hebben op grond van een definitieve gerechtelijke uitspraak of een definitief bestuursrechtelijk besluit van de bevoegde autoriteit van een lidstaat. De lidstaten zien erop toe dat die actieve landbouwers op een door de lidstaat vast te stellen datum het aantal betalingsrechten en de waarde daarvan ontvangen zoals die in die uitspraak of dat besluit zijn vastgesteld. |
Amendement 199
Voorstel voor een verordening
Artikel 22 — lid 5 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
5 bis. De lidstaten kunnen de nationale reserve gebruiken om de basisinkomenssteun lineair te verhogen of om bepaalde doelstellingen van artikel 6, lid 1, te bereiken, op basis van niet-discriminerende criteria, mits voldoende hoeveelheden beschikbaar zijn voor de in de leden 4 en 5 van dit artikel vastgelegde toewijzingen. |
Amendement 200
Voorstel voor een verordening
Artikel 23
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
Artikel 23 |
Schrappen |
||
Gedelegeerde bevoegdheden |
|
||
De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 138 gedelegeerde handelingen vast te stellen die deze verordening aanvullen met voorschriften betreffende: |
|
||
|
|
||
|
|
||
|
|
Amendement 201
Voorstel voor een verordening
Artikel 24 — lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Behalve in het geval van overdracht door feitelijke of verwachte vererving worden betalingsrechten uitsluitend overgedragen aan een echte landbouwer. |
1. Behalve in het geval van overdracht door feitelijke of verwachte vererving worden betalingsrechten uitsluitend overgedragen aan een actieve landbouwer. |
Amendement 202
Voorstel voor een verordening
Artikel 24 — lid 1 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. Aan de betalingsrechten mag geen marktwaarde worden toegekend. |
Amendement 203
Voorstel voor een verordening
Artikel 25 — titel
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Forfaitaire betaling voor kleine landbouwers |
Vereenvoudigde regeling voor kleine landbouwers |
Amendement 204
Voorstel voor een verordening
Artikel 25 — alinea 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De lidstaten kunnen aan kleine landbouwers zoals gedefinieerd door de lidstaten, betalingen in de vorm van een forfaitaire som toekennen ter vervanging van de rechtstreekse betalingen in het kader van deze afdeling en afdeling 3 van dit hoofdstuk. De lidstaten ontwerpen de overeenkomstige interventie in het strategisch GLB-plan op zodanige wijze dat zij facultatief is voor de landbouwers. |
De lidstaten voeren een vereenvoudigde regeling in voor kleine landbouwers die steun van ten hoogste 1 250 EUR aanvragen. Deze regeling kan bestaan uit betalingen in de vorm van een vast bedrag ter vervanging van de rechtstreekse betalingen in het kader van deze afdeling en afdeling 3 van dit hoofdstuk , of uit een betaling per hectare, die kan worden gedifferentieerd naar gebieden, gedefinieerd in overeenstemming met artikel 18, lid 2 . De lidstaten ontwerpen de overeenkomstige interventie in het strategisch GLB-plan op zodanige wijze dat zij facultatief is voor de landbouwers. |
Amendement 205
Voorstel voor een verordening
Artikel 25 — alinea 1 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. Landbouwers die aan de vereenvoudigde regeling wensen deel te nemen, dienen uiterlijk op een door de lidstaat te bepalen datum een aanvraag in, behoudens het feit dat deze laatste ambtshalve automatisch bepaalde landbouwers die aan de voorwaarden voldoen opneemt en hen de mogelijkheid biedt om zich binnen een specifieke periode terug te trekken. |
Amendement 206
Voorstel voor een verordening
Artikel 25 — alinea 1 ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 ter. De lidstaten kunnen vereenvoudigde conditionaliteitscontroles toepassen op landbouwers die aan de vereenvoudigde regeling deelnemen, zoals vastgesteld in artikel 84 van Verordening (EU) [HzV]. |
Amendement 207
Voorstel voor een verordening
Artikel 25 — alinea 1 quater (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 quater. De lidstaten kunnen regels en diensten vaststellen om de administratieve kosten te verlagen als aanmoediging voor kleine landbouwers om mee te werken. |
Amendement 208
Voorstel voor een verordening
Artikel 25 — alinea 1 quinquies (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 quinquies. De lidstaten zorgen ervoor dat geen voordelen uit hoofde van dit artikel worden toegekend aan landbouwers indien wordt vastgesteld dat zij na 1 juni 2018 kunstmatig de voorwaarden hebben gecreëerd om in aanmerking te komen voor betalingen ten gunste van kleine landbouwers. |
Amendement 209
Voorstel voor een verordening
Artikel 26 — lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De lidstaten zorgen voor een herverdeling van de steun van grotere naar kleinere of middelgrote landbouwbedrijven door aan de landbouwers die recht hebben op een betaling in het kader van de in artikel 17 bedoelde basisinkomenssteun, herverdelende inkomenssteun te verstrekken in de vorm van een jaarlijkse ontkoppelde betaling per subsidiabele hectare. |
2. De lidstaten zorgen voor een eerlijke herverdeling van de steun van grotere naar kleinere of middelgrote landbouwbedrijven door aan de landbouwers die recht hebben op een betaling in het kader van de in artikel 17 bedoelde basisinkomenssteun, herverdelende inkomenssteun te verstrekken in de vorm van een jaarlijkse ontkoppelde betaling per subsidiabele hectare. |
Amendement 210
Voorstel voor een verordening
Artikel 26 — lid 3
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De lidstaten stellen een bedrag per hectare of verschillende bedragen voor verschillende reeksen hectaren vast, alsmede het maximale aantal hectaren per landbouwer aan wie de herverdelende inkomstensteun wordt betaald . |
3. De lidstaten stellen een betaling vast die gelijk is aan een bedrag per hectare of verschillende bedragen voor verschillende reeksen hectaren . Zij kunnen deze bedragen differentiëren naargelang van de gebieden die zijn vastgesteld overeenkomstig artikel 18, lid 2 . |
Amendementen 211 en 1158cp3
Voorstel voor een verordening
Artikel 26 — lid 3 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 bis. Het bedrag van de herverdelingsbetaling per hectare bedraagt niet meer dan 65 % van de basisinkomenssteun voor duurzaamheid, overeenkomstig het nationale gemiddelde of het gemiddelde per gebied, vermenigvuldigd met het aantal subsidiabele hectaren. |
Amendement 212
Voorstel voor een verordening
Artikel 26 — lid 3 ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 ter. Het aantal subsidiabele hectaren per landbouwer mag niet hoger zijn dan de gemiddelde nationale grootte van de bedrijven, of de gemiddelde grootte overeenkomstig de in artikel 18, lid 2, gedefinieerde gebieden. De lidstaten geven toegang tot die betaling vanaf de eerste subsidiabele hectare van het bedrijf. |
Amendement 213
Voorstel voor een verordening
Artikel 26 — lid 3 quater (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 quater. De lidstaten stellen niet-discriminerende criteria vast met betrekking tot de doelstelling die is vastgesteld in artikel 6, lid 1, onder a), om het bedrag te berekenen dat wordt toegewezen in het kader van de aanvullende herverdelende inkomenssteun voor duurzaamheid in de context van de strategische GLB-plannen, en stellen ook een financieel maximum vast waarboven landbouwbedrijven geen recht hebben op herverdelingsbetalingen. De lidstaten houden rekening met het gemiddelde inkomen van landbouwbedrijven op nationaal of regionaal niveau. Bij de verdelingscriteria houden zij ook rekening met de natuurlijke en specifieke belemmeringen waarmee enkele regio's, waaronder de eilandregio's, bij de ontwikkeling van hun agrarische activiteiten worden geconfronteerd. |
Amendement 214
Voorstel voor een verordening
Artikel 26 — lid 4
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Het voor een bepaald claimjaar geplande bedrag per hectare mag niet hoger zijn dan het nationale gemiddelde bedrag van de rechtstreekse betalingen per hectare voor dat claimjaar. |
Schrappen |
Amendement 215
Voorstel voor een verordening
Artikel 26 — lid 5
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. Het nationale gemiddelde bedrag van de rechtstreekse betalingen per hectare wordt gedefinieerd als de verhouding tussen het nationale maximum voor rechtstreekse betalingen voor een bepaald claimjaar als vastgesteld in bijlage IV, en de totale geplande outputs voor de basisinkomenssteun voor dat claimjaar, uitgedrukt in aantal hectaren. |
Schrappen |
Amendement 216
Voorstel voor een verordening
Artikel 26 — lid 5 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
5 bis. In het geval van een rechtspersoon of een groep van natuurlijke of rechtspersonen kunnen de lidstaten het in lid 3 bedoelde maximumaantal hectaren toepassen op het niveau van de leden van deze rechtspersonen of groepen, indien het nationale recht bepaalt dat de individuele leden rechten en verplichtingen hebben die vergelijkbaar zijn met die van individuele landbouwers die de status van bedrijfshoofd hebben, met name wat hun economische, sociale en belastingstatus betreft, mits zij hebben bijgedragen tot de versterking van de landbouwstructuren van de betrokken rechtspersonen of groepen. |
Amendementen 217, 743, 1158cp5 en 1219
Voorstel voor een verordening
Artikel 26 — lid 5 ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
5 ter. De lidstaten zorgen ervoor dat geen voordelen uit hoofde van dit hoofdstuk worden toegekend aan landbouwers ten aanzien van wie vaststaat dat zij hun bedrijf hebben opgesplitst met als enig doel in aanmerking te komen voor de herverdelingsbetaling. Dit geldt ook voor landbouwers wier bedrijf uit die opsplitsing is ontstaan. |
Amendementen 218 en 1161 cp
Voorstel voor een verordening
Artikel 27 — lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De lidstaten kunnen aanvullende inkomenssteun voor jonge landbouwers verstrekken onder de voorwaarden die in dit artikel zijn vastgesteld en door de lidstaten nader zijn gespecificeerd in hun strategische GLB-plannen. |
1. De lidstaten kunnen aanvullende inkomenssteun voor jonge landbouwers , zoals omschreven in overeenstemming met de criteria in artikel 4, lid 1, onder d), verstrekken onder de voorwaarden die in dit artikel zijn vastgesteld en door de lidstaten nader zijn gespecificeerd in hun strategische GLB-plannen. |
Amendement 1159
Voorstel voor een verordening
Artikel 27 — lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Als onderdeel van hun verplichting om aan de in artikel 6, lid 1, onder g), vastgestelde specifieke doelstelling “aantrekken van jonge landbouwers en vergemakkelijken van bedrijfsontwikkeling in plattelandsgebieden” bij te dragen en om overeenkomstig artikel 86, lid 4, ten minste 2 % van hun toewijzingen voor rechtstreekse betalingen aan deze doelstelling te besteden, kunnen de lidstaten aanvullende inkomenssteun verstrekken aan jonge landbouwers die zich onlangs voor het eerst hebben gevestigd en die recht hebben op een betaling in het kader van de in artikel 17 bedoelde basisinkomenssteun. |
2. Als onderdeel van hun verplichting om overeenkomstig de in artikel 6, lid 1, onder g), vastgestelde doelstelling jonge landbouwers aan te trekken en om overeenkomstig artikel 86, lid 4, ten minste 4 % van hun toewijzingen voor rechtstreekse betalingen aan deze doelstelling te besteden, kunnen de lidstaten aanvullende inkomenssteun verstrekken aan jonge landbouwers die zich onlangs voor het eerst als bedrijfshoofd hebben gevestigd en die recht hebben op een betaling in het kader van de in artikel 17 bedoelde basisinkomenssteun. |
Amendement 1161cp3
Voorstel voor een verordening
Artikel 27 — lid 3
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De aanvullende inkomenssteun voor jonge landbouwers wordt verleend in de vorm van een jaarlijkse ontkoppelde betaling per subsidiabele hectare. |
3. De aanvullende inkomenssteun voor jonge landbouwers wordt verleend voor een maximumtermijn van zeven jaar die aanvangt bij de eerste indiening van de aanvraag van de betaling voor jonge landbouwers, in de vorm van ofwel een forfaitaire betaling per actieve landbouwer ofwel een jaarlijkse ontkoppelde betaling per subsidiabele hectare. In dat geval kan deze worden berekend op nationaal niveau of op basis van de in artikel 18, lid 2, genoemde gebieden. |
Amendement 221
Voorstel voor een verordening
Artikel 27 — lid 3 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 bis. Jonge landbouwers die in het laatste toepassingsjaar van Verordening (EU) nr. 1307/2013 de in artikel 50 van die verordening bedoelde steun hebben ontvangen, kunnen de steun waarin in dit artikel wordt voorzien ontvangen voor de totale maximumtermijn waarnaar in lid 3 van dit artikel wordt verwezen. |
Amendement 222
Voorstel voor een verordening
Artikel 27 — lid 3 ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 ter. De betaling wordt toegewezen voor een aantal hectaren waarmee de gemiddelde grootte van de landbouwbedrijven op nationaal niveau niet wordt overschreden, of overeenkomstig de in artikel 18, lid 2, gedefinieerde gebieden. |
Amendement 223
Voorstel voor een verordening
Artikel 27 — lid 3 quater (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 quater. De lidstaten kunnen specifieke bepalingen vaststellen betreffende jonge landbouwers die lid zijn van groepen van landbouwers, producentenorganisaties of coöperaties, zodat zij bij het toetreden tot dergelijke entiteiten de steun op grond van dit artikel niet verliezen. |
Amendement 1160
Voorstel voor een verordening
Artikel 27 — lid 3 quinquies (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 quinquies. In het geval van een rechtspersoon of een groep van natuurlijke of rechtspersonen kunnen de lidstaten de steun aan jonge landbouwers toepassen op het niveau van de leden van deze rechtspersonen of groepen, indien het nationale recht bepaalt dat de individuele leden rechten en verplichtingen hebben die vergelijkbaar zijn met die van individuele landbouwers die de status van bedrijfshoofd hebben, met name wat hun economische, sociale en belastingstatus betreft, mits zij hebben bijgedragen tot de versterking van de landbouwstructuren van de betrokken rechtspersonen of groepen. |
Amendement 1130
Voorstel voor een verordening
Artikel 28
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
Artikel 28 |
Artikel 28 |
||
Regelingen voor klimaat en milieu |
Regelingen voor klimaat , milieu en dierenwelzijn |
||
1. De lidstaten verstrekken steun voor vrijwillige regelingen voor klimaat en milieu (“ecoregelingen”) onder de voorwaarden die in dit artikel zijn vastgesteld en door hen nader zijn gespecificeerd in hun strategische GLB-plannen. |
1. De lidstaten stellen vrijwillige regelingen voor klimaat , milieu en dierenwelzijn in (“ecoregelingen”) en verstrekken steun hiervoor, onder de voorwaarden die in dit artikel zijn vastgesteld en door hen nader zijn gespecificeerd in hun strategische GLB-plannen. Ecoregelingen op een bepaald actiegebied zijn consistent met de doelstellingen op andere actiegebieden. |
||
|
De lidstaten bieden een breed scala aan ecoregelingen aan om ervoor te zorgen dat landbouwers hieraan kunnen deelnemen en om verschillende ambitieniveaus te kunnen belonen. De lidstaten voorzien in verscheidene regelingen met als doel gunstige neveneffecten te bereiken, synergieën te bevorderen en een geïntegreerde aanpak te stimuleren. Ter bevordering van coherentie en effectieve beloning stellen de lidstaten punten- of ratingsystemen in. |
||
2. De lidstaten steunen in het kader van dit interventietype echte landbouwers die verbintenissen aangaan om op subsidiabele hectaren landbouwpraktijken toe te passen die gunstig zijn voor het klimaat en het milieu . |
2. De lidstaten steunen in het kader van dit interventietype actieve landbouwers of groepen landbouwers die verbintenissen aangaan om gunstige praktijken in stand te houden en te beoefenen en om over te stappen op landbouwpraktijken en -technieken en gecertificeerde regelingen die een grotere bijdrage leveren aan het klimaat , het milieu en het dierenwelzijn, zoals vastgesteld overeenkomstig artikel 28 bis en opgenomen in de in artikel 28 ter bedoelde lijsten, en die zijn toegesneden op specifieke nationale of regionale behoeften . |
||
3. De lidstaten stellen de lijst op van landbouwpraktijken die gunstig zijn voor het klimaat en het milieu . |
3. De steun voor ecoregelingen neemt de vorm aan van een jaarlijkse betaling per subsidiabele hectare en/of een betaling per landbouwbedrijf en wordt verleend in de vorm van financiële stimulansen die verder reiken dan een vergoeding voor extra kosten en gederfde inkomsten, die kunnen bestaan uit een vast bedrag. Het niveau van de betalingen varieert naar gelang van het ambitieniveau van elke ecoregeling en is gebaseerd op niet-discriminerende criteria . |
||
4. Die praktijken zijn van dien aard dat zij voldoen aan een of meer van de specifieke milieu- en klimaatgerelateerde doelstellingen die zijn vastgesteld in artikel 6, lid 1, onder d), e) en f). |
|
||
5. In het kader van dit type interventies verrichten de lidstaten uitsluitend betalingen voor verbintenissen die: |
|
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
6. De steun voor ecoregelingen neemt de vorm aan van een jaarlijkse betaling per subsidiabele hectare en wordt verleend: |
|
||
|
|
||
|
|
||
7. De lidstaten zorgen ervoor dat de interventies op grond van dit artikel in overeenstemming zijn met die op grond van artikel 65. |
|
||
8. De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 138 gedelegeerde handelingen vast te stellen die deze verordening aanvullen met nadere regels betreffende ecoregelingen. |
|
Amendement 238
Voorstel voor een verordening
Artikel 28 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
Artikel 28 bis |
||
|
Regelingen ter bevordering van het concurrentievermogen |
||
|
1. De lidstaten verstrekken steun voor vrijwillige regelingen ter bevordering van het concurrentievermogen (“concurrentiebevorderende regelingen”) onder de voorwaarden die in dit artikel zijn vastgesteld en nader zijn gespecificeerd in hun strategische GLB-plannen. |
||
|
2. De lidstaten steunen in het kader van dit type interventies actieve landbouwers die verbintenissen aangaan om uitgaven te doen die bevorderlijk zijn voor hun concurrentievermogen. |
||
|
3. De lidstaten stellen een lijst op van subsidiabele categorieën uitgaven die bevorderlijk zijn voor het concurrentievermogen van landbouwers. |
||
|
4. Die praktijken zijn van dien aard dat zij voldoen aan een of meer van de specifieke economische doelstellingen die zijn vastgelegd in artikel 6, lid 1, onder a), b) en c), en bijdragen aan de horizontale doelstelling uit artikel 5. |
||
|
5. In het kader van dit type interventies verrichten de lidstaten uitsluitend betalingen voor verbintenissen die niet leiden tot dubbele financiering met deze verordening. |
||
|
6. De steun voor concurrentiebevorderende regelingen neemt de vorm aan van een jaarlijkse betaling en wordt verleend: |
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
7. De lidstaten zorgen ervoor dat de interventies uit hoofde van dit artikel in overeenstemming zijn met die op grond van de artikelen 27, 28, 65, 68, 69, 70, 71 en 72. |
||
|
8. De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 138 gedelegeerde handelingen vast te stellen die deze verordening aanvullen met nadere regels voor de concurrentiebevorderende regelingen. |
Amendement 1131
Voorstel voor een verordening
Artikel 28 ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
Artikel 28 ter |
||
|
Praktijken die in aanmerking komen voor regelingen voor klimaat, milieu en dierenwelzijn |
||
|
1. De landbouwpraktijken die onder dit interventietype vallen, dragen bij tot de verwezenlijking van een of meer van de in artikel 6, lid 1, onder d), e), f) en i), vastgestelde specifieke doelstellingen en zorgen voor het op peil houden en verbeteren van de economische prestaties van landbouwers overeenkomstig de specifieke doelstellingen in artikel 6 bis, lid 1, onder a) en b). |
||
|
2. De in lid 1 van dit artikel bedoelde landbouwpraktijken hebben betrekking op minimum twee van de volgende actiegebieden voor klimaat en milieu: |
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
3. De in lid 1 van dit artikel bedoelde landbouwpraktijken: |
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
4. Uiterlijk [twee maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening] stelt de Commissie overeenkomstig artikel 138 gedelegeerde handelingen vast om deze verordening aan te vullen door de vaststelling van een indicatieve en niet-uitputtende lijst met voorbeelden van soorten van praktijken die de leden 1, 2 en 3 van dit artikel voldoen. |
Amendement 1132
Voorstel voor een verordening
Artikel 28 quater (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 28 quater |
|
Nationale lijsten van praktijken die in aanmerking komen voor regelingen voor klimaat, milieu en dierenwelzijn |
|
De lidstaten stellen in samenwerking met nationale, regionale en lokale belanghebbenden nationale lijsten op van praktijken die in aanmerking komen voor de in artikel 28 bedoelde regelingen voor klimaat, milieu en dierwelzijn. Hierbij kunnen zij putten uit de voorbeelden in de in artikel 28 ter bedoelde indicatieve, niet-uitputtende Unielijst van praktijken; zij kunnen ook andere praktijken vaststellen die voldoen aan de voorwaarden van artikel 28 ter, rekening houdend met hun specifieke nationale of regionale behoeften overeenkomstig artikel 96. |
|
De nationale lijsten bestaan uit meerdere soorten maatregelen dan die waarop artikel 65 betrekking heeft, of uit soortgelijke maatregelen, maar met een ander ambitieniveau met artikel 28. |
|
De lidstaten nemen in die lijsten ten minste ecoregelingen op voor de ontwikkeling van een landbouwinstrument voor het duurzame beheer van nutriënten en, indien van toepassing, een adequate bescherming van wetlands en veengebieden. |
|
Overeenkomstig Richtlijn 92/43/EEG of Richtlijn 2009/147/EG aangewezen gebieden waar soortgelijke acties worden uitgevoerd, worden automatisch beschouwd als voor de regelingen in aanmerking komend. |
|
De nationale lijsten worden door de Commissie goedgekeurd volgens de procedure beschreven in artikel 106 en artikel 107. |
|
De Commissie verstrekt de lidstaten de nodige begeleiding bij het opstellen van de nationale lijsten, in samenwerking met de in artikel 113 bedoelde Europese en nationale GLB-netwerken, met als doel de uitwisseling van goede praktijken te vergemakkelijken, de kennisbasis te verbeteren en oplossingen te vinden. |
|
Bij de beoordeling van de nationale lijsten houdt de Commissie met name rekening met het opzet, de waarschijnlijke doeltreffendheid en de mate van gebruik van de regelingen, het bestaan van alternatieven en de bijdrage van de regelingen aan de specifieke doelstellingen als bedoeld in artikel 28 bis. |
|
De Commissie beoordeelt de nationale lijsten om de twee jaar. De beoordeling wordt openbaar gemaakt. Indien een lijst als ontoereikend wordt beschouwd of een negatieve beoordeling krijgt, stelt de lidstaat in kwestie een gewijzigde lijst en gewijzigde regelingen voor, volgens de in artikelen 106 en 107 beschreven procedure. |
Amendement 239
Voorstel voor een verordening
Artikel 29 — lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De lidstaten kunnen echte landbouwers gekoppelde inkomenssteun verlenen onder de voorwaarden die in deze onderafdeling zijn vastgesteld en door de lidstaten nader zijn gespecificeerd in hun strategische GLB-plannen. |
1. De lidstaten kunnen actieve landbouwers gekoppelde inkomenssteun verlenen onder de voorwaarden die in deze onderafdeling zijn vastgesteld en door de lidstaten nader zijn gespecificeerd in hun strategische GLB-plannen. |
Amendementen 240 en 1162
Voorstel voor een verordening
Artikel 29 — lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De interventies van de lidstaten helpen de in artikel 30 vermelde ondersteunde sectoren en producties of specifieke soorten landbouw binnen die sectoren of producties door de problemen die daar worden ondervonden, aan te pakken via het verbeteren van het concurrentievermogen, de duurzaamheid of de kwaliteit ervan. |
2. De interventies van de lidstaten helpen de in artikel 30 vermelde ondersteunde sectoren en producties of specifieke soorten landbouw binnen die sectoren of producties door de problemen die daar worden ondervonden, aan te pakken via het verbeteren van het concurrentievermogen, de structurering, de duurzaamheid of de kwaliteit ervan. In afwijking van de vorige zin kunnen de lidstaten steun verlenen voor de in artikel 30 genoemde eiwithoudende gewassen en peulvruchten om het concurrentievermogen, de duurzaamheid of de kwaliteit te verbeteren. Daarnaast moeten deze interventies in overeenstemming zijn met de in artikel 6, lid 1, vastgestelde relevante specifieke doelstellingen. |
Amendement 241
Voorstel voor een verordening
Artikel 29 — lid 3
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De gekoppelde inkomenssteun wordt verleend in de vorm van een jaarlijkse betaling per hectare of per dier . |
3. Gekoppelde steun is een productiebeperkingsregeling die wordt verleend in de vorm van een jaarlijkse betaling op basis van vaste arealen en opbrengsten of een vast aantal dieren, en die de financiële maxima in acht neemt die door de lidstaten voor iedere maatregel worden bepaald en ter kennis van de Commissie worden gebracht . |
Amendement 242
Voorstel voor een verordening
Artikel 29 — lid 3 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 bis. De lidstaten kunnen besluiten de gekoppelde steun te verlenen of te verhogen op grond van de inzet van de begunstigde om zijn concurrentievermogen, de geleverde kwaliteit of de structurering van de sector te verbeteren. |
Amendement 1163
Voorstel voor een verordening
Artikel 29 — lid 3 ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 ter. In het geval van een rechtspersoon of een groep van natuurlijke of rechtspersonen kunnen de lidstaten de steun toepassen op het niveau van de leden van deze rechtspersonen of groepen, indien het nationale recht bepaalt dat de individuele leden rechten en verplichtingen hebben die vergelijkbaar zijn met die van individuele landbouwers die de status van bedrijfshoofd hebben, met name wat hun economische, sociale en belastingstatus betreft, mits zij hebben bijgedragen tot de versterking van de landbouwstructuren van de betrokken rechtspersonen of groepen. |
Amendement 243
Voorstel voor een verordening
Artikel 30 — alinea 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Gekoppelde inkomenssteun mag uitsluitend voor de volgende sectoren en producties of specifieke soorten landbouw binnen die sectoren of producties worden toegekend voor zover die van belang zijn om economische, sociale of ecologische redenen : granen, oliehoudende zaden, eiwithoudende gewassen, zaaddragende leguminosen, vlas, hennep, rijst, noten, zetmeelaardappelen, melk en zuivelproducten, zaaizaad, schapen- en geitenvlees, rundvlees, olijfolie, zijderupsen, gedroogde voedergewassen, hop, suikerbieten, suikerriet en cichorei, groenten en fruit, hakhout met korte omlooptijd en andere niet-voedingsgewassen, met uitzondering van bomen, die worden gebruikt om er producten van te maken die mogelijk fossiele materialen kunnen vervangen . |
Gekoppelde inkomenssteun mag uitsluitend voor de volgende sectoren en producties of specifieke soorten landbouw worden toegekend: granen, oliehoudende zaden, eiwithoudende gewassen, zaaddragende leguminosen, vlas, hennep, rijst, noten, zetmeelaardappelen, melk en zuivelproducten, zaaizaad, schapen- en geitenvlees, rund- en kalfsvlees, olijfolie, zijderupsen, gedroogde voedergewassen, hop, suikerbieten, suikerriet en cichorei, groenten en fruit, hakhout met korte omlooptijd. |
Amendement 244
Voorstel voor een verordening
Artikel 31 — lid 1 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
1 bis. In afwijking van lid 1 kan gekoppelde steun aan landbouwers worden verleend die geen subsidiabele hectaren tot hun beschikking hebben. |
||
|
Bij het verlenen van gekoppelde steun garanderen de lidstaten dat er is voldaan aan de volgende voorwaarden: |
||
|
|
||
|
|
||
|
|
Amendementen 1229 en 1353
Voorstel voor een verordening
Artikel 31 — lid 1 ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 ter. Het aantal runderen waarvan de eindbestemming de verkoop is in het kader van activiteiten in verband met stierengevechten, zowel via rechtstreekse verkoop als via tussenpersonen, wordt verhoudingsgewijs uitgesloten van de inkomsten uit gekoppelde steun. |
Amendement 245
Voorstel voor een verordening
Artikel 33
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
[…] |
Schrappen |
Amendement 246
Voorstel voor een verordening
Artikel 34 — alinea 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De lidstaten verlenen onder de in deze onderafdeling vastgestelde voorwaarden een gewasspecifieke betaling voor katoen aan echte landbouwers die katoen van GN-code 5201 00 produceren. |
De lidstaten verlenen onder de in deze onderafdeling vastgestelde voorwaarden een gewasspecifieke betaling voor katoen aan actieve landbouwers die katoen van GN-code 5201 00 produceren. |
Amendement 247
Voorstel voor een verordening
Artikel 36 — lid 3 — streepje 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 248
Voorstel voor een verordening
Artikel 36 — lid 3 — streepje 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 249
Voorstel voor een verordening
Artikel 36 — lid 3 — streepje 3
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 250
Voorstel voor een verordening
Artikel 36 — lid 3 — streepje 4
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendementen 251 en 1042
Voorstel voor een verordening
Artikel 39 — alinea 1 — letter a
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 252
Voorstel voor een verordening
Artikel 39 — alinea 1 — letter f
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 253
Voorstel voor een verordening
Artikel 40 — lid 3
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De lidstaten kunnen ervoor kiezen om in hun strategisch GLB-plan de in artikel 39, onder d), e) en f), bedoelde sectorale interventietypes toe te passen. |
3. De lidstaten kunnen ervoor kiezen om in hun strategisch GLB-plan de in artikel 39, onder d), e) en f), bedoelde sectorale interventietypes toe te passen en zij motiveren hun keuze van sectoren en interventietypes . |
Amendement 254
Voorstel voor een verordening
Artikel 41 — alinea 1 — letter a
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 255
Voorstel voor een verordening
Artikel 41 — alinea 1 — letter a bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 256
Voorstel voor een verordening
Artikel 41 — alinea 1 — letter c
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 257
Voorstel voor een verordening
Artikel 41 — alinea 1 — letter c bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 258
Voorstel voor een verordening
Artikel 42 — alinea 1 — inleidende formule
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
In de sector groenten en fruit worden de volgende doelstellingen nagestreefd: |
Overeenkomstig de artikelen 5 en 6 worden in de sector groenten en fruit de volgende doelstellingen nagestreefd: |
Amendement 259
Voorstel voor een verordening
Artikel 42 — alinea 1 — letter b
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 260
Voorstel voor een verordening
Artikel 42 — alinea 1 — letter c
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 261
Voorstel voor een verordening
Artikel 42 — alinea 1 — letter d
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 262
Voorstel voor een verordening
Artikel 42 — alinea 1 — letter f
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 263
Voorstel voor een verordening
Artikel 42 — alinea 1 — letter g
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 264
Voorstel voor een verordening
Artikel 42 — alinea 1 — letter i
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 265
Voorstel voor een verordening
Artikel 42 — alinea 1 — letter i bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 266
Voorstel voor een verordening
Artikel 42 — alinea 1 — letter i ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendementen 267 en 819cp2
Voorstel voor een verordening
Artikel 43 — lid 1 — letter a
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 268
Voorstel voor een verordening
Artikel 43 — lid 1 — letter a bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 269
Voorstel voor een verordening
Artikel 43 — lid 1 — letter a ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 270
Voorstel voor een verordening
Artikel 43 — lid 1 — letter a quater (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 271
Voorstel voor een verordening
Artikel 43 — lid 1 — letter b
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 272
Voorstel voor een verordening
Artikel 43 — lid 1 — letter c bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 273
Voorstel voor een verordening
Artikel 43 — lid 1 — letter d
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 274
Voorstel voor een verordening
Artikel 43 — lid 1 — letter e
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 275
Voorstel voor een verordening
Artikel 43 — lid 1 — letter h
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 276
Voorstel voor een verordening
Artikel 43 — lid 1 — letter h bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 277
Voorstel voor een verordening
Artikel 43 — lid 1 — letter k
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 279
Voorstel voor een verordening
Artikel 43 — lid 1 — letter n
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 280
Voorstel voor een verordening
Artikel 43 — lid 1 — letter o
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 281
Voorstel voor een verordening
Artikel 43 — lid 1 — letter p
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 282
Voorstel voor een verordening
Artikel 43 — lid 1 — letter p bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 283
Voorstel voor een verordening
Artikel 43 — lid 1 — letter p ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 284
Voorstel voor een verordening
Artikel 43 — lid 2 — letter b
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 285
Voorstel voor een verordening
Artikel 43 — lid 2 — letter d
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 286
Voorstel voor een verordening
Artikel 43 — lid 2 — letter g
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 287
Voorstel voor een verordening
Artikel 43 — lid 2 — letter h
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 288
Voorstel voor een verordening
Artikel 43 — lid 2 — letter h bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 289
Voorstel voor een verordening
Artikel 43 — lid 2 — letter i
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 290
Voorstel voor een verordening
Artikel 43 — lid 2 — letter i bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 291
Voorstel voor een verordening
Artikel 43 — lid 2 — letter k
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 292
Voorstel voor een verordening
Artikel 43 — lid 2 — letter k bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 293
Voorstel voor een verordening
Artikel 44 — lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De operationele programma’s hebben een looptijd van ten minste drie jaar en ten hoogste zeven jaar. Zij streven de in artikel 42, onder d) en e) bedoelde doelstellingen en ten minste twee andere in dat artikel bedoelde doelstellingen na. |
2. De operationele programma’s hebben een looptijd van ten minste drie jaar en ten hoogste zeven jaar. Zij streven de in artikel 42, onder b), d) en e) bedoelde doelstellingen en ten minste twee andere in dat artikel bedoelde doelstellingen na. |
Amendement 294
Voorstel voor een verordening
Artikel 44 — lid 5 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
5 bis. De operationele programma’s van de unies van producentenorganisaties kunnen uit operationele deelprogramma’s of volledige operationele programma’s bestaan. De volledige operationele programma’s voldoen aan dezelfde beheerregels en voorwaarden als de operationele programma’s van de producentenorganisaties. |
Amendement 295
Voorstel voor een verordening
Artikel 44 — lid 6 — alinea 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De operationele programma’s van unies van producentenorganisaties betreffen niet dezelfde interventies als de operationele programma’s van de aangesloten organisaties. De lidstaten beoordelen de operationele programma’s van unies van producentenorganisaties samen met de operationele programma’s van de aangesloten organisaties. |
De operationele programma’s van unies van producentenorganisaties betreffen niet dezelfde operaties als de operationele programma’s van de aangesloten organisaties. De lidstaten beoordelen de operationele programma’s van unies van producentenorganisaties samen met de operationele programma’s van de aangesloten organisaties. Unies van producentenorganisaties kunnen operationele deelprogramma’s indienen die bestaan uit maatregelen die de aangesloten organisaties in hun operationele programma’s hebben vastgesteld, maar nog niet hebben uitgevoerd. |
Amendement 296
Voorstel voor een verordening
Artikel 44 — lid 6 — alinea 2 — letter a
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 298
Voorstel voor een verordening
Artikel 44 — lid 7 — letter a bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 300
Voorstel voor een verordening
Artikel 44 — lid 7 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
7 bis. Op alle operationele programma’s die zijn goedgekeurd vóór … [de datum van de inwerkingtreding van deze verordening] zijn de verordeningen op grond waarvan ze zijn goedgekeurd van toepassing tot aan de datum van hun voltooiing, tenzij de producentenorganisatie of de unie van producentenorganisaties op vrijwillige basis besluit de huidige verordening van toepassing te laten zijn. |
Amendement 301
Voorstel voor een verordening
Artikel 45 — lid 1 — letter a
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||||
|
Schrappen |
||||||
|
|
Amendement 302
Voorstel voor een verordening
Artikel 45 — lid 1 — inleidende formule
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Producentenorganisaties in de sector groenten en fruit en/of unies daarvan kunnen een actiefonds oprichten. Dit fonds wordt gefinancierd met: |
1. Producentenorganisaties in de sector groenten en fruit en/of unies daarvan kunnen een actiefonds oprichten voor de financiering van door de lidstaten goedgekeurde operationele programma’s . Dit fonds wordt gefinancierd met bijdragen van de producentenorganisatie zelf of de unie van producentenorganisaties en/of de leden ervan plus de in artikel 46 bedoelde financiële steun. |
Amendement 303
Voorstel voor een verordening
Artikel 46 — lid 2 — letter b
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 304
Voorstel voor een verordening
Artikel 46 — lid 2 — letter b bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||||||
|
|
Amendement 305
Voorstel voor een verordening
Artikel 46 — lid 2 — alinea 1 — letter c
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
Schrappen |
Amendement 306
Voorstel voor een verordening
Artikel 46 — lid 2 — alinea 2 — inleidende formule
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
In afwijking van de eerste alinea kan de financiële steun van de Unie als volgt worden verhoogd: |
In afwijking van de eerste alinea kan de onder a), b) en b bis) bedoelde financiële steun van de Unie worden verhoogd met 0,5 % van de waarde van de op de markt gebrachte productie, mits dit percentage uitsluitend wordt gebruikt voor een of meer interventies in verband met de in artikel 42, onder c), d), e), g), h) en i), bedoelde doelstellingen; |
||
|
|
||
|
|
||
|
|
Amendement 307
Voorstel voor een verordening
Artikel 46 — lid 3 — letter a
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 308
Voorstel voor een verordening
Artikel 46 — lid 3 — letter d
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 309
Voorstel voor een verordening
Artikel 46 — lid 3 — letter f bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 310
Voorstel voor een verordening
Artikel 47 — lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. In regio’s van de lidstaten waar de producenten in de sector groenten en fruit in aanzienlijk mindere mate georganiseerd zijn dan het gemiddelde van de Unie, mogen de lidstaten producentenorganisaties die zijn erkend op grond van Verordening (EU) nr. 1308/2013, nationale financiële steun toekennen voor een bedrag van ten hoogste 80 % van de in artikel 45, lid 1, onder a) genoemde financiële bijdragen en van ten hoogste 10 % van de waarde van de op de markt gebrachte productie van een dergelijke producentenorganisatie. De nationale financiële steun komt bovenop het actiefonds. |
1. In regio’s van de lidstaten waar de producenten in de sector groenten en fruit in aanzienlijk mindere mate georganiseerd zijn dan het gemiddelde van de Unie, en in insulaire en ultraperifere regio’s, mogen de lidstaten producentenorganisaties die zijn erkend op grond van Verordening (EU) nr. 1308/2013, nationale financiële steun toekennen voor een bedrag van ten hoogste 80 % van de in artikel 45, lid 1, onder a) genoemde financiële bijdragen en van ten hoogste 10 % van de waarde van de op de markt gebrachte productie van een dergelijke producentenorganisatie. De nationale financiële steun komt bovenop het actiefonds. |
Amendement 311
Voorstel voor een verordening
Artikel 48 — alinea 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De lidstaten streven ten minste één van de in artikel 6, lid 1, genoemde specifieke doelstellingen in de bijenteeltsector na. |
De lidstaten streven de in artikel 6, lid 1, genoemde relevante specifieke doelstellingen in de bijenteeltsector na. |
Amendement 312
Voorstel voor een verordening
Artikel 49 — lid 1 — inleidende formule
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. In hun strategische GLB-plannen kiezen de lidstaten voor elke in artikel 6, lid 1, vastgestelde specifieke doelstelling een of meer van de volgende interventietypes in de bijenteeltsector: |
1. In hun strategische GLB-plannen kiezen de lidstaten een of meer van de volgende interventietypes in de bijenteeltsector: |
Amendement 313
Voorstel voor een verordening
Artikel 49 — lid 1 — letter a
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 314
Voorstel voor een verordening
Artikel 49 — lid 1 — letter b
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 315
Voorstel voor een verordening
Artikel 49 — lid 1 — letter b bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 316
Voorstel voor een verordening
Artikel 49 — lid 1 — letter d
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 317
Voorstel voor een verordening
Artikel 49 — lid 1 — letter e
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 318
Voorstel voor een verordening
Artikel 49 — lid 1 — letter f
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 319
Voorstel voor een verordening
Artikel 49 — lid 1 — letter h bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 320
Voorstel voor een verordening
Artikel 49 — lid 1 — letter h ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 321
Voorstel voor een verordening
Artikel 49 — lid 1 — letter h quater (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 322
Voorstel voor een verordening
Artikel 49 — lid 1 — letter h quinquies (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 323
Voorstel voor een verordening
Artikel 49 — lid 1 — letter h sexies (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 324
Voorstel voor een verordening
Artikel 49 — lid 1 — letter h septies (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 325
Voorstel voor een verordening
Artikel 49 — lid 1 — letter h octies (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 326
Voorstel voor een verordening
Artikel 49 — lid 1 — letter h nonies (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 327
Voorstel voor een verordening
Artikel 49 — lid 1 — letter h decies (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 328
Voorstel voor een verordening
Artikel 49 — lid 1 — letter h undecies (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 329
Voorstel voor een verordening
Artikel 49 — lid 4
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. De financiële steun van de Unie voor de in lid 2 bedoelde interventies bedraagt ten hoogste 50 % van de uitgaven. Het resterende gedeelte van de uitgaven is ten laste van de lidstaten. |
4. De financiële steun van de Unie voor de in lid 2 bedoelde interventies bedraagt ten hoogste 75 % van de uitgaven , met uitzondering van de ultraperifere gebieden, waar het maximum 85 % bedraagt . Het resterende gedeelte van de uitgaven is ten laste van de lidstaten. |
Amendement 330
Voorstel voor een verordening
Artikel 49 — lid 5
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. Bij het opstellen van hun strategische GLB-plannen winnen de lidstaten het advies in van vertegenwoordigers van organisaties op het gebied van de bijenhouderij. |
5. Bij het opstellen van hun strategische GLB-plannen winnen de lidstaten het advies in van vertegenwoordigers van organisaties op het gebied van de bijenhouderij en de bevoegde autoriteiten . |
Amendement 331
Voorstel voor een verordening
Artikel 49 — lid 6
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
6. De lidstaten stellen de Commissie jaarlijks in kennis van het aantal bijenkasten op hun grondgebied. |
6. De lidstaten stellen de Commissie jaarlijks in kennis van het aantal bijenkasten en/of bijenkolonies op hun grondgebied. |
Amendement 332
Voorstel voor een verordening
Artikel 49 — lid 6 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
6 bis. Op alle nationale programma’s die zijn goedgekeurd vóór … [de datum van de inwerkingtreding van deze verordening] is Verordening (EU) nr. 1308/2013 van toepassing tot aan de datum van hun beoogde voltooiing. |
Amendement 333
Voorstel voor een verordening
Artikel 50 — alinea 1 — inleidende formule
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De Commissie is gemachtigd om overeenkomstig artikel 138 gedelegeerde handelingen vast te stellen die deze verordening aanvullen met voorschriften ter aanvulling van de voorschriften van deze afdeling betreffende: |
(Niet van toepassing op de Nederlandse versie.) |
Amendement 334
Voorstel voor een verordening
Artikel 50 — alinea 1 — letter a
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 335
Voorstel voor een verordening
Artikel 50 — alinea 1 — letter b
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 336
Voorstel voor een verordening
Artikel 51 — alinea 1 — inleidende formule
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De lidstaten streven een of meer van de volgende doelstellingen in de wijnsector na: |
Overeenkomstig de artikelen 5 en 6 streven de lidstaten een of meer van de volgende doelstellingen in de wijnsector na: |
Amendement 337
Voorstel voor een verordening
Artikel 51 — alinea 1 — letter a
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 338
Voorstel voor een verordening
Artikel 51 — alinea 1 — letter a bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendementen 339 en 820cp3
Voorstel voor een verordening
Artikel 51 — alinea 1 — letter b
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 340
Voorstel voor een verordening
Artikel 51 — alinea 1 — letter c bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 341
Voorstel voor een verordening
Artikel 51 — alinea 1 — letter f
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 342
Voorstel voor een verordening
Artikel 51 — alinea 1 — letter h
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 343
Voorstel voor een verordening
Artikel 51 — alinea 1 — letter i bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 820cp7
Voorstel voor een verordening
Artikel 51 — – alinea 1 — letter i ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendementen 344 en 1122cp1
Voorstel voor een verordening
Artikel 52 — lid 1 — letter a
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendementen 345 en 1122cp2
Voorstel voor een verordening
Artikel 52 — lid 1 — letter a bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendementen 346 en 1122cp2
Voorstel voor een verordening
Artikel 52 — lid 1 — letter a ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendementen 347 en 1122cp2
Voorstel voor een verordening
Artikel 52 — lid 1 — letter a quater (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendementen 348 en 1122cp2
Voorstel voor een verordening
Artikel 52 — lid 1 — letter a quinquies (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendementen 349 en 1122cp2
Voorstel voor een verordening
Artikel 52 — lid 1 — letter b
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendementen 350 en 1122cp2
Voorstel voor een verordening
Artikel 52 — lid 1 — letter d
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendementen 351 en 1122cp2
Voorstel voor een verordening
Artikel 52 — lid 1 — letter e
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendementen 353 en 1122cp3
Voorstel voor een verordening
Artikel 52 — lid 1 — letter g
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendementen 354 en 1122cp4
Voorstel voor een verordening
Artikel 52 — lid 1 — letter g bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendementen 355 en 1122cp5
Voorstel voor een verordening
Artikel 52 — lid 1 — letter h — inleidende formule
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendementen 356 en 1122cp5
Voorstel voor een verordening
Artikel 52 — lid 1 — letter h — punt iv
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendementen 357 en 1122cp5
Voorstel voor een verordening
Artikel 52 — lid 1 — letter h — punt vi
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendementen 358 en 1122cp6
Voorstel voor een verordening
Artikel 52 — lid 1 — letter i bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendementen 359 en 1122cp6
Voorstel voor een verordening
Artikel 52 — lid 1 — letter i ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendementen 360 en 1122cp6
Voorstel voor een verordening
Artikel 52 — lid 1 — letter i quater (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendementen 361 en 1122cp6
Voorstel voor een verordening
Artikel 52 — lid 1 — letter i quinquies (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendementen 362 en 1122cp6
Voorstel voor een verordening
Artikel 52 — lid 1 — letter i sexies (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendementen 363 en 1122cp6
Voorstel voor een verordening
Artikel 52 — lid 1 — letter i septies (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendementen 364 en 1122cp6
Voorstel voor een verordening
Artikel 52 — lid 1 — letter i octies (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendementen 365 en 1122cp6
Voorstel voor een verordening
Artikel 52 — lid 1 — letter i nonies (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendementen 366 en 1122cp6
Voorstel voor een verordening
Artikel 52 — lid 1 — alinea 1 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
De onder h) van de eerste alinea bedoelde bevorderingsmaatregelen hebben alleen betrekking op wijn met een beschermde oorsprongsbenaming of een beschermde geografische aanduiding en op wijn met een aanduiding van het wijndruivenras. |
Amendement 367
Voorstel voor een verordening
Artikel 52 — lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De lidstaten onderbouwen in hun strategische GLB-plannen de door hen voor de wijnsector gekozen doelstellingen en interventietypes. Zij omschrijven de interventies binnen de gekozen interventietypes. |
2. De lidstaten onderbouwen in hun strategische GLB-plannen de door hen voor de wijnsector gekozen doelstellingen en interventietypes. Zij omschrijven de interventies binnen de gekozen interventietypes. De lidstaten kunnen specifieke bepalingen vastleggen voor de namens alle betrokken ondernemingen uitgevoerde voorlichtings- en promotieacties van de beheersorganen van de beschermde geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen, met name met betrekking tot de maximale duur van deze acties. |
Amendement 368
Voorstel voor een verordening
Artikel 53 — lid 1 — alinea 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De financiële steun van de Unie voor de in artikel 52, lid 1, onder a), bedoelde herstructurering en omschakeling van wijngaarden bedraagt hoogstens 50 % van de werkelijke kosten van de herstructurering en omschakeling van de wijngaarden, dan wel 75 % van de werkelijke kosten van de herstructurering en omschakeling van wijngaarden in minder ontwikkelde regio’s . |
De financiële steun van de Unie voor de in artikel 52, lid 1, onder a), bedoelde herstructurering en omschakeling van wijngaarden bedraagt hoogstens 50 % van de werkelijke kosten van de vrijwillige herstructurering en omschakeling van de wijngaarden, dan wel 75 % van de werkelijke kosten van de verplichte herstructurering en omschakeling van wijngaarden. |
Amendement 369
Voorstel voor een verordening
Artikel 53 — lid 2 — alinea 1 — letter a
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 370
Voorstel voor een verordening
Artikel 53 — lid 2 — alinea 1 — letter c
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 371
Voorstel voor een verordening
Artikel 53 — lid 3 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 bis. De financiële steun van de Unie voor de in artikel 52, lid 1, onder a bis), a ter), a quater), f bis), i bis), i ter), i quater), i quinquies), i sexies), i septies), i octies) en i nonies), genoemde doelstellingen bedraagt ten hoogste 50 % van de directe of subsidiabele kosten. |
Amendement 372
Voorstel voor een verordening
Artikel 53 — lid 5 — alinea 1 — letter a
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 373
Voorstel voor een verordening
Artikel 53 — lid 5 — alinea 1 — letter c
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 374
Voorstel voor een verordening
Artikel 53 — lid 5 — alinea 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De in de eerste alinea bedoelde financiële steun van de Unie ten belope van het maximumpercentage wordt enkel verleend aan kleine, middelgrote en micro-ondernemingen in de zin van Aanbeveling 2003/361/EG; hij kan evenwel aan alle ondernemingen worden toegekend in de ultraperifere gebieden als bedoeld in artikel 349 VWEU en de kleinere eilanden van de Egeïsche Zee als gedefinieerd in artikel 1, lid 2, van Verordening (EU) nr. 229/2013. |
Schrappen |
Amendement 375
Voorstel voor een verordening
Artikel 53 — lid 5 — alinea 3
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Voor ondernemingen die niet onder artikel 2, lid 1, van titel I van de bijlage bij Aanbeveling 2003/361/EG vallen en minder dan 750 werknemers of een omzet van minder dan 200 miljoen EUR hebben, worden de in de eerste alinea bedoelde maxima gehalveerd . |
De maxima uit de eerste alinea kunnen worden verlaagd voor investeringen die worden gedaan door bedrijven die geen micro-, kleine of middelgrote ondernemingen zijn . Deze maxima kunnen echter gelden voor alle ondernemingen in de ultraperifere gebieden als bedoeld in artikel 349 VWEU en de kleinere eilanden van de Egeïsche Zee als gedefinieerd in artikel 1, lid 2, van Verordening (EU) nr. 229/2013. |
Amendement 376
Voorstel voor een verordening
Artikel 53 — lid 6
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
6. De financiële steun van de Unie voor voorlichtingsacties en afzetbevordering als bedoeld in artikel 52, lid 1, onder g) en h), bedraagt hoogstens 50 % van de subsidiabele uitgaven. |
6. De financiële steun van de Unie voor voorlichtingsacties en afzetbevordering als bedoeld in artikel 52, lid 1, onder g) en h), bedraagt hoogstens 50 % van de subsidiabele uitgaven. De lidstaten kunnen een differentiatie vaststellen op grond van de omvang van de ondernemingen, met als doel de steun voor kleine en middelgrote ondernemingen te maximaliseren. |
Amendement 377
Voorstel voor een verordening
Artikel 54 — lid 4
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. De betrokken lidstaten stellen in hun strategische GLB-plannen een minimumpercentage aan uitgaven vast voor acties die gericht zijn op milieubescherming, aanpassing aan de klimaatverandering, verbetering van de duurzaamheid van de productiesystemen en -processen, verkleining van de ecologische impact van de wijnsector van de Unie, energiebesparing en verbetering van de algemene energie-efficiëntie in de wijnsector. |
4. De betrokken lidstaten zorgen er in hun strategische GLB-plannen voor dat minstens 5 % van de uitgaven bestemd is voor of dat ten minste één actie wordt goedgekeurd om de doelstellingen te behalen ten gunste van milieubescherming, aanpassing aan de klimaatverandering, verbetering van de duurzaamheid van de productiesystemen en -processen, verkleining van de ecologische impact van de wijnsector van de Unie, energiebesparing en verbetering van de algemene energie-efficiëntie in de wijnsector , in overeenstemming met de in artikel 51, onder a bis), b) en f) vastgelegde doelstellingen . |
Amendement 378
Voorstel voor een verordening
Artikel 54 — lid 4 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
4 bis. Op alle programma’s die zijn goedgekeurd vóór … [de inwerkingtreding van deze verordening] is Verordening (EU) nr. 1308/2013 van toepassing tot aan de datum van hun beoogde voltooiing. |
Amendement 379
Voorstel voor een verordening
Artikel 55 — lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De in artikel 82, lid 3, bedoelde lidstaat omschrijft in zijn strategisch GLB-plan een of meer van de in artikel 60 bedoelde interventietypes waarmee de door hem gekozen en in lid 1 vastgestelde doelstellingen worden nagestreefd. Hij omschrijft de interventies binnen de gekozen interventietypes. De in artikel 82, lid 3, bedoelde lidstaat motiveert in zijn strategisch GLB-plan de keuze van de doelstellingen, interventietypes en interventies om aan die doelstellingen te voldoen. |
2. De in artikel 82, lid 3, bedoelde lidstaat omschrijft in zijn strategisch GLB-plan een of meer van de in artikel 60 bedoelde interventietypes waarmee de door hem gekozen en in lid 1 vastgestelde doelstellingen worden nagestreefd. Hij omschrijft de interventies binnen de gekozen interventietypes. De in artikel 82, lid 3, bedoelde lidstaat motiveert in zijn strategisch GLB-plan de keuze van de doelstellingen, interventietypes en interventies om aan die doelstellingen te voldoen , zonder de ex-ante-evaluatie, de strategische milieueffectbeoordeling (SMEB) in de zin van artikel 103, lid 1, of de SWOT-analyse in de zin van artikel 103, lid 2, te hoeven uitvoeren . |
Amendement 380
Voorstel voor een verordening
Artikel 56 — alinea 1 — letter c
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 381
Voorstel voor een verordening
Artikel 56 — alinea 1 — letter d
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 382
Voorstel voor een verordening
Artikel 56 — alinea 1 — letter f
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 1241
Voorstel voor een verordening
Artikel 56 — alinea 1 — letter f bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 383
Voorstel voor een verordening
Artikel 57 — lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Om de in artikel 56 genoemde doelstellingen na te streven, kiezen de in artikel 82, lid 4, genoemde lidstaten in hun strategische GLB-plannen een of meer van de in artikel 60 genoemde interventietypes. Zij omschrijven de interventies binnen de gekozen interventietypes. |
1. Om de in artikel 56 genoemde doelstellingen na te streven, kiezen de in artikel 82, lid 4, genoemde lidstaten in hun strategische GLB-plannen een of meer van de in artikel 60 genoemde interventietypes , die moeten worden gedefinieerd op het niveau van de lidstaat . Zij omschrijven de interventies binnen de gekozen interventietypes. |
Amendement 384
Voorstel voor een verordening
Artikel 57 — lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De door de lidstaten omschreven interventies als bedoeld in artikel 82, lid 4, worden uitgevoerd door middel van goedgekeurde operationele programma’s van producentenorganisaties en/of unies van producentenorganisaties die zijn erkend op grond van Verordening (EU) nr. 1308/2013. Hiertoe zijn de artikelen 61 en 62 van deze verordening van toepassing. |
2. De door de lidstaten omschreven interventies als bedoeld in artikel 82, lid 4, worden uitgevoerd door middel van goedgekeurde operationele programma’s van producentenorganisaties en/of unies van producentenorganisaties en/of brancheorganisaties die zijn erkend op grond van Verordening (EU) nr. 1308/2013. Hiertoe zijn de artikelen 61 en 62 van deze verordening van toepassing. |
Amendement 385
Voorstel voor een verordening
Artikel 57 — lid 2 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. In afwijking van lid 2 kunnen de in artikel 82, lid 4, bedoelde lidstaten de invoering van operationele programma’s toevertrouwen aan brancheorganisaties die zijn erkend op grond van artikel 157 van Verordening (EU) nr. 1308/2013, als dergelijke organisaties al een soortgelijk programma hebben ingevoerd op grond van Verordening (EU) nr. 1308/2013. |
Amendement 386
Voorstel voor een verordening
Artikel 58 — lid 1 — letter d
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 387
Voorstel voor een verordening
Artikel 58 — lid 1 — letter d bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 388
Voorstel voor een verordening
Artikel 58 — lid 3
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De lidstaten waarborgen aanvullende financiering van ten hoogste 50 % van de kosten die niet door de financiële steun van de Unie worden gedekt. |
Schrappen |
Amendementen 824 en 1242
Voorstel voor een verordening
Titel 3 — Hoofdstuk 3 — afdeling 6 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||||||||||||
|
|||||||||||||||
|
Artikel 58 bis |
||||||||||||||
|
Doelstellingen in het kader van de peulvruchtensector |
||||||||||||||
|
Niettegenstaande de in de artikelen 5 en 6 bedoelde algemene doelstellingen streven de lidstaten de volgende doelstellingen in de peulvruchtensector na: |
||||||||||||||
|
|
||||||||||||||
|
|
||||||||||||||
|
|
||||||||||||||
|
|
||||||||||||||
|
De in deze sector gesteunde maatregelen zijn in overeenstemming met de verbintenissen en wetgeving van de Unie op het gebied van klimaat en milieu, mogen geen directe of indirecte veranderingen in het grondgebruik teweegbrengen, en hebben een daadwerkelijk positief effect op de mondiale uitstoot van broeikasgassen hebben overeenkomstig GLOBIOM. |
||||||||||||||
|
Artikel 58 ter |
||||||||||||||
|
Interventietypes |
||||||||||||||
|
Ten aanzien van de in artikel 58 bis, bedoelde doelstellingen kiezen de lidstaten in hun strategische GLB-plannen een of meer van de volgende interventietypes: |
||||||||||||||
|
|
||||||||||||||
|
|
||||||||||||||
|
|
||||||||||||||
|
|
||||||||||||||
|
|
Amendement 389
Voorstel voor een verordening
Artikel 59 — alinea 1 — inleidende formule
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De lidstaten streven een of meer van de volgende doelstellingen in de in artikel 39, onder f), bedoelde andere sectoren na: |
Overeenkomstig de artikelen 5 en 6 streven de lidstaten een of meer van de volgende doelstellingen in de in artikel 39, onder f), bedoelde andere sectoren na: |
Amendement 390
Voorstel voor een verordening
Artikel 59 — alinea 1 — letter a
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 391
Voorstel voor een verordening
Artikel 59 — alinea 1 — letter b
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 392
Voorstel voor een verordening
Artikel 59 — alinea 1 — letter c
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 393
Voorstel voor een verordening
Artikel 59 — alinea 1 — letter d
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 394
Voorstel voor een verordening
Artikel 59 — alinea 1 — letter e
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 395
Voorstel voor een verordening
Artikel 59 — alinea 1 — letter f
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 396
Voorstel voor een verordening
Artikel 59 — alinea 1 — letter g
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 397
Voorstel voor een verordening
Artikel 59 — alinea 1 — letter h
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 398
Voorstel voor een verordening
Artikel 59 — alinea 1 — letter h bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 399
Voorstel voor een verordening
Artikel 59 — alinea 1 — letter h ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendementen 400 en 826 cp
Voorstel voor een verordening
Artikel 60 — lid 1 — inleidende formule
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Ten aanzien van de in artikel 59, onder a) tot en met g), bedoelde doelstellingen kiezen de lidstaten in hun strategische GLB-plannen een of meer van de volgende interventietypes: |
1. Ten aanzien van de in artikel 56, onder a) tot en met f bis), en in artikel 59, onder a) tot en met g), bedoelde doelstellingen kiezen de lidstaten in hun strategische GLB-plannen twee of meer van de volgende interventietypes: |
Amendementen 401 en 826 cp
Voorstel voor een verordening
Artikel 60 — lid 1 — letter a — punt i
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 402
Voorstel voor een verordening
Artikel 60 — lid 1 — letter a — punt ii
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 403
Voorstel voor een verordening
Artikel 60 — lid 1 — letter a — punt iv
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 404
Voorstel voor een verordening
Artikel 60 — lid 1 — letter a — punt iv bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendementen 405 en 826 cp
Voorstel voor een verordening
Artikel 60 — lid 1 — letter a — punt v
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendementen 406 en 826 cp
Voorstel voor een verordening
Artikel 60 — lid 1 — letter a — punt vi
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 826
Voorstel voor een verordening
Artikel 60 — lid 1 — letter a — punt vii
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 407
Voorstel voor een verordening
Artikel 60 — lid 1 — letter a — punt vii bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendementen 408 en 826 cp
Voorstel voor een verordening
Artikel 60 — lid 1 — letter a — punt viii
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendementen 409 en 826 cp
Voorstel voor een verordening
Artikel 60 — lid 1 — letter a — punt ix
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 826cp
Voorstel voor een verordening
Artikel 60 — lid 1 — letter a — punt ix bis
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 410
Voorstel voor een verordening
Artikel 60 — lid 1 — letter a — punt x
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 411
Voorstel voor een verordening
Artikel 60 — lid 1 — letter a — punt x bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 412
Voorstel voor een verordening
Artikel 60 — lid 1 — letter a — punt x ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 413
Voorstel voor een verordening
Artikel 60 — lid 1 — letter a — punt x quater (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 414
Voorstel voor een verordening
Artikel 60 — lid 1 — letter a — punt x quinquies (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendementen 415 en 826 cp
Voorstel voor een verordening
Artikel 60 — lid 1 — letter b
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 826 cp
Voorstel voor een verordening
Artikel 60 — lid 1 — letter c
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 416
Voorstel voor een verordening
Artikel 60 — lid 1 — letter d bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 417
Voorstel voor een verordening
Artikel 60 — lid 1 — letter e
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 418
Voorstel voor een verordening
Artikel 60 — lid 1 — letter h
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 419
Voorstel voor een verordening
Artikel 60 — lid 1 — letter h bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 420
Voorstel voor een verordening
Artikel 60 — lid 2 — inleidende formule
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Ten aanzien van de in artikel 59, onder h), bedoelde doelstelling kiezen de lidstaten in hun strategische GLB-plannen een of meer van de volgende interventietypes: |
2. Ten aanzien van de in artikel 56, onder f), en in artikel 59, onder h), bedoelde doelstelling kiezen de lidstaten in hun strategische GLB-plannen een of meer van de volgende interventietypes: |
Amendement 421
Voorstel voor een verordening
Artikel 60 — lid 2 — letter b
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 422
Voorstel voor een verordening
Artikel 60 — lid 2 — letter c
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendementen 423 en 826 cp
Voorstel voor een verordening
Artikel 60 — lid 2 — letter d
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 424
Voorstel voor een verordening
Artikel 60 — lid 2 — letter d bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 425
Voorstel voor een verordening
Artikel 60 — lid 2 — letter d ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 426
Voorstel voor een verordening
Artikel 60 — lid 2 — letter d quater (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 427
Voorstel voor een verordening
Artikel 60 — lid 2 — letter d quinquies (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 826 cp
Voorstel voor een verordening
Artikel 60 — lid 2 — letter h
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 428
Voorstel voor een verordening
Artikel 61 — lid 7
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
7. De lidstaten zien erop toe dat de interventies die verband houden met de doelstelling als bedoeld in artikel 59, onder h), niet meer dan één derde uitmaken van de totale uitgaven in het kader van de operationele programma’s van producentenorganisaties of unies van producentenorganisaties. |
7. De lidstaten zien erop toe dat de interventies die verband houden met de doelstelling als bedoeld in artikel 59, onder h), niet meer dan 50 % uitmaken van de totale uitgaven in het kader van de operationele programma’s van producentenorganisaties of unies van producentenorganisaties. |
Amendement 429
Voorstel voor een verordening
Artikel 62 — titel
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Actiefondsen |
Actiefondsen door producentenorganisaties |
Amendement 430
Voorstel voor een verordening
Artikel 63 — lid 1 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis . De in lid 1 bepaalde limiet van 50 % wordt verhoogd naar 60 % voor producentenorganisaties of unies van producentenorganisaties die zijn erkend uit hoofde van Verordening (EU) nr. 1308/2013, voor de eerste vijf jaar na het jaar van de erkenning en voor producentenorganisaties die uitsluitend in gebieden met natuurlijke beperkingen werkzaam zijn. |
Amendement 431
Voorstel voor een verordening
Artikel 64 — alinea 1 — letter a
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 432
Voorstel voor een verordening
Artikel 64 — alinea 1 — letter e
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 433
Voorstel voor een verordening
Artikel 64 — alinea 1 — letter e bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 434
Voorstel voor een verordening
Artikel 64 — alinea 1 — letter h
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendementen 435, 1123cp2 en 1165cp2
Voorstel voor een verordening
Artikel 64 — alinea 1 — letter h bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 1133
Voorstel voor een verordening
Artikel 65
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
Artikel 65 |
Artikel 65 |
||||
Milieu- , klimaat- en andere beheersverbintenissen |
Agro-ecologische duurzaamheid , maatregelen voor de beperking van en aanpassing aan de klimaatverandering en andere beheersverbintenissen die gunstig zijn voor het milieu |
||||
1. De lidstaten kunnen betalingen toekennen voor milieu- , klimaat- en andere beheersverbintenissen onder de voorwaarden die in dit artikel zijn vastgesteld en die door hen nader zijn gespecificeerd in hun strategische GLB-plannen. |
1. De lidstaten kunnen betalingen toekennen voor agro-ecologisch duurzame praktijken , beperking van en aanpassing aan de klimaatverandering, onder meer het beheer van natuurlijke risico’s, en andere beheersverbintenissen , zoals bosbouw, bescherming en verbetering van de genetische hulpbronnen, gezondheid en welzijn van dieren, onder de voorwaarden die in dit artikel zijn vastgesteld en die door hen nader zijn gespecificeerd in hun strategische GLB-plannen. |
||||
2. In hun strategisch GLB-plannen nemen de lidstaten agromilieuklimaatverbintenissen op. |
2. In hun strategisch GLB-plannen nemen de lidstaten agromilieuklimaatverbintenissen op. |
||||
3. De lidstaten kunnen steun in het kader van dit interventietype beschikbaar stellen op hun gehele grondgebied in overeenstemming met hun specifieke nationale, regionale of plaatselijke behoeften. |
3. De lidstaten stellen steun in het kader van dit interventietype beschikbaar op hun gehele grondgebied in overeenstemming met hun specifieke nationale, regionale of plaatselijke behoeften. Die steun is beperkt tot de in bijlage IXa bis vastgestelde maximumbedragen. |
||||
4. De lidstaten kennen alleen betalingen toe aan landbouwers en andere begunstigden die op vrijwillige basis beheersverbintenissen aangaan die geacht worden bevorderlijk te zijn voor het bereiken van de specifieke doelstellingen die zijn vastgelegd in artikel 6, lid 1 . |
4. De lidstaten kennen alleen betalingen toe aan landbouwers , groepen landbouwers en andere grondbeheerders die op vrijwillige basis beheersverbintenissen , zoals de passende bescherming van wetlands en organische bodems, aangaan die geacht worden bevorderlijk te zijn voor het bereiken van de relevante specifieke doelstellingen die zijn vastgelegd in artikel 6, lid 1. Regelingen die specifiek zijn gericht op lokale milieuomstandigheden en -behoeften en die, in voorkomend geval, bijdragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de in bijlage XI vermelde wetgeving, kunnen prioriteit krijgen. |
||||
5. In het kader van dit type interventies verrichten de lidstaten uitsluitend betalingen voor verbintenissen die: |
5. In het kader van dit type interventies verrichten de lidstaten uitsluitend betalingen voor verbintenissen die: |
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
6. De lidstaten vergoeden de begunstigden voor de gemaakte kosten en gederfde inkomsten als gevolg van de aangegane verbintenissen. Waar nodig kunnen zij ook transactiekosten dekken. In naar behoren gemotiveerde gevallen kunnen de lidstaten steun toekennen in de vorm van een forfaitair bedrag of een eenmalige betaling per eenheid. De betalingen worden jaarlijks toegekend. |
6. De lidstaten vergoeden de begunstigden voor de gemaakte kosten en gederfde inkomsten als gevolg van de aangegane verbintenissen. Daarnaast bieden de lidstaten een financiële prikkel aan de begunstigden, en waar nodig kunnen zij ook transactiekosten dekken. In naar behoren gemotiveerde gevallen kunnen de lidstaten steun toekennen in de vorm van een forfaitair bedrag of een eenmalige betaling per eenheid , hetzij per hectare oppervlakte hetzij op basis van een andere vastgestelde eenheid, afhankelijk van de aangegane verbintenis. De lidstaten kunnen jaarlijkse steun verlenen aan programma’s voor gehele landbouwbedrijven die gericht zijn op de holistische transformatie van landbouwsystemen in de richting van de doelstellingen van dit lid . De betalingen worden jaarlijks toegekend. |
||||
|
6 bis. De hoogte van de betalingen varieert naargelang de mate van duurzaamheid die elke praktijk of het geheel van praktijken nastreeft, op basis van niet-discriminerende criteria, teneinde een doeltreffende stimulans voor deelname te creëren. De lidstaten kunnen de betalingen ook differentiëren, rekening houdend met de aard van de voor de landbouwactiviteiten ongunstige beperkingen als gevolg van de aangegane verbintenissen en met de verschillende exploitatiewijzen. |
||||
7. De lidstaten kunnen collectieve regelingen en resultaatgerichte betalingsregelingen stimuleren en ondersteunen die landbouwers moeten aansporen om op grotere schaal en op meetbare wijze te zorgen voor een aanzienlijke kwalitatieve verbetering van het milieu. |
7. De lidstaten kunnen vrijwillige collectieve regelingen en een combinatie van beheersverbintenissen in de vorm van lokaal aangestuurde regelingen en resultaatgerichte betalingsregelingen stimuleren en ondersteunen , onder meer met behulp van een territoriale aanpak, die landbouwers en groepen landbouwers moeten aansporen om op grotere schaal en op meetbare wijze te zorgen voor een aanzienlijke kwalitatieve verbetering van het milieu. Ze moeten alle nodige middelen op het gebied van advies, opleiding en kennisoverdracht invoeren om bijstand te verlenen aan landbouwers die hun productiesystemen veranderen. |
||||
8. De verbintenissen worden aangegaan voor een periode van vijf tot zeven jaar. Als dat nodig is om de nagestreefde milieuvoordelen te bereiken of te behouden, kunnen de lidstaten in hun strategische GLB-plannen evenwel voor bepaalde soorten verbintenissen een langere periode vaststellen, onder meer door te voorzien in een jaarlijkse verlenging ervan na afloop van de eerste periode. In uitzonderlijke en naar behoren gemotiveerde gevallen kunnen de lidstaten voor nieuwe verbintenissen die onmiddellijk op de periode van de eerste verbintenis aansluiten een kortere periode vaststellen in hun strategische GLB-plannen. |
8. De verbintenissen worden doorgaans aangegaan voor een periode van vijf tot zeven jaar. Als dat nodig is om de nagestreefde milieuvoordelen te bereiken of te behouden , onder meer rekening houdend met het langetermijnkarakter van bosbouw , kunnen de lidstaten in hun strategische GLB-plannen evenwel voor bepaalde soorten verbintenissen een langere periode vaststellen, onder meer door te voorzien in een jaarlijkse verlenging ervan na afloop van de eerste periode. In uitzonderlijke en naar behoren gemotiveerde gevallen kunnen de lidstaten voor nieuwe verbintenissen die onmiddellijk op de periode van de eerste verbintenis aansluiten een kortere periode vaststellen in hun strategische GLB-plannen. |
||||
9. Indien in het kader van dit type interventies steun wordt verleend voor agromilieuklimaatverbintenissen, verbintenissen tot omschakeling naar of voortzetting van biologische landbouwpraktijken en -methoden als bedoeld in Verordening (EG) nr. 834/2007, en bosmilieu- en klimaatdiensten, stellen de lidstaten een betaling per hectare vast. |
9. Indien in het kader van dit type interventies steun wordt verleend voor agromilieuklimaatverbintenissen, met inbegrip van verbintenissen tot omschakeling naar of voortzetting van biologische landbouwpraktijken en -methoden als bedoeld in Verordening (EG) nr. 834/2007, geïntegreerde gewasbescherming, de bescherming van boslandbouwsystemen, en bosmilieu- en klimaatdiensten, stellen de lidstaten een betaling vast , hetzij per hectare oppervlakte, hetzij op basis van een andere vastgestelde eenheid, afhankelijk van de aangegane verbintenis . |
||||
10. De lidstaten zorgen ervoor dat personen die in het kader van dit type interventies verrichtingen uitvoeren, toegang hebben tot de kennis en informatie die nodig zijn bij de uitvoering van zulke verrichtingen. |
10. De lidstaten zorgen ervoor dat personen die in het kader van dit type interventies verrichtingen uitvoeren, toegang hebben tot de relevante kennis en informatie die nodig zijn bij de uitvoering van zulke verrichtingen en dat passende opleiding beschikbaar wordt gesteld aan personen die dat nodig hebben, evenals toegang tot deskundigheid om bijstand te verlenen aan landbouwers die zich ertoe verbinden hun productiesystemen te wijzigen . |
||||
11. De lidstaten zorgen ervoor dat de interventies uit hoofde van dit artikel in overeenstemming zijn met die welke worden verleend op grond van artikel 28. |
11. De lidstaten zorgen ervoor dat de interventies uit hoofde van dit artikel in overeenstemming zijn met die welke worden verleend op grond van artikel 28. |
Amendementen 448 en 1166cp1
Voorstel voor een verordening
Artikel 66 — lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De lidstaten kunnen betalingen toekennen voor natuurlijke beperkingen of andere gebiedsspecifieke beperkingen onder de voorwaarden die in dit artikel zijn vastgesteld en die door hen nader zijn gespecificeerd in hun strategische GLB-plannen, met als doel bij te dragen tot de verwezenlijking van de specifieke doelstellingen die zijn vastgelegd in artikel 6, lid 1. |
1. De lidstaten kunnen betalingen toekennen voor natuurlijke beperkingen of andere gebiedsspecifieke beperkingen , waaronder bergachtige gebieden en insulaire regio’s, onder de voorwaarden die in dit artikel zijn vastgesteld en die door hen nader zijn gespecificeerd in hun strategische GLB-plannen, met als doel bij te dragen tot de verwezenlijking van de relevante specifieke doelstellingen die zijn vastgelegd in artikel 6, lid 1. |
Amendementen 449 en 1166cp2
Voorstel voor een verordening
Artikel 66 — lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Deze betalingen worden verleend aan echte landbouwers voor gebieden die overeenkomstig artikel 32 van Verordening (EU) nr. 1305/2013 zijn aangewezen. |
2. Deze betalingen worden verleend aan actieve landbouwers voor gebieden die overeenkomstig artikel 32 van Verordening (EU) nr. 1305/2013 zijn aangewezen en door de oorlog getroffen gebieden in de Republiek Kroatië . |
Amendementen 450 en 1166cp2
Voorstel voor een verordening
Artikel 66 — lid 2 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. In het geval van een rechtspersoon of een groep natuurlijke of rechtspersonen kunnen de lidstaten de steun toepassen op het niveau van de leden van deze rechtspersonen of groepen, indien het nationale recht bepaalt dat de individuele leden rechten en verplichtingen hebben die vergelijkbaar zijn met die van individuele landbouwers die de status van bedrijfsleider hebben, met name wat hun economische, sociale en belastingstatus betreft, mits zij hebben bijgedragen tot de versterking van de landbouwstructuren van de betrokken rechtspersonen of groepen. |
Amendement 451
Voorstel voor een verordening
Artikel 66 — lid 3
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De lidstaten kunnen betalingen in het kader van dit interventietype alleen verstrekken om begunstigden geheel of gedeeltelijk te vergoeden voor de extra kosten en gederfde inkomsten met betrekking tot de natuurlijke of andere gebiedsspecifieke beperkingen in het betrokken gebied. |
3. De lidstaten kunnen betalingen in het kader van dit interventietype alleen verstrekken om begunstigden geheel of gedeeltelijk te vergoeden voor de extra kosten en gederfde inkomsten met betrekking tot de natuurlijke of andere gebiedsspecifieke beperkingen in het betrokken gebied. Daarnaast kunnen de lidstaten begunstigden een financiële prikkel bieden om ze aan te sporen hun landbouwpraktijken in deze gebieden voort te zetten. Het steunbedrag kan worden aangepast om rekening te houden met de ernst van de natuurlijke beperkingen die de landbouwactiviteit en het landbouwsysteem aantasten. Bij de betalingen kan, wanneer dit relevant blijkt, ook rekening worden gehouden met sociaal-economische en ecologische factoren. De lidstaten zorgen ervoor dat de berekeningen adequaat en nauwkeurig zijn en vooraf zijn vastgesteld op basis van een eerlijke berekeningsmethode. |
Amendement 1166cp3
Voorstel voor een verordening
Artikel 66 — lid 4
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Voor de berekening van de in lid 3 bedoelde extra kosten en gederfde inkomsten met betrekking tot natuurlijke of andere gebiedsspecifieke beperkingen wordt een vergelijking gemaakt met gebieden die niet met natuurlijke of andere gebiedsspecifieke beperkingen worden geconfronteerd. |
4. Voor de berekening van de in lid 3 bedoelde extra kosten en gederfde inkomsten met betrekking tot natuurlijke of andere gebiedsspecifieke beperkingen wordt een vergelijking gemaakt met gebieden die niet met natuurlijke of andere gebiedsspecifieke beperkingen worden geconfronteerd. Het bedrag van de betalingen kan worden aangepast om rekening te houden met de ernst van de beperkingen die de landbouwactiviteit van de verschillende productiesystemen aantasten. De lidstaten kunnen een minimumdrempel voor betaling vastleggen waaronder geen steun wordt toegekend. Bij de toekenning van betalingen kan, in voorkomend geval, ook rekening worden gehouden met sociaaleconomische en milieucriteria. |
Amendement 452
Voorstel voor een verordening
Artikel 66 — lid 5
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. De betalingen worden jaarlijks toegekend per hectare land. |
5. De betalingen worden jaarlijks toegekend per hectare land en zijn beperkt tot de minimum- en maximumbedragen die zijn vastgelegd in bijlage IXa bis . |
Amendement 1124
Voorstel voor een verordening
Artikel 67
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
Artikel 67 |
Artikel 67 |
||||
Gebiedsspecifieke nadelen als gevolg van bepaalde verplichte vereisten |
Gebiedsspecifieke nadelen als gevolg van bepaalde verplichte vereisten |
||||
1. De lidstaten kunnen betalingen toekennen voor gebiedsspecifieke nadelen als gevolg van vereisten die voorvloeien uit de uitvoering van de Richtlijnen 92/43/EEG en 2009/147/EG of Richtlijn 2000/60/EG onder de voorwaarden die in dit artikel zijn vastgesteld en die door hen nader zijn gespecificeerd in hun strategische GLB-plannen, met als doel bij te dragen tot de verwezenlijking van de specifieke doelstellingen die zijn vastgelegd in artikel 6, lid 1. |
1. De lidstaten kunnen betalingen toekennen voor gebiedsspecifieke nadelen als gevolg van vereisten die voortvloeien uit de uitvoering van de Richtlijnen 92/43/EEG en 2009/147/EG of Richtlijn 2000/60/EG onder de voorwaarden die in dit artikel zijn vastgesteld en die door hen nader zijn gespecificeerd in hun strategische GLB-plannen, met als doel bij te dragen tot de verwezenlijking van de relevante specifieke doelstellingen die zijn vastgelegd in artikel 6, lid 1. |
||||
2. Deze betalingen kunnen worden verleend aan landbouwers, bosbezitters en andere grondbeheerders met betrekking tot de in lid 1 bedoelde gebieden met nadelen . |
2. Deze betalingen kunnen worden verleend aan landbouwers, groepen landbouwers, bosbezitters en groepen bosbezitters, boseigenaren en groepen boseigenaren . In naar behoren gemotiveerde gevallen kunnen de betalingen tevens worden verleend aan andere grondbeheerders. |
||||
|
2 bis. In het geval van een rechtspersoon of een groep van natuurlijke of rechtspersonen kunnen de lidstaten de steun toepassen op het niveau van de leden van deze rechtspersonen of groepen, indien het nationale recht bepaalt dat de individuele leden rechten en verplichtingen hebben die vergelijkbaar zijn met die van individuele landbouwers die de status van bedrijfshoofd hebben, met name wat hun economische, sociale en belastingstatus betreft, mits zij hebben bijgedragen tot de versterking van de landbouwstructuren van de betrokken rechtspersonen of groepen. |
||||
3. Bij de afbakening van gebieden met nadelen kunnen de lidstaten de volgende gebieden opnemen: |
3. Bij de afbakening van gebieden met nadelen kunnen de lidstaten de volgende gebieden opnemen: |
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
4. De lidstaten kunnen betalingen in het kader van dit interventietype alleen verstrekken om begunstigden geheel of gedeeltelijk te vergoeden voor de extra kosten en de gederfde inkomsten met betrekking tot de gebiedsspecifieke nadelen in het betrokken gebied. |
4. De lidstaten kunnen betalingen in het kader van dit interventietype alleen verstrekken om begunstigden geheel of gedeeltelijk te vergoeden voor de extra kosten en de gederfde inkomsten met betrekking tot de gebiedsspecifieke nadelen in het betrokken gebied. |
||||
5. De in lid 4 bedoelde extra kosten en gederfde inkomsten worden berekend: |
5. De in lid 4 bedoelde extra kosten en gederfde inkomsten worden berekend: |
||||
|
|
||||
|
|
||||
6. De betalingen worden jaarlijks toegekend per hectare land. |
6. De betalingen worden jaarlijks toegekend per hectare land en zijn beperkt tot de maximumbedragen die zijn vastgesteld in bijlage IXa bis . |
Amendement 1139
Voorstel voor een verordening
Artikel 68
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||||||
Artikel 68 Investeringen |
Artikel 68 Investeringen |
||||||||
1. De lidstaten kunnen steun voor investeringen verstrekken onder de voorwaarden die in dit artikel zijn vastgesteld en die door hen nader zijn gespecificeerd in hun strategische GLB-plannen. |
1. De lidstaten kunnen steun voor investeringen verstrekken onder de voorwaarden die in dit artikel zijn vastgesteld en die door hen nader zijn gespecificeerd in hun strategische GLB-plannen. |
||||||||
|
1 bis. Om voor Elfpo-steun in aanmerking te komen, moeten de concrete investeringsacties worden voorafgegaan door een beoordeling van de te verwachten milieueffecten overeenkomstig de specifieke regelgeving voor dit soort investeringen, waar de investering waarschijnlijk nadelige gevolgen zal hebben voor het milieu. |
||||||||
2. De lidstaten kunnen steun in het kader van dit type interventies alleen verstrekken voor materiële en/of immateriële investeringen, die bijdragen tot de verwezenlijking van de specifieke doelstellingen als bedoeld in artikel 6. Steun voor de bosbouwsector wordt gebaseerd op een bosbeheerplan of gelijkwaardig instrument. |
2. De lidstaten kunnen steun in het kader van dit type interventies alleen verstrekken voor materiële en/of immateriële investeringen, met inbegrip van collectieve investeringen, die bijdragen tot de verwezenlijking van de relevante specifieke doelstellingen als bedoeld in artikel 6. Steun voor de bosbouwsector wordt gebaseerd op een bosbeheerplan , waarin de eis is opgenomen dat aan de lokale ecosystemen aangepaste soorten worden aangeplant, of een gelijkwaardig instrument wanneer er sprake is van bedrijven die groter zijn dan een bepaalde, door de lidstaten vast te stellen omvang . |
||||||||
|
2 bis. De lidstaten wijzen ten minste 30 % van de in dit artikel bedoelde steun toe aan investeringen voor milieu- en klimaatgerelateerde doeleinden die bijdragen tot de verwezenlijking van de in artikel 6, lid 1, onder d), e) en f) genoemde doelstellingen. De lidstaten stellen prioriteiten voor die investeringen vast door middel van hogere steun, een hogere score en andere objectieve criteria met een vergelijkbaar effect. |
||||||||
|
De lidstaten kunnen ook prioriteit geven aan investeringen door jonge landbouwers uit hoofde van dit artikel. |
||||||||
3. De lidstaten stellen een lijst op van niet-subsidiabele investeringen en uitgavencategorieën, waaronder ten minste de volgende: |
3. De lidstaten stellen een lijst op van niet-subsidiabele investeringen en uitgavencategorieën, waaronder ten minste de volgende: |
||||||||
|
|
||||||||
|
|
||||||||
|
|
||||||||
|
|
||||||||
|
|
||||||||
|
|
||||||||
|
|
||||||||
|
|
||||||||
|
|
||||||||
|
|
||||||||
|
|
||||||||
De bepalingen onder a), b), d) en g), van de eerste alinea zijn niet van toepassing wanneer steun wordt verleend in de vorm van financiële instrumenten. |
De bepalingen onder a), b), d) en g), van de eerste alinea zijn niet van toepassing wanneer steun wordt verleend in de vorm van financiële instrumenten. |
||||||||
|
In afwijking van het bepaalde onder a) tot en met h) van de eerste alinea kunnen de lidstaten voorzien in afwijkingen in insulaire regio’s, met inbegrip van ultraperifere gebieden, om de nadelen die samenhangen met het insulaire karakter of de verafgelegen ligging aan te pakken. |
||||||||
4. De lidstaten beperken de steun tot maximaal 75 % van de subsidiabele kosten. |
4. De lidstaten beperken de steun tot het maximumpercentage van de subsidiabele kosten vastgesteld in bijlage IXa bis . |
||||||||
Het maximale steunpercentage kan worden verhoogd voor de volgende investeringen: |
Het maximale steunpercentage kan worden verhoogd voor de volgende investeringen: |
||||||||
|
|
||||||||
|
|
||||||||
|
|
||||||||
|
|
Amendement 475
Voorstel voor een verordening
Artikel 68 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
Artikel 68 bis |
||
|
Investeringen in irrigatie |
||
|
1. Onverminderd artikel 68 van deze verordening worden in het geval van irrigatie in nieuwe en bestaande geïrrigeerde gebieden en drooggelegde gebieden alleen investeringen die aan de voorwaarden in dit artikel voldoen, als subsidiabel beschouwd. |
||
|
2. Een stroomgebiedsbeheersplan, zoals vereist onder de voorwaarden van Richtlijn 2000/60/EG, moet aan de Commissie ter kennis zijn gebracht voor het gehele gebied waarin de investering moet worden uitgevoerd en in elk ander gebied waarin deze investering gevolgen voor het milieu kan hebben. De maatregelen van het stroomgebiedsbeheersplan die overeenkomstig artikel 11 van die richtlijn worden uitgevoerd en die relevant zijn voor de landbouwsector, moeten in het betrokken programma van maatregelen omschreven zijn. |
||
|
3. Als onderdeel van de investering moet het door middel van watermeting mogelijk zijn, of zal het mogelijk zijn, om in het kader van de gesteunde investering het waterverbruik te meten. |
||
|
4. Een investering in de verbetering van een bestaande irrigatie-installatie of een onderdeel van irrigatie-infrastructuur is alleen subsidiabel indien uit een ex-antebeoordeling is gebleken dat hierdoor, afgaande op de technische parameters van de bestaande installatie of infrastructuur, ten minste tussen 5 % en 25 % water kan worden bespaard. |
||
|
Indien de investering betrekking heeft op oppervlakte- of grondwaterlichamen waarvan de toestand als minder dan goed is aangemerkt in het betrokken stroomgebiedsbeheersplan, uitsluitend vanwege de waterhoeveelheid: |
||
|
|
||
|
|
||
|
Geen van de in lid 4 vermelde voorwaarden is van toepassing op een investering in een bestaande installatie die enkel betrekking heeft op energie-efficiëntie, op een investering voor het aanleggen van een reservoir of op een investering in het gebruik van teruggewonnen water die geen gevolgen heeft voor een bepaald oppervlakte- of grondwaterlichaam. |
||
|
5. Investeringen die leiden tot een nettotoename van het geïrrigeerde gebied met gevolgen voor een bepaald oppervlakte- of grondwaterlichaam zijn alleen subsidiabel indien: |
||
|
|
||
|
|
||
|
Gebieden die niet worden geïrrigeerd, maar waar in het verleden een irrigatie-installatie in bedrijf was, hetgeen in het programma moet worden vastgesteld en gestaafd, kunnen als geïrrigeerde gebieden worden beschouwd met het oog op de bepaling van de nettotoename van het geïrrigeerde gebied. |
||
|
6. In afwijking van lid 5, onder a), kunnen investeringen die leiden tot een nettotoename van het geïrrigeerde gebied toch subsidiabel zijn indien: |
||
|
|
||
|
|
||
|
7. De lidstaten beperken de steun tot maximaal 75 % van de subsidiabele kosten. Het maximale steunpercentage kan worden verhoogd voor investeringen in ultraperifere gebieden en gebieden met natuurlijke beperkingen, onder meer bergachtige gebieden en insulaire regio’s. |
Amendement 1168
Voorstel voor een verordening
Artikel 68 ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 68 ter Installatie van digitale technologieën 1. Onverminderd artikel 68 van deze verordening kunnen de lidstaten steun toekennen voor de installatie van digitale technologieën in plattelandsgebieden onder de voorwaarden die in dit artikel zijn vastgesteld en die nader zijn gespecificeerd in hun strategische GLB-plannen, met als doel bij te dragen tot de horizontale doelstelling die is vastgesteld in artikel 5 en de specifieke doelstellingen die zijn vastgesteld in artikel 6. 2. De lidstaten kunnen steun verstrekken in het kader van dit interventietype om hulp te bieden bij het installeren van digitale technologieën ter ondersteuning van, onder meer, precisielandbouw, slimme dorpen, plattelandsbedrijven en de ontwikkeling van ICT-infrastructuur op het niveau van landbouwbedrijven. 3. De lidstaten beperken de steun voor het installeren van digitale technologieën tot maximaal 30 % van de subsidiabele kosten. |
Amendement 477
Voorstel voor een verordening
Artikel 69 — titel
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Vestiging van jonge landbouwers en het opstarten van plattelandsbedrijven |
Vestiging van jonge en van nieuwe landbouwers en het opstarten en ontwikkelen van duurzame plattelandsbedrijven |
Amendement 478
Voorstel voor een verordening
Artikel 69 — lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De lidstaten kunnen steun toekennen voor de vestiging van jonge landbouwers en het opstarten van plattelandsbedrijven onder de voorwaarden die in dit artikel zijn vastgesteld en die door hen nader zijn gespecificeerd in hun strategische GLB-plannen, met als doel bij te dragen tot de verwezenlijking van de specifieke doelstellingen die zijn vastgelegd in artikel 6. |
1. De lidstaten kunnen steun toekennen voor de vestiging van jonge landbouwers of hun opname in bestaande landbouwbedrijven, voor de vestiging van nieuwe landbouwers, en het opstarten en ontwikkelen van plattelandsbedrijven , onder meer voor de diversificatie van landbouwactiviteiten, onder de voorwaarden die in dit artikel zijn vastgesteld en die door hen nader zijn gespecificeerd in hun strategische GLB-plannen, met als doel bij te dragen tot de verwezenlijking van de specifieke doelstellingen die zijn vastgelegd in artikel 6. De steun uit hoofde van dit artikel is afhankelijk van het overleggen van een bedrijfsplan. |
Amendement 479
Voorstel voor een verordening
Artikel 69 — lid 2 — inleidende formule
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De lidstaten kunnen steun in het kader van dit type interventies alleen verstrekken voor de bevordering van: |
2. De lidstaten kunnen steun in het kader van dit artikel alleen verstrekken voor de bevordering van: |
Amendement 480
Voorstel voor een verordening
Artikel 69 — lid 2 — letter a bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 481
Voorstel voor een verordening
Artikel 69 — lid 2 — letter b
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 482
Voorstel voor een verordening
Artikel 69 — lid 2 — letter c
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 483
Voorstel voor een verordening
Artikel 69 — lid 2 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. De lidstaten kunnen specifieke bepalingen vastleggen voor jonge landbouwers en nieuwe landbouwers die zich aansluiten bij groepen landbouwers, producentenorganisaties of coöperatieve constructies zodat zij de vestigingssteun niet verliezen. Met dergelijke bepalingen wordt voldaan aan het evenredigheidsbeginsel en wordt de deelname van de jonge landbouwers en nieuwe landbouwers binnen de structuur vastgesteld. |
Amendement 484
Voorstel voor een verordening
Artikel 69 — lid 4
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. De lidstaten verstrekken de steun in de vorm van vaste bedragen. De steun bedraagt maximaal 100 000 EUR en kan worden gecombineerd met financiële instrumenten. |
4. De lidstaten verstrekken de steun in de vorm van vaste bedragen , die op grond van objectieve criteria mogen worden gedifferentieerd . De steun bedraagt maximaal het in bijlage IXa bis vastgestelde bedrag en kan worden gecombineerd met financieringsinstrumenten. |
Amendement 485
Voorstel voor een verordening
Artikel 69 — lid 4 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
4 bis. De steun uit hoofde van dit artikel kan in verschillende fasen worden uitgekeerd. |
Amendementen 486, 1152cp1 en 1063
Voorstel voor een verordening
Artikel 70 — lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De lidstaten verstrekken steun voor risicobeheersinstrumenten onder de voorwaarden die in dit artikel zijn vastgesteld en die door hen nader zijn gespecificeerd in hun strategische GLB-plannen. |
1. De lidstaten kunnen, rekening houdend met hun behoeften en SWOT-analyses, steun verstrekken voor risicobeheersinstrumenten onder de voorwaarden die in dit artikel zijn vastgesteld en die door hen nader zijn gespecificeerd in hun strategische GLB-plannen. De lidstaten zorgen ervoor dat deze bepaling niet ten koste gaat van particuliere of publieke nationale risicobeheersinstrumenten. |
Amendement 487
Voorstel voor een verordening
Artikel 70 — lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De lidstaten verstrekken steun in het kader van dit interventietype met het oog op de bevordering van risicobeheersinstrumenten, die echte landbouwers helpen bij het beheer van de met hun landbouwactiviteiten verband houdende productie- en inkomensrisico’s waarover zij geen controle hebben en die bijdragen tot de verwezenlijking van de specifieke doelstellingen die zijn vastgelegd in artikel 6. |
2. Steun in het kader van dit interventietype kan worden verstrekt met het oog op de bevordering van risicobeheersinstrumenten, die actieve landbouwers helpen bij het beheer van de met hun landbouwactiviteiten verband houdende productie- en inkomensrisico’s waarover zij geen controle hebben en die bijdragen tot de verwezenlijking van de relevante specifieke doelstellingen die zijn vastgelegd in artikel 6. Dergelijke systemen kunnen systemen voor de beheersing van meerdere risico’s omvatten. |
|
Bovendien worden strategieën voor de beperking van risico’s gestimuleerd die de weerbaarheid van landbouwbedrijven tegen natuurlijke en aan de klimaatverandering gerelateerde risico’s vergroten en de blootstelling aan inkomensinstabiliteit verminderen. |
Amendementen 488, 1065 en 1152cp3
Voorstel voor een verordening
Artikel 70 — lid 3 — letter a
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendementen 489, 1067 en 1152cp4
Voorstel voor een verordening
Artikel 70 — lid 3 — letter b
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendementen 490, 1068 en 1152cp5
Voorstel voor een verordening
Artikel 70 — lid 3 — letter b bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||||
|
|
Amendementen 948 en 1270
Voorstel voor een verordening
Artikel 70 — lid 3 — letter b ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendementen 491 en 1152cp6
Voorstel voor een verordening
Artikel 70 — lid 3 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
3 bis. De lidstaten beperken de onder b) en b bis) van lid 3 bedoelde financiële bijdragen aan onderlinge fondsen tot de volgende elementen: |
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
|
Amendementen 492 en 1152cp7
Voorstel voor een verordening
Artikel 70 — lid 4 — letter a
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendementen 493, 1071, 1152cp8 en 1272
Voorstel voor een verordening
Artikel 70 — lid 4 — letter b
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 1152cp9
Voorstel voor een verordening
Artikel 70 — lid 5
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. De lidstaten zorgen ervoor dat alleen steun wordt verstrekt voor verliezen van ten minste 20 % van de gemiddelde jaarproductie of het gemiddelde jaarinkomen van de landbouwer in de laatste drie jaar of de gemiddelde jaarproductie of het gemiddelde inkomen van drie van de laatste vijf jaar, het hoogste en het laagste inkomen niet meegerekend. |
5. De lidstaten zorgen ervoor dat alleen steun wordt verstrekt voor: verliezen van ten minste 20 % van de gemiddelde jaarproductie van het betreffende product of het gemiddelde jaarinkomen van de landbouwer in de laatste drie jaar of de gemiddelde jaarproductie of het gemiddelde inkomen van drie van de laatste vijf jaar, het hoogste en het laagste inkomen niet meegerekend. Voor productieverliezen kan deze periode worden verlengd tot een periode van vier jaar of een gemiddelde op basis van de voorafgaande periode van acht jaar, de hoogste en de laagste waarde niet meegerekend. |
Amendementen 494, 1074 en 1152cp10
Voorstel voor een verordening
Artikel 70 — lid 6
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
6. De lidstaten beperken de steun tot maximaal 70 % van de subsidiabele kosten. |
6. De lidstaten beperken de steun tot het maximumpercentage van de subsidiabele kosten als vastgelegd in bijlage IXa bis . |
Amendement 1152cp11 en 1276
Voorstel voor een verordening
Artikel 70 — lid 7
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
7. De lidstaten zorgen ervoor dat overcompensatie als gevolg van de combinatie van de in dit artikel bedoelde interventies met andere publieke en particuliere risicobeheerregelingen, wordt vermeden. |
7. De lidstaten zorgen ervoor dat strategieën voor risicobeperking worden toegepast om de weerbaarheid van landbouwbedrijven tegen natuurlijke en aan de klimaatverandering gerelateerde risico’s te vergroten en om de blootstelling aan inkomensinstabiliteit te verminderen; daarnaast zorgen zij ervoor dat overcompensatie als gevolg van de combinatie van de in dit artikel bedoelde interventies met andere publieke en particuliere risicobeheerregelingen, wordt vermeden. |
Amendementen 495, 1076, 1152cp12
Voorstel voor een verordening
Artikel 70 — lid 7 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
7 bis. De lidstaten die nationale risicobeheerregelingen invoeren of die reeds beschikken over dergelijke regelingen vóór … [de datum van de inwerkingtreding van deze verordening] kunnen de in dit artikel genoemde instrumenten gebruiken om de risico’s te dekken die niet worden gedekt door die regelingen. |
Amendement 496
Voorstel voor een verordening
Artikel 71 — lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De lidstaten kunnen steun verstrekken voor samenwerking onder de voorwaarden die in dit artikel zijn vastgesteld en die door hen nader zijn gespecificeerd in hun strategische GLB-plannen ter voorbereiding en uitvoering van projecten van operationele groepen van het Europees Innovatiepartnerschap voor productiviteit en duurzaamheid in de landbouw als bedoeld in artikel 114 en van Leader, in artikel 25 van Verordening (EU) [CPR] vanuit de gemeenschap geleide lokale ontwikkeling genoemd, evenals ter bevordering van kwaliteitsregelingen, producentenorganisaties of andere vormen van samenwerking. |
1. De lidstaten kunnen steun verstrekken voor samenwerking onder de voorwaarden die in dit artikel zijn vastgesteld en die door hen nader zijn gespecificeerd in hun strategische GLB-plannen ter voorbereiding en uitvoering van projecten van operationele groepen van het Europees Innovatiepartnerschap voor productiviteit en duurzaamheid in de landbouw als bedoeld in artikel 114 en van Leader, in artikel 25 van Verordening (EU) [CPR] vanuit de gemeenschap geleide lokale ontwikkeling genoemd, evenals ter bevordering van kwaliteitsregelingen, producentenorganisaties of andere vormen van samenwerking , waaronder de vormen van samenwerking waarvan de producten vallen onder Verordening (EU) nr. 1151/2012 . |
Amendementen 497 en 1170cp2
Voorstel voor een verordening
Artikel 71 — lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De lidstaten kunnen steun in het kader van dit type interventies alleen verstrekken om vormen van samenwerking te bevorderen waarbij ten minste twee entiteiten betrokken zijn en die bijdragen tot de verwezenlijking van de specifieke doelstellingen die zijn vastgelegd in artikel 6. |
2. De lidstaten kunnen steun in het kader van dit type interventies alleen verstrekken om vormen van samenwerking te bevorderen en bestaande vormen van samenwerking te handhaven waarbij ten minste twee entiteiten betrokken zijn , waarvan er ten minste één betrokken is bij landbouwproductie, en die bijdragen tot de verwezenlijking van de specifieke doelstellingen die zijn vastgelegd in artikel 6. |
Amendementen 498 en 1170cp2
Voorstel voor een verordening
Artikel 71 — lid 2 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. In afwijking van lid 2 kunnen de lidstaten Elfpo-steun verstrekken aan plaatselijke actiegroepen die een strategie voor lokale ontwikkeling uitvoeren die bijdraagt tot de verwezenlijking van de specifieke doelstellingen die zijn vastgelegd in artikel 6. |
Amendementen 499 en 1170cp2
Voorstel voor een verordening
Artikel 71 — lid 3
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De lidstaten kunnen in het kader van dit interventietype de kosten dekken die verband houden met alle aspecten van de samenwerking. |
3. De lidstaten kunnen in het kader van dit interventietype de kosten dekken die verband houden met alle noodzakelijke aspecten van de samenwerking , met inbegrip van certificeringskosten met betrekking tot deelname aan een kwaliteitsregeling van de Unie . |
Amendementen 500 en 1170cp2
Voorstel voor een verordening
Artikel 71 — lid 4 — alinea 1 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
De lidstaten kunnen steun verstrekken ter bevordering van kwaliteitsregelingen, producentenorganisaties of -groeperingen of andere vormen van samenwerking in de vorm van een vast bedrag. |
Amendement 1170cp3
Voorstel voor een verordening
Artikel 71 — lid 7
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
7. In het geval van samenwerking in het kader van de opvolging van een landbouwbedrijf kunnen lidstaten alleen steun verlenen aan landbouwers die de pensioenleeftijd hebben bereikt , zoals die is vastgesteld in de nationale wetgeving. |
7. In het geval van samenwerking in het kader van de opvolging van een landbouwbedrijf en met het doel de intergenerationele vernieuwing van landbouwbedrijven te steunen, kunnen lidstaten alleen steun verlenen aan landbouwers die hooguit vijf jaar verwijderd zijn van de pensioenleeftijd, zoals die is vastgesteld in de nationale wetgeving. |
Amendementen 501 en 830cp1
Voorstel voor een verordening
Artikel 71 — lid 8
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
8. De lidstaten beperken de steun tot maximaal zeven jaar, uitgezonderd voor collectieve milieu- en klimaatacties in naar behoren gemotiveerde gevallen, om de specifieke milieu- en klimaatgerelateerde doelstellingen te bereiken die zijn vastgelegd in artikel 6, lid 1, onder d), e) en f). |
8. De lidstaten beperken de steun tot maximaal zeven jaar, uitgezonderd voor collectieve milieu- en klimaatacties in naar behoren gemotiveerde gevallen, om de specifieke doelstellingen in verband met het milieu en het klimaat te bereiken die zijn vastgelegd in artikel 6, lid 1, onder d), e) en f). De lidstaten ondersteunen geen activiteiten met negatieve effecten voor het milieu. |
Amendementen 502 en 1170cp4
Voorstel voor een verordening
Artikel 71 — lid 8 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
8 bis. Plaatselijke actiegroepen kunnen het bevoegde betaalorgaan verzoeken om betaling van een voorschot indien het strategische plan in deze mogelijkheid voorziet. Het bedrag van de voorschotten bedraagt niet meer dan 50 % van de overheidssteun voor de werkings- en dynamiseringskosten. |
Amendement 503
Voorstel voor een verordening
Artikel 71 — lid 8 ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
8 ter. Steun voor kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen, met inbegrip van voorlichtings- en promotieactiviteiten, en bijstand voor de oprichting van producentengroeperingen en -organisaties wordt beperkt tot het maximumbedrag dat is vastgelegd in bijlage IXa bis. |
Amendement 830cp2
Voorstel voor een verordening
Artikel 71 — lid 8 quater (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
8 quater. Het Leader-initiatief, aangewezen als vanuit de gemeenschap geleide lokale ontwikkeling zoals bedoeld in lid 1, voorziet in de actieve en primaire betrokkenheid van landbouw- en/of bosbouwbedrijven. |
Amendement 504
Voorstel voor een verordening
Artikel 71 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 71 bis Thematische subprogramma’s ten gunste van kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen De lidstaten kunnen een thematisch subprogramma opzetten ten gunste van de kwaliteitsregelingen voor de landbouwproducten en levensmiddelen als bedoeld in Verordening (EU) nr. 1151/2012, waarmee de in artikel 6, lid 1, genoemde specifieke doelstellingen worden gehaald. |
Amendement 505
Voorstel voor een verordening
Artikel 72 — lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De lidstaten kunnen steun toekennen voor kennisuitwisseling en informatie in landbouw-, bosbouw- en plattelandsbedrijven onder de voorwaarden die in dit artikel zijn vastgesteld en die door hen nader zijn gespecificeerd in hun strategische GLB-plannen. |
1. De lidstaten kunnen steun toekennen voor kennisuitwisseling en informatie op individuele of collectieve basis onder de voorwaarden die in dit artikel zijn vastgesteld en die door hen nader zijn gespecificeerd in hun strategische GLB-plannen voor interventies op het vlak van landbouw, bosbouw — met inbegrip van boslandbouw — milieu- en klimaatbescherming, plattelandsbedrijven, slimme dorpen en GLB . |
Amendement 506
Voorstel voor een verordening
Artikel 72 — lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. In het kader van dit type interventies kunnen de lidstaten de kosten dekken voor alle relevante acties die gericht zijn op de bevordering van innovatie, de toegang tot opleiding en advies, en de uitwisseling en verspreiding van kennis en informatie die bijdraagt tot de verwezenlijking van de specifieke doelstellingen die zijn vastgelegd in artikel 6. |
2. In het kader van dit type interventies kunnen de lidstaten en de Unie de kosten dekken voor alle relevante acties die gericht zijn op de bevordering van innovatie, de toegang tot opleiding en advies, het vervaardigen van plannen en studies, en de uitwisseling en verspreiding van kennis en informatie die bijdraagt tot de verwezenlijking van de specifieke doelstellingen die zijn vastgelegd in artikel 6. |
Amendement 507
Voorstel voor een verordening
Artikel 72 — lid 3 — alinea 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De lidstaten beperken de steun tot maximaal 75 % van de subsidiabele kosten . |
De lidstaten kunnen steun verstrekken tot het maximumpercentage dat is vastgelegd in bijlage IXa bis . |
Amendement 508
Voorstel voor een verordening
Artikel 72 — lid 3 — alinea 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
In afwijking van de eerste alinea kunnen de lidstaten, in het geval van de oprichting van bedrijfsadviesdiensten voor de landbouw, steun verstrekken in de vorm van een vast bedrag van maximaal 200 000 EUR . |
In afwijking van de eerste alinea kunnen de lidstaten, in het geval van de oprichting van bedrijfsadviesdiensten voor de landbouw, steun verstrekken tot het maximumbedrag dat is vastgelegd in bijlage IXa bis . |
Amendement 509
Voorstel voor een verordening
Artikel 72 — lid 4
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. In afwijking van lid 3 kunnen de lidstaten, in ultraperifere gebieden en in andere naar behoren gemotiveerde gevallen, een hoger percentage of een hoger bedrag toepassen dan is vastgelegd in dat lid, om de specifieke doelstellingen die zijn vastgelegd in artikel 6 te verwezenlijken. |
Schrappen |
Amendement 510
Voorstel voor een verordening
Artikel 72 — lid 6 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
6 bis. De steun op grond van dit artikel wordt niet verstrekt voor cursussen of stages die deel uitmaken van normale wettelijke programma’s of leergangen van het middelbaar of hoger onderwijs. |
Amendement 511
Voorstel voor een verordening
Artikel 72 — lid 6 ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
6 ter. De organisaties die diensten op het vlak van kennisoverdracht en voorlichting aanbieden, beschikken over daartoe gekwalificeerd en geregeld opgeleid personeel. |
Amendement 512
Voorstel voor een verordening
Artikel 72 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 72 bis Maatregelen ten gunste van vrouwen op het platteland 1. De lidstaten nemen specifieke maatregelen die erop gericht zijn de integratie van vrouwen in de plattelandseconomie te bevorderen, aan de hand van interventies die in overeenstemming zijn met de huidige verordening, met de bedoeling bij te dragen tot de in artikel 6, lid 1, genoemde doelstellingen. 2. De lidstaten kunnen in hun strategische GLB-plannen steun verstrekken ter bevordering van de betrokkenheid van vrouwen bij, onder meer, kennisoverdracht en voorlichtingsacties, adviesdiensten, investeringen in fysieke activa, het opstarten en ontwikkelen van landbouw- en plattelandsbedrijven, de installatie van digitale technologieën en samenwerking. |
Amendement 513
Voorstel voor een verordening
Artikel 72 ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
Artikel 72 ter |
||
|
Ontwikkeling van een strategie voor slimme dorpen |
||
|
1. Om digitalisering en innovatie te bevorderen en de ontwikkeling van bedrijven, de sociale integratie en de werkgelegenheid in plattelandsgebieden te stimuleren, ontwikkelen lidstaten in hun strategische GLB-plannen strategieën voor slimme dorpen en voeren deze uit, hierbij rekening houdend met de interventietypes die worden vermeld onder a), b), d), e), g) en h) van artikel 64, elementen die modernisering garanderen en strategieën als bedoeld in artikel 102. |
||
|
2. Naast de interventietypes als bepaald in lid 1, moeten lidstaten in plattelandsgebieden ook bijzondere aandacht besteden aan maatregelen met betrekking tot de volgende kwesties: |
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
3. De lidstaten nemen in het bijzonder de coördinatie tussen het Elfpo en andere Europese structuur- en investeringsfondsen, als bedoeld in artikel 98, onder d), punt iii), in acht. |
||
|
4. De lidstaten kunnen hun strategieën voor slimme dorpen opnemen in de in artikel 25, onder c), van Verordening (EU) 2018/xxxx [nieuwe verordening gemeenschappelijke bepalingen] bedoelde geïntegreerde strategieën voor vanuit de gemeenschap geleide lokale ontwikkeling. |
Amendement 514
Voorstel voor een verordening
Artikel 73 — lid 1 — alinea 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De beheersautoriteit van het strategisch GLB-plan of andere aangewezen intermediaire instanties stellen na raadpleging van het in artikel 111 bedoelde monitoringcomité selectiecriteria vast voor interventies die betrekking hebben op een of meer van de volgende interventietypes: investeringen, vestiging van jonge landbouwers en het opstarten van plattelandsbedrijven, samenwerking, kennisuitwisseling en informatie. Deze selectiecriteria staan borg voor de gelijke behandeling van de aanvragers, voor een beter gebruik van de financiële middelen en voor het afstemmen van de steun overeenkomstig het doel van de interventies. |
De beheersautoriteit van het strategisch GLB-plan of , indien van toepassing, regionale beheersautoriteiten, of andere aangewezen intermediaire instanties stellen na raadpleging van het in artikel 111 bedoelde monitoringcomité selectiecriteria vast voor interventies die betrekking hebben op een of meer van de volgende interventietypes: investeringen, vestiging van jonge landbouwers en van nieuwe landbouwers, het opstarten van plattelandsbedrijven, samenwerking, kennisuitwisseling en informatie , specifieke maatregelen ten gunste van vrouwen op het platteland en de installatie van digitale technologieën . Deze selectiecriteria staan borg voor de gelijke behandeling van de aanvragers, voor een beter gebruik van de financiële middelen en voor het afstemmen van de steun overeenkomstig het doel van de interventies. |
Amendement 515
Voorstel voor een verordening
Artikel 73 — lid 1 — alinea 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De lidstaten kunnen besluiten geen selectiecriteria toe te passen voor investeringsinterventies die duidelijk zijn gericht op milieudoelen of worden uitgevoerd in verband met herstelactiviteiten. |
De lidstaten kunnen besluiten geen selectiecriteria toe te passen in verband met herstelactiviteiten na rampzalige gebeurtenissen . |
Amendement 516
Voorstel voor een verordening
Artikel 73 — lid 4
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Er worden geen selectiecriteria vastgesteld voor verrichtingen die een certificaat “Excellentiekeur” hebben ontvangen in het kader van Horizon 2020 of Horizon Europa, of die zijn geselecteerd in het kader van LIFE+, op voorwaarde dat zulke verrichtingen in overeenstemming zijn met het strategisch GLB-plan. |
Schrappen |
Amendement 1173
Voorstel voor een verordening
Artikel 73 — lid 5
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||||||
5. Verrichtingen die fysiek zijn afgerond of volledig zijn uitgevoerd vóór de financieringsaanvraag in het kader van het strategisch GLB-plan is ingediend, worden niet geselecteerd voor steun, ongeacht of alle betrokken betalingen zijn verricht. |
5. Verrichtingen die fysiek zijn afgerond of volledig zijn uitgevoerd vóór de financieringsaanvraag in het kader van het strategisch GLB-plan is ingediend, worden niet geselecteerd voor steun, ongeacht of alle betrokken betalingen zijn verricht. |
||||||||
|
In afwijking van de eerste alinea kunnen verrichtingen met betrekking tot het vroege kweken van zaadopstanden en het kweken van jonge opstanden met ecologische, beschermende en recreatiedoeleinden worden geselecteerd voor steun als zij fysiek zijn afgerond vóór de financieringsaanvraag bij de autoriteit is ingediend. |
||||||||
|
Deze verrichtingen hoeven geen stimulerend effect te hebben of worden geacht er een te hebben als |
||||||||
|
|
Amendement 517
Voorstel voor een verordening
Artikel 74 — lid 5 — alinea 1 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Indien landbouwers zijn getroffen door ernstige weersomstandigheden en/of marktcrises, kunnen betalingen uit hoofde van punt a) van dit lid worden gegarandeerd voor het werkkapitaal. |
Amendement 518
Voorstel voor een verordening
Artikel 74 — lid 5 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
5 bis. Indien financiering op grond van dit artikel niet wordt gebruikt of wordt teruggestort vanuit het financieringsinstrument, moet deze worden behouden voor gebruik in het kader van het gedeelte van het strategische GLB-plan dat gaat over plattelandsontwikkeling. |
Amendement 519
Voorstel voor een verordening
Artikel 75
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
[…] |
Schrappen |
Amendement 520
Voorstel voor een verordening
Artikel 78 — alinea 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 138 gedelegeerde handelingen vast te stellen tot aanvulling van deze verordening met voorschriften die een aanvulling vormen op die welke in dit hoofdstuk zijn vastgesteld betreffende de voorwaarden voor het verlenen van steun voor de volgende interventietypes voor plattelandsontwikkeling: |
De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 138 gedelegeerde handelingen vast te stellen tot aanvulling van bijlage IXa bis betreffende de minimum- en maximumbedragen voor de betalingen uit hoofde van dit hoofdstuk. |
||
|
|
||
|
|
||
|
|
Amendement 521
Voorstel voor een verordening
Artikel 79 — titel
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
ELGF- en Elfpo-uitgaven |
Financiële toewijzing van het ELGF en het Elfpo |
Amendement 522
Voorstel voor een verordening
Artikel 79 — lid 1 — inleidende formule
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Het ELGF financiert de interventietypes met betrekking tot: |
1. De financieringsmiddelen voor het ELGF voor de periode 2021-2027 bedragen 286 143 miljoen EUR in prijzen van 2018 (322 511 miljoen EUR in lopende prijzen). |
|
Met deze financieringsmiddelen en niettegenstaande de bepalingen van titel II, hoofdstuk I, van Verordening (EU) [HzR] financiert het ELGF de interventietypes met betrekking tot: |
Amendement 523
Voorstel voor een verordening
Artikel 79 — lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Het Elfpo financiert de interventietypes als bedoeld in titel III, hoofdstuk IV. |
2. De financieringsmiddelen voor het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) voor de periode 2021-2027 bedragen 96 712 miljoen EUR in prijzen van 2018 (109 000 miljoen EUR in lopende prijzen). |
|
Het Elfpo financiert de interventietypes als bedoeld in titel III, hoofdstuk IV , technische bijstand op initiatief van de lidstaten als bedoeld in artikel 112 en technische bijstand op initiatief van de Commissie als bedoeld in artikel 83, lid 2 . |
Amendement 524
Voorstel voor een verordening
Artikel 80 — lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Uitgaven komen in aanmerking voor een bijdrage uit het ELGF en het Elfpo vanaf 1 januari van het jaar volgend op het jaar waarin het strategisch GLB-plan door de Commissie is goedgekeurd . |
1. Uitgaven komen in aanmerking voor een bijdrage uit het ELGF en het Elfpo na de goedkeuring van het strategisch GLB-plan door de Commissie. |
Amendement 525
Voorstel voor een verordening
Artikel 80 — lid 2 — alinea 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Als uitgaven subsidiabel worden doordat een strategisch GLB-plan wordt gewijzigd, komen zij pas in aanmerking voor een bijdrage uit het Elfpo vanaf de datum waarop het verzoek tot wijziging bij de Commissie is ingediend. |
Als uitgaven subsidiabel worden doordat een strategisch GLB-plan wordt gewijzigd, komen zij pas in aanmerking voor een bijdrage uit het Elfpo en het ELGF vanaf de datum waarop het verzoek tot wijziging bij de Commissie is ingediend. |
Amendement 526
Voorstel voor een verordening
Artikel 80 — lid 2 — alinea 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
In afwijking van artikel 73, lid 5, en de eerste alinea van dit lid, kan in het geval van noodmaatregelen wegens natuurrampen, rampzalige gebeurtenissen, ongunstige weersomstandigheden of een plotse, ingrijpende wijziging van de sociaaleconomische omstandigheden in de lidstaat of regio, in het strategisch GLB-plan worden bepaald dat uit het Elfpo gefinancierde uitgaven in verband met wijzigingen van het plan subsidiabel zijn vanaf de datum waarop de gebeurtenis zich heeft voorgedaan. |
In afwijking van artikel 73, lid 5, en de eerste alinea van dit lid, kan in het geval van noodmaatregelen wegens natuurrampen, rampzalige gebeurtenissen, waaronder branden, droogte en overstromingen, of ongunstige weersomstandigheden , epidemieën of een plotse, ingrijpende wijziging van de sociaaleconomische omstandigheden in de lidstaat of regio, in het strategisch GLB-plan worden bepaald dat uit het Elfpo gefinancierde uitgaven in verband met wijzigingen van het plan subsidiabel zijn vanaf de datum waarop de gebeurtenis zich heeft voorgedaan. |
Amendement 527
Voorstel voor een verordening
Artikel 80 — lid 3
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Uitgaven komen in aanmerking voor een bijdrage uit het Elfpo als zij zijn gedaan door een begunstigde en uiterlijk op 31 december [ 2029 ] zijn betaald. Uitgaven komen bovendien alleen voor een bijdrage uit het Elfpo in aanmerking als de desbetreffende steun uiterlijk op 31 december [ 2029 ] werkelijk door het betaalorgaan is betaald. |
3. Uitgaven komen in aanmerking voor een bijdrage uit het Elfpo als zij zijn gedaan door een begunstigde en uiterlijk op 31 december [ 2030 ] zijn betaald. Uitgaven komen bovendien alleen voor een bijdrage uit het Elfpo in aanmerking als de desbetreffende steun uiterlijk op 31 december [ 2030 ] werkelijk door het betaalorgaan is betaald. |
Amendement 528
Voorstel voor een verordening
Artikel 82 — lid 3
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De financiële steun van de Unie die aan Duitsland wordt toegewezen voor interventietypes in de hopsector bedraagt 2 188 000 EUR per jaar. |
3. De financiële steun van de Unie die aan Duitsland wordt toegewezen voor interventietypes in de hopsector bedraagt X EUR per jaar. |
Amendement 529
Voorstel voor een verordening
Artikel 82 — lid 4 — letter a
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 530
Voorstel voor een verordening
Artikel 82 — lid 4 — letter b
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 531
Voorstel voor een verordening
Artikel 82 — lid 4 — letter c
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 532
Voorstel voor een verordening
Artikel 82 — lid 7
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
7. De lidstaten kunnen in 2023 hun in lid 6 bedoelde beslissing herzien als onderdeel van een verzoek tot wijziging van hun strategische GLB-plannen, als bedoeld in artikel 107. |
7. Twee jaar na de toepassingsdatum van hun strategische plannen kunnen de lidstaten hun in lid 6 bedoelde beslissing herzien als onderdeel van een verzoek tot wijziging van hun strategische GLB-plannen, als bedoeld in artikel 107. |
Amendement 533
Voorstel voor een verordening
Artikel 83 — lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Het totale bedrag van de steun van de Unie voor interventietypes voor plattelandsontwikkeling in het kader van deze verordening voor de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2027 bedraagt 78 811 miljoen EUR in lopende prijzen, overeenkomstig het meerjarig financieel kader voor de jaren 2021 tot en met 2027 (38). |
1. Het totale bedrag van de steun van de Unie voor interventietypes voor plattelandsontwikkeling in het kader van deze verordening voor de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2027 bedraagt 109 000 miljoen EUR in lopende prijzen, overeenkomstig het meerjarig financieel kader voor de jaren 2021 tot en met 2027 (38). |
Amendement 534
Voorstel voor een verordening
Artikel 85 — lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. In de strategische GLB-plannen wordt één Elfpo-bijdragepercentage vastgesteld dat op alle interventies van toepassing is . |
1. In de strategische GLB-plannen wordt één Elfpo-bijdrage vastgesteld waarmee interventies worden ondersteund in regio’s die onder niveau 2 van de gemeenschappelijke nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (“regio’s van NUTS-niveau 2”) vallen zoals vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1059/2003 . |
Amendement 535
Voorstel voor een verordening
Artikel 85 — lid 1 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
1 bis. De Elfpo-middelen worden aan de volgende drie categorieën regio’s van NUTS-niveau 2 toegekend: |
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
De classificatie van de regio’s in een van de drie regiocategorieën wordt vastgesteld aan de hand van het bbp per inwoner, gemeten in koopkrachtstandaarden en berekend op basis van de cijfers van de Unie voor de periode 2014-2016 ten opzichte van het gemiddelde bbp van de EU-27 voor dezelfde referentieperiode. |
Amendement 536
Voorstel voor een verordening
Artikel 85 — lid 2 — alinea 1 — letter a
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 537
Voorstel voor een verordening
Artikel 85 — lid 2 — alinea 1 — letter b
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 538
Voorstel voor een verordening
Artikel 85 — lid 2 — alinea 1 — letter b bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 539
Voorstel voor een verordening
Artikel 85 — lid 2 — alinea 1 — letter c
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 540
Voorstel voor een verordening
Artikel 85 — lid 2 — alinea 1 — letter d
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 541
Voorstel voor een verordening
Artikel 85 — lid 3 — letter a
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 542
Voorstel voor een verordening
Artikel 85 — lid 3 — letter b
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 1134
Voorstel voor een verordening
Artikel 86
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
Artikel 86 |
Artikel 86 |
||
Minimale en maximale financiële toewijzingen |
Minimale en maximale financiële toewijzingen |
||
1. Ten minste 5 % van de totale Elfpo-bijdrage aan het strategisch GLB-plan, als vastgesteld in bijlage IX, wordt voorbehouden voor Leader, in artikel 25 van Verordening (EU) [CPR] vanuit de gemeenschap geleide lokale ontwikkeling genoemd. |
1. Ten minste 5 % van de totale Elfpo-bijdrage aan het strategisch GLB-plan, als vastgesteld in bijlage IX, wordt voorbehouden voor Leader, in artikel 25 van Verordening (EU) [CPR] vanuit de gemeenschap geleide lokale ontwikkeling genoemd. |
||
2. Ten minste 30 % van de totale Elfpo-bijdrage aan het strategisch GLB-plan, als vastgesteld in bijlage IX, wordt voorbehouden voor interventies die zijn gericht op de specifieke milieu- en klimaatgerelateerde doelstellingen die zijn vastgelegd in artikel 6, lid 1, onder d), e) en f) , van deze verordening , uitgezonderd interventies op basis van artikel 66 . |
2. Ten minste 35 % van de totale Elfpo-bijdrage aan het strategisch GLB-plan, als vastgesteld in bijlage IX, wordt voorbehouden voor interventies die zijn gericht op de specifieke milieu- en klimaatgerelateerde doelstellingen die zijn vastgelegd in artikel 6, lid 1, onder d), e) f) en i) , van deze verordening. |
||
|
Maximaal 40 % van de betalingen die worden toegekend in overeenstemming met artikel 66 mag in aanmerking worden genomen voor de berekening van de totale Elfpo-bijdrage als bedoeld in de eerste alinea. |
||
De eerste alinea geldt niet voor de ultraperifere gebieden. |
De eerste alinea geldt niet voor de ultraperifere gebieden. |
||
|
2 bis. Ten minste 30 % van de totale Elfpo-bijdrage aan het strategisch GLB-plan als vastgesteld in bijlage IX wordt voorbehouden voor interventies uit hoofde van de artikelen 68, 70, 71 en 72 voor specifieke doelstellingen die zijn gericht op het stimuleren van de ontwikkeling van een intelligente, veerkrachtige en gediversifieerde landbouwsector, zoals gedefinieerd in artikel 6, lid 1, onder a), b) en c), van deze verordening. |
||
3. Maximaal 4 % van de totale Elfpo-bijdrage aan het strategisch GLB-plan, als vastgesteld in bijlage IX, kan worden gebruikt voor de financiering van de acties in verband met technische bijstand op initiatief van de lidstaten als bedoeld in artikel 112. |
3. Maximaal 4 % van de totale Elfpo-bijdrage aan het strategisch GLB-plan, als vastgesteld in bijlage IX, kan worden gebruikt voor de financiering van de acties in verband met technische bijstand op initiatief van de lidstaten als bedoeld in artikel 112. |
||
De Elfpo-bijdrage voor strategische GLB-plannen kan worden verhoogd tot 6 % indien het totale bedrag van de steun van de Unie voor plattelandsontwikkeling niet meer dan 90 miljoen EUR bedraagt. |
De Elfpo-bijdrage voor strategische GLB-plannen kan worden verhoogd tot 6 % indien het totale bedrag van de steun van de Unie voor plattelandsontwikkeling niet meer dan 90 miljoen EUR bedraagt. |
||
Technische bijstand wordt vergoed volgens een vast percentage overeenkomstig artikel 125, lid 1, onder e), van Verordening (EU/Euratom …/… [nieuw Financieel Reglement] in het kader van tussentijdse betalingen op grond van artikel 30 van Verordening (EU) [HZR]. Dit vaste percentage vertegenwoordigt het in het strategisch GLB-plan vastgestelde percentage voor technische bijstand van de totale gedeclareerde uitgaven. |
Technische bijstand wordt vergoed volgens een vast percentage overeenkomstig artikel 125, lid 1, onder e), van Verordening (EU/Euratom …/… [nieuw Financieel Reglement] in het kader van tussentijdse betalingen op grond van artikel 30 van Verordening (EU) [HZR]. Dit vaste percentage vertegenwoordigt het in het strategisch GLB-plan vastgestelde percentage voor technische bijstand van de totale gedeclareerde uitgaven. |
||
4. Voor elke lidstaat wordt het minimumbedrag als vastgesteld in bijlage X voorbehouden om bij te dragen aan de in artikel 6, lid 1, onder g), vastgestelde specifieke doelstelling “aantrekken van jonge landbouwers en vergemakkelijken van bedrijfsontwikkeling”. Op basis van de analyse van de situatie wat betreft de sterke en zwakke punten, kansen en bedreigingen (de “SWOT”-analyse) en de identificatie van de behoeften waarin moet worden voorzien, wordt het bedrag gebruikt voor de volgende interventietypes: |
4. De lidstaten behouden ten minste de in bijlage X vastgestelde bedragen voor om bij te dragen aan de in artikel 27 vastgestelde aanvullende inkomenssteun voor jonge landbouwers. |
||
|
|
||
|
|
||
|
4 bis. De lidstaten reserveren ten minste 60 % van de in bijlage VII vastgestelde bedragen voor: |
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
In afwijking hiervan kan een lidstaat die gebruik maakt van de in artikel 90, lid 1, eerste alinea, onder a), geboden mogelijkheid, het minimumbedrag dat hij overeenkomstig de eerste alinea heeft vastgesteld, verlagen met het overgehevelde bedrag. |
||
|
4 ter. Ten minste 6 % van de in bijlage VII vastgestelde bedragen wordt voorbehouden om bij te dragen aan de herverdelingsbetalingen als bedoeld in artikel 26. |
||
|
4 quater. Ten minste 30 % van de in bijlage VII vastgestelde totale toewijzingen voor de periode 2023-2027 wordt gereserveerd voor regelingen voor klimaat, milieu en dierenwelzijn als bedoeld in artikel 28. |
||
|
De lidstaten kunnen voor elk kalenderjaar verschillende bedragen reserveren die lager of hoger zijn dan het percentage dat de lidstaat overeenkomstig de eerste zin heeft vastgesteld, op voorwaarde dat de som van alle jaarlijkse bedragen met dat percentage overeenstemt. |
||
|
In afwijking hiervan kan een lidstaat die gebruik maakt van de in artikel 90, lid 1, eerste alinea, onder a), geboden mogelijkheid, het minimumbedrag dat hij overeenkomstig artikel 28 heeft vastgesteld, verlagen met het overgehevelde bedrag. |
||
5. De indicatieve financiële toewijzingen voor de interventies in de vorm van gekoppelde inkomenssteun als bedoeld in titel III, hoofdstuk II, afdeling 2, onderafdeling 1, mogen niet meer bedragen dan 10 % van de in bijlage VII vastgestelde bedragen. |
5. De indicatieve financiële toewijzingen voor de interventies in de vorm van gekoppelde inkomenssteun als bedoeld in titel III, hoofdstuk II, afdeling 2, onderafdeling 1, mogen niet meer bedragen dan 10 % van de in bijlage VII vastgestelde bedragen. De lidstaten kunnen een gedeelte ervan overdragen om de in artikel 82, lid 6, vastgestelde maximale toewijzing te verhogen indien die toewijzing niet volstaat om de interventies te financieren die vallen onder titel III, hoofdstuk III, afdeling 7. |
||
In afwijking van de eerste alinea kunnen de lidstaten die in overeenstemming met artikel 53, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 meer dan 13 % van hun in bijlage II van die verordening vastgelegde jaarlijkse nationale maximum hebben gebruikt als vrijwillige gekoppelde steun, besluiten om meer dan 10 % van het in bijlage VII vastgelegde bedrag te gebruiken als gekoppelde inkomenssteun. Het resulterende percentage bedraagt niet meer dan het door de Commissie goedgekeurde percentage voor vrijwillige gekoppelde steun voor het claimjaar 2018. |
In afwijking van de eerste alinea kunnen de lidstaten die in overeenstemming met artikel 53, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 meer dan 13 % van hun in bijlage II van die verordening vastgelegde jaarlijkse nationale maximum hebben gebruikt als vrijwillige gekoppelde steun, besluiten om meer dan 10 % van het in bijlage VII vastgelegde bedrag te gebruiken als gekoppelde inkomenssteun. Het resulterende percentage bedraagt niet meer dan het door de Commissie goedgekeurde percentage voor vrijwillige gekoppelde steun voor het claimjaar 2018. |
||
Het in de eerste alinea bedoelde percentage mag worden verhoogd met maximaal 2 %, mits het bedrag dat overeenstemt met het percentage dat 10 % overschrijdt, wordt toegewezen voor de steun voor eiwithoudende gewassen op grond van titel III, hoofdstuk II, afdeling 2, onderafdeling 1. |
Het in de eerste alinea bedoelde percentage mag worden verhoogd met maximaal 2 %, mits het bedrag dat overeenstemt met het percentage dat 10 % overschrijdt, wordt toegewezen voor de steun voor eiwithoudende gewassen op grond van titel III, hoofdstuk II, afdeling 2, onderafdeling 1. |
||
Het in het goedgekeurde strategisch GLB-plan opgenomen bedrag dat voortvloeit uit de toepassing van de eerste en tweede alinea is bindend. |
Het in het goedgekeurde strategisch GLB-plan opgenomen bedrag dat voortvloeit uit de toepassing van de eerste en tweede alinea is bindend. |
||
6. Onverminderd artikel 15 van Verordening (EU) [HzR], mag het maximumbedrag dat met betrekking tot een kalenderjaar in een lidstaat kan worden toegekend uit hoofde van titel III, hoofdstuk II, afdeling 2, onderafdeling 1, van deze verordening, voorafgaand aan de uitvoering van artikel 15 van deze verordening, de in het strategisch GLB-plan vastgestelde bedragen niet overschrijden overeenkomstig lid 6. |
6. Onverminderd artikel 15 van Verordening (EU) [HzR], mag het maximumbedrag dat met betrekking tot een kalenderjaar in een lidstaat kan worden toegekend uit hoofde van titel III, hoofdstuk II, afdeling 2, onderafdeling 1, van deze verordening, voorafgaand aan de uitvoering van artikel 15 van deze verordening, de in het strategisch GLB-plan vastgestelde bedragen niet overschrijden overeenkomstig lid 5. |
||
7. De lidstaten kunnen in hun strategische GLB-plannen besluiten om een bepaald deel van de Elfpo-toewijzing te gebruiken om steun te mobiliseren en geïntegreerde strategische natuurprojecten zoals gedefinieerd in de [LIFE-Verordening] op te schalen en om acties te financieren met betrekking tot transnationale leermobiliteit voor mensen op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling, waarbij de nadruk ligt op jonge landbouwers, overeenkomstig de [Erasmusverordening]. |
7. De lidstaten kunnen in hun strategische GLB-plannen besluiten om een bepaald deel van de Elfpo-toewijzing te gebruiken om steun te mobiliseren en geïntegreerde strategische natuurprojecten zoals gedefinieerd in de [LIFE-Verordening] op te schalen wanneer daar gemeenschappen van landbouwers bij betrokken zijn en om acties te financieren met betrekking tot transnationale leermobiliteit voor mensen op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling, waarbij de nadruk ligt op jonge landbouwers, overeenkomstig de [Erasmusverordening] , en op plattelandsvrouwen. |
Amendement 1135
Voorstel voor een verordening
Artikel 87
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
Artikel 87 |
Artikel 87 |
||||
Tracering van klimaatgerelateerde uitgaven |
Tracering van klimaatgerelateerde uitgaven |
||||
1. Op basis van de door de lidstaten verstrekte informatie evalueert de Commissie de bijdrage van het beleid aan de klimaatveranderingsdoelstellingen aan de hand van een eenvoudige en gemeenschappelijke methodiek. |
1. Op basis van de door de lidstaten verstrekte informatie evalueert de Commissie de bijdrage van het beleid aan de klimaatveranderingsdoelstellingen aan de hand van een internationaal erkende en gemeenschappelijke methodiek. |
||||
2. De bijdrage aan het uitgavenstreefdoel wordt geraamd door de toekenning van specifieke gewichten die verschillen naargelang de bijdrage die de steun aan de verwezenlijking van de klimaatveranderingsdoelstellingen levert aanzienlijk of matig is. Deze weging is als volgt: |
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
2 bis. De Commissie ontwikkelt een wetenschappelijk gefundeerde en internationaal erkende gemeenschappelijke methodiek voor een preciezere tracering van de uitgaven voor klimaat- en milieudoelstellingen, met inbegrip van biodiversiteit, en evalueert de geraamde bijdrage van de verschillende interventietypen, als onderdeel van de in artikel 139 bis bedoelde tussentijdse evaluatie. |
Amendement 1175
Voorstel voor een verordening
Artikel 88 — lid 1 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. De in lid 1 bedoelde geplande eenheidsbedragen zijn uniform of gemiddeld, zoals bepaald door de lidstaten. |
Amendement 554
Voorstel voor een verordening
Artikel 89 — lid 1 — alinea 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Het variatiepercentage is het percentage waarmee het gerealiseerde gemiddelde of uniforme eenheidsbedrag het geplande gemiddelde of uniforme eenheidsbedrag als bedoeld in het strategisch GLB-plan mag overschrijden. |
Het variatiepercentage is het percentage waarmee het gerealiseerde gemiddelde of uniforme indicatieve eenheidsbedrag het geplande gemiddelde of uniforme indicatieve eenheidsbedrag als bedoeld in het strategisch GLB-plan mag overschrijden. |
Amendement 555
Voorstel voor een verordening
Artikel 89 — lid 1 — alinea 3
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Voor elke interventie in de vorm van rechtstreekse betalingen mag het gerealiseerde gemiddelde of uniforme eenheidsbedrag nooit lager zijn dan het geplande eenheidsbedrag, tenzij de gerealiseerde output de in het strategisch GLB-plan vastgestelde geplande output overschrijdt. |
Voor elke interventie in de vorm van rechtstreekse betalingen mag het gerealiseerde gemiddelde of uniforme indicatieve eenheidsbedrag nooit lager zijn dan het geplande indicatieve eenheidsbedrag, tenzij de gerealiseerde output de in het strategisch GLB-plan vastgestelde geplande output overschrijdt. |
Amendement 556
Voorstel voor een verordening
Artikel 89 — lid 1 — alinea 4
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Indien verschillende eenheidsbedragen binnen een interventie zijn vastgesteld, is deze alinea van toepassing op elk uniform of gemiddeld eenheidsbedrag van die interventie. |
Indien verschillende indicatieve eenheidsbedragen binnen een interventie zijn vastgesteld, is deze alinea van toepassing op elk uniform of gemiddeld indicatief eenheidsbedrag van die interventie. |
Amendement 557
Voorstel voor een verordening
Artikel 89 — lid 2 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. De lidstaten kunnen bedragen binnen interventietypes opnieuw toewijzen. |
Amendement 1136
Voorstel voor een verordening
Artikel 90
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
Artikel 90 |
Artikel 90 |
||||
Flexibiliteit tussen toewijzingen voor rechtstreekse betalingen en Elfpo-toewijzingen |
Flexibiliteit tussen toewijzingen voor rechtstreekse betalingen en Elfpo-toewijzingen |
||||
1. Als onderdeel van hun voorstel voor een strategisch GLB-plan als bedoeld in artikel 106, lid 1, kunnen de lidstaten besluiten de volgende percentages over te hevelen: |
1. Als onderdeel van hun voorstel voor een strategisch GLB-plan als bedoeld in artikel 106, lid 1, kunnen de lidstaten besluiten de volgende percentages over te hevelen: |
||||
|
|
||||
|
|
||||
Het percentage van de toewijzing van de lidstaat voor rechtstreekse betalingen dat wordt overgedragen naar de Elfpo-toewijzing als bedoeld in de eerste alinea kan worden verhoogd met: |
In afwijking van de eerste alinea, onder b), mogen lidstaten waarvan het nationale gemiddelde bedrag per hectare onder het Uniegemiddelde ligt, tot 12 % van de Elfpo-toewijzingen overdragen naar hun toewijzing voor rechtstreekse betalingen . De overdracht mag echter niet hoger zijn dan het bedrag dat nodig is om het nationale gemiddelde bedrag per hectare in overeenstemming te brengen met het Uniegemiddelde, en moet volledig worden toegewezen aan de in artikel 28 bedoelde interventies. |
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
De toewijzingen voor rechtstreekse betalingen die overeenkomstig lid 1, onder a), van dit artikel zijn overgedragen, kunnen worden afgetrokken van het aandeel van de bijdrage uit hoofde van hetzij artikel 86, lid 4, onder a), hetzij onder c), hetzij een combinatie van beide. |
||||
2. De in lid 1 bedoelde besluiten vermelden het in lid 1 bedoelde percentage, dat per kalenderjaar kan variëren. |
2. De in lid 1 bedoelde besluiten vermelden het in lid 1 bedoelde percentage, dat per kalenderjaar kan variëren. |
||||
3. De lidstaten kunnen in 2023 hun in lid 1 bedoelde beslissing herzien als onderdeel van een verzoek tot wijziging van hun strategische GLB-plannen, als bedoeld in artikel 107. |
3. De lidstaten kunnen in 2024 hun in lid 1 bedoelde beslissing herzien als onderdeel van een verzoek tot wijziging van hun strategische GLB-plannen, als bedoeld in artikel 107. |
||||
|
De lidstaten delen hun in lid 1 bedoelde besluiten samen met hun besluit over de toepassing van artikel 15 en artikel 26 uiterlijk op 31 december 2021 mee aan de Commissie. |
Amendement 562
Voorstel voor een verordening
Artikel 91 — alinea 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De lidstaten stellen overeenkomstig deze verordening strategische GLB-plannen op om de uit het ELGF en het Elfpo gefinancierde steun van de Unie te implementeren en de specifieke doelstellingen die zijn vastgelegd in artikel 6 te verwezenlijken. |
De lidstaten stellen , in voorkomend geval samen met de regio’s, overeenkomstig deze verordening strategische GLB-plannen op om de uit het ELGF en het Elfpo gefinancierde steun van de Unie te implementeren en de specifieke doelstellingen die zijn vastgelegd in artikel 6 , lid 1, te verwezenlijken. |
Amendement 563
Voorstel voor een verordening
Artikel 91 — alinea 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Op basis van de SWOT-analyse als bedoeld in artikel 103, lid 2, en een beoordeling van de behoeften als bedoeld in artikel 96, bepaalt de lidstaat in de strategische GLB-plannen een interventiestrategie als bedoeld in artikel 97, waarbij de streefcijfers en mijlpalen worden bepaald teneinde de specifieke doelstellingen die zijn vastgelegd in artikel 6 te verwezenlijken. De streefcijfers worden bepaald aan de hand van een gemeenschappelijke reeks resultaatindicatoren, als vastgelegd in bijlage I. |
Op basis van de SWOT-analyse als bedoeld in artikel 103, lid 2, en een beoordeling van de behoeften als bedoeld in artikel 96, bepaalt de lidstaat , in voorkomend geval samen met de regio’s, in de strategische GLB-plannen een interventiestrategie als bedoeld in artikel 97, waarbij de streefcijfers en mijlpalen worden bepaald teneinde de specifieke doelstellingen die zijn vastgelegd in artikel 6 te verwezenlijken. De streefcijfers worden bepaald aan de hand van een gemeenschappelijke reeks resultaatindicatoren, als vastgelegd in bijlage I. |
Amendement 564
Voorstel voor een verordening
Artikel 91 — alinea 4
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Elk strategisch GLB-plan beslaat de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2027. |
Elk strategisch GLB-plan beslaat de periode van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2027. |
Amendement 565
Voorstel voor een verordening
Artikel 91 — alinea 4 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
De goedkeuring van de strategische GLB-plannen en de uitvoering door de lidstaten leiden niet tot een verschuiving van de periode waarin begunstigden steun kunnen aanvragen, noch tot een vertraagde betaling van de bijstand aan de begunstigden. |
Amendement 832cp1
Voorstel voor een verordening
Artikel 92 — titel
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Meer ambitie met betrekking tot de milieu- en klimaatgerelateerde doelstellingen |
Meer ambitie met betrekking tot de milieu- , klimaat- en dierenwelzijngerelateerde doelstellingen |
Amendement 567
Voorstel voor een verordening
Artikel 92 — lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De lidstaten zetten zich in om door middel van hun strategische GLB-plannen en in het bijzonder de elementen van de interventiestrategie die zijn bedoeld in artikel 97, lid 2, onder a), een grotere algehele bijdrage te leveren tot de verwezenlijking van de milieu- en klimaatgerelateerde doelstellingen die zijn vastgelegd in artikel 6, lid 1, onder d), e) en f), dan de totale bijdrage die in de periode 2014 tot en met 2020 is geleverd tot de verwezenlijking van de doelstelling in artikel 110, lid 2, eerste alinea, onder b), van Verordening (EU) nr. 1306/2013 door middel van steun in het kader van het ELGF en het Elfpo. |
1. De lidstaten zetten zich in om door middel van hun strategische GLB-plannen en in het bijzonder de elementen van de interventiestrategie die zijn bedoeld in artikel 97, lid 2, onder a), een hoger percentage van de begroting toe te wijzen aan de verwezenlijking van de specifieke doelstellingen in verband met agromilieu en klimaat, die zijn vastgelegd in artikel 6, lid 1, onder d), e) en f), dan het totale percentage van de begroting dat in de periode 2014 tot en met 2020 is toegewezen aan de verwezenlijking van de doelstelling in artikel 110, lid 2, eerste alinea, onder b), van Verordening (EU) nr. 1306/2013 door middel van steun in het kader van het ELGF en het Elfpo. |
Amendement 832cp4
Voorstel voor een verordening
Artikel 92 — lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De lidstaten leggen in hun strategische GLB-plannen op basis van de beschikbare informatie uit op welke manier ze de in lid 1 vermelde grotere algehele bijdrage willen bereiken. Die uitleg wordt gebaseerd op relevante informatie, waaronder de elementen die zijn genoemd in artikel 95, lid 1, onder a) tot en met f), en artikel 95, lid 2, onder b). |
2. De lidstaten leggen in hun strategische GLB-plannen op basis van de meest recente en betrouwbare informatie uit welk effect op het milieu en het klimaat zij in de periode 2021-2027 voornemens zijn te realiseren en op welke manier ze de in lid 1 vermelde grotere algehele bijdrage willen bereiken, met inbegrip van de manier waarop zij van plan zijn te garanderen dat hun op basis van de in bijlage I genoemde indicatoren vastgelegde doelstellingen een verbetering van de situatie op dat ogenblik inhouden . Die uitleg wordt gebaseerd op relevante informatie, waaronder de elementen die zijn genoemd in artikel 95, lid 1, onder a) tot en met f), en artikel 95, lid 2, onder a) en b). |
Amendement 1177
Voorstel voor een verordening
Artikel 92 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 92 bis Preventie in het kader van risicobeheer De lidstaten geven in hun strategische GLB-plannen op basis van beschikbare informatie en een sterkte-zwakteanalyse aan hoe zij voldoende en relevante risicobeheeroplossingen denken aan te bieden om landbouwers te helpen omgaan met klimaat-, sanitaire en economische gevaren. De in dit artikel bedoelde risicobeheeroplossingen kunnen bestaan uit de in artikel 70 bedoelde risicobeheerinstrumenten of uit enige andere nationale reeds bestaande risicobeheeroplossing. |
Amendement 569
Voorstel voor een verordening
Artikel 93 — alinea 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Elke lidstaat stelt één strategisch GLB-plan voor zijn gehele grondgebied op. |
Elke lidstaat stelt , in voorkomend geval in samenwerking met de regio’s, één strategisch GLB-plan voor zijn gehele grondgebied op. |
Amendement 570
Voorstel voor een verordening
Artikel 93 — alinea 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Wanneer elementen van het strategisch GLB-plan op regionaal niveau worden vastgesteld, zorgt de lidstaat ervoor dat die consistent zijn met de op nationaal niveau vastgestelde elementen van het strategisch GLB-plan. |
Wanneer elementen van het strategisch GLB-plan op regionaal niveau worden vastgesteld en/of uitgevoerd via regionale interventieprogramma's , zorgt de lidstaat ervoor dat die consistent zijn met de op nationaal niveau vastgestelde elementen van het strategisch GLB-plan. |
Amendementen 571 en 734cp2
Voorstel voor een verordening
Artikel 94 — lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De instantie die in de lidstaat verantwoordelijk is voor het ontwerp van het strategisch GLB-plan waarborgt dat de bevoegde autoriteiten voor milieu en klimaat naar behoren worden betrokken bij de milieu- en klimaatgerelateerde aspecten van het plan. |
2. De instantie die in de lidstaat verantwoordelijk is voor het ontwerp van het strategisch GLB-plan waarborgt dat de bevoegde overheidsinstanties voor milieu en klimaat volledig worden betrokken bij de milieu- en klimaatgerelateerde aspecten van het plan. |
Amendementen 572 en 734cp3
Voorstel voor een verordening
Artikel 94 — lid 3 — alinea 1 — inleidende formule
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Elke lidstaat organiseert een partnerschap met de bevoegde regionale en lokale autoriteiten. Bij dit partnerschap zijn ten minste de volgende partners betrokken: |
Elke lidstaat organiseert een partnerschap met de bevoegde regionale en lokale autoriteiten evenals met andere partners . Bij dit partnerschap zijn ten minste de volgende partners betrokken: |
Amendementen 573 en 734cp5
Voorstel voor een verordening
Artikel 94 — lid 3 — alinea 1 — letter b
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendementen 574 en 734cp6
Voorstel voor een verordening
Artikel 94 — lid 3 — alinea 1 — letter c
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendementen 575 en 734cp7
Voorstel voor een verordening
Artikel 94 — lid 3 — alinea 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De lidstaten betrekken deze partners bij de voorbereiding van de strategische GLB-plannen. |
De lidstaten betrekken deze partners ten volle bij de voorbereiding van de strategische GLB-plannen. |
Amendementen 576 en 734cp9
Voorstel voor een verordening
Artikel 94 — lid 4
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. De lidstaten en de Commissie werken samen om te zorgen voor doeltreffende coördinatie bij de uitvoering van de strategische GLB-plannen, en houden daarbij rekening met de beginselen van evenredigheid en gedeeld beheer. |
4. De lidstaten en de Commissie werken samen om te zorgen voor doeltreffende coördinatie bij de uitvoering van de strategische GLB-plannen, en houden daarbij rekening met de beginselen van evenredigheid, gedeeld beheer en de correcte werking van de eengemaakte markt . |
Amendementen 577, 970 en 1312cp7
Voorstel voor een verordening
Artikel 94 — lid 4 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
4 bis. De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 138 een gedelegeerde handeling vast te stellen met het oog op de vastlegging van een gedragscode die de lidstaten steunt bij de organisatie van het in lid 3 bedoelde partnerschap. In die gedragscode wordt het kader vastgesteld waarbinnen de lidstaten, in overeenstemming met hun nationale wetgeving en hun regionale bevoegdheden, het partnerschapsbeginsel moeten toepassen. |
Amendement 578
Voorstel voor een verordening
Artikel 95 — lid 1 — letter e
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 579
Voorstel voor een verordening
Artikel 95 — lid 2 — letter c
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 580
Voorstel voor een verordening
Artikel 95 — lid 2 — letter d
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 581
Voorstel voor een verordening
Artikel 95 — lid 2 — letter e
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 582
Voorstel voor een verordening
Artikel 95 — lid 2 — letter e bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 583
Voorstel voor een verordening
Artikel 95 — lid 2 — letter e ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 584
Voorstel voor een verordening
Artikel 95 — lid 2 — letter e quater (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 585
Voorstel voor een verordening
Artikel 96 — alinea 1 — letter b
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 586
Voorstel voor een verordening
Artikel 96 — alinea 1 — letter d
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 587
Voorstel voor een verordening
Artikel 96 — alinea 1 — letter e
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 588
Voorstel voor een verordening
Artikel 96 — alinea 1 — letter e bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 589
Voorstel voor een verordening
Artikel 96 — alinea 3
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De lidstaten maken bij deze beoordeling gebruik van de meest recente en meest betrouwbare gegevens. |
De lidstaten maken bij deze beoordeling gebruik van de meest recente en meest betrouwbare gegevens en gebruiken, waar relevant, gegevens die zijn uitgesplitst naar geslacht . |
Amendement 590
Voorstel voor een verordening
Artikel 97 — lid 2 — letter a bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 591
Voorstel voor een verordening
Artikel 97 — lid 2 — letter b bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 592
Voorstel voor een verordening
Artikel 97 — lid 2 — letter c
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 593
Voorstel voor een verordening
Artikel 97 — lid 2 — letter f
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 594
Voorstel voor een verordening
Artikel 97 — lid 2 — letter f bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 1112
Voorstel voor een verordening
Artikel 97 — lid 2 — letter f ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 595
Voorstel voor een verordening
Artikel 98 — titel
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Elementen die gemeenschappelijk zijn voor verschillende interventies |
Elementen die gemeenschappelijk zijn voor verschillende interventies in strategische plannen |
Amendement 1113
Voorstel voor een verordening
Artikel 98 — alinea 1 — letter b — punt ii bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 835
Voorstel voor een verordening
Artikel 98 — lid 1 — letter b bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 596
Voorstel voor een verordening
Artikel 98 — alinea 1 — letter c
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 597
Voorstel voor een verordening
Artikel 99 — alinea 1 — letter c
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 598
Voorstel voor een verordening
Artikel 99 — alinea 1 — letter d
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 599
Voorstel voor een verordening
Artikel 99 — alinea 1 — letter h
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 600
Voorstel voor een verordening
Artikel 99 — alinea 1 — letter i
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 601
Voorstel voor een verordening
Artikel 100 — lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Het in artikel 95, lid 1, onder e), bedoelde plan met streefcijfers bestaat uit een overzichtstabel met de streefcijfers als bedoeld in artikel 97, lid 1, onder a), die de uitsplitsing in jaarlijkse mijlpalen weergeeft. |
1. Het in artikel 95, lid 1, onder e), bedoelde plan met streefcijfers bestaat uit een overzichtstabel met de streefcijfers als bedoeld in artikel 97, lid 1, onder a), die de uitsplitsing in jaarlijkse of, waar passend, meerjarige mijlpalen en, waar nodig, een gedeeltelijke uitsplitsing naar regio's weergeeft. |
Amendement 602
Voorstel voor een verordening
Artikel 100 — lid 2 — alinea 1 — letter e
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 603
Voorstel voor een verordening
Artikel 100 — lid 2 — alinea 1 — letter f
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 604
Voorstel voor een verordening
Artikel 100 — lid 2 — alinea 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De in dit lid bedoelde elementen worden vastgesteld per jaar. |
De in dit lid bedoelde elementen worden , zo nodig, vastgesteld per jaar en kunnen, waar passend, regionale tabellen omvatten . |
Amendement 605
Voorstel voor een verordening
Artikel 100 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||||||||||||||||
|
Artikel 100 bis |
||||||||||||||||||
|
Regionale interventieprogramma's |
||||||||||||||||||
|
Elk regionaal interventieprogramma bevat ten minste de volgende onderdelen: |
||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||
|
|
Amendement 606
Voorstel voor een verordening
Artikel 102 — alinea 1 — inleidende formule
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De in artikel 95, lid 1, onder g), bedoelde beschrijving van de elementen die zorgen voor modernisering van het GLB benadrukt de elementen van het strategisch GLB-plan die de modernisering van de landbouwsector en het GLB ondersteunen en omvat in het bijzonder: |
De in artikel 95, lid 1, onder g), bedoelde beschrijving van de elementen die zorgen voor modernisering van het GLB benadrukt de elementen van het strategisch GLB-plan die de modernisering van de landbouwsector en het GLB ondersteunen om het hoofd te bieden aan nieuwe uitdagingen, waaronder de transitie naar duurzamer modellen, en omvat in het bijzonder: |
Amendement 607
Voorstel voor een verordening
Artikel 102 — alinea 1 — letter a — inleidende formule
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 836
Voorstel voor een verordening
Artikel 102 — alinea 1 — letter a — punt ii bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 608
Voorstel voor een verordening
Artikel 102 — alinea 1 — letter b
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 609
Voorstel voor een verordening
Artikel 103 — lid 2 — alinea 3 — letter e
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 610
Voorstel voor een verordening
Artikel 103 — lid 2 — alinea 5
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Wat betreft de in artikel 6, lid 1, onder g), vastgestelde specifieke doelstelling om jonge landbouwers aan te trekken, bevat de SWOT-analyse een korte analyse van toegang tot land, mobiliteit en herverkaveling van het land, toegang tot financiering en krediet, en toegang tot kennis en advies. |
Wat betreft de in artikel 6, lid 1, onder g), vastgestelde specifieke doelstelling om jonge landbouwers aan te trekken, bevat de SWOT-analyse een korte analyse van toegang tot land, mobiliteit en herverkaveling van het land, toegang tot financiering en krediet, toegang tot kennis en advies , en het vermogen om met risico's om te gaan . |
Amendement 611
Voorstel voor een verordening
Artikel 103 — lid 5 — letter a
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 612
Voorstel voor een verordening
Artikel 103 — lid 5 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
5 bis. Bijlage VI bij het strategisch GLB-plan bevat een beschrijving van de regelingen voor het klimaat, milieu en dierenwelzijn als bedoeld in artikel 28. |
Amendement 613
Voorstel voor een verordening
Artikel 103 — lid 5 ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
5 ter. Bijlage VII bij het strategisch GLB-plan omvat een beschrijving van de regionale interventieprogramma's. |
Amendement 615
Voorstel voor een verordening
Artikel 104
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 104 |
Schrappen |
Gedelegeerde bevoegdheden voor de inhoud van het strategisch GLB-plan |
|
De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 138 gedelegeerde handelingen vast te stellen tot wijziging van dit hoofdstuk wat betreft de inhoud van het strategisch GLB-plan en de bijlagen erbij. |
|
Amendement 616
Voorstel voor een verordening
Artikel 105 — titel
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Uitvoeringsbevoegdheden voor de inhoud van het strategisch GLB-plan |
Uitvoeringsbevoegdheden voor de vorm van het strategisch GLB-plan |
Amendement 617
Voorstel voor een verordening
Artikel 105 — alinea 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De Commissie kan uitvoeringshandelingen vaststellen waarin voorschriften worden vastgelegd voor de presentatie van de in de artikelen 96 tot en met 103 beschreven elementen in strategische GLB-plannen. De uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 139, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. |
De Commissie kan uitvoeringshandelingen vaststellen waarin een geharmoniseerd formulier en voorschriften worden opgesteld voor de presentatie van de in de artikelen 96 tot en met 103 beschreven elementen in strategische GLB-plannen. De uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 139, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. |
Amendement 1153cp1
Voorstel voor een verordening
Artikel 106 — lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Elke lidstaat dient uiterlijk op 1 januari 2020 bij de Commissie een voorstel voor een strategisch GLB-plan in dat de in artikel 95 bedoelde informatie bevat. |
1. Elke lidstaat dient uiterlijk op … [één jaar na de datum van inwerkingtreding van deze verordening] bij de Commissie een voorstel voor een strategisch GLB-plan in dat de in artikel 95 bedoelde informatie bevat. De Commissie moedigt de lidstaten aan om bij het opstellen van hun strategische GLB-plannen informatie en beste praktijken met elkaar uit te wisselen. |
Amendement 619
Voorstel voor een verordening
Artikel 106 — lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De Commissie beoordeelt de voorgestelde strategische GLB-plannen op basis van de volledigheid van de plannen, de consistentie en samenhang ervan met de algemene beginselen van het recht van de Unie, met deze verordening en de op grond van deze verordening vastgestelde bepalingen, en met de horizontale verordening, alsmede op basis van hun daadwerkelijke bijdrage aan de specifieke doelstellingen als vastgesteld in artikel 6, lid 1, de gevolgen voor de goede werking van de interne markt en concurrentieverstoring, en de omvang van de administratieve lasten voor begunstigden en overheidsdiensten. In de beoordeling wordt in het bijzonder gelet op de toereikendheid van de strategie van het strategisch GLB-plan, de desbetreffende specifieke doelstellingen, streefcijfers en interventies en de toewijzing van begrotingsmiddelen om de specifieke doelstellingen van het strategisch GLB-plan te halen door middel van de voorgestelde reeks interventies die zijn gebaseerd op de SWOT-analyse en de ex-ante-evaluatie. |
2. De Commissie beoordeelt de voorgestelde strategische GLB-plannen op basis van de volledigheid van de plannen, de consistentie en samenhang ervan met de algemene beginselen van het recht van de Unie, met deze verordening en de op grond van deze verordening vastgestelde bepalingen, en met de horizontale verordening, alsmede op basis van hun daadwerkelijke bijdrage aan de specifieke doelstellingen als vastgesteld in artikel 6, lid 1, de gevolgen voor de goede werking van de interne markt en concurrentieverstoring, en de omvang van de administratieve lasten voor begunstigden en overheidsdiensten. In de beoordeling wordt in het bijzonder gelet op de toereikendheid van de strategie van het strategisch GLB-plan, met inbegrip van de kwaliteit van de gebruikte informatie, de desbetreffende specifieke doelstellingen, streefcijfers en interventies en de toewijzing van begrotingsmiddelen om de specifieke doelstellingen van het strategisch GLB-plan te halen door middel van de voorgestelde reeks interventies die zijn gebaseerd op de SWOT-analyse en de ex-ante-evaluatie. |
Amendement 1153cp2
Voorstel voor een verordening
Artikel 106 — lid 5 — alinea 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Elk strategisch GLB-plan wordt uiterlijk acht maanden na de indiening ervan door de betrokken lidstaat goedgekeurd. |
Elk strategisch GLB-plan wordt uiterlijk zes maanden na de indiening ervan door de betrokken lidstaat goedgekeurd. |
Amendementen 620, 1153cp3 en 1331
Voorstel voor een verordening
Artikel 106 — lid 5 — alinea 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De goedkeuring heeft geen betrekking op de informatie als bedoeld in artikel 101, onder c), en in de bijlagen I tot en met IV bij het strategisch GLB-plan als bedoeld in artikel 95, lid 2, onder a) tot en met d). |
Schrappen |
Amendement 1153cp4
Voorstel voor een verordening
Artikel 106 — lid 5 — alinea 3
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
In naar behoren gemotiveerde gevallen kan de lidstaat de Commissie verzoeken een strategisch GLB-plan goed te keuren dat niet alle elementen bevat. In dat geval geeft de betrokken lidstaat aan welke elementen ontbreken en verstrekt hij met betrekking tot het gehele strategische GLB-plan indicatieve streefcijfers en financiële plannen als bedoeld in artikel 100, teneinde de algehele consistentie en samenhang ervan aan te tonen. De ontbrekende elementen van het strategisch GLB-plan worden bij de Commissie ingediend als een wijziging van het plan in overeenstemming met artikel 107. |
In naar behoren gemotiveerde gevallen kan de lidstaat de Commissie verzoeken een strategisch GLB-plan goed te keuren dat niet alle elementen bevat. In dat geval geeft de betrokken lidstaat aan welke elementen ontbreken en verstrekt hij met betrekking tot het gehele strategische GLB-plan indicatieve streefcijfers en financiële plannen als bedoeld in artikel 100, teneinde de algehele consistentie en samenhang ervan aan te tonen. De ontbrekende elementen van het strategisch GLB-plan worden binnen een tijdsbestek van ten hoogste drie maanden bij de Commissie ingediend als een wijziging van het plan in overeenstemming met artikel 107. Zij zijn coherent en stroken met de eerder door de lidstaat verstrekte indicatieve streefcijfers en financiële plannen, zonder significante afwijking of verlaging van het ambitieniveau. |
Amendementen 621, 983, 1153cp5 en 1333
Voorstel voor een verordening
Artikel 106 — lid 7 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
7 bis. Uiterlijk zes maanden na de goedkeuring van alle strategische GLB-plannen dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een samenvattend verslag in over de nationale strategische GLB-plannen, vergezeld van duidelijk uiteengezette beoordelingen teneinde informatie te verstrekken over de besluiten die de lidstaten hebben genomen om de in artikel 6, lid 1, vastgestelde specifieke doelstellingen te verwezenlijken. |
Amendement 1153cp6
Voorstel voor een verordening
Artikel 106 — lid 7 ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
7 ter. De Commissie vertaalt de strategische GLB-plannen naar het Engels en publiceert ze online op een wijze die de openbaarheid en transparantie op het niveau van de Unie waarborgt. |
Amendementen 623, 985 en 1153cp7
Voorstel voor een verordening
Artikel 106 — lid 7 quater (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
7 quater. De goedkeuring van de strategische GLB-plannen en de uitvoering ervan door de lidstaten veroorzaken geen uitstel van de periode waarin begunstigden steun kunnen aanvragen, noch staan zij in de weg aan een tijdige betaling van de bijstand, met name in het eerste uitvoeringsjaar. |
Amendement 735cp1
Voorstel voor een verordening
Artikel 107 — lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De lidstaten kunnen bij de Commissie een verzoek indienen om hun strategische GLB-plannen te wijzigen. |
1. De lidstaten kunnen bij de Commissie een verzoek indienen om hun strategische GLB-plannen te wijzigen , inclusief, indien van toepassing, wijzigingen van de regionale interventieprogramma’s, in overleg met de regionale beheersautoriteiten . |
Amendementen 625 en 735cp2
Voorstel voor een verordening
Artikel 107 — lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Verzoeken tot wijziging van strategische GLB-plannen worden naar behoren gemotiveerd en vermelden met name het verwachte effect van de wijzigingen aan het plan op het bereiken van de doelstellingen als bedoeld in artikel 6, lid 1. De verzoeken gaan vergezeld van het gewijzigde plan, inclusief de bijgewerkte bijlagen, naargelang van het geval. |
2. Verzoeken tot wijziging van strategische GLB-plannen omvatten een toelichting waarin het verwachte effect van de wijzigingen aan het plan op het bereiken van de doelstellingen als bedoeld in artikel 6, lid 1 , wordt uiteengezet . De verzoeken gaan vergezeld van het gewijzigde plan, inclusief de bijgewerkte bijlagen, naargelang van het geval. |
Amendementen 626 en 735cp3
Voorstel voor een verordening
Artikel 107 — lid 7
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
7. Per kalenderjaar wordt niet meer dan één verzoek tot wijziging van een strategisch GLB-plan ingediend, onder voorbehoud van eventuele door de Commissie overeenkomstig artikel 109 bepaalde uitzonderingen. |
7. Per kalenderjaar wordt niet meer dan één verzoek tot wijziging van een strategisch GLB-plan ingediend, onder voorbehoud van eventuele in deze verordening en door de Commissie overeenkomstig artikel 109 bepaalde uitzonderingen. |
Amendementen 627 en 735cp4
Voorstel voor een verordening
Artikel 107 — lid 8
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
8. Elke wijziging van het strategisch GLB-plan wordt door de Commissie goedgekeurd door middel van een uitvoeringsbesluit, zonder toepassing van de in artikel 139 bedoelde comitéprocedure. |
8. Elke wijziging van het strategisch GLB-plan wordt door de Commissie goedgekeurd door middel van een uitvoeringsbesluit, zonder toepassing van de in artikel 139 bedoelde comitéprocedure. Het Europees Parlement en de Raad worden naar behoren in kennis gesteld. |
Amendementen 628 en 735cp5
Voorstel voor een verordening
Artikel 107 — lid 9
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
9. Onverminderd artikel 80 hebben wijzigingen van strategische GLB-plannen alleen rechtsgevolgen na de goedkeuring ervan door de Commissie. |
9. Onverminderd artikel 80 hebben wijzigingen van strategische GLB-plannen alleen rechtsgevolgen na de goedkeuring ervan door de Commissie , en worden gepubliceerd . |
Amendement 1137
Voorstel voor een verordening
Artikel 107 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 107 bis Evaluatie van de strategische GLB-plannen Uiterlijk op 31 december 2025 evalueren de lidstaten hun strategische plannen om te waarborgen zorgen dat deze zijn afgestemd op de toepasselijke wetgeving van de Unie inzake klimaat en milieu, en dienen zij bij de Commissie verzoeken in om hun strategische plannen dienovereenkomstig te wijzigen. |
Amendement 629
Voorstel voor een verordening
Artikel 108 — alinea 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De periode tussen de datum volgend op de datum waarop de Commissie haar opmerkingen aan de lidstaat heeft toegezonden en de datum waarop de lidstaat op deze opmerkingen heeft gereageerd, is niet in deze termijn inbegrepen. |
Schrappen |
Amendement 630
Voorstel voor een verordening
Artikel 109 — alinea 1 — letter c
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 631
Voorstel voor een verordening
Artikel 110 — lid 1 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. Onverminderd de bepalingen van de eerste alinea van lid 1, kunnen de lidstaten eveneens regionale autoriteiten oprichten voor de uitvoering en het beheer van door Elfpo in het kader van de nationale strategische plannen gefinancierde interventies indien dergelijke interventies een regionaal bereik hebben. In dat geval wijst de nationale beheersautoriteit een nationaal coördinatieorgaan voor Elfpo aan dat de uniforme toepassing van de normen van de Europese Unie garandeert en samenhang waarborgt met de elementen van het strategisch plan die op nationaal niveau zijn bepaald, in overeenstemming met de tweede alinea van artikel 93. |
Amendement 736cp2
Voorstel voor een verordening
Artikel 110– lid 2 –inleidende formule
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De beheersautoriteit is ervoor verantwoordelijk dat het strategisch GLB-plan op efficiënte, doeltreffende en correcte wijze wordt beheerd en uitgevoerd . Met name zorgt zij ervoor dat: |
2. De beheersautoriteit is ervoor verantwoordelijk dat het strategisch GLB-plan wordt beheerd en uitgevoerd op efficiënte, doeltreffende en correcte wijze en, indien van toepassing, voor regionale interventieprogramma’s, in samenwerking met de regionale beheersautoriteiten . Met name zorgen de beheersautoriteiten ervoor dat: |
Amendementen 632 en 736cp3
Voorstel voor een verordening
Artikel 110 — lid 2 — letter g
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendementen 633 en 736cp4
Voorstel voor een verordening
Artikel 110 — lid 2 — letter h
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 736cp5
Voorstel voor een verordening
Artikel 110– lid 3
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De lidstaat of de beheersautoriteit mag een of meer intermediaire instanties aanwijzen, met inbegrip van plaatselijke autoriteiten, instanties voor regionale ontwikkeling of niet-gouvernementele organisaties, voor het beheer en de uitvoering van de interventies van het strategisch GLB-plan. |
3. De lidstaat of de beheersautoriteit dan wel indien van toepassing, de regionale beheersautoriteiten mogen een of meer intermediaire instanties aanwijzen, met inbegrip van plaatselijke autoriteiten, instanties voor regionale ontwikkeling of niet-gouvernementele organisaties, voor het beheer en de uitvoering van de interventies van het strategisch GLB-plan. |
Amendementen 634 en 736cp6
Voorstel voor een verordening
Artikel 110 — lid 5 — alinea 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 138 gedelegeerde handelingen vast te stellen die deze verordening aanvullen met uitvoeringsbepalingen voor de in lid 2, onder j) en k), vermelde vereisten inzake informatie, bekendheid en zichtbaarheid. |
(Niet van toepassing op de Nederlandse versie) |
Amendementen 635 en 736cp7
Voorstel voor een verordening
Artikel 110 — lid 5 — alinea 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 139, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. |
Schrappen |
Amendement 636
Voorstel voor een verordening
Artikel 110 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 110 bis Bemiddelingsinstantie Onverminderd de nationale regelgeving inzake administratief beroep en rechterlijke toetsing, stellen de lidstaten een functioneel onafhankelijke bemiddelingsinstantie aan die belast wordt met de herbestudering van de door de bevoegde autoriteiten genomen besluiten. Deze bemiddelingsinstanties proberen, op verzoek van begunstigden, oplossingen te bereiken die door de betrokken partijen worden overeengekomen. Ze leveren de nodige deskundigen en vertegenwoordigers van de autoriteiten en belanghebbenden. |
Amendement 637
Voorstel voor een verordening
Artikel 111 — lid 1 — alinea 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De lidstaat richt voorafgaand aan de indiening van het strategisch GLB-plan een comité op om de uitvoering van het strategisch GLB-plan te monitoren (“monitoringcomité”). |
De lidstaat richt een nationaal comité op om de uitvoering van het strategisch GLB-plan te monitoren (“monitoringcomité”) en, waar van toepassing, regionale monitoringcomités . |
Amendement 638
Voorstel voor een verordening
Artikel 111 — lid 1 — alinea 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Elk monitoringcomité stelt zijn reglement van orde vast. |
Elk monitoringcomité stelt zijn reglement van orde vast. Het nationale monitoringcomité stelt zijn eigen reglement vast in samenwerking met de regionale monitoringcomités. |
Amendement 639
Voorstel voor een verordening
Artikel 111 — lid 1 — alinea 3
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Het monitoringcomité vergadert ten minste een keer per jaar en evalueert alle vraagstukken die invloed hebben op de vooruitgang die wordt geboekt ten aanzien van het bereiken van de streefcijfers van het strategisch GLB-plan. |
Het monitoringcomité vergadert ten minste een keer per jaar en evalueert alle vraagstukken die onder zijn bevoegdheid vallen en die invloed hebben op de vooruitgang die wordt geboekt ten aanzien van het bereiken van de streefcijfers van het strategisch GLB-plan. |
Amendement 640
Voorstel voor een verordening
Artikel 111 — lid 1 — alinea 4
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De lidstaat publiceert het reglement van orde van het monitoringcomité en alle gegevens en informatie die met het comité worden gedeeld online . |
De lidstaat publiceert het reglement van orde en de adviezen van de monitoringcomités en doet deze toekomen aan de Commissie . |
Amendement 641
Voorstel voor een verordening
Artikel 111 — lid 2 — alinea 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De lidstaat bepaalt de samenstelling van het monitoringcomité en zorgt voor een evenwichtige vertegenwoordiging van de bevoegde overheidsinstanties, intermediaire instanties en van vertegenwoordigers van de in artikel 94, lid 3, bedoelde partners. |
De lidstaat - en, in voorkomend geval, de regio's - bepaalt de samenstelling van de monitoringcomités met inachtneming van de noodzaak om belangenconflicten te voorkomen, en zorgt voor een evenwichtige vertegenwoordiging van overheidsinstanties, intermediaire instanties en van vertegenwoordigers van de in artikel 94, lid 3, bedoelde partners die relevant zijn voor de verwezenlijking van alle in artikel 6, lid 1, vermelde doelstellingen . |
Amendement 642
Voorstel voor een verordening
Artikel 111 — lid 2 — alinea 3
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De lidstaat publiceert de ledenlijst van het monitoringcomité online. |
De lidstaat publiceert de ledenlijst van het monitoringcomité online en de lidstaten doen deze lijst toekomen aan de Commissie . |
Amendement 643
Voorstel voor een verordening
Artikel 111 — lid 3 — inleidende formule
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Het monitoringcomité onderzoekt in het bijzonder: |
3. De monitoringcomités onderzoeken in het bijzonder: |
Amendement 645
Voorstel voor een verordening
Artikel 111 — lid 3 — letter d bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 646
Voorstel voor een verordening
Artikel 111 — lid 3 — letter f bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 647
Voorstel voor een verordening
Artikel 111 — lid 3 — letter f ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 648
Voorstel voor een verordening
Artikel 111 — lid 4 — letter a
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
Schrappen |
Amendement 649
Voorstel voor een verordening
Artikel 111 — lid 4 — letter c
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 650
Voorstel voor een verordening
Artikel 111 — lid 4 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
4 bis. De monitoringcomités kunnen het nationale GLB-netwerk verzoeken om informatie en een analyse in verband met specifieke interventies. |
Amendement 651
Voorstel voor een verordening
Artikel 113 — lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Elke lidstaat zet uiterlijk twaalf maanden na de goedkeuring van het strategisch GLB-plan door de Commissie een nationaal GLB-netwerk op om een netwerk te vormen tussen organisaties en overheidsdiensten, adviseurs, onderzoekers en andere actoren op het vlak van innovatie op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling op nationaal niveau. |
1. Elke lidstaat zet uiterlijk twaalf maanden na de goedkeuring van het strategisch GLB-plan door de Commissie een nationaal GLB-netwerk op om een netwerk te vormen tussen organisaties , vertegenwoordigers van de landbouwsectoren en overheidsdiensten, adviseurs, onderzoekers, andere actoren op het vlak van innovatie en andere actoren op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling op nationaal niveau. Het nationale GLB-netwerk bouwt voort op de bestaande netwerkstructuren in de lidstaten. |
Amendement 652
Voorstel voor een verordening
Artikel 113 — lid 4 — letter j
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 653
Voorstel voor een verordening
Artikel 113 — lid 4 — letter j bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 654
Voorstel voor een verordening
Artikel 113 — lid 4 — letter j ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 655
Voorstel voor een verordening
Artikel 114 — lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Het doel van het EIP bestaat erin innovatie te stimuleren en kennisuitwisseling te verbeteren. |
2. Het doel van het EIP bestaat erin duurzame innovatie te stimuleren en kennisuitwisseling te verbeteren. |
Amendement 656
Voorstel voor een verordening
Artikel 114 — lid 4 — alinea 1 — letter c
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 657
Voorstel voor een verordening
Artikel 114 — lid 4 — alinea 1 — letter d
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 658
Voorstel voor een verordening
Artikel 114 — lid 4 — alinea 2 — inleidende formule
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De operationele groepen van het EIP maken deel uit van het EIP. Ze stellen een plan voor innovatieve projecten die worden ontwikkeld, getest, aangepast of uitgevoerd volgens het interactief innovatiemodel op, dat uitgaat van de volgende leidende beginselen: |
De operationele groepen van het EIP worden opgezet met het oog op de uitvoering van het EIP , kunnen worden opgezet door, onder meer, producenten- en brancheorganisaties, en kunnen bestaan uit leden van verschillende lidstaten . Ze stellen een plan voor innovatieve projecten die worden ontwikkeld, getest, aangepast of uitgevoerd volgens het interactief innovatiemodel op, dat uitgaat van de volgende leidende beginselen: |
Amendement 659
Voorstel voor een verordening
Artikel 114 — lid 4 — alinea 2 — letter a
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 660
Voorstel voor een verordening
Artikel 114 — lid 4 — alinea 3
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De beoogde innovatie kan gebaseerd zijn op nieuwe praktijken maar ook op traditionele praktijken in een nieuwe geografische of milieucontext. |
De beoogde innovatie kan gebaseerd zijn op nieuwe praktijken maar ook op traditionele en agro-ecologische praktijken in een nieuwe geografische of milieucontext. |
Amendement 661
Voorstel voor een verordening
Artikel 114 — lid 4 — alinea 4
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De operationele groepen verspreiden hun plannen en de resultaten van hun projecten, in het bijzonder via de GLB-netwerken. |
De operationele groepen verspreiden hun plannen en de resultaten van hun projecten, in het bijzonder via de GLB-netwerken , en kunnen leden hebben uit meer dan een lidstaat . |
Amendement 662
Voorstel voor een verordening
Artikel 115 — lid 2 — letter a
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 663
Voorstel voor een verordening
Artikel 115 — lid 2 — letter b
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 664
Voorstel voor een verordening
Artikel 115 — lid 3
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
3. Het prestatiekader bestrijkt: |
3. Het prestatiekader bestrijkt de inhoud van de strategische GLB-plannen, met inbegrip van, waar passend, de regionale interventieprogramma's. |
||||
|
|
Amendement 665
Voorstel voor een verordening
Artikel 116 — alinea 1 — letter a
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 666
Voorstel voor een verordening
Artikel 116 — alinea 1 — letter e
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 667
Voorstel voor een verordening
Artikel 117 — alinea 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De lidstaten zetten een elektronisch informatiesysteem op waarin zij belangrijke informatie over de uitvoering van het strategisch GLB-plan registreren en bijhouden die nodig is voor monitoring en evaluatie, in het bijzonder over elke voor financiering geselecteerde interventie alsook over voltooide interventies, met inbegrip van informatie over elke begunstigde en elke verrichting. |
De lidstaten zetten een elektronisch informatiesysteem op of maken gebruik van een bestaand informatiesysteem waarin zij belangrijke informatie over de uitvoering van het strategisch GLB-plan registreren en bijhouden die nodig is voor monitoring en evaluatie, in het bijzonder over elke voor financiering geselecteerde interventie alsook over voltooide interventies, met inbegrip van informatie over elke begunstigde en elke verrichting. |
Amendement 668
Voorstel voor een verordening
Artikel 118 — alinea 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De lidstaten zorgen ervoor dat begunstigden van steun in het kader van interventies in het strategisch GLB-plan en plaatselijke actiegroepen zich ertoe verbinden de beheersautoriteit of andere instanties die zijn aangewezen om namens haar functies uit te oefenen, alle nodige informatie te verstrekken om monitoring en evaluatie van het strategisch GLB-plan mogelijk te maken. |
De lidstaten zorgen ervoor dat begunstigden van steun in het kader van interventies in het strategisch GLB-plan en plaatselijke actiegroepen zich ertoe verbinden de beheersautoriteit , regionale beheersautoriteiten of andere instanties die zijn aangewezen om namens haar functies uit te oefenen, alle nodige informatie te verstrekken om monitoring en evaluatie van het strategisch GLB-plan mogelijk te maken. |
Amendement 669
Voorstel voor een verordening
Artikel 118 — alinea 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De lidstaten zorgen ervoor dat brede, volledige, actuele en betrouwbare gegevensbronnen worden opgezet om het mogelijk te maken de vooruitgang in de richting van de doelstellingen doeltreffend te volgen aan de hand van output-, resultaat- en impactindicatoren. |
De lidstaten zorgen ervoor dat brede, actuele en betrouwbare gegevensbronnen , onder meer databanken, worden opgezet om het mogelijk te maken de vooruitgang in de richting van de doelstellingen doeltreffend te volgen aan de hand van output-, resultaat- en impactindicatoren. |
Amendement 670
Voorstel voor een verordening
Artikel 119 — alinea 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De beheersautoriteit en het monitoringcomité monitoren de uitvoering van het strategisch GLB-plan en de vooruitgang in de richting van de verwezenlijking van de doelstellingen van het strategisch GLB-plan op basis van de output- en resultaatindicatoren. |
Zowel de beheersautoriteit als het monitoringcomité monitoren de uitvoering van het strategisch GLB-plan en de vooruitgang in de richting van de verwezenlijking van de doelstellingen van het strategisch GLB-plan op basis van de output- en resultaatindicatoren , in voorkomend geval in samenwerking met regionale beheersautoriteiten en regionale monitoringcomités . |
Amendement 671
Voorstel voor een verordening
Artikel 120 — titel
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Uitvoeringsbevoegdheden voor het prestatiekader |
Gedelegeerde bevoegdheden voor het prestatiekader |
Amendement 672
Voorstel voor een verordening
Artikel 120 — alinea 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast over de inhoud van het prestatiekader. Die handelingen bevatten een lijst van contextindicatoren, andere voor de passende monitoring en evaluatie van het beleid nodige indicatoren, berekeningsmethoden voor indicatoren en de bepalingen die nodig zijn om de nauwkeurigheid en de betrouwbaarheid van de door de lidstaten verzamelde gegevens te garanderen. De uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 139, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. |
De Commissie stelt gedelegeerde handelingen vast tot aanvulling van deze verordening door de inhoud van het prestatiekader te bepalen . Die handelingen bevatten een lijst van contextindicatoren, andere voor de passende monitoring en evaluatie van het beleid nodige indicatoren, berekeningsmethoden voor indicatoren en de bepalingen die nodig zijn om de nauwkeurigheid en de betrouwbaarheid van de door de lidstaten verzamelde gegevens te garanderen. De gedelegeerde handelingen worden vastgesteld overeenkomstig artikel 138. |
Amendement 673
Voorstel voor een verordening
Artikel 121 — titel
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Jaarlijkse prestatieverslagen |
Prestatieverslagen |
Amendement 674
Voorstel voor een verordening
Artikel 121 — lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Uiterlijk op 15 februari 2023 en 15 februari van elk daaropvolgend jaar tot en met 2030 dienen de lidstaten bij de Commissie een jaarlijkse prestatieverslag over de uitvoering van het strategisch GLB-plan in het voorbije begrotingsjaar in. Het in 2023 ingediende verslag heeft betrekking op de begrotingsjaren 2021 en 2022. Voor rechtstreekse betalingen als bedoeld in titel III, hoofdstuk II, betreft het verslag alleen begrotingsjaar 2022 . |
1. De lidstaten dienen bij de Commissie prestatieverslagen over de uitvoering van het strategisch GLB-plan in overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EU) [horizontale verordening] . |
Amendement 675
Voorstel voor een verordening
Artikel 121 — lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Het laatste jaarlijks prestatieverslag, dat uiterlijk op 15 februari 2030 moet worden ingediend, bevat een samenvatting van de tijdens de implementatieperiode uitgevoerde evaluaties. |
2. Het laatste prestatieverslag dat moet worden ingediend, bevat een samenvatting van de tijdens de implementatieperiode uitgevoerde evaluaties. |
Amendement 676
Voorstel voor een verordening
Artikel 121 — lid 3
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Om ontvankelijk te worden geacht, moet het jaarlijks prestatieverslag alle in de leden 4, 5 en 6 vereiste informatie bevatten. Als de Commissie een jaarlijks prestatieverslag over de uitvoering ontvangt dat niet ontvankelijk is, deelt zij dit binnen 15 werkdagen na de datum van ontvangst aan de lidstaat mee; zo niet, dan wordt het verslag ontvankelijk geacht. |
3. Om ontvankelijk te worden geacht, moet het prestatieverslag alle in de leden 4, 5 en 6 vereiste informatie bevatten. Als de Commissie een prestatieverslag over de uitvoering ontvangt dat niet ontvankelijk is, deelt zij dit binnen 15 werkdagen na de datum van ontvangst aan de lidstaat mee; zo niet, dan wordt het verslag ontvankelijk geacht. |
Amendement 677
Voorstel voor een verordening
Artikel 121 — lid 4 — alinea 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
In de jaarlijkse prestatieverslagen wordt de voornaamste kwalitatieve en kwantitatieve informatie over de uitvoering van het strategisch GLB-plan gepresenteerd onder verwijzing naar financiële gegevens, output- en resultaatindicatoren en in overeenstemming met artikel 118, tweede alinea. Deze verslagen bevatten tevens informatie over gerealiseerde outputs, gerealiseerde uitgaven, gerealiseerde resultaten en de afstand tot de respectieve streefcijfers. |
In de prestatieverslagen wordt de voornaamste kwalitatieve en kwantitatieve informatie over de uitvoering van het strategisch GLB-plan gepresenteerd onder verwijzing naar financiële gegevens, output- en resultaatindicatoren en in overeenstemming met artikel 118, tweede alinea. Deze verslagen bevatten tevens informatie over gerealiseerde outputs, gerealiseerde uitgaven, gerealiseerde resultaten en de afstand tot de respectieve streefcijfers. |
Amendement 678
Voorstel voor een verordening
Artikel 121 — lid 4 — alinea 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Voor de interventietypes die niet onderworpen zijn aan artikel 89 van deze verordening, en waar de gerealiseerde output en verrichte uitgavenquote met 50 % afwijkt van de jaarlijkse geplande output en uitgavenquote, dient de lidstaat een motivering in voor deze afwijking. |
Schrappen |
Amendement 679
Voorstel voor een verordening
Artikel 121 — lid 5
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. De toegezonden gegevens hebben betrekking op bereikte waarden voor indicatoren voor gedeeltelijk en volledig uitgevoerde interventies. Ook wordt in de verslagen een synthese gegeven van de gedurende het voorbije begrotingsjaar gerealiseerde stand van uitvoering van het strategisch GLB-plan en eventuele kwesties die van invloed zijn op de prestaties van het strategisch GLB-plan, met name wat betreft afwijkingen van de mijlpalen, met een vermelding van achterliggende redenen en, indien van toepassing, een beschrijving van de genomen maatregelen. |
5. De toegezonden gegevens hebben betrekking op bereikte waarden voor indicatoren voor gedeeltelijk en volledig uitgevoerde interventies. Ook wordt in de verslagen een synthese gegeven van de gerealiseerde stand van uitvoering van het strategisch GLB-plan en eventuele kwesties die van invloed zijn op de prestaties van het strategisch GLB-plan, met name wat betreft afwijkingen van de mijlpalen, met een vermelding van achterliggende redenen en, indien van toepassing, een beschrijving van de genomen maatregelen. |
Amendement 680
Voorstel voor een verordening
Artikel 121 — lid 7
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
7. De Commissie verricht een jaarlijkse prestatie-evaluatie en een jaarlijkse prestatiegoedkeuring als bedoeld in artikel [52] van Verordening (EU) [CPR] op basis van de in de jaarlijkse prestatieverslagen verstrekte informatie. |
Schrappen |
Amendement 681
Voorstel voor een verordening
Artikel 121 — lid 8 — alinea 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
In de jaarlijkse prestatie-evaluatie kan de Commissie opmerkingen formuleren over de jaarlijkse prestatieverslagen binnen één maand na de indiening ervan. Als de Commissie binnen deze termijn geen opmerkingen maakt, worden de verslagen geacht te zijn aanvaard. |
De Commissie voert een prestatie-evaluatie uit op grond van de in de prestatieverslagen verstrekte informatie en kan opmerkingen formuleren binnen maximaal één maand na de volledige indiening ervan. Als de Commissie binnen deze termijn geen opmerkingen maakt, worden de verslagen geacht te zijn aanvaard. |
Amendement 682
Voorstel voor een verordening
Artikel 121 — lid 9
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
9. Waar de gerapporteerde waarde van een of meer resultaatindicatoren een kloof laat zien van meer dan 25 % van de desbetreffende mijlpalen voor het betrokken verslagjaar, kan de Commissie de lidstaat vragen een actieplan in te dienen in overeenstemming met artikel 39, lid 1, van Verordening (EU) [HzR], waarin de beoogde corrigerende acties en het verwachte tijdschema zijn beschreven. |
9. Waar de gerapporteerde waarde van een of meer resultaatindicatoren een tekort laat zien van meer dan 25 % van de desbetreffende mijlpalen voor het betrokken verslagjaar, dienen de lidstaten een motivering in voor deze afwijking. In voorkomend geval kan de Commissie de lidstaat vragen een actieplan in te dienen dat in overleg met de Commissie wordt opgesteld in overeenstemming met artikel 39, lid 1, van Verordening (EU) [HzR], waarin de beoogde corrigerende acties en het verwachte tijdschema voor uitvoering daarvan zijn beschreven. |
Amendement 683
Voorstel voor een verordening
Artikel 121 — lid 10
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
10. De jaarlijkse prestatieverslagen over de uitvoering, alsmede een publiekssamenvatting van de inhoud hiervan, worden voor het publiek beschikbaar gemaakt. |
10. Er wordt een publiekssamenvatting van de inhoud van de prestatieverslagen over de uitvoering opgesteld en deze wordt voor het publiek beschikbaar gemaakt. |
Amendement 684
Voorstel voor een verordening
Artikel 121 — lid 11
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
11. De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast waarin voorschriften worden vastgelegd voor de inhoud van het jaarlijkse prestatieverslag. De uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 139, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. |
11. De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast waarin voorschriften worden vastgelegd voor de inhoud van het prestatieverslag. De uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 139, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. |
Amendement 685
Voorstel voor een verordening
Artikel 122 — titel
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Jaarlijkse evaluatievergaderingen |
Evaluatievergaderingen |
Amendement 686
Voorstel voor een verordening
Artikel 122 — lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De lidstaten organiseren elk jaar een evaluatievergadering met de Commissie, die gezamenlijk of door de Commissie wordt voorgezeten en op zijn vroegst twee maanden na de indiening van het jaarlijks prestatieverslag plaatsvindt. |
1. De lidstaten organiseren elk jaar een evaluatievergadering met de Commissie, die gezamenlijk of door de Commissie wordt voorgezeten en op zijn vroegst twee maanden na de indiening van het prestatieverslag plaatsvindt. |
Amendement 687
Voorstel voor een verordening
Artikel 122 — lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De jaarlijkse evaluatievergadering is erop gericht de prestaties van elk plan te onderzoeken, met inbegrip van de vooruitgang in de richting van de verwezenlijking van de bestaande streefcijfers, kwesties die van invloed zijn op de prestaties, en reeds ondernomen of te ondernemen acties die die kwesties moeten aanpakken. |
2. De evaluatievergadering is erop gericht de prestaties van elk plan te onderzoeken, met inbegrip van de vooruitgang in de richting van de verwezenlijking van de bestaande streefcijfers, kwesties die van invloed zijn op de prestaties, en reeds ondernomen of te ondernemen acties die die kwesties moeten aanpakken. Tijdens deze vergaderingen worden, indien dit haalbaar is, de effecten onderzocht. |
Amendement 688
Voorstel voor een verordening
Artikel 123
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 123 |
Schrappen |
Prestatiebonus |
|
1. In 2026 kan aan de lidstaten een prestatiebonus worden toegekend om goede prestaties met betrekking tot de milieu- en klimaatdoelstellingen te belonen, mits de betrokken lidstaat voldoet aan de voorwaarde in artikel 124, lid 1. |
|
2. De prestatiebonus is gelijk aan 5 % van het in bijlage IX voor begrotingsjaar 2027 vastgestelde bedrag per lidstaat. |
|
Middelen die krachtens de artikelen 15 en 90 tussen het ELGF en het Elfpo zijn overgedragen, worden bij de berekening van de prestatiebonus niet meegerekend. |
|
Amendement 689
Voorstel voor een verordening
Artikel 124
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 124 |
Schrappen |
Toekenning van de prestatiebonus |
|
1. Op basis van de prestatie-evaluatie voor het jaar 2026 wordt de overeenkomstig artikel 123, lid 2, van de toewijzing voor een lidstaat afgehouden prestatiebonus toegekend aan deze lidstaat als de resultaatindicatoren die zijn toegepast op de in artikel 6, lid 1, onder d), e) en f), vastgelegde specifieke milieu- en klimaatgerelateerde doelstellingen in het strategisch GLB-plan ten minste 90 % van hun streefwaarde voor het jaar 2025 hebben bereikt. |
|
2. De Commissie keurt binnen twee maanden na de ontvangst van het jaarlijks prestatieverslag voor het jaar 2026 een uitvoeringshandeling goed zonder toepassing van de in artikel 139 bedoelde comitéprocedure, om voor elke lidstaat te beslissen of de desbetreffende strategische GLB-plannen de in lid 1 van dit artikel bedoelde streefwaarden hebben bereikt. |
|
3. Als de in lid 1 bedoelde streefwaarden zijn bereikt, verstrekt de Commissie het bedrag van de prestatiebonus aan de betrokken lidstaten en wordt dat bedrag beschouwd als zijnde definitief toegewezen voor begrotingsjaar 2027 op basis van het in lid 2 bedoelde besluit. |
|
4. Als de in lid 1 bedoelde streefwaarden niet zijn bereikt, worden de vastleggingen voor begrotingsjaar 2027 met betrekking tot het bedrag van de prestatiebonus van de betrokken lidstaten niet door de Commissie verstrekt. |
|
5. Bij de toekenning van de prestatiebonus kan de Commissie rekening houden met gevallen van overmacht en ernstige sociaaleconomische crises die verhinderen dat de betrokken mijlpalen worden bereikt. |
|
6. De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast met gedetailleerde regelingen die moeten waarborgen dat een consistente aanpak wordt toegepast bij het bepalen van de toekenning van de prestatiebonus aan de lidstaten. De uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 139, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. |
|
Amendement 690
Voorstel voor een verordening
Artikel 125 — lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De lidstaten verrichten ex-ante-evaluaties om de kwaliteit van het ontwerp van hun strategisch GLB-plan te verbeteren. |
1. De lidstaten , in voorkomend geval met de regio's, verrichten ex-ante-evaluaties om de kwaliteit van het ontwerp van hun strategisch GLB-plan te verbeteren. |
Amendement 691
Voorstel voor een verordening
Artikel 125 — lid 3 — letter g
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 692
Voorstel voor een verordening
Artikel 126 — lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De lidstaten evalueren de strategische GLB-plannen ter verbetering van de kwaliteit van het ontwerp en de uitvoering van de plannen alsook ter beoordeling van de doeltreffendheid, efficiëntie, relevantie, samenhang, EU-meerwaarde en impact in verband met de bijdrage ervan aan de algemene en specifieke doelstellingen van het GLB als vastgelegd in artikel 5 en artikel 6, lid 1. |
1. De lidstaten , in voorkomend geval met de regio's, evalueren de strategische GLB-plannen ter verbetering van de kwaliteit van het ontwerp en de uitvoering van de plannen alsook ter beoordeling van de doeltreffendheid, efficiëntie, relevantie, samenhang, EU-meerwaarde en impact in verband met de bijdrage ervan aan de algemene en specifieke doelstellingen van het GLB als vastgelegd in artikel 5 en artikel 6, lid 1. |
Amendement 693
Voorstel voor een verordening
Artikel 126 — lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De lidstaten laten de evaluaties uitvoeren door functioneel onafhankelijke deskundigen. |
2. De lidstaten en, in voorkomend geval, de regio's laten de evaluaties uitvoeren door functioneel onafhankelijke deskundigen. |
Amendement 694
Voorstel voor een verordening
Artikel 126 — lid 3
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De lidstaten zorgen voor procedures voor het opstellen en verzamelen van de voor evaluaties vereiste gegevens. |
3. De lidstaten en, in voorkomend geval, de regio's zorgen voor procedures voor het opstellen en verzamelen van de voor evaluaties vereiste gegevens. |
Amendement 695
Voorstel voor een verordening
Artikel 126 — lid 4
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. De lidstaten zijn verantwoordelijk voor het evalueren of interventies in het strategisch GLB-plan toereikend zijn om de specifieke doelstellingen als vastgelegd in artikel 6, lid 1, te bereiken. |
4. De lidstaten en, in voorkomend geval, de regio's zijn verantwoordelijk voor het evalueren of interventies in het strategisch GLB-plan toereikend zijn om de specifieke doelstellingen als vastgelegd in artikel 6, lid 1, te bereiken. |
Amendement 696
Voorstel voor een verordening
Artikel 126 — lid 5
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. De lidstaten stellen een evaluatieplan op met informatie over de tijdens de uitvoeringsperiode beoogde evaluatieactiviteiten. |
5. De lidstaten en, in voorkomend geval, de regio's stellen een evaluatieplan op met informatie over de tijdens de uitvoeringsperiode beoogde evaluatieactiviteiten. |
Amendement 697
Voorstel voor een verordening
Artikel 126 — lid 6
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
6. De lidstaten dienen het evaluatieplan uiterlijk een jaar na de goedkeuring van het strategisch GLB-plan in bij het monitoringcomité. |
6. De lidstaten en, in voorkomend geval, de regio's dienen het evaluatieplan uiterlijk een jaar na de goedkeuring van het strategisch GLB-plan in bij het monitoringcomité. |
Amendementen 987 en 1335
Voorstel voor een verordening
Artikel 127 — lid 1 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. Zodra alle nationale strategische GLB-plannen zijn goedgekeurd, geeft de Commissie opdracht tot een onafhankelijke beoordeling van de geaggregeerde verwachte impact ervan. Indien uit deze analyse blijkt dat er onvoldoende gezamenlijke inspanningen worden geleverd met betrekking tot de ambitie van de Europese Green Deal, neemt de Commissie passende maatregelen, waarbij de lidstaten kunnen worden verzocht strategische GLB-plannen te wijzigen of wijzigingen in deze verordening in te dienen. |
Amendementen 988 en 1336
Voorstel voor een verordening
Artikel 127 — lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De Commissie verricht vóór de afloop van het derde jaar van uitvoering van de strategische GLB-plannen een tussentijdse evaluatie om de doeltreffendheid, efficiëntie, relevantie, samenhang en EU-meerwaarde van het ELGF en het Elfpo te onderzoeken, rekening houdend met de in bijlage I vastgestelde indicatoren. De Commissie kan gebruikmaken van alle relevante informatie die al beschikbaar is overeenkomstig artikel [128] van het [nieuwe Financieel Reglement]. |
2. De Commissie verricht vóór de afloop van het derde jaar van uitvoering van de strategische GLB-plannen een tussentijdse evaluatie om de doeltreffendheid, efficiëntie, relevantie, samenhang en EU-meerwaarde van het ELGF en het Elfpo te onderzoeken, rekening houdend met de in bijlage I vastgestelde indicatoren. De Commissie kan gebruikmaken van alle relevante informatie die al beschikbaar is overeenkomstig artikel [128] van het [nieuwe Financieel Reglement]. Indien uit de tussentijdse evaluatie blijkt dat er onvoldoende gezamenlijke inspanningen worden geleverd met betrekking tot de ambitie van de Europese Green Deal en de milieu- en klimaatwetgeving van de Unie, doet de Commissie aanbevelingen aan de lidstaten om ervoor te zorgen dat de doelstellingen van de Europese Green Deal en de in bijlage XI vermelde wetgeving worden verwezenlijkt. In hun jaarlijkse prestatieverslag geven de lidstaten aan hoe met de aanbevelingen rekening is gehouden of waarom zij geen gevolg geven aan aanbevelingen of een deel daarvan. |
Amendement 698
Voorstel voor een verordening
Artikel 127 — lid 4 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
4 bis. In haar evaluatieverslagen houdt de Commissie rekening met de indicatoren die zijn opgenomen in bijlage I bij deze verordening, evenals met de niet-GLB-gerelateerde factoren die een impact hebben gehad op het behaalde rendement. |
Amendement 699
Voorstel voor een verordening
Artikel 129 — lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De gegevens die nodig zijn voor de context- en impactindicatoren zijn hoofdzakelijk afkomstig van bestaande gegevensbronnen, zoals het informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen en Eurostat. Als de gegevens voor deze indicatoren niet beschikbaar of niet volledig zijn, worden de lacunes verholpen in de context van het Europees statistisch programma dat krachtens Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad (40) is opgericht, het rechtskader voor het informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen of via formele overeenkomsten met andere gegevensverstrekkers zoals het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek en het Europees Milieuagentschap. |
2. De gegevens die nodig zijn voor de context- en impactindicatoren zijn hoofdzakelijk afkomstig van bestaande gegevensbronnen, zoals het informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen en Eurostat. Als de gegevens voor deze indicatoren niet beschikbaar of niet volledig zijn, verhelpt de Commissie lacunes in de context van het Europees statistisch programma dat krachtens Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad (40) is opgericht, het rechtskader voor het informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen of via formele overeenkomsten met andere gegevensverstrekkers zoals het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek en het Europees Milieuagentschap. |
Amendement 1340
Voorstel voor een verordening
Artikel 129 — lid 2 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. De lidstaten verbeteren de kwaliteit en de frequentie van de gegevensverzameling voor de voornaamste landbouwdoelstellingen in het kader van de Europese Green Deal, die in overeenstemming zijn met de impact- en contextindicatoren I.10, I.15, I.20, I.26, I.27 en C.32. Die gegevens worden openbaar gemaakt en tijdig aan de Commissie verstrekt om de doeltreffendheid van het GLB te beoordelen en de voortgang bij de verwezenlijking van de doelstellingen op het niveau van de Unie te kunnen monitoren. |
Amendement 700
Voorstel voor een verordening
Artikel 129 — lid 3
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Bestaande administratieve registers zoals het GBCS, het landbouwpercelenidentificatiesysteem (LPIS) en de dier- en wijnbouwregisters worden gehandhaafd. Het GBCS en het LPIS worden verder ontwikkeld om beter aan te sluiten op de statistische behoeften van het GLB. Gegevens uit administratieve registers worden zoveel mogelijk gebruikt voor statistische doeleinden, in samenwerking met statistische instanties van de lidstaten en Eurostat. |
3. Bestaande geactualiseerde administratieve registers zoals het GBCS, het landbouwpercelenidentificatiesysteem (LPIS) en de dier- en wijnbouwregisters worden gehandhaafd. Het GBCS en het LPIS worden verder ontwikkeld om beter aan te sluiten op de statistische behoeften van het GLB. Gegevens uit administratieve registers worden zoveel mogelijk gebruikt voor statistische doeleinden, in samenwerking met statistische instanties van de lidstaten en Eurostat. |
Amendement 701
Voorstel voor een verordening
Artikel 129 — lid 4
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. De Commissie kan uitvoeringshandelingen vaststellen, waarin de regels aangaande de door de lidstaten te verstrekken informatie worden opgenomen, waarbij zij rekening houdt met de noodzaak overbodige administratieve lasten te voorkomen, alsmede aangaande de gegevensbehoeften en de synergieën tussen potentiële gegevensbronnen. De uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 139, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. |
Schrappen |
Amendement 702
Voorstel voor een verordening
Artikel 130 — alinea 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Steun die in het kader van titel III van deze verordening voor vormen van samenwerking tussen ondernemingen wordt verleend, wordt enkel verleend aan samenwerkingsvormen die voldoen aan de concurrentieregels zoals die gelden krachtens de artikelen 206 tot en met 209 van Verordening (EU) nr. 1308/2013. |
Steun die in het kader van titel III van deze verordening voor vormen van overeenkomsten, besluiten en tussen ondernemingen afgestemde praktijken wordt verleend, wordt enkel verleend aan vormen van overeenkomsten, besluiten en onderling afgestemde praktijken die voldoen aan de concurrentieregels zoals die gelden krachtens de artikelen 206 tot en met 209 van Verordening (EU) nr. 1308/2013. |
Amendementen 1092, 1146 en 1179
Voorstel voor een verordening
Artikel 132 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 132 bis |
|
Nationale overgangssteun |
|
1. De lidstaten kunnen nationale overgangssteun blijven toekennen aan landbouwers in een van de sectoren die in 2013 door de Commissie zijn goedgekeurd overeenkomstig artikel 132, lid 7, of artikel 133 bis, lid 5, van Verordening (EG) nr. 73/2009. |
|
2. Het totale bedrag aan nationale overgangssteun dat aan landbouwers kan worden toegekend, is beperkt tot 50 % van elk van de sectorspecifieke totaalbedragen die in 2013 door de Commissie zijn goedgekeurd overeenkomstig artikel 132, lid 7, of artikel 133 bis, lid 5, van Verordening (EG) nr. 73/2009. |
|
3. De lidstaten kunnen, op basis van objectieve criteria en met inachtneming van de in lid 2 vastgestelde beperking, een besluit nemen over de toe te kennen bedragen aan nationale overgangssteun. |
|
4. De lidstaten kunnen besluiten de referentieperiode voor de regelingen inzake ontkoppelde nationale overgangssteun aan te passen. De aangepaste referentieperiode mag niet later zijn dan 1 juni 2018. |
Amendement 703
Voorstel voor een verordening
Artikel 133 — alinea 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De artikelen 107, 108 en 109 VWEU zijn niet van toepassing op nationale begrotingsmaatregelen waarmee de lidstaten besluiten om van de algemene belastingregels af te wijken door de voor landbouwers geldende heffingsgrondslag voor de inkomstenbelasting te berekenen op basis van een meerjarige periode. |
Teneinde de effecten van inkomstenverschillen te beperken, door de landbouwers aan te moedigen tijdens goede jaren te sparen om slechte jaren te kunnen compenseren, zijn de artikelen 107, 108 en 109 VWEU niet van toepassing op nationale begrotingsmaatregelen waarmee de lidstaten besluiten om van de algemene belastingregels af te wijken door de voor landbouwers geldende heffingsgrondslag voor de inkomstenbelasting te berekenen op basis van een meerjarige periode , onder meer door de carry-forward van een deel van de belastinggrondslag, waaronder belastinglatentie voor een deel van de belastinggrondslag, of door ontheffing toe te staan voor bedragen die op een specifieke landbouwspaarrekening worden geplaatst . |
Amendementen 1097, 1125 en 1180
Voorstel voor een verordening
Artikel 134 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
Artikel 134 bis |
||
|
Klachtenmechanisme voor landbouwers en kmo’s |
||
|
1. De Commissie ontwikkelt een klachtenmechanisme aan de hand waarvan landbouwers en kmo’s rechtstreeks een klacht kunnen indienen bij de Commissie in het geval van: |
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
2. De Commissie zet binnen de Commissie een contactpunt op voor de behandeling van deze klachten. |
||
|
3. De Commissie ontwikkelt de procedure voor het indienen van klachten, alsook beoordelingscriteria, en zorgt hieromtrent voor transparantie. |
||
|
4. De Commissie waarborgt adequate bescherming voor personen of bedrijven die een klacht indienen. |
||
|
5. De Commissie bepaalt of ze de via dit mechanisme ontvangen informatie rechtstreeks in haar audits behandelt of rechtstreeks doorstuurt naar het Europees Openbaar Ministerie of OLAF. |
Amendement 704
Voorstel voor een verordening
Artikel 135 — lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Voor rechtstreekse betalingen die worden toegekend in de ultraperifere gebieden van de Unie overeenkomstig hoofdstuk IV van Verordening (EU) nr. 228/2013 zijn alleen artikel 3, lid 2, onder a) en b), artikel 4, lid 1, onder a), b) en d), titel III, hoofdstuk I, afdeling 2, en artikel 16 en titel IX van deze verordening van toepassing. Artikel 4, lid 1, onder a), b) en d), titel III, hoofdstuk I, afdeling 2, en artikel 16 en titel IX zijn van toepassing zonder verplichtingen met betrekking tot het strategisch GLB-plan. |
1. Voor rechtstreekse betalingen die worden toegekend in de ultraperifere gebieden van de Unie overeenkomstig hoofdstuk IV van Verordening (EU) nr. 228/2013 zijn alleen artikel 3, onder a) en b), artikel 4, lid 1, onder a), b) en d), titel III, hoofdstuk I, afdeling 2, en artikel 16 en titel IX van deze verordening van toepassing. Artikel 4, lid 1, onder a), b) en d), titel III, hoofdstuk I, afdeling 2, en artikel 16 en titel IX zijn van toepassing zonder verplichtingen met betrekking tot het strategisch GLB-plan. |
Amendement 705
Voorstel voor een verordening
Artikel 135 — lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Voor rechtstreekse betalingen die worden toegekend in de kleinere eilanden in de Egeïsche Zee overeenkomstig hoofdstuk IV van Verordening (EU) nr. 229/2013 zijn alleen artikel 3, lid 2, onder a) en b), artikel 4, titel III, hoofdstuk I, afdeling 2, titel III, hoofdstuk II, afdelingen 1 en 2, en titel IX van deze verordening van toepassing. Artikel 4, titel III, hoofdstuk I, afdeling 2, titel III, hoofdstuk II, afdelingen 1 en 2, en titel IX zijn van toepassing zonder verplichtingen met betrekking tot het strategisch GLB-plan. |
2. Voor rechtstreekse betalingen die worden toegekend in de kleinere eilanden in de Egeïsche Zee overeenkomstig hoofdstuk IV van Verordening (EU) nr. 229/2013 zijn alleen artikel 3, onder a) en b), artikel 4, titel III, hoofdstuk I, afdeling 2, titel III, hoofdstuk II, afdelingen 1 en 2, en titel IX van deze verordening van toepassing. Artikel 4, titel III, hoofdstuk I, afdeling 2, titel III, hoofdstuk II, afdelingen 1 en 2, en titel IX zijn van toepassing zonder verplichtingen met betrekking tot het strategisch GLB-plan. |
Amendement 706
Voorstel voor een verordening
Artikel 138 — lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De in de artikelen 4, 7, 12, 15, 23 , 28, 32, 35, 36, 37, 41, 50,78, 81, 104 en 141 bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie verleend voor een termijn van zeven jaar vanaf de datum van inwerkingtreding van deze verordening. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van zeven jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden vóór het einde van elke termijn tegen deze verlenging verzet. |
2. De in de artikelen 4, 7, 11 , 12, 28, 32, 35, 36, 37, 41, 50,78, 81, 83, 94, 110, 120 en 141 bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie verleend voor onbepaalde tijd vanaf de datum van inwerkingtreding van deze verordening. |
Amendement 707
Voorstel voor een verordening
Artikel 138 — lid 3
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De bevoegdheidsdelegatie als bedoeld in de artikelen 4, 7, 12, 15, 23 , 28, 32, 35, 36, 37, 41, 50, 78, 81, 104 en 141, kan te allen tijde door het Europees Parlement of door de Raad worden ingetrokken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheden. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet. |
3. De bevoegdheidsdelegatie als bedoeld in de artikelen 4, 7, 11 , 12, 28, 32, 35, 36, 37, 41, 50, 78, 81, 83, 94, 110, 120 en 141, kan te allen tijde door het Europees Parlement of door de Raad worden ingetrokken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheden. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet. |
Amendement 708
Voorstel voor een verordening
Artikel 138 — lid 6
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
6. Een krachtens de artikelen 4, 7, 12, 15, 23 , 28, 32, 35, 36, 37, 41, 50, 78, 81, 104 en 141 vastgestelde gedelegeerde handeling treedt pas in werking als het Europees Parlement noch de Raad binnen een termijn van twee maanden na de datum van kennisgeving bezwaar heeft gemaakt tegen de gedelegeerde handeling of als zowel het Europees Parlement als de Raad de Commissie vóór het verstrijken van deze termijn hebben meegedeeld niet voornemens te zijn bezwaar te maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd. |
6. Een krachtens de artikelen 4, 7, 11 , 12, 28, 32, 35, 36, 37, 41, 50, 78, 81, 83, 94, 110, 120 en 141 vastgestelde gedelegeerde handeling treedt pas in werking als het Europees Parlement noch de Raad binnen een termijn van twee maanden na de datum van kennisgeving bezwaar heeft gemaakt tegen de gedelegeerde handeling of als zowel het Europees Parlement als de Raad de Commissie vóór het verstrijken van deze termijn hebben meegedeeld niet voornemens te zijn bezwaar te maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd. |
Amendement 1138
Voorstel voor een verordening
Artikel 139 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 139 bis Tussentijdse evaluatie 1. Uiterlijk op 30 juni 2025 voert de Commissie een tussentijdse evaluatie van het GLB uit en dient zij bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in om de toepassing van het nieuwe uitvoeringsmodel door de lidstaten te evalueren en de wegingsfactoren voor klimaattracering aan te passen overeenkomstig de nieuwe methode als bedoeld in artikel 87, lid 3. Waar passend, dient de Commissie wetgevingsvoorstellen in. 2. Om te waarborgen dat de strategische plannen van de lidstaten in overeenstemming zijn met de wetgeving van de Unie inzake klimaat en milieu, wordt bij de in lid 1 bedoelde tussentijdse evaluatie rekening gehouden met de relevante wetgeving die dan van kracht is. |
Amendement 710
Voorstel voor een verordening
Artikel 140 — lid 1 — alinea 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
Verordening (EU) nr. 1305/2013 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2021 . |
Verordening (EU) nr. 1305/2013 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2022 . |
||
|
Zonder afbreuk te doen aan bijlagen IX en IX bis van deze verordening, blijft Verordening (EU) nr. 1305/2013 evenwel tot 31 december 2022 van toepassing op: |
||
|
|
||
|
|
Amendement 711
Voorstel voor een verordening
Artikel 140 — lid 2 — alinea 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Verordening (EU) nr. 1307/2013 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2021 . |
Verordening (EU) nr. 1307/2013 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2022 . |
Amendement 712
Voorstel voor een verordening
Artikel 140 — lid 2 — alinea 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Zij blijft evenwel van toepassing op steunaanvragen met betrekking tot de aanvraagjaren die vóór 1 januari 2021 ingaan. |
Zij blijft evenwel van toepassing op steunaanvragen met betrekking tot de aanvraagjaren die vóór 1 januari 2022 ingaan. |
Amendement 713
Voorstel voor een verordening
Artikel 140 — lid 2 — alinea 3
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De artikelen 17 en 19 van Verordening (EU) nr. 1307/2013, en bijlage I bij die verordening voor zover relevant voor Kroatië, blijven van toepassing tot en met 31 december 2021 . |
De artikelen 17 en 19 van Verordening (EU) nr. 1307/2013, en bijlage I bij die verordening voor zover relevant voor Kroatië, blijven van toepassing tot en met 31 december 2022 . |
Amendement 714
Voorstel voor een verordening
Artikel 141 — alinea 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 138 gedelegeerde handelingen vast te stellen die deze verordening aanvullen met maatregelen die nodig zijn om verworven rechten en het gewettigd vertrouwen van begunstigden te beschermen, voor zover dat nodig is om een vlotte overgang van de bij de Verordeningen (EU) nr. 1305/2013 en (EU) nr. 1307/2013 ingestelde regelingen naar die van de onderhavige verordening te vergemakkelijken. Die overgangsregels stellen meer in het bijzonder de voorwaarden vast waaronder door de Commissie overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1305/2013 goedgekeurde steun kan worden geïntegreerd in steun uit hoofde van deze verordening, waaronder voor technische bijstand en voor de ex-post-evaluaties. |
De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 138 gedelegeerde handelingen vast te stellen die deze verordening aanvullen met maatregelen die nodig zijn om verworven rechten en het gewettigd vertrouwen van begunstigden te beschermen, voor zover dat nodig is om een vlotte overgang van de bij de Verordeningen (EU) nr. 1305/2013, (EU) nr. 1307/2013 en (EU) nr. 1308/2013 ingestelde regelingen naar die van de onderhavige verordening te vergemakkelijken. Die overgangsregels stellen meer in het bijzonder de voorwaarden vast waaronder door de Commissie overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1305/2013 , Verordening (EU) nr. 1307/2013 en Verordening (EU) nr. 1308/2013 goedgekeurde steun kan worden geïntegreerd in steun uit hoofde van deze verordening, waaronder voor technische bijstand en voor de ex-post-evaluaties. |
Amendement 715
Voorstel voor een verordening
Artikel 141 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 141 bis Verslagen De Europese Commissie dient uiterlijk 31 december 2025 een verslag in over de effecten die het GLB heeft gehad in de insulaire regio's die niet in artikel 135 worden genoemd. Dat verslag gaat vergezeld van voorstellen voor de aanpassing van de strategische plannen om rekening te houden met de specifieke kenmerken van deze gebieden en om de verwachte resultaten te verbeteren in lijn met de in artikel 6, lid 1, genoemde doelstellingen. |
Amendement 1154
Voorstel voor een verordening
Bijlage I
Door de Commissie voorgestelde tekst
BIJLAGE I
IMPACT-, RESULTAAT- EN OUTPUTINDICATOREN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 7
Beoordeling van de prestaties van het beleid (meerjarig) — IMPACT |
Jaarlijkse prestatie-evaluatie — RESULTAAT* |
|
Jaarlijkse prestatiegoedkeuring — OUTPUT |
Doelstellingen en hun respectieve impactindicatoren.* |
|
|
Brede interventietypes en hun outputindicatoren.* |
Horizontale doelstelling van de EU: Modernisering |
Indicator |
Resultaatindicatoren (enkel gebaseerd op door het GLB gesteunde interventies) |
|
Kennis- en innovatiesystemen voor de landbouw (AKIS) |
Outputindicatoren |
||||||
Bevorderen van kennis, innovatie en digitalisering in de landbouw en plattelandsgebieden en aanmoedigen van het gebruik ervan |
|
|
|
Europees Innovatiepartnerschap voor landbouwkennis en innovatie (EIP)** |
|
||||||
|
|
|
|
|
|||||||
|
|
|
|
|
|
Specifieke doelstellingen van de EU |
Impactindicatoren |
Resultaatindicatoren (enkel gebaseerd op door het GLB gesteunde interventies) |
|
Brede interventietypes |
Outputindicatoren (per interventie) |
|||||||||||||||||
Bieden van steun met het oog op een levensvatbaar landbouwinkomen en veerkracht in de hele Unie om de voedselzekerheid te vergroten |
|
|
|
GLB-steun |
|
|||||||||||||||||
|
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
|
||||||||||||||||||
|
|
|
|
|
||||||||||||||||||
|
|
|
|
|
||||||||||||||||||
|
|
|
|
|
||||||||||||||||||
Vergroten van de marktgerichtheid en van het concurrentievermogen, onder meer door sterker te focussen op onderzoek, technologie en digitalisering |
|
|
|
Risicobeheersinstrumenten |
|
|||||||||||||||||
|
|
|
Gekoppelde steun |
|
||||||||||||||||||
Verbeteren van de positie van de landbouwers in de waardeketen |
|
|
|
|
||||||||||||||||||
|
|
|
Betalingen voor natuurlijke beperkingen en andere regiogebonden beperkingen |
|
||||||||||||||||||
Bijdragen tot matiging van en aanpassing aan klimaatverandering en tot duurzame energie |
|
|
|
|
||||||||||||||||||
|
|
|
Betalingen voor beheersverbintenissen (milieu-klimaat, genetische hulpbronnen, dierenwelzijn) |
|
||||||||||||||||||
Bevorderen van duurzame ontwikkeling en efficiënt beheer van natuurlijke hulpbronnen zoals water, bodem en lucht |
|
|
|
|
|
|||||||||||||||||
|
|
|
|
|
||||||||||||||||||
|
|
|
|
|
||||||||||||||||||
|
|
|
|
|
||||||||||||||||||
|
|
|
Investeringen |
|
||||||||||||||||||
|
|
|
|
|
||||||||||||||||||
|
|
|
|
|
||||||||||||||||||
Bijdragen tot de bescherming van de biodiversiteit, versterken van ecosysteemdiensten en in stand houden van habitats en landschappen |
|
|
|
Vestigingssubsidies |
|
|||||||||||||||||
|
|
|
|
|
||||||||||||||||||
|
|
|
Samenwerking |
|
||||||||||||||||||
|
|
|
|
|
||||||||||||||||||
|
|
|
|
|
||||||||||||||||||
|
|
|
|
|
|
|||||||||||||||||
Aantrekken van jonge landbouwers en vergemakkelijken van bedrijfsontwikkeling in plattelandsgebieden |
|
|
|
Kennisuitwisseling en informatie |
|
|||||||||||||||||
Bevorderen van de werkgelegenheid, groei, sociale inclusie en lokale ontwikkeling in plattelandsgebieden, met inbegrip van bio-economie en duurzame bosbouw |
|
|
|
|
|
|||||||||||||||||
|
|
|
Horizontale indicatoren |
|
||||||||||||||||||
|
|
|
|
|
||||||||||||||||||
|
|
|
Sectorale programma’s |
|
||||||||||||||||||
|
|
|
|
|
||||||||||||||||||
Verbeteren van de reactie van de EU-landbouw op maatschappelijke eisen inzake voedsel en gezondheid, waaronder veilig, voedzaam en duurzaam voedsel , en inzake dierenwelzijn |
|
|
|
|
|
|||||||||||||||||
|
|
|
|
|
||||||||||||||||||
|
|
|
|
|
||||||||||||||||||
|
|
|
|
Amendement
BIJLAGE I
IMPACT-, RESULTAAT- EN OUTPUTINDICATOREN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 7
Beoordeling van de prestaties van het beleid (meerjarig) — IMPACT |
Jaarlijkse prestatie-evaluatie — RESULTAAT* |
|
Jaarlijkse prestatiegoedkeuring — OUTPUT |
Doelstellingen en hun respectieve impactindicatoren.* |
|
|
Brede interventietypes en hun outputindicatoren.* |
Horizontale doelstelling van de EU: Modernisering |
Indicator |
Resultaatindicatoren (enkel gebaseerd op door het GLB gesteunde interventies) |
|
Kennis- en innovatiesystemen voor de landbouw (AKIS) |
Outputindicatoren |
||||||
Moderniseren van de sector door ervoor te zorgen dat landbouwers toegang hebben tot onderzoek, opleiding, kennisdeling en diensten voor de overdracht van kennis, innovatie en digitalisering in de landbouw en plattelandsgebieden en aanmoedigen van het gebruik ervan |
|
|
|
Europees Innovatiepartnerschap voor landbouwkennis en innovatie (EIP)** |
|
||||||
|
|
|
|
|
|||||||
|
|
|
|
|
|
Specifieke doelstellingen van de EU |
Impactindicatoren |
Resultaatindicatoren (enkel gebaseerd op door het GLB gesteunde interventies) |
|
Brede interventietypes |
Outputindicatoren (per interventie) |
|||||||||||||||||
Bieden van steun met het oog op een levensvatbaar landbouwinkomen en veerkracht van de landbouwsector in de hele Unie om de voedselzekerheid op lange termijn alsook de landbouwdiversiteit te vergroten , en tegelijk veilig en hoogwaardig voedsel tegen eerlijke prijzen aanbieden om de afname van het aantal landbouwers om te buigen en de economische duurzaamheid van de landbouwproductie in de Unie te waarborgen |
|
|
|
GLB-steun |
|
|||||||||||||||||
|
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
|
||||||||||||||||||
|
|
|
|
|
||||||||||||||||||
|
|
|
|
|||||||||||||||||||
|
|
|
|
|||||||||||||||||||
Vergroten van de marktgerichtheid op de lokale, nationale, uniale en internationale markten, verbeteren van de marktstabilisering en het risico- en crisisbeheer, en uitbreiden van het concurrentievermogen van de landbouwbedrijven op lange termijn en de verwerkings- en marketingmogelijkheden van landbouwproducten, door sterker te focussen op kwaliteitsdifferentiatie, onderzoek, innovatie, technologie, kennisoverdracht en -uitwisseling en digitalisering, en door landbouwers vlotter toegang te bieden tot de circulaire economie |
|
|
|
Risicobeheersinstrumenten |
|
|||||||||||||||||
|
|
|
Gekoppelde steun |
|
||||||||||||||||||
Verbeteren van de onderhandelingspositie van landbouwers in de waardeketens door associatieve structuren, producentenorganisaties en collectieve onderhandelingen te stimuleren en korte toeleveringsketens te bevorderen |
|
|
|
|
|
|||||||||||||||||
|
|
|
|
|
||||||||||||||||||
|
|
|
Betalingen voor natuurlijke beperkingen en andere regiogebonden beperkingen |
|
||||||||||||||||||
bijdragen tot matiging van en aanpassing aan klimaatverandering , door de uitstoot van broeikasgassen te verminderen, onder andere door meer koolstofputten en koolstofvastlegging en -opslag in de landbouw- en levensmiddelensector, en door duurzame energie te integreren, en tegelijkertijd te zorgen voor voedselzekerheid en duurzaam beheer en bescherming van bossen, in overeenstemming met de Overeenkomst van Parijs |
|
|
|
|
|
|||||||||||||||||
|
|
|
||||||||||||||||||||
|
|
|
Betalingen voor beheersverbintenissen (milieu-klimaat, genetische hulpbronnen, dierenwelzijn) |
|
||||||||||||||||||
|
|
|
|
|
|
|||||||||||||||||
bevorderen van duurzame ontwikkeling en efficiënt beheer van natuurlijke hulpbronnen en bijdragen tot de bescherming en verbetering van de water-, bodem- en luchtkwaliteit, onder meer door een duurzaam en verminderd gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, meststoffen en antibiotica |
|
|
|
|
|
|||||||||||||||||
|
|
|
|
|
||||||||||||||||||
|
|
|
|
|
||||||||||||||||||
|
|
|
|
|
||||||||||||||||||
|
|
|
|
|
||||||||||||||||||
|
|
|
|
|
||||||||||||||||||
|
|
|
|
|
|
|||||||||||||||||
|
|
|
|
Investeringen |
|
|||||||||||||||||
|
|
|
|
|
|
|||||||||||||||||
|
|
|
|
|
|
|||||||||||||||||
|
|
|
|
|
|
|||||||||||||||||
|
|
|
|
|
|
|||||||||||||||||
|
|
|
|
|
|
|||||||||||||||||
versterken van ecosysteemdiensten en bijdragen tot het tot staan brengen en ombuigen van biodiversiteitsverlies, onder meer door nuttige soorten flora, fauna en bestuivers te beschermen, door agrobiodiversiteit, natuurbehoud en boslandbouw te bevorderen, alsook door bij te dragen tot een grotere natuurlijke veerkracht, door bodems, waterlichamen, habitats en landschappen te herstellen en in stand te houden en door landbouwsystemen met een hoge natuurwaarde te ondersteunen |
|
|
|
Vestigingssubsidies |
|
|||||||||||||||||
|
|
|
|
|||||||||||||||||||
|
|
|
|
|||||||||||||||||||
|
|
|
Samenwerking |
|
||||||||||||||||||
|
|
|
||||||||||||||||||||
|
|
|
|
|||||||||||||||||||
|
|
|
|
|
||||||||||||||||||
|
|
|
|
|
||||||||||||||||||
|
|
|
|
|
||||||||||||||||||
|
|
|
|
|
||||||||||||||||||
|
|
|
|
|
|
|||||||||||||||||
Aantrekken en ondersteunen van jonge landbouwers en nieuwe landbouwers, en de participatie van vrouwen in de landbouwsector bevorderen, vooral in de meest ontvolkte gebieden en in gebieden met natuurlijke beperkingen; vergemakkelijken van opleiding en ervaring in de hele Unie, duurzame bedrijfsontwikkeling en banencreatie in plattelandsgebieden |
|
|
|
Kennisuitwisseling en informatie |
|
|||||||||||||||||
Bevorderen van sociale en territoriale samenhang in plattelandsgebieden, onder meer door de creatie van werkgelegenheid, groei, investeringen, sociale inclusie, armoedebestrijding in plattelandsgebieden en lokale ontwikkeling, met inbegrip van hoogwaardige lokale diensten voor plattelandsgemeenschappen, met bijzondere aandacht voor gebieden met natuurlijke beperkingen; bevorderen van fatsoenlijke levens-, arbeids- en economische omstandigheden; diversifiëren van activiteiten en inkomen, met inbegrip van landbouwtoerisme, de bio-economie, circulaire economie en duurzame bosbouw, terwijl de gendergelijkheid in acht wordt genomen; gelijke kansen bevorderen in plattelandsgebieden door middel van specifieke steunmaatregelen, en het werk van vrouwen in de landbouw, de ambachten, het toerisme en de lokale diensten erkennen |
|
|
|
|
|
|||||||||||||||||
|
|
|
Horizontale indicatoren |
|
||||||||||||||||||
|
|
|
|
|
||||||||||||||||||
|
|
|
Sectorale programma’s |
|
||||||||||||||||||
|
|
|
|
|
||||||||||||||||||
Verbeteren van de reactie van de EU-landbouw op maatschappelijke eisen inzake voedsel en gezondheid, waaronder veilig, voedzaam , hoogwaardig en duurzaam voedsel, biologische landbouw, voedselverspilling, maar ook ecologische duurzaamheid, antimicrobiële resistentie en het verbeteren van het dierenwelzijn en de diergezondheid, alsook het vergroten van het maatschappelijk bewustzijn van het belang van de landbouw en de plattelandsgebieden, en tegelijk bijdragen tot de uitvoering van de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling |
|
|
|
|
|
|||||||||||||||||
|
|
|
|
|
||||||||||||||||||
|
|
|
|
|
||||||||||||||||||
|
|
|
|
Amendement 1141
Voorstel voor een verordening
Bijlage III
Door de Commissie voorgestelde tekst
BIJLAGE III
REGELS INZAKE CONDITIONALITEIT KRACHTENS ARTIKEL 11
RBE: uit de regelgeving voortvloeiende beheerseis
GLMC: normen voor een goede landbouw- en milieuconditie van grond
Gebieden |
Belangrijkste punt |
Eisen en normen |
Belangrijkste doelstelling van de norm |
|||||||
Klimaat en milieu |
Klimaatverandering (matiging van en aanpassing aan) |
GLMC 1 |
Instandhouding van blijvend grasland op basis van een verhouding blijvend grasland ten opzichte van het landbouwareaal |
Algemene waarborg tegen omschakeling naar andere landbouwtoepassingen met het oog op het behoud van de koolstofvoorraad |
||||||
GLMC 2 |
Passende bescherming van wetlands en veengebieden |
Bescherming van koolstofrijke bodems |
||||||||
GLMC 3 |
Verbod op het verbranden van stoppels, behalve om fytosanitaire redenen |
Handhaving van organisch bodemmateriaal |
||||||||
Water |
RBE 1 |
Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid: Artikel 11, lid 3, onder e), en artikel 11, lid 3, onder h), met betrekking tot verplichte vereisten ter beheersing van diffuse bronnen van vervuiling door fosfaten |
|
|||||||
RBE 2 |
Richtlijn 91/676/EEG van de Raad van 12 december 1991 inzake de bescherming van water tegen verontreinigingen door nitraten uit agrarische bronnen (PB L 375 van 31.12.1991, blz. 1): Artikelen 4 en 5 |
|
||||||||
GLMC 4 |
Aanleg van bufferstroken langs waterlopen (2) |
Bescherming van waterlopen tegen vervuiling en afvloeiing |
||||||||
GLMC 5 |
Gebruik van het landbouwbedrijfsduurzaamheidsinstrument voor nutriënten (3) |
Duurzaam beheer van nutriënten |
||||||||
Bodem (bescherming en kwaliteit) |
GLMC 6 |
Bodembewerkingsbeheer ter vermindering van het risico van bodemdegradatie, waaronder door rekening te houden met hellingen |
Minimaal grondbeheer op basis van de specifieke omstandigheden ter plaatse om erosie tegen te gaan |
|||||||
GLMC 7 |
Geen kale grond in de meest gevoelige periode(n) |
Bescherming van bodems in de winter |
||||||||
GLMC 8 |
Vruchtwisseling |
Behoud van het bodempotentieel |
||||||||
Biodiversiteit en landschap (bescherming en kwaliteit) |
RBE 3 |
Richtlijn 2009/147/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2009 inzake het behoud van de vogelstand (PB L 20 van 26.1.2010, blz. 7). Artikel 3, lid 1, artikel 3, lid 2, onder b), en artikel 4, leden 1, 2 en 4 |
|
|||||||
RBE 4 |
Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (PB L 206 van 22.7.1992, blz. 7). Artikel 6, leden 1 en 2 |
|
||||||||
GLMC 9 |
|
Instandhouding van niet-productieve kenmerken en oppervlakte ter verbetering van de biodiversiteit op landbouwbedrijven |
||||||||
GLMC 10 |
Verbod op het omzetten en ploegen van blijvend grasland in Natura 2000-gebieden |
Bescherming van habitats en soorten |
||||||||
Volksgezondheid, diergezondheid en gezondheid van planten |
Voedselveiligheid |
RBE 5 |
Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1). Artikelen 14 en 15, artikel 17, lid 1 (4), en artikelen 18, 19 en 20 |
|
||||||
RBE 6 |
Richtlijn 96/22/EG van de Raad van 29 april 1996 betreffende het verbod op het gebruik, in de veehouderij, van bepaalde stoffen met hormonale werking en van bepaalde stoffen met thyreostatische werking, alsmede van beta-agonisten, en tot intrekking van Richtlijnen 81/602/EEG, 88/146/EEG en 88/299/EEG (PB L 125 van 23.5.1996, blz. 3): Artikel 3, onder a), b), d) en e), artikelen 4, 5 en 7 |
|
||||||||
Identificatie en registratie van dieren |
RBE 7 |
Richtlijn 2008/71/EG van de Raad van 15 juli 2008 met betrekking tot de identificatie en de registratie van varkens (PB L 213 van 8.8.2008, blz. 31): Artikelen 3 , 4 en 5 |
|
|||||||
RBE 8 |
Verordening (EG) nr. 1760/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juli 2000 tot vaststelling van een identificatie- en registratieregeling voor runderen en inzake de etikettering van rundvlees en rundvleesproducten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 820/97 van de Raad (PB L 204 van 11.8.2000, blz. 1). Artikelen 4 en 7 |
|
||||||||
RBE 9 |
Verordening (EG) nr. 21/2004 van de Raad van 17 december 2003 tot vaststelling van een identificatie- en registratieregeling voor schapen en geiten en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en Richtlijnen 92/102/EEG en 64/432/EEG (PB L 5 van 9.1.2004, blz. 8): Artikelen 3 , 4 en 5: |
|
||||||||
Dierziekten |
RBE 10 |
Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën (PB L 147 van 31.5.2001, blz. 1): Artikelen 7, 11, 12, 13 en 15 |
|
|||||||
RBE 11 |
Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende overdraagbare dierziekten (PB L 84 van 31.3.2016, blz. 1) Artikel 18, lid 1, beperkt tot mond-en-klauwzeer, vesiculaire varkensziekte en blauwtong. |
|
||||||||
Gewasbeschermingsmiddelen |
RBE 12 |
Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (PB L 309 van 24.11.2009, blz. 1). Artikel 55, eerste en tweede zin |
|
|||||||
RBE 13 |
Richtlijn 2009/128/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van een kader voor communautaire actie ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van pesticiden (PB L 309 van 24.11.2009, blz. 71): Artikel 5, lid 2 en artikel 8, leden 1 tot en 5 Artikel 12 met betrekking tot beperkingen op het gebruik van pesticiden in op basis van de kaderrichtlijn water en Natura 2000-wetgeving omschreven gebieden. Artikel 13, leden 1 en 3, inzake de hantering en opslag van pesticiden en de verwijdering van resten. |
|
||||||||
Dierenwelzijn |
Dierenwelzijn |
RBE 14 |
Richtlijn 2008/119/EG van de Raad van 18 december 2008 tot vaststelling van minimumnormen ter bescherming van kalveren (PB L 10 van 15.1.2009, blz. 7): Artikelen 3 en 4 |
|
||||||
RBE 15 |
Richtlijn 2008/120/EG van de Raad van 18 december 2008 tot vaststelling van minimumnormen ter bescherming van varkens (PB L 47 van 18.2.2009, blz. 5): Artikelen 3 en 4 |
|
||||||||
RBE 16 |
Richtlijn 98/58/EG van de Raad van 20 juli 1998 tot vaststelling van minimumnormen voor de bescherming van voor landbouwdoeleinden gehouden dieren (PB L 221 van 8.8.1998, blz. 23): Artikel 4 |
|
Amendement
BIJLAGE III
REGELS INZAKE CONDITIONALITEIT KRACHTENS ARTIKEL 11
RBE: uit de regelgeving voortvloeiende beheerseis
GLMC: normen voor een goede landbouw- en milieuconditie van grond
Gebieden |
Belangrijkste punt |
Eisen en normen |
Belangrijkste doelstelling van de norm |
|||||||
Klimaat en milieu |
Klimaatverandering (matiging van en aanpassing aan) |
GLMC 1 |
Instandhouding van blijvend grasland op regionaal of nationaal niveau op basis van een verhouding blijvend grasland ten opzichte van het landbouwareaal in vergelijking met een referentiejaar vóór 2018. Maximale variatiecoëfficiënt van 5 % ten opzichte van het referentiejaar (5) . |
Algemene waarborg tegen omschakeling naar andere landbouwtoepassingen met het oog op het behoud van de koolstofvoorraad |
||||||
GLMC 2 |
Effectieve bescherming van wetlands en passend onderhoud van veengebieden |
Bescherming van koolstofrijke bodems |
||||||||
GLMC 3 |
Verbod op het verbranden van stoppels, behalve om fytosanitaire redenen |
Handhaving van organisch bodemmateriaal |
||||||||
Water |
RBE 1 |
Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid: Artikel 11, lid 3, onder e), en artikel 11, lid 3, onder h), met betrekking tot verplichte vereisten ter beheersing van diffuse bronnen van vervuiling door fosfaten |
|
|||||||
RBE 2 |
Richtlijn 91/676/EEG van de Raad van 12 december 1991 inzake de bescherming van water tegen verontreinigingen door nitraten uit agrarische bronnen (PB L 375 van 31.12.1991, blz. 1): Artikelen 4 en 5 |
|
||||||||
GLMC 4 |
Aanleg van bufferstroken langs waterlopen met een minimumbreedte van 3 m zonder gebruikmaking van pesticiden of meststoffen (6) |
Bescherming van waterlopen , de watervoorziening en ecosystemen tegen vervuiling en afvloeiing |
||||||||
Bodem (bescherming en kwaliteit) |
GLMC 6 |
Passend bodembewerkingsbeheer ter vermindering van het risico van bodemdegradatie en -verlies , waaronder door rekening te houden met hellingen |
Minimaal grondbeheer op basis van de specifieke omstandigheden ter plaatse om erosie tegen te gaan |
|||||||
GLMC 7 |
Geen kale grond in de meest gevoelige periode(n) , tenzij wanneer de grond wordt bewerkt |
Fysieke bescherming van bodems tegen erosie, instandhouding van het bodemleven |
||||||||
GLMC 8 |
Vruchtwisseling op bouwland, met inbegrip van peulgewassen, en met uitzondering van gewassen die onder water groeien |
Behoud van het bodempotentieel |
||||||||
Biodiversiteit en landschap (bescherming en kwaliteit) |
RBE 3 |
Richtlijn 2009/147/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2009 inzake het behoud van de vogelstand (PB L 20 van 26.1.2010, blz. 7). Artikel 3, lid 1, artikel 3, lid 2, onder b), en artikel 4, leden 1, 2 en 4 |
|
|||||||
RBE 4 |
Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (PB L 206 van 22.7.1992, blz. 7). Artikel 6, leden 1 en 2 |
|
||||||||
GLMC 9 |
|
Instandhouding van niet-productieve kenmerken en oppervlakte ter verbetering van de biodiversiteit op landbouwbedrijven |
||||||||
GLMC 10 |
Passende bescherming van blijvend grasland in Natura 2000-gebieden in overeenstemming met het gebiedsspecifieke beheersplan |
Bescherming van habitats en soorten , koolstofputten |
||||||||
Volksgezondheid, diergezondheid en gezondheid van planten |
Voedselveiligheid |
RBE 5 |
Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1). Artikelen 14 en 15, artikel 17, lid 1 (8), en artikelen 18, 19 en 20 |
|
||||||
RBE 6 |
Richtlijn 96/22/EG van de Raad van 29 april 1996 betreffende het verbod op het gebruik, in de veehouderij, van bepaalde stoffen met hormonale werking en van bepaalde stoffen met thyreostatische werking, alsmede van beta-agonisten, en tot intrekking van Richtlijnen 81/602/EEG, 88/146/EEG en 88/299/EEG (PB L 125 van 23.5.1996, blz. 3): Artikel 3, onder a), b), d) en e), artikelen 4, 5 en 7 |
|
||||||||
Identificatie en registratie van dieren |
RBE 7 |
Richtlijn 2008/71/EG van de Raad van 15 juli 2008 met betrekking tot de identificatie en de registratie van varkens (PB L 213 van 8.8.2008, blz. 31): Artikel 3 |
|
|||||||
RBE 8 |
Verordening (EG) nr. 1760/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juli 2000 tot vaststelling van een identificatie- en registratieregeling voor runderen en inzake de etikettering van rundvlees en rundvleesproducten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 820/97 van de Raad (PB L 204 van 11.8.2000, blz. 1). Artikel 7 |
|
||||||||
RBE 9 |
Verordening (EG) nr. 21/2004 van de Raad van 17 december 2003 tot vaststelling van een identificatie- en registratieregeling voor schapen en geiten en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en Richtlijnen 92/102/EEG en 64/432/EEG (PB L 5 van 9.1.2004, blz. 8): Artikelen 3 en 5 |
|
||||||||
Dierziekten |
RBE 10 |
Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën (PB L 147 van 31.5.2001, blz. 1): Artikelen 7, 11, 12, 13 en 15 |
|
|||||||
RBE 11 |
Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende overdraagbare dierziekten (PB L 84 van 31.3.2016, blz. 1) Artikel 18, lid 1, beperkt tot mond-en-klauwzeer, vesiculaire varkensziekte en blauwtong. |
|
||||||||
Gewasbeschermingsmiddelen |
RBE 12 |
Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (PB L 309 van 24.11.2009, blz. 1). Artikel 55, eerste en tweede zin |
|
|||||||
RBE 13 |
Richtlijn 2009/128/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van een kader voor communautaire actie ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van pesticiden (PB L 309 van 24.11.2009, blz. 71): Artikel 5, lid 2 en artikel 8, leden 1 tot en 5 Artikel 12 met betrekking tot beperkingen op het gebruik van pesticiden in op basis van de kaderrichtlijn water en Natura 2000-wetgeving omschreven gebieden. Artikel 13, leden 1 en 3, inzake de hantering en opslag van pesticiden en de verwijdering van resten. |
|
||||||||
Dierenwelzijn |
Dierenwelzijn |
RBE 14 |
Richtlijn 2008/119/EG van de Raad van 18 december 2008 tot vaststelling van minimumnormen ter bescherming van kalveren (PB L 10 van 15.1.2009, blz. 7): Artikelen 3 en 4 |
|
||||||
RBE 15 |
Richtlijn 2008/120/EG van de Raad van 18 december 2008 tot vaststelling van minimumnormen ter bescherming van varkens (PB L 47 van 18.2.2009, blz. 5): Artikelen 3 en 4 |
|
||||||||
RBE 16 |
Richtlijn 98/58/EG van de Raad van 20 juli 1998 tot vaststelling van minimumnormen voor de bescherming van voor landbouwdoeleinden gehouden dieren (PB L 221 van 8.8.1998, blz. 23): Artikel 4 |
|
Amendement 718
Voorstel voor een verordening
Bijlage IV — tabel
Door de Commissie voorgestelde tekst
IN ARTIKEL 81, LID 1, EERSTE ALINEA, BEDOELDE TOEWIJZINGEN AAN DE LIDSTATEN VOOR RECHTSTREEKSE BETALINGEN
(lopende prijzen in EUR) |
|||||||
Kalenderjaar |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 en de daaropvolgende jaren |
België |
485 603 954 |
485 603 954 |
485 603 954 |
485 603 954 |
485 603 954 |
485 603 954 |
485 603 954 |
Bulgarije |
776 281 570 |
784 748 620 |
793 215 670 |
801 682 719 |
810 149 769 |
818 616 819 |
818 616 819 |
Tsjechië |
838 844 295 |
838 844 295 |
838 844 295 |
838 844 295 |
838 844 295 |
838 844 295 |
838 844 295 |
Denemarken |
846 124 520 |
846 124 520 |
846 124 520 |
846 124 520 |
846 124 520 |
846 124 520 |
846 124 520 |
Duitsland |
4 823 107 939 |
4 823 107 939 |
4 823 107 939 |
4 823 107 939 |
4 823 107 939 |
4 823 107 939 |
4 823 107 939 |
Estland |
167 721 513 |
172 667 776 |
177 614 039 |
182 560 302 |
187 506 565 |
192 452 828 |
192 452 828 |
Ierland |
1 163 938 279 |
1 163 938 279 |
1 163 938 279 |
1 163 938 279 |
1 163 938 279 |
1 163 938 279 |
1 163 938 279 |
Griekenland |
2 036 560 894 |
2 036 560 894 |
2 036 560 894 |
2 036 560 894 |
2 036 560 894 |
2 036 560 894 |
2 036 560 894 |
Spanje |
4 768 736 743 |
4 775 898 870 |
4 783 060 997 |
4 790 223 124 |
4 797 385 252 |
4 804 547 379 |
4 804 547 379 |
Frankrijk |
7 147 786 964 |
7 147 786 964 |
7 147 786 964 |
7 147 786 964 |
7 147 786 964 |
7 147 786 964 |
7 147 786 964 |
Kroatië |
344 340 000 |
367 711 409 |
367 711 409 |
367 711 409 |
367 711 409 |
367 711 409 |
367 711 409 |
Italië |
3 560 185 516 |
3 560 185 516 |
3 560 185 516 |
3 560 185 516 |
3 560 185 516 |
3 560 185 516 |
3 560 185 516 |
Cyprus |
46 750 094 |
46 750 094 |
46 750 094 |
46 750 094 |
46 750 094 |
46 750 094 |
46 750 094 |
Letland |
299 633 591 |
308 294 625 |
316 955 660 |
325 616 694 |
334 277 729 |
342 938 763 |
342 938 763 |
Litouwen |
510 820 241 |
524 732 238 |
538 644 234 |
552 556 230 |
566 468 227 |
580 380 223 |
580 380 223 |
Luxemburg |
32 131 019 |
32 131 019 |
32 131 019 |
32 131 019 |
32 131 019 |
32 131 019 |
32 131 019 |
Hongarije |
1 219 769 672 |
1 219 769 672 |
1 219 769 672 |
1 219 769 672 |
1 219 769 672 |
1 219 769 672 |
1 219 769 672 |
Malta |
4 507 492 |
4 507 492 |
4 507 492 |
4 507 492 |
4 507 492 |
4 507 492 |
4 507 492 |
Nederland |
703 870 373 |
703 870 373 |
703 870 373 |
703 870 373 |
703 870 373 |
703 870 373 |
703 870 373 |
Oostenrijk |
664 819 537 |
664 819 537 |
664 819 537 |
664 819 537 |
664 819 537 |
664 819 537 |
664 819 537 |
Polen |
2 972 977 807 |
3 003 574 280 |
3 034 170 753 |
3 064 767 227 |
3 095 363 700 |
3 125 960 174 |
3 125 960 174 |
Portugal |
584 824 383 |
593 442 972 |
602 061 562 |
610 680 152 |
619 298 742 |
627 917 332 |
627 917 332 |
Roemenië |
1 856 172 601 |
1 883 211 603 |
1 910 250 604 |
1 937 289 605 |
1 964 328 606 |
1 991 367 607 |
1 991 367 607 |
Slovenië |
129 052 673 |
129 052 673 |
129 052 673 |
129 052 673 |
129 052 673 |
129 052 673 |
129 052 673 |
Slowakije |
383 806 378 |
388 574 951 |
393 343 524 |
398 112 097 |
402 880 670 |
407 649 243 |
407 649 243 |
Finland |
505 999 667 |
507 783 955 |
509 568 242 |
511 352 530 |
513 136 817 |
514 921 104 |
514 921 104 |
Zweden |
672 760 909 |
672 984 762 |
673 208 615 |
673 432 468 |
673 656 321 |
673 880 175 |
673 880 175 |
Amendement
IN ARTIKEL 81, LID 1, EERSTE ALINEA, BEDOELDE TOEWIJZINGEN AAN DE LIDSTATEN VOOR RECHTSTREEKSE BETALINGEN
(lopende prijzen in EUR) |
|||||||
Kalenderjaar |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 en de daaropvolgende jaren |
België |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Bulgarije |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Tsjechië |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Denemarken |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Duitsland |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Estland |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Ierland |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Griekenland |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Spanje |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Frankrijk |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Kroatië |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Italië |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Cyprus |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Letland |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Litouwen |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Luxemburg |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Hongarije |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Malta |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Nederland |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Oostenrijk |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Polen |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Portugal |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Roemenië |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Slovenië |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Slowakije |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Finland |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Zweden |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
|
|
Amendement 719
Voorstel voor een verordening
Bijlage V — tabel
Door de Commissie voorgestelde tekst
IN ARTIKEL 82, LID 1, BEDOELDE JAARLIJKSE TOEWIJZINGEN AAN DE LIDSTATEN VOOR INTERVENTIETYPES IN DE WIJNSECTOR
EUR (lopende prijzen) |
|
Bulgarije |
25 721 000 |
Tsjechië |
4 954 000 |
Duitsland |
37 381 000 |
Griekenland |
23 030 000 |
Spanje |
202 147 000 |
Frankrijk |
269 628 000 |
Kroatië |
10 410 000 |
Italië |
323 883 000 |
Cyprus |
4 465 000 |
Litouwen |
43 000 |
Hongarije |
27 970 000 |
Oostenrijk |
13 155 000 |
Portugal |
62 670 000 |
Roemenië |
45 844 000 |
Slovenië |
4 849 000 |
Slowakije |
4 887 000 |
Amendement
IN ARTIKEL 82, LID 1, BEDOELDE JAARLIJKSE TOEWIJZINGEN AAN DE LIDSTATEN VOOR INTERVENTIETYPES IN DE WIJNSECTOR
EUR (lopende prijzen) |
|
Bulgarije |
X |
Tsjechië |
X |
Duitsland |
X |
Griekenland |
X |
Spanje |
X |
Frankrijk |
X |
Kroatië |
X |
Italië |
X |
Cyprus |
X |
Litouwen |
X |
Hongarije |
X |
Oostenrijk |
X |
Portugal |
X |
Roemenië |
X |
Slovenië |
X |
Slowakije |
X |
Amendement 720
Voorstel voor een verordening
Bijlage VI — tabel
Door de Commissie voorgestelde tekst
IN ARTIKEL 81, LID 1, TWEEDE ALINEA, BEDOELDE TOEWIJZINGEN AAN DE LIDSTATEN VOOR KATOEN
(lopende prijzen in EUR) |
|||||||
Kalenderjaar |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 en de daaropvolgende jaren |
Bulgarije |
2 509 615 |
2 509 615 |
2 509 615 |
2 509 615 |
2 509 615 |
2 509 615 |
2 509 615 |
Griekenland |
180 532 000 |
180 532 000 |
180 532 000 |
180 532 000 |
180 532 000 |
180 532 000 |
180 532 000 |
Spanje |
58 565 040 |
58 565 040 |
58 565 040 |
58 565 040 |
58 565 040 |
58 565 040 |
58 565 040 |
Portugal |
174 239 |
174 239 |
174 239 |
174 239 |
174 239 |
174 239 |
174 239 |
Amendement
IN ARTIKEL 81, LID 1, TWEEDE ALINEA, BEDOELDE TOEWIJZINGEN AAN DE LIDSTATEN VOOR KATOEN
(lopende prijzen in EUR) |
|||||||
Kalenderjaar |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 en de daaropvolgende jaren |
Bulgarije |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Griekenland |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Spanje |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Portugal |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Amendement 721
Voorstel voor een verordening
Bijlage VII — tabel
Door de Commissie voorgestelde tekst
IN ARTIKEL 81, LID 1, DERDE ALINEA, BEDOELDE TOEWIJZINGEN AAN DE LIDSTATEN VOOR RECHTSTREEKSE BETALINGEN ZONDER KATOEN EN VÓÓR DE OVERDRACHT VAN DE OPBRENGST VAN DE PLAFONNERING
(lopende prijzen in EUR) |
|||||||
Kalenderjaar |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 en de daaropvolgende jaren |
België |
485 603 954 |
485 603 954 |
485 603 954 |
485 603 954 |
485 603 954 |
485 603 954 |
485 603 954 |
Bulgarije |
773 771 955 |
782 239 005 |
790 706 055 |
799 173 104 |
807 640 154 |
816 107 204 |
816 107 204 |
Tsjechië |
838 844 295 |
838 844 295 |
838 844 295 |
838 844 295 |
838 844 295 |
838 844 295 |
838 844 295 |
Denemarken |
846 124 520 |
846 124 520 |
846 124 520 |
846 124 520 |
846 124 520 |
846 124 520 |
846 124 520 |
Duitsland |
4 823 107 939 |
4 823 107 939 |
4 823 107 939 |
4 823 107 939 |
4 823 107 939 |
4 823 107 939 |
4 823 107 939 |
Estland |
167 721 513 |
172 667 776 |
177 614 039 |
182 560 302 |
187 506 565 |
192 452 828 |
192 452 828 |
Ierland |
1 163 938 279 |
1 163 938 279 |
1 163 938 279 |
1 163 938 279 |
1 163 938 279 |
1 163 938 279 |
1 163 938 279 |
Griekenland |
1 856 028 894 |
1 856 028 894 |
1 856 028 894 |
1 856 028 894 |
1 856 028 894 |
1 856 028 894 |
1 856 028 894 |
Spanje |
4 710 171 703 |
4 717 333 830 |
4 724 495 957 |
4 731 658 084 |
4 738 820 212 |
4 745 982 339 |
4 745 982 339 |
Frankrijk |
7 147 786 964 |
7 147 786 964 |
7 147 786 964 |
7 147 786 964 |
7 147 786 964 |
7 147 786 964 |
7 147 786 964 |
Kroatië |
344 340 000 |
367 711 409 |
367 711 409 |
367 711 409 |
367 711 409 |
367 711 409 |
367 711 409 |
Italië |
3 560 185 516 |
3 560 185 516 |
3 560 185 516 |
3 560 185 516 |
3 560 185 516 |
3 560 185 516 |
3 560 185 516 |
Cyprus |
46 750 094 |
46 750 094 |
46 750 094 |
46 750 094 |
46 750 094 |
46 750 094 |
46 750 094 |
Letland |
299 633 591 |
308 294 625 |
316 955 660 |
325 616 694 |
334 277 729 |
342 938 763 |
342 938 763 |
Litouwen |
510 820 241 |
524 732 238 |
538 644 234 |
552 556 230 |
566 468 227 |
580 380 223 |
580 380 223 |
Luxemburg |
32 131 019 |
32 131 019 |
32 131 019 |
32 131 019 |
32 131 019 |
32 131 019 |
32 131 019 |
Hongarije |
1 219 769 672 |
1 219 769 672 |
1 219 769 672 |
1 219 769 672 |
1 219 769 672 |
1 219 769 672 |
1 219 769 672 |
Malta |
4 507 492 |
4 507 492 |
4 507 492 |
4 507 492 |
4 507 492 |
4 507 492 |
4 507 492 |
Nederland |
703 870 373 |
703 870 373 |
703 870 373 |
703 870 373 |
703 870 373 |
703 870 373 |
703 870 373 |
Oostenrijk |
664 819 537 |
664 819 537 |
664 819 537 |
664 819 537 |
664 819 537 |
664 819 537 |
664 819 537 |
Polen |
2 972 977 807 |
3 003 574 280 |
3 034 170 753 |
3 064 767 227 |
3 095 363 700 |
3 125 960 174 |
3 125 960 174 |
Portugal |
584 650 144 |
593 268 733 |
601 887 323 |
610 505 913 |
619 124 503 |
627 743 093 |
627 743 093 |
Roemenië |
1 856 172 601 |
1 883 211 603 |
1 910 250 604 |
1 937 289 605 |
1 964 328 606 |
1 991 367 607 |
1 991 367 607 |
Slovenië |
129 052 673 |
129 052 673 |
129 052 673 |
129 052 673 |
129 052 673 |
129 052 673 |
129 052 673 |
Slowakije |
383 806 378 |
388 574 951 |
393 343 524 |
398 112 097 |
402 880 670 |
407 649 243 |
407 649 243 |
Finland |
505 999 667 |
507 783 955 |
509 568 242 |
511 352 530 |
513 136 817 |
514 921 104 |
514 921 104 |
Zweden |
672 760 909 |
672 984 762 |
673 208 615 |
673 432 468 |
673 656 321 |
673 880 175 |
673 880 175 |
Amendement
IN ARTIKEL 81, LID 1, DERDE ALINEA, BEDOELDE TOEWIJZINGEN AAN DE LIDSTATEN VOOR RECHTSTREEKSE BETALINGEN ZONDER KATOEN EN VÓÓR DE OVERDRACHT VAN DE OPBRENGST VAN DE PLAFONNERING
(lopende prijzen in EUR) |
|||||||
Kalenderjaar |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 en de daaropvolgende jaren |
België |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Bulgarije |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Tsjechië |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Denemarken |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Duitsland |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Estland |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Ierland |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Griekenland |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Spanje |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Frankrijk |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Kroatië |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Italië |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Cyprus |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Letland |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Litouwen |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Luxemburg |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Hongarije |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Malta |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Nederland |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Oostenrijk |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Polen |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Portugal |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Roemenië |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Slovenië |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Slowakije |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Finland |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Zweden |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Amendement 722
Voorstel voor een verordening
Bijlage IX — tabel
Door de Commissie voorgestelde tekst
IN ARTIKEL 83, LID 3, BEDOELDE UITSPLITSING VAN STEUN VAN DE UNIE VOOR INTERVENTIETYPES VOOR PLATTELANDSONTWIKKELING (2021 t/m 2027)
(lopende prijzen; in EUR) |
||||||||
Jaar |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
TOTAAL 2021-2027 |
België |
67 178 046 |
67 178 046 |
67 178 046 |
67 178 046 |
67 178 046 |
67 178 046 |
67 178 046 |
470 246 322 |
Bulgarije |
281 711 396 |
281 711 396 |
281 711 396 |
281 711 396 |
281 711 396 |
281 711 396 |
281 711 396 |
1 971 979 772 |
Tsjechië |
258 773 203 |
258 773 203 |
258 773 203 |
258 773 203 |
258 773 203 |
258 773 203 |
258 773 203 |
1 811 412 421 |
Denemarken |
75 812 623 |
75 812 623 |
75 812 623 |
75 812 623 |
75 812 623 |
75 812 623 |
75 812 623 |
530 688 361 |
Duitsland |
989 924 996 |
989 924 996 |
989 924 996 |
989 924 996 |
989 924 996 |
989 924 996 |
989 924 996 |
6 929 474 972 |
Estland |
87 875 887 |
87 875 887 |
87 875 887 |
87 875 887 |
87 875 887 |
87 875 887 |
87 875 887 |
615 131 209 |
Ierland |
264 670 951 |
264 670 951 |
264 670 951 |
264 670 951 |
264 670 951 |
264 670 951 |
264 670 951 |
1 852 696 657 |
Griekenland |
509 591 606 |
509 591 606 |
509 591 606 |
509 591 606 |
509 591 606 |
509 591 606 |
509 591 606 |
3 567 141 242 |
Spanje |
1 001 202 880 |
1 001 202 880 |
1 001 202 880 |
1 001 202 880 |
1 001 202 880 |
1 001 202 880 |
1 001 202 880 |
7 008 420 160 |
Frankrijk |
1 209 259 199 |
1 209 259 199 |
1 209 259 199 |
1 209 259 199 |
1 209 259 199 |
1 209 259 199 |
1 209 259 199 |
8 464 814 393 |
Kroatië |
281 341 503 |
281 341 503 |
281 341 503 |
281 341 503 |
281 341 503 |
281 341 503 |
281 341 503 |
1 969 390 521 |
Italië |
1 270 310 371 |
1 270 310 371 |
1 270 310 371 |
1 270 310 371 |
1 270 310 371 |
1 270 310 371 |
1 270 310 371 |
8 892 172 597 |
Cyprus |
15 987 284 |
15 987 284 |
15 987 284 |
15 987 284 |
15 987 284 |
15 987 284 |
15 987 284 |
111 910 988 |
Letland |
117 307 269 |
117 307 269 |
117 307 269 |
117 307 269 |
117 307 269 |
117 307 269 |
117 307 269 |
821 150 883 |
Litouwen |
195 182 517 |
195 182 517 |
195 182 517 |
195 182 517 |
195 182 517 |
195 182 517 |
195 182 517 |
1 366 277 619 |
Luxemburg |
12 290 956 |
12 290 956 |
12 290 956 |
12 290 956 |
12 290 956 |
12 290 956 |
12 290 956 |
86 036 692 |
Hongarije |
416 202 472 |
416 202 472 |
416 202 472 |
416 202 472 |
416 202 472 |
416 202 472 |
416 202 472 |
2 913 417 304 |
Malta |
12 207 322 |
12 207 322 |
12 207 322 |
12 207 322 |
12 207 322 |
12 207 322 |
12 207 322 |
85 451 254 |
Nederland |
73 151 195 |
73 151 195 |
73 151 195 |
73 151 195 |
73 151 195 |
73 151 195 |
73 151 195 |
512 058 365 |
Oostenrijk |
480 467 031 |
480 467 031 |
480 467 031 |
480 467 031 |
480 467 031 |
480 467 031 |
480 467 031 |
3 363 269 217 |
Polen |
1 317 890 530 |
1 317 890 530 |
1 317 890 530 |
1 317 890 530 |
1 317 890 530 |
1 317 890 530 |
1 317 890 530 |
9 225 233 710 |
Portugal |
493 214 858 |
493 214 858 |
493 214 858 |
493 214 858 |
493 214 858 |
493 214 858 |
493 214 858 |
3 452 504 006 |
Roemenië |
965 503 339 |
965 503 339 |
965 503 339 |
965 503 339 |
965 503 339 |
965 503 339 |
965 503 339 |
6 758 523 373 |
Slovenië |
102 248 788 |
102 248 788 |
102 248 788 |
102 248 788 |
102 248 788 |
102 248 788 |
102 248 788 |
715 741 516 |
Slowakije |
227 682 721 |
227 682 721 |
227 682 721 |
227 682 721 |
227 682 721 |
227 682 721 |
227 682 721 |
1 593 779 047 |
Finland |
292 021 227 |
292 021 227 |
292 021 227 |
292 021 227 |
292 021 227 |
292 021 227 |
292 021 227 |
2 044 148 589 |
Zweden |
211 550 876 |
211 550 876 |
211 550 876 |
211 550 876 |
211 550 876 |
211 550 876 |
211 550 876 |
1 480 856 132 |
Totaal EU-27 |
11 230 561 046 |
11 230 561 046 |
11 230 561 046 |
11 230 561 046 |
11 230 561 046 |
11 230 561 046 |
11 230 561 046 |
78 613 927 322 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Technische bijstand (0,25 %) |
28 146 770 |
28 146 770 |
28 146 770 |
28 146 770 |
28 146 770 |
28 146 770 |
28 146 770 |
197 027 390 |
Totaal |
11 258 707 816 |
11 258 707 816 |
11 258 707 816 |
11 258 707 816 |
11 258 707 816 |
11 258 707 816 |
11 258 707 816 |
78 810 954 712 |
Amendement
IN ARTIKEL 83, LID 3, BEDOELDE UITSPLITSING VAN STEUN VAN DE UNIE VOOR INTERVENTIETYPES VOOR PLATTELANDSONTWIKKELING (2021 t/m 2027)
(lopende prijzen; in EUR) |
||||||||
Jaar |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
TOTAAL 2021-2027 |
België |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Bulgarije |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Tsjechië |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Denemarken |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Duitsland |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Estland |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Ierland |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Griekenland |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Spanje |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Frankrijk |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Kroatië |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Italië |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Cyprus |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Letland |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Litouwen |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Luxemburg |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Hongarije |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Malta |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Nederland |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Oostenrijk |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Polen |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Portugal |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Roemenië |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Slovenië |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Slowakije |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Finland |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Zweden |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Totaal EU-27 |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Technische bijstand (0,25 %) |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Totaal |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Amendement 723
Voorstel voor een verordening
Bijlage IXa — tabel
Door de Commissie voorgestelde tekst
IN ARTIKEL 83, LID 3, BEDOELDE UITSPLITSING VAN STEUN VAN DE UNIE VOOR INTERVENTIETYPES VOOR PLATTELANDSONTWIKKELING (2021 t/m 2027)
(prijzen van 2018; in EUR) |
||||||||
Jaar |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
TOTAAL 2021-2027 |
België |
63 303 373 |
62 062 131 |
60 845 226 |
59 652 182 |
58 482 532 |
57 335 815 |
56 211 584 |
417 892 843 |
Bulgarije |
265 462 940 |
260 257 785 |
255 154 691 |
250 151 658 |
245 246 723 |
240 437 964 |
235 723 494 |
1 752 435 255 |
Tsjechië |
243 847 768 |
239 066 440 |
234 378 862 |
229 783 198 |
225 277 645 |
220 860 437 |
216 529 840 |
1 609 744 190 |
Denemarken |
71 439 928 |
70 039 145 |
68 665 828 |
67 319 440 |
65 999 451 |
64 705 344 |
63 436 611 |
471 605 747 |
Duitsland |
932 828 433 |
914 537 679 |
896 605 568 |
879 025 067 |
861 789 281 |
844 891 452 |
828 324 953 |
6 158 002 433 |
Estland |
82 807 411 |
81 183 737 |
79 591 899 |
78 031 273 |
76 501 248 |
75 001 224 |
73 530 611 |
546 647 403 |
Ierland |
249 405 348 |
244 515 047 |
239 720 635 |
235 020 230 |
230 411 990 |
225 894 108 |
221 464 812 |
1 646 432 170 |
Griekenland |
480 199 552 |
470 783 875 |
461 552 818 |
452 502 763 |
443 630 160 |
434 931 529 |
426 403 460 |
3 170 004 157 |
Spanje |
943 455 836 |
924 956 702 |
906 820 296 |
889 039 505 |
871 607 358 |
854 517 018 |
837 761 782 |
6 228 158 497 |
Frankrijk |
1 139 511 952 |
1 117 168 580 |
1 095 263 314 |
1 073 787 562 |
1 052 732 904 |
1 032 091 083 |
1 011 854 003 |
7 522 409 398 |
Kroatië |
265 114 382 |
259 916 061 |
254 819 668 |
249 823 204 |
244 924 709 |
240 122 264 |
235 413 984 |
1 750 134 272 |
Italië |
1 197 041 834 |
1 173 570 426 |
1 150 559 241 |
1 127 999 256 |
1 105 881 623 |
1 084 197 670 |
1 062 938 892 |
7 902 188 942 |
Cyprus |
15 065 175 |
14 769 779 |
14 480 176 |
14 196 251 |
13 917 893 |
13 644 993 |
13 377 444 |
99 451 711 |
Letland |
110 541 260 |
108 373 784 |
106 248 808 |
104 165 498 |
102 123 037 |
100 120 625 |
98 157 475 |
729 730 487 |
Litouwen |
183 924 845 |
180 318 475 |
176 782 819 |
173 316 489 |
169 918 127 |
166 586 399 |
163 319 999 |
1 214 167 153 |
Luxemburg |
11 582 043 |
11 354 944 |
11 132 298 |
10 914 018 |
10 700 017 |
10 490 213 |
10 284 523 |
76 458 056 |
Hongarije |
392 196 885 |
384 506 750 |
376 967 402 |
369 575 884 |
362 329 298 |
355 224 802 |
348 259 610 |
2 589 060 631 |
Malta |
11 503 233 |
11 277 679 |
11 056 548 |
10 839 753 |
10 627 209 |
10 418 832 |
10 214 541 |
75 937 795 |
Nederland |
68 932 004 |
67 580 397 |
66 255 291 |
64 956 167 |
63 682 517 |
62 433 840 |
61 209 647 |
455 049 863 |
Oostenrijk |
452 754 814 |
443 877 269 |
435 173 793 |
426 640 974 |
418 275 464 |
410 073 985 |
402 033 318 |
2 988 829 617 |
Polen |
1 241 877 681 |
1 217 527 138 |
1 193 654 057 |
1 170 249 075 |
1 147 303 015 |
1 124 806 877 |
1 102 751 840 |
8 198 169 683 |
Portugal |
464 767 377 |
455 654 291 |
446 719 893 |
437 960 679 |
429 373 215 |
420 954 132 |
412 700 130 |
3 068 129 717 |
Roemenië |
909 815 361 |
891 975 844 |
874 486 121 |
857 339 335 |
840 528 760 |
824 047 803 |
807 890 003 |
6 006 083 227 |
Slovenië |
96 351 317 |
94 462 075 |
92 609 878 |
90 793 998 |
89 013 723 |
87 268 356 |
85 557 212 |
636 056 559 |
Slowakije |
214 550 513 |
210 343 640 |
206 219 255 |
202 175 740 |
198 211 510 |
194 325 010 |
190 514 716 |
1 416 340 384 |
Finland |
275 178 124 |
269 782 474 |
264 492 622 |
259 306 492 |
254 222 051 |
249 237 305 |
244 350 299 |
1 816 569 367 |
Zweden |
199 349 116 |
195 440 310 |
191 608 147 |
187 851 124 |
184 167 769 |
180 556 636 |
177 016 310 |
1 315 989 412 |
Totaal EU-27 |
10 582 808 505 |
10 375 302 457 |
10 171 865 154 |
9 972 416 815 |
9 776 879 229 |
9 585 175 716 |
9 397 231 093 |
69 861 678 969 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Technische bijstand (0,25 %) |
26 523 330 |
26 003 264 |
25 493 396 |
24 993 526 |
24 503 457 |
24 022 997 |
23 551 958 |
175 091 928 |
Totaal |
10 609 331 835 |
10 401 305 721 |
10 197 358 550 |
9 997 410 341 |
9 801 382 686 |
9 609 198 713 |
9 420 783 051 |
70 036 770 897 |
Amendement
IN ARTIKEL 83, LID 3, BEDOELDE UITSPLITSING VAN STEUN VAN DE UNIE VOOR INTERVENTIETYPES VOOR PLATTELANDSONTWIKKELING (2021 t/m 2027)
(prijzen van 2018; in EUR) |
||||||||
Jaar |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
TOTAAL 2021-2027 |
België |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Bulgarije |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Tsjechië |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Denemarken |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Duitsland |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Estland |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Ierland |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Griekenland |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Spanje |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Frankrijk |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Kroatië |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Italië |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Cyprus |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Letland |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Litouwen |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Luxemburg |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Hongarije |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Malta |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Nederland |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Oostenrijk |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Polen |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Portugal |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Roemenië |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Slovenië |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Slowakije |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Finland |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Zweden |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Totaal EU-27 |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Technische bijstand (0,25 %) |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Totaal |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Amendement 725
Voorstel voor een verordening
Bijlage IXa bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst
/
Amendement
Bijlage IXa bis
STEUNBEDRAGEN VOOR BEPAALDE INTERVENTIETYPES VOOR PLATTELANDSONTWIKKELING
Artikel |
Onderwerp |
Minimale/maximale bedragen in EUR of percentages |
|
Artikel 65 |
Steun voor maatregelen met het oog op agro-ecologische duurzaamheid, matiging van en aanpassing aan klimaatverandering en andere beheersverbintenissen |
600 (*2) |
Maximum per ha per jaar voor eenjarige teelten |
|
900 (*2) |
Maximum per ha per jaar voor gespecialiseerde blijvende teelten |
|
|
450 (*2) |
Maximum per ha per jaar voor andere vormen van grondgebruik |
|
|
200 (*2) |
Maximum per grootvee-eenheid (“GVE”) per jaar voor plaatselijke rassen die voor landbouwers verloren dreigen te gaan |
|
|
500 |
Maximum per GVE voor maatregelen ten behoeve van het dierenwelzijn |
|
|
200 (*2) |
Maximum per ha per jaar voor maatregelen ten behoeve van bos-, milieu- en klimaatdiensten en bosinstandhouding |
|
Artikel 66 |
Steun voor natuurlijke beperkingen of andere gebiedsspecifieke beperkingen |
25 |
Minimum per ha per jaar, van het gemiddelde in het gebied waar de begunstigde die steun ontvangt, is gevestigd |
|
250 (*2) |
Maximum per ha per jaar |
|
|
450 (*2) |
Maximum per ha per jaar in berggebieden in de zin van artikel 32, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1305/2013 |
|
Artikel 67 |
Steun voor gebiedsspecifieke nadelen als gevolg van bepaalde verplichte vereisten |
500 (*2) |
Maximum per ha per jaar in de eerste periode van ten hoogste vijf jaar |
|
200 (*2) |
Maximum per ha per jaar |
|
|
50 (*3) |
Minimum per ha per jaar voor betalingen in het kader van de kaderrichtlijn water |
|
Artikel 68 |
Steun voor investeringen |
55 % |
Maximaal percentage van de subsidiabele kosten Dit percentage mag overeenkomstig artikel 68, lid 4, worden verhoogd |
Artikel 68 bis |
Steun voor investeringen in irrigatie |
75 % |
Maximaal percentage van de subsidiabele kosten |
Artikel 69 |
Steun voor de vestiging van jonge landbouwers en nieuwe landbouwers, en voor het opstarten en ontwikkelen van duurzame plattelandsbedrijven |
100 000 |
Maximum per begunstigde |
Artikel 69 bis |
Steun voor de toepassing van digitale technologieën |
70 % |
Maximaal percentage van de subsidiabele kosten |
Artikel 70 |
Steun voor risicobeheersinstrumenten |
70 % |
Maximaal percentage van de subsidiabele kosten |
Artikel 71 |
Samenwerking: steun voor kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen |
3 000 |
Maximum per bedrijf per jaar |
|
70 % |
Van de subsidiabele kosten voor voorlichtings- en afzetbevorderingsacties |
|
Samenwerking: steun voor de oprichting van producentengroeperingen en -organisaties |
10 % |
Als percentage van de in de eerste vijf jaar na de erkenning afgezette productie. De steun is degressief |
|
|
100 000 |
Maximumbedrag per jaar in alle gevallen |
|
Artikel 72 |
Steun voor adviesdiensten |
1 500 |
Maximumbedrag per advies |
|
200 000 |
Maximumbedrag per drie jaar voor de opleiding van adviseurs |
|
Steun voor andere kennisuitwisselings- en voorlichtingsdiensten |
100 % |
Maximaal percentage van de subsidiabele kosten |
Amendement 724
Voorstel voor een verordening
Bijlage X — tabel
Door de Commissie voorgestelde tekst
IN ARTIKEL 86, LID 5, BEDOELDE MIMIMUMBEDRAGEN UITGETROKKEN VOOR DE DOELSTELLING “AANTREKKEN VAN JONGE LANDBOUWERS EN VERGEMAKKELIJKEN VAN BEDRIJFSONTWIKKELING”
(lopende prijzen, in EUR) |
|||||||
Kalenderjaar |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 en de daaropvolgende jaren |
België |
9 712 079 |
9 712 079 |
9 712 079 |
9 712 079 |
9 712 079 |
9 712 079 |
9 712 079 |
Bulgarije |
15 475 439 |
15 644 780 |
15 814 121 |
15 983 462 |
16 152 803 |
16 322 144 |
16 322 144 |
Tsjechië |
16 776 886 |
16 776 886 |
16 776 886 |
16 776 886 |
16 776 886 |
16 776 886 |
16 776 886 |
Denemarken |
16 922 490 |
16 922 490 |
16 922 490 |
16 922 490 |
16 922 490 |
16 922 490 |
16 922 490 |
Duitsland |
96 462 159 |
96 462 159 |
96 462 159 |
96 462 159 |
96 462 159 |
96 462 159 |
96 462 159 |
Estland |
3 354 430 |
3 453 356 |
3 552 281 |
3 651 206 |
3 750 131 |
3 849 057 |
3 849 057 |
Ierland |
23 278 766 |
23 278 766 |
23 278 766 |
23 278 766 |
23 278 766 |
23 278 766 |
23 278 766 |
Griekenland |
37 120 578 |
37 120 578 |
37 120 578 |
37 120 578 |
37 120 578 |
37 120 578 |
37 120 578 |
Spanje |
94 203 434 |
94 346 677 |
94 489 919 |
94 633 162 |
94 776 404 |
94 919 647 |
94 919 647 |
Frankrijk |
142 955 739 |
142 955 739 |
142 955 739 |
142 955 739 |
142 955 739 |
142 955 739 |
142 955 739 |
Kroatië |
6 886 800 |
7 354 228 |
7 354 228 |
7 354 228 |
7 354 228 |
7 354 228 |
7 354 228 |
Italië |
71 203 710 |
71 203 710 |
71 203 710 |
71 203 710 |
71 203 710 |
71 203 710 |
71 203 710 |
Cyprus |
935 002 |
935 002 |
935 002 |
935 002 |
935 002 |
935 002 |
935 002 |
Letland |
5 992 672 |
6 165 893 |
6 339 113 |
6 512 334 |
6 685 555 |
6 858 775 |
6 858 775 |
Litouwen |
10 216 405 |
10 494 645 |
10 772 885 |
11 051 125 |
11 329 365 |
11 607 604 |
11 607 604 |
Luxemburg |
642 620 |
642 620 |
642 620 |
642 620 |
642 620 |
642 620 |
642 620 |
Hongarije |
24 395 393 |
24 395 393 |
24 395 393 |
24 395 393 |
24 395 393 |
24 395 393 |
24 395 393 |
Malta |
90 150 |
90 150 |
90 150 |
90 150 |
90 150 |
90 150 |
90 150 |
Nederland |
14 077 407 |
14 077 407 |
14 077 407 |
14 077 407 |
14 077 407 |
14 077 407 |
14 077 407 |
Oostenrijk |
13 296 391 |
13 296 391 |
13 296 391 |
13 296 391 |
13 296 391 |
13 296 391 |
13 296 391 |
Polen |
59 459 556 |
60 071 486 |
60 683 415 |
61 295 345 |
61 907 274 |
62 519 203 |
62 519 203 |
Portugal |
11 693 003 |
11 865 375 |
12 037 746 |
12 210 118 |
12 382 490 |
12 554 862 |
12 554 862 |
Roemenië |
37 123 452 |
37 664 232 |
38 205 012 |
38 745 792 |
39 286 572 |
39 827 352 |
39 827 352 |
Slovenië |
2 581 053 |
2 581 053 |
2 581 053 |
2 581 053 |
2 581 053 |
2 581 053 |
2 581 053 |
Slowakije |
7 676 128 |
7 771 499 |
7 866 870 |
7 962 242 |
8 057 613 |
8 152 985 |
8 152 985 |
Finland |
10 119 993 |
10 155 679 |
10 191 365 |
10 227 051 |
10 262 736 |
10 298 422 |
10 298 422 |
Zweden |
13 455 218 |
13 459 695 |
13 464 172 |
13 468 649 |
13 473 126 |
13 477 604 |
13 477 604 |
Amendement
IN ARTIKEL 86, LID 4, BEDOELDE MINIMUMBEDRAGEN UITGETROKKEN VOOR JONGE LANDBOUWERS
(lopende prijzen, in EUR) |
|||||||
Kalenderjaar |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 en de daaropvolgende jaren |
België |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Bulgarije |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Tsjechië |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Denemarken |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Duitsland |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Estland |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Ierland |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Griekenland |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Spanje |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Frankrijk |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Kroatië |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Italië |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Cyprus |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Letland |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Litouwen |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Luxemburg |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Hongarije |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Malta |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Nederland |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Oostenrijk |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Polen |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Portugal |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Roemenië |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Slovenië |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Slowakije |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Finland |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Zweden |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Amendement 844
Voorstel voor een verordening
Bijlage XI
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
BIJLAGE XI |
BIJLAGE XI |
||||
EU-WETGEVING BETREFFENDE MILIEU EN KLIMAAT AAN DE DOELSTELLINGEN WAARVAN DE STRATEGISCHE GLB-PLANNEN VAN DE LIDSTATEN ZOUDEN MOETEN BIJDRAGEN KRACHTENS DE ARTIKELEN 96, 97 en 103 |
EU-WETGEVING BETREFFENDE MILIEU EN KLIMAAT AAN DE DOELSTELLINGEN WAARVAN DE STRATEGISCHE GLB-PLANNEN VAN DE LIDSTATEN ZOUDEN MOETEN BIJDRAGEN KRACHTENS DE ARTIKELEN 96, 97 en 103 |
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
Amendement 1155
Voorstel voor een verordening
Bijlage XII
Door de Commissie voorgestelde tekst
BIJLAGE XII
VERSLAGLEGGING OP BASIS VAN EEN KERNREEKS VAN INDICATOREN KRACHTENS ARTIKEL 128
I Indicatoren voor het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo)
Doelstellingen |
KERNREEKS VAN INDICATOREN |
||
Bieden van steun met het oog op een levensvatbaar landbouwinkomen en veerkracht in de hele Unie om de voedselzekerheid te vergroten; |
|
||
|
|||
Vergroten van de marktgerichtheid en van het concurrentievermogen, onder meer door een grotere nadruk op en het meer ingang doen vinden van onderzoek, technologie en digitalisering; |
|
||
Verbeteren van de positie van de landbouwers in de waardeketen ; |
|
||
Bijdragen tot matiging van en aanpassing aan klimaatverandering en tot duurzame energie; |
|
||
Bevorderen van duurzame ontwikkeling en efficiënt beheer van natuurlijke hulpbronnen , zoals water, bodem en lucht ; |
|
||
|
|||
Bijdragen tot de bescherming van de biodiversiteit, versterken van ecosysteemdiensten en in stand houden van habitats en landschappen; |
|
||
Aantrekken van jonge landbouwers en vergemakkelijken van bedrijfsontwikkeling; |
|
||
Bevorderen van de werkgelegenheid, groei, sociale inclusie en lokale ontwikkeling in plattelandsgebieden , met inbegrip van bio-economie en duurzame bosbouw; |
|
||
|
|||
Verbeteren van de reactie van de EU-landbouw op maatschappelijke eisen inzake voedsel en gezondheid, waaronder veilig, voedzaam en duurzaam voedsel, en inzake dierenwelzijn. |
|
Amendement
BIJLAGE XII
VERSLAGLEGGING OP BASIS VAN EEN KERNREEKS VAN INDICATOREN KRACHTENS ARTIKEL 128
I Indicatoren voor het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo)
Doelstellingen |
KERNREEKS VAN INDICATOREN |
||
Bieden van steun met het oog op een levensvatbaar landbouwinkomen en veerkracht van de landbouwsector in de hele Unie om de voedselzekerheid op lange termijn alsook de landbouwdiversiteit te vergroten , en tegelijk veilig en hoogwaardig voedsel tegen eerlijke prijzen aanbieden om de afname van het aantal landbouwers om te buigen en de economische duurzaamheid van de landbouwproductie in de Unie te waarborgen |
|
||
|
|||
Vergroten van de marktgerichtheid op de lokale, nationale, uniale en internationale markten, verbeteren van de marktstabilisering en het risico- en crisisbeheer, en uitbreiden van het concurrentievermogen van de landbouwbedrijven op lange termijn en de verwerkings- en afzetmogelijkheden van landbouwproducten , door sterker te focussen op kwaliteitsdifferentiatie, onderzoek, innovatie, technologie , kennisoverdracht en -uitwisseling en digitalisering , en door landbouwers vlotter toegang te bieden tot de circulaire economie |
|
||
Verbeteren van de onderhandelingspositie van landbouwers in de waardeketens door associatieve structuren, producentenorganisaties en collectieve onderhandelingen te stimuleren en korte toeleveringsketens te bevorderen |
|
||
Bijdragen tot matiging van en aanpassing aan klimaatverandering , door de uitstoot van broeikasgassen te verminderen, onder andere door meer koolstofputten en koolstofvastlegging en -opslag in de landbouw- en levensmiddelensector, en door duurzame energie te integreren, en tegelijkertijd te zorgen voor voedselzekerheid en duurzaam beheer en bescherming van bossen, in overeenstemming met de Overeenkomst van Parijs |
|
||
Bevorderen van duurzame ontwikkeling en efficiënt beheer van natuurlijke hulpbronnen en bijdragen tot de bescherming en verbetering van de water-, bodem- en luchtkwaliteit, onder meer door een duurzaam en verminderd gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, meststoffen en antibiotica |
|
||
|
|||
Bijdragen tot matiging van en aanpassing aan klimaatverandering , door de uitstoot van broeikasgassen te verminderen, onder andere door meer koolstofputten en koolstofvastlegging en -opslag in de landbouw- en levensmiddelensector, en door duurzame energie te integreren, en tegelijkertijd te zorgen voor voedselzekerheid en duurzaam beheer en bescherming van bossen, in overeenstemming met de Overeenkomst van Parijs |
|
||
Aantrekken en ondersteunen van jonge landbouwers en nieuwe landbouwers, en de participatie van vrouwen in de landbouwsector bevorderen, vooral in de meest ontvolkte gebieden en in gebieden met natuurlijke beperkingen; vergemakkelijken van opleiding en ervaring in de hele Unie, duurzame bedrijfsontwikkeling en banencreatie in plattelandsgebieden |
|
||
Bevorderen van sociale en territoriale samenhang in plattelandsgebieden, onder meer door de creatie van werkgelegenheid, groei, investeringen, sociale inclusie , armoedebestrijding in plattelandsgebieden en lokale ontwikkeling , met inbegrip van hoogwaardige lokale diensten voor plattelandsgemeenschappen, met bijzondere aandacht voor gebieden met natuurlijke beperkingen; bevorderen van fatsoenlijke levens-, arbeids- en economische omstandigheden; diversifiëren van activiteiten en inkomen, met inbegrip van landbouwtoerisme, duurzame bio-economie , circulaire economie en duurzame bosbouw , terwijl de gendergelijkheid in acht wordt genomen ; gelijke kansen bevorderen in plattelandsgebieden door middel van specifieke steunmaatregelen, en het werk van vrouwen in de landbouw, de ambachten, het toerisme en de lokale diensten erkennen |
|
||
|
|||
Verbeteren van de reactie van de EU-landbouw op maatschappelijke eisen inzake voedsel en gezondheid, waaronder veilig, voedzaam , hoogwaardig en duurzaam voedsel, biologische landbouw, voedselverspilling, maar ook ecologische duurzaamheid, antimicrobiële resistentie en het verbeteren van het dierenwelzijn en de diergezondheid, alsook het vergroten van het maatschappelijk bewustzijn van het belang van de landbouw en de plattelandsgebieden, en tegelijk bijdragen tot de uitvoering van de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling |
|
(*1) Verwijzingen naar 'cp' in de kopjes van goedgekeurde amendementen worden opgevat als het overeenkomstige deel van deze amendementen.
(1) De zaak werd voor interinstitutionele onderhandelingen terugverwezen naar de bevoegde commissie op grond van artikel 59, lid 4, vierde alinea, van het Reglement (A8-0200/2019).
(1 bis) Richtlijn 2010/41/EU van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2010 betreffende de toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van zelfstandig werkzame mannen en vrouwen en tot intrekking van Richtlijn 86/613/EEG van de Raad (PB L 180 van 15.7.2010, blz. 1).
(11) Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (PB L 206 van 22.7.1992, blz. 7).
(12) Richtlijn 2009/147/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2009 inzake het behoud van de vogelstand (PB L 20 van 26.1.2010, blz. 7).
(13) Richtlijn 91/676/EEG van de Raad van 12 december 1991 inzake de bescherming van water tegen verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen (PB L 375 van 31.12.1991, blz. 1).
(14) Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).
(15) Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid (PB L 327 van 22.12.2000, blz. 1).
(16) Richtlijn 2009/128/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van een kader voor communautaire actie ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van pesticiden (PB L 309 van 24.11.2009, blz. 71).
(11) Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (PB L 206 van 22.7.1992, blz. 7).
(12) Richtlijn 2009/147/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2009 inzake het behoud van de vogelstand (PB L 20 van 26.1.2010, blz. 7).
(13) Richtlijn 91/676/EEG van de Raad van 12 december 1991 inzake de bescherming van water tegen verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen (PB L 375 van 31.12.1991, blz. 1).
(14) Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).
(15) Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid (PB L 327 van 22.12.2000, blz. 1).
(16) Richtlijn 2009/128/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van een kader voor communautaire actie ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van pesticiden (PB L 309 van 24.11.2009, blz. 71).
(17) Memorandum van Overeenstemming betreffende bepaalde oliehoudende zaden tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika in het kader van de GATT (PB L 147 van 18.6.1993).
(1 bis) Verordening (EU) 2018/841 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 inzake de opname van broeikasgasemissies en verwijderingen door landgebruik, verandering in landgebruik en bosbouw in het klimaat- en energiekader 2030, en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 525/2013 en Besluit nr. 529/2013/EU (PB L 156 van 19.6.2018, blz. 1)
(1 bis) Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (PB L 206 van 22.7.1992, blz. 7).
(1 bis) Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1).
(1 bis) Verordening (EU) nr. 229/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 13 maart 2013 houdende specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de kleinere eilanden in de Egeïsche Zee en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1405/2006 van de Raad (PB L 78 van 20.3.2013, blz. 41).
(1 bis) Verordening (EG) nr. 1059/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 26 mei 2003 betreffende de opstelling van een gemeenschappelijke nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS) (PB L 154 van 21.6.2003, blz. 1).
(1 bis) Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van Richtlijn 2001/77/EG en Richtlijn 2003/30/EG (PB L 140 van 5.6.2009, blz. 16).
(19) Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1).
(20) Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).
(19) Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39) .
(20) Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).
(22) Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
(22) Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
(26) Verordening (EU) […/…] van het Europees Parlement en de Raad van [datum] [volledige titel] (PB L).
(26) Verordening (EU) […/…] van het Europees Parlement en de Raad van [datum] [volledige titel] (PB L).
(28) Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) en tot wijziging en instelling van een aantal verordeningen (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).
(29) Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) (PB L 277 van 21.10.2005, blz. 1).
(28) Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) en tot wijziging en instelling van een aantal verordeningen (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).
(29) Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) (PB L 277 van 21.10.2005, blz. 1).
(1 bis) Verordening (EU) 2018/848 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad (PB L 150 van 14.6.2018, blz. 1).
(30) Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (PB L 309 van 24.11.2009, blz. 1).
(30) Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (PB L 309 van 24.11.2009, blz. 1).
(31) “Een Europees “één gezondheid”-actieplan tegen antimicrobiële resistentie (AMR)” (COM(2017)0339).
(31) “Een Europees “één gezondheid”-actieplan tegen antimicrobiële resistentie (AMR)” (COM(2017)0339).
(38) Voorstel voor een verordening van de Raad tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2021-2027; Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s, COM(2018)0322.
(38) Voorstel voor een verordening van de Raad tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2021-2027; Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s, COM(2018)0322.
(40) Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 betreffende de Europese statistiek en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1101/2008 betreffende de toezending van onder de statistische geheimhoudingsplicht vallende gegevens aan het Bureau voor de Statistiek van de Europese Gemeenschappen, Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad betreffende de communautaire statistiek en Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad tot oprichting van een Comité statistisch programma van de Europese Gemeenschappen (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 164).
(40) Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 betreffende de Europese statistiek en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1101/2008 betreffende de toezending van onder de statistische geheimhoudingsplicht vallende gegevens aan het Bureau voor de Statistiek van de Europese Gemeenschappen, Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad betreffende de communautaire statistiek en Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad tot oprichting van een Comité statistisch programma van de Europese Gemeenschappen (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 164).
(2) De GLMC-bufferstroken moeten zowel binnen als buiten de voor verontreiniging kwetsbare zones die zijn aangewezen overeenkomstig artikel 3, lid 2, van Richtlijn 91/676/EEG, ten minste voldoen aan de eisen in verband met de voorwaarden voor het op of in de bodem brengen van meststoffen in de nabijheid van waterlopen, genoemd in punt A.4 van bijlage II bij Richtlijn 91/676/EEG. Deze eisen moeten worden toegepast overeenkomstig de actieprogramma’s van de lidstaten die zijn vastgesteld overeenkomstig artikel 5, lid 4, van Richtlijn 91/676/EEG.
(3) Het instrument bevat ten minste de volgende elementen en functionaliteiten:
a) |
Elementen
|
b) |
Functionaliteiten
|
(4) Zoals uitgevoerd bij met name:
— |
Artikel 14 van Verordening (EG) nr. 470/2009 en de bijlage bij Verordening (EG) nr. 37/2010; |
— |
Verordening (EG) nr. 852/2004: Artikel 4, lid 1, en bijlage I, deel A (II 4 (g, h, j), 5 (f, h), 6; III 8 (a, b, d, e), 9 (a, c)), |
— |
Verordening (EG) nr. 853/2004: Artikel 3, lid 1, en bijlage III, afdeling IX, hoofdstuk 1 (I-1 b, c, d, e; I-2 a (i, ii, iii), b (i, ii), c; I-3; I-4; I-5; II-A 1, 2, 3, 4; II-B 1(a, d), 2, 4 (a, b)), bijlage III afdeling X hoofdstuk 1(1), |
— |
Verordening (EG) nr. 183/2005: Artikel 5, lid 1, en bijlage I, deel A, (I-4 e, g; II-2 a, b, e), artikel 5, lid 5 en bijlage III (onder het kopje “VOEDERING”, punt 1 getiteld “Opslag”, eerste en laatste zin, en punt 2 getiteld “Distributie”, derde zin), artikel 5, lid 6, en |
— |
Verordening (EG) nr. 396/2005: Artikel 18. |
(5) Er moet op worden toegezien dat er geen sprake is van verlies van totaal blijvend grasland op regionaal en/of nationaal niveau.
(6) Lidstaten waar ontwaterings- en irrigatiesloten van betekenis aanwezig zijn, kunnen, indien dit voor het gebied in kwestie naar behoren gerechtvaardigd is, de minimumbreedte aanpassen in overeenstemming met de specifieke plaatselijke omstandigheden.
(7) Met gebruikmaking van de bestaande flexibiliteit van Verordening (EU) nr. 1307/2013, artikel 46
(8) Zoals uitgevoerd bij met name:
— |
Artikel 14 van Verordening (EG) nr. 470/2009 en de bijlage bij Verordening (EG) nr. 37/2010; |
— |
Verordening (EG) nr. 852/2004: artikel 4, lid 1, en bijlage I, deel A (II 4 (g, h, j), 5 (f, h), 6; III 8 (a, b, d, e), 9 (a, c)), |
— |
Verordening (EG) nr. 853/2004: Artikel 3, lid 1, en bijlage III, afdeling IX, hoofdstuk 1 (I-1 b, c, d, e; I-2 a (i, ii, iii), b (i, ii), c; I-3; I-4; I-5; II-A 1, 2, 3, 4; II-B 1(a, d), 2, 4 (a, b)), bijlage III afdeling X hoofdstuk 1(1), |
— |
Verordening (EG) nr. 183/2005: Artikel 5, lid 1, en bijlage I, deel A, (I-4 e, g; II-2 a, b, e), artikel 5, lid 5 en bijlage III (onder het kopje “VOEDERING”, punt 1 getiteld “Opslag”, eerste en laatste zin, en punt 2 getiteld “Distributie”, derde zin), artikel 5, lid 6, en |
— |
Verordening (EG) nr. 396/2005: Artikel 18. |
(9) De cijfers in “prijzen van 2018” zijn ter informatie opgenomen; ze zijn indicatief en niet juridisch bindend.
(10) De cijfers in “prijzen van 2018” zijn ter informatie opgenomen; ze zijn indicatief en niet juridisch bindend.
(*2) In met redenen omklede gevallen mogen deze bedragen worden verhoogd op grond van specifieke omstandigheden die in de programma's voor plattelandsontwikkeling moeten worden aangetoond.
(*3) In met redenen omklede gevallen mogen deze bedragen worden verminderd op grond van specifieke omstandigheden die in de programma's voor plattelandsontwikkeling moeten worden aangetoond.