EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62007CA0502

Zaak C-502/07: Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 15 januari 2009 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Naczelny Sąd Administracyjny — Republiek Polen) — K-1 sp. z o.o./Dyrektor Izby Skarbowej w Bydgoszczy (Btw — Onregelmatigheden in aangifte van belastingplichtige — Aanvullende belasting)

PB C 55 van 7.3.2009, p. 4–4 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

7.3.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 55/4


Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 15 januari 2009 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Naczelny Sąd Administracyjny — Republiek Polen) — K-1 sp. z o.o./Dyrektor Izby Skarbowej w Bydgoszczy

(Zaak C-502/07) (1)

(Btw - Onregelmatigheden in aangifte van belastingplichtige - Aanvullende belasting)

(2009/C 55/05)

Procestaal: Pools

Verwijzende rechter

Naczelny Sąd Administracyjny

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: K-1 sp. z o.o.

Verwerende partij: Dyrektor Izby Skarbowej w Bydgoszczy

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Naczelny Sąd Administracyjny (Polen) — Uitlegging van artikel 2, eerste en tweede alinea, van de Eerste richtlijn (67/227/EEG) van de Raad van 11 april 1967 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting (PB L 71, blz. 1301), alsmede van de artikelen 2, 10, eerste alinea, sub a, en tweede alinea, 27, eerste alinea, en 33 van de Zesde richtlijn (77/388/EEG) van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (PB L 145, blz. 1) — Nationale wettelijke regeling waarbij een bijkomende belastingschuld wordt opgelegd indien onregelmatigheden in de aangifte van de btw-plichtige worden vastgesteld

Dictum

1)

Het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde, zoals omschreven in artikel 2, eerste en tweede alinea, van de Eerste richtlijn (67/227/EEG) van de Raad van 11 april 1967 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting en in de artikelen 2 en 10, leden 1, sub a, en 2 van de Zesde richtlijn (77/388/EEG) van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag, zoals gewijzigd bij richtlijn 2004/66/EG van de Raad van 26 april 2004, staat niet eraan in de weg dat een lidstaat in zijn wettelijke regeling bepaalt dat aan de btw-plichtigen een bestuurlijke sanctie als de „bijkomende belastingschuld” bedoeld in artikel 109, leden 5 en 6, van de wet inzake de belasting op goederen en diensten (ustawa o podatku od towarów i usług) van 11 maart 2004 kan worden opgelegd.

2)

Bepalingen als die van artikel 109, leden 5 en 6, van de wet inzake de belasting op goederen en diensten van 11 maart 2004 vormen geen „bijzondere […] afwijkende maatregelen” die erop gericht zijn, bepaalde vormen van belastingfraude of ontwijking te voorkomen, in de zin van artikel 27, lid 1, van de Zesde richtlijn (77/388), zoals gewijzigd.

3)

Artikel 33 van de Zesde richtlijn (77/388), zoals gewijzigd, staat niet in de weg aan de handhaving van bepalingen als die van artikel 109, leden 5 en 6, van de wet inzake de belasting op goederen en diensten van 11 maart 2004.


(1)  PB C 22 van 26.1.2008.


Top