EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62021CA0402

Zaak C-402/21, Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid e.a. (Intrekking van het verblijfsrecht van een Turkse werknemer): Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 9 februari 2023 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Raad van State — Nederland) — Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid/S en E, C/Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid (Prejudiciële verwijzing – Associatieovereenkomst EEG-Turkije – Besluit nr. 1/80 – Artikelen 6 en 7 – Turkse onderdanen die reeds tot de arbeidsmarkt van de lidstaat van ontvangst behoren en een daarmee samenhangend verblijfsrecht hebben – Besluiten van de nationale autoriteiten waarbij het verblijfsrecht van Turkse onderdanen die al meer dan twintig jaar legaal in de betrokken lidstaat verblijven, wordt ingetrokken op grond dat zij een actuele, werkelijke en voldoende ernstige bedreiging vormen voor een fundamenteel belang van de samenleving – Artikel 13 – ‚Standstill’-clausule – Artikel 14 – Rechtvaardiging – Redenen van openbare orde)

PB C 112 van 27.3.2023, p. 3–3 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

27.3.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 112/3


Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 9 februari 2023 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Raad van State — Nederland) — Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid/S en E, C/Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid

[Zaak C-402/21 (1), Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid e.a. (Intrekking van het verblijfsrecht van een Turkse werknemer)]

(Prejudiciële verwijzing - Associatieovereenkomst EEG-Turkije - Besluit nr. 1/80 - Artikelen 6 en 7 - Turkse onderdanen die reeds tot de arbeidsmarkt van de lidstaat van ontvangst behoren en een daarmee samenhangend verblijfsrecht hebben - Besluiten van de nationale autoriteiten waarbij het verblijfsrecht van Turkse onderdanen die al meer dan twintig jaar legaal in de betrokken lidstaat verblijven, wordt ingetrokken op grond dat zij een actuele, werkelijke en voldoende ernstige bedreiging vormen voor een fundamenteel belang van de samenleving - Artikel 13 - ‚Standstill’-clausule - Artikel 14 - Rechtvaardiging - Redenen van openbare orde)

(2023/C 112/03)

Procestaal: Nederlands

Verwijzende rechter

Raad van State

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partijen: Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E, C

Verwerende partijen: S, Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid

Dictum

1)

Artikel 13 van besluit nr. 1/80 van de Associatieraad van 19 september 1980 betreffende de ontwikkeling van de associatie tussen de Europese Economische Gemeenschap en Turkije

moet aldus worden uitgelegd dat

het kan worden ingeroepen door Turkse staatsburgers die de in artikel 6 of artikel 7 van dit besluit neergelegde rechten genieten.

2)

Artikel 14 van besluit nr. 1/80

moet aldus worden uitgelegd dat

Turkse staatsburgers die volgens de bevoegde nationale autoriteiten van de betrokken lidstaat een werkelijke, actuele en voldoende ernstige bedreiging voor een belang van de samenleving vormen, zich op artikel 13 van dat besluit kunnen beroepen om te voorkomen dat op hen een “nieuwe beperking” in de zin van deze bepaling wordt toegepast op basis waarvan die autoriteiten hun verblijfsrecht om redenen van openbare orde kunnen beëindigen. Een dergelijke beperking kan op grond van artikel 14 van dat besluit gerechtvaardigd zijn voor zover zij geschikt is om de verwezenlijking van het nagestreefde doel van bescherming van de openbare orde te waarborgen en niet verder gaat dan noodzakelijk is om dat doel te bereiken.


(1)  PB C 391 van 27.9.2021.


Top