EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62015CN0692

Zaak C-692/15: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Consiglio di Stato (Italië) op 21 december 2015 — Security Service Srl/Ministero dell’Interno e.a.

PB C 106 van 21.3.2016, p. 21–21 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

21.3.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 106/21


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Consiglio di Stato (Italië) op 21 december 2015 — Security Service Srl/Ministero dell’Interno e.a.

(Zaak C-692/15)

(2016/C 106/22)

Procestaal: Italiaans

Verwijzende rechter

Consiglio di Stato

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Security Service Srl

Verwerende partijen: Ministero dell’Interno, Questura di Napoli, Questura di Roma

Prejudiciële vragen

1)

Sluit het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie Commissie/Italië, C-465/05, EU:C:2007:781, waarbij het Hof heeft geoordeeld dat de Italiaanse Staat de krachtens de artikelen 43 en 49 EG-Verdrag op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen, door te bepalen dat:

a)

de activiteit van particuliere bewaker enkel kan worden uitgeoefend na voorafgaande aflegging van een eed van trouw aan de Italiaanse Republiek;

b)

de activiteit van particuliere beveiliging slechts door een in een andere lidstaat gevestigde dienstverrichter kan worden uitgeoefend na afgifte van een territoriaal beperkte vergunning door de Prefetto (prefect), zonder dat daarbij rekening wordt gehouden met de verplichtingen waaraan de dienstverrichter reeds in zijn lidstaat van oorsprong is onderworpen;

c)

bedoelde vergunning een beperkte territoriale geldigheid heeft en dat bij de afgifte ervan rekening wordt gehouden met het aantal en de omvang van de in het betrokken gebied reeds actieve ondernemingen op het gebied van de particuliere beveiliging;

d)

particuliere beveiligingsbedrijven een vestiging moeten hebben in iedere provincie waarin zij werkzaam zijn;

e)

het personeel van de ondernemingen individuele toestemming moet hebben verkregen om als particuliere bewaker werkzaam te zijn, zonder dat daarbij rekening wordt gehouden met de controles en verificaties die reeds in de lidstaat van oorsprong zijn verricht;

f)

beveiligingsbedrijven slechts een vergunning kunnen verkrijgen indien zij een minimum- en/of maximumpersoneelsbezetting hebben;

g)

deze ondernemingen een waarborgsom moeten storten bij de Cassa deposito e prestiti, en

h)

de prijzen van de diensten op het gebied van de particuliere beveiliging in de vergunning van de prefect worden vastgesteld, waarbij de prijzen enkel binnen een van tevoren vastgestelde marge mogen schommelenop zich uit dat de provinciale met de openbare orde belaste dienst (Questore) bevoegd is om de bestreden dienstvoorschriften op te leggen die het inzetten van een minimumaantal agenten (twee) verplichten voor de opdrachten betreffende bepaalde diensten?

2)

Vertoont deze vraag, hoewel het om een nieuwe vraag gaat, gelijkenissen die van die aard zijn dat tot hetzelfde besluit kan worden gekomen, vanuit het oogpunt van de artikelen 43 en 49 EG-Verdrag?


Top