EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62009CA0153

Zaak C-153/09: Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 2 december 2010 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Verwaltungsgericht Schwerin — Duitsland) — Agrargut Bäbelin GmbH & Co KG/Amt für Landwirtschaft Bützow (Gemeenschappelijk landbouwbeleid — Geïntegreerd beheers- en controlesysteem voor bepaalde steunregelingen — Verordening (EG) nr. 1782/2003 — Bedrijfstoeslagregeling — Braakleggingstoeslagrechten — Artikel 54, lid 6 — Verordening (EG) nr. 796/2004 — Artikel 50, lid 4 — Aangifte van hele beschikbare oppervlakte met oog op activering van braakleggingstoeslagrechten — Artikel 51, lid 1 — Sanctie)

PB C 30 van 29.1.2011, p. 4–4 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

29.1.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 30/4


Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 2 december 2010 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Verwaltungsgericht Schwerin — Duitsland) — Agrargut Bäbelin GmbH & Co KG/Amt für Landwirtschaft Bützow

(Zaak C-153/09) (1)

(Gemeenschappelijk landbouwbeleid - Geïntegreerd beheers- en controlesysteem voor bepaalde steunregelingen - Verordening (EG) nr. 1782/2003 - Bedrijfstoeslagregeling - Braakleggingstoeslagrechten - Artikel 54, lid 6 - Verordening (EG) nr. 796/2004 - Artikel 50, lid 4 - Aangifte van hele beschikbare oppervlakte met oog op activering van braakleggingstoeslagrechten - Artikel 51, lid 1 - Sanctie)

2011/C 30/05

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Verwaltungsgericht Schwerin

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Agrargut Bäbelin GmbH & Co KG

Verwerende partij: Amt für Landwirtschaft Bützow

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Verwaltungsgericht Schwerin — Uitlegging van artikel 54 van verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en houdende wijziging van de verordeningen (EEG) nr. 2019/93, (EG) nr. 1452/2001, (EG) nr. 1453/2001, (EG) nr. 1454/2001, (EG) nr. 1868/94, (EG) nr. 1251/1999, (EG) nr. 1254/1999, (EG) nr. 1673/2000, (EEG) nr. 2358/71 en (EG) nr. 2529/2001 (PB L 270 blz. 1) en van de artikelen 50 en 51 van verordening (EG) nr. 796/2004 van de Commissie van 21 april 2004 houdende uitvoeringsbepalingen inzake de randvoorwaarden, de modulatie en het geïntegreerd beheers- en controlesysteem waarin is voorzien bij verordening (EG) nr. 1782/2003 (PB L 141, blz. 18) — Landbouwsteun — Verplichting van landbouwer om braakleggingsrechten aan te vragen vóór enig ander recht teneinde overdeclaratie te voorkomen — Schending van deze verplichting door landbouwer die na braaklegging geen bouwland meer heeft — Sancties

Dictum

1)

Artikel 54, lid 6, van verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en houdende wijziging van de verordeningen (EEG) nr. 2019/93, (EG) nr. 1452/2001, (EG) nr. 1453/2001, (EG) nr. 1454/2001, (EG) nr. 1868/94, (EG) nr. 1251/1999, (EG) nr. 1254/1999, (EG) nr. 1673/2000, (EEG) nr. 2358/71 en (EG) nr. 2529/2001, zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 319/2006 van de Raad van 20 februari 2006, moet aldus worden uitgelegd dat een landbouwer slechts een steunaanvraag kan indienen voor de hem ter beschikking staande toeslagrechten — en dit ook voor oppervlakten die niet voor braakleggingstoeslagrechten in aanmerking komen —, wanneer hij vooraf al zijn braakleggingstoeslagrechten heeft geactiveerd.

2)

Artikel 51 van verordening (EG) nr. 796/2004 van de Commissie van 21 april 2004 houdende uitvoeringsbepalingen inzake de randvoorwaarden, de modulatie en het geïntegreerd beheers- en controlesysteem waarin is voorzien bij verordening nr. 1782/2003, zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 659/2006 van de Commissie van 27 april 2006, gelezen in samenhang met artikel 50, lid 4, van deze verordening, moet aldus worden uitgelegd dat, gelet op het rechtszekerheidsbeginsel, de sanctie waarin is voorzien bij artikel 51, lid 1, niet van toepassing is op een landbouwer die niet al zijn braakleggingstoeslagrechten heeft geactiveerd omdat hij niet over voldoende voor braakleggingstoeslagrechten in aanmerking komende hectaren beschikte, maar tegelijkertijd toeslagrechten op blijvend grasland heeft geactiveerd.


(1)  PB C 180 van 1.8.2009.


Top