EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62009CA0133
Case C-133/09: Judgment of the Court (Fourth Chamber) of 30 September 2010 (reference for a preliminary ruling from the Fövárosi Bíróság — Republic of Hungary) — József Uzonyi v Mezőgazdasági és Vidékfejlesztési Hivatal Központi Szerve (Agriculture — Common agricultural policy — Support schemes — Regulation (EC) No 1782/2003 — Article 143ba — Separate sugar payment — Grant — Decision of the new Member States — Conditions — Objective and non-discriminatory criteria)
Zaak C-133/09: Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 30 september 2010 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door Fővárosi Bíróság — Republiek Hongarije) — József Uzonyi/Mezőgazdasági és Vidékfejlesztési Hivatal Központi Szerve (Landbouw — Gemeenschappelijk landbouwbeleid — Steunregelingen — Verordening (EG) nr. 1782/2003 — Artikel 143 ter bis — Afzonderlijke suikerbetaling — Toekenning — Beslissing van nieuwe lidstaten — Voorwaarden — Objectieve en niet-discriminerende criteria)
Zaak C-133/09: Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 30 september 2010 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door Fővárosi Bíróság — Republiek Hongarije) — József Uzonyi/Mezőgazdasági és Vidékfejlesztési Hivatal Központi Szerve (Landbouw — Gemeenschappelijk landbouwbeleid — Steunregelingen — Verordening (EG) nr. 1782/2003 — Artikel 143 ter bis — Afzonderlijke suikerbetaling — Toekenning — Beslissing van nieuwe lidstaten — Voorwaarden — Objectieve en niet-discriminerende criteria)
PB C 317 van 20.11.2010, p. 9–9
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
20.11.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 317/9 |
Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 30 september 2010 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door Fővárosi Bíróság — Republiek Hongarije) — József Uzonyi/Mezőgazdasági és Vidékfejlesztési Hivatal Központi Szerve
(Zaak C-133/09) (1)
(Landbouw - Gemeenschappelijk landbouwbeleid - Steunregelingen - Verordening (EG) nr. 1782/2003 - Artikel 143 ter bis - Afzonderlijke suikerbetaling - Toekenning - Beslissing van nieuwe lidstaten - Voorwaarden - Objectieve en niet-discriminerende criteria)
2010/C 317/16
Procestaal: Hongaars
Verwijzende rechter
Fővárosi Bíróság
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: József Uzonyi
Verwerende partij: Mezőgazdasági és Vidékfejlesztési Hivatal Központi Szerve
Voorwerp
Verzoek om een prejudiciële beslissing — Fővárosi Bíróság — Uitlegging van artikel 143 ter bis, lid 1, van verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en houdende wijziging van de verordeningen (EEG) nr. 2019/93, (EG) nr. 1452/2001, (EG) nr. 1453/2001, (EG) nr. 1454/2001, (EG) nr. 1868/94, (EG) nr. 1251/1999, (EG) nr. 1254/1999, (EG) nr. 1673/2000, (EEG) nr. 2358/71 en (EG) nr. 2529/2001 (PB L 270, blz. 1) — Verplichting voor de lidstaten om de afzonderlijke suikerbetaling op basis van objectieve en niet-discriminerende criteria te verlenen — Nationale regeling waarbij die betaling uitsluitend wordt voorbehouden aan producenten die een contract voor levering van suikerbieten rechtstreeks met een suikerfabriek hebben gesloten
Dictum
Artikel 143 ter bis, lid 1, van verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en houdende wijziging van de verordeningen (EEG) nr. 2019/93, (EG) nr. 1452/2001, (EG) nr. 1453/2001, (EG) nr. 1454/2001, (EG) nr. 1868/94, (EG) nr. 1251/1999, (EG) nr. 1254/1999, (EG) nr. 1673/2000, (EEG) nr. 2358/71 en (EG) nr. 2529/2001, zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 319/2006 van de Raad van 20 februari 2006, moet aldus worden uitgelegd dat het in de weg staat aan een nationale regeling als die in het hoofdgeding, volgens welke een landbouwer die niet over leveringsrechten beschikt en suikerbieten aan een suikerfabrikant levert via een tussenpersoon die over deze rechten beschikt, van de afzonderlijke suikerbetaling wordt uitgesloten, terwijl deze regeling een afzonderlijke betaling toekent aan een landbouwer die over leveringsrechten beschikt en suikerbieten rechtstreeks aan een suikerfabrikant levert, alsook aan een landbouwer die niet over leveringsrechten beschikt, maar lid is van een producentenvereniging en via deze vereniging die over leveringsrechten beschikt, suikerbieten aan een suikerfabrikant levert.