EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32013L0020
Council Directive 2013/20/EU of 13 May 2013 adapting certain directives in the field of food safety, veterinary and phytosanitary policy, by reason of the accession of the Republic of Croatia
Richtlijn 2013/20/EU van de Raad van 13 mei 2013 tot aanpassing van een aantal richtlijnen op het gebied van voedselveiligheid en veterinair en fytosanitair beleid, in verband met de toetreding van de Republiek Kroatië
Richtlijn 2013/20/EU van de Raad van 13 mei 2013 tot aanpassing van een aantal richtlijnen op het gebied van voedselveiligheid en veterinair en fytosanitair beleid, in verband met de toetreding van de Republiek Kroatië
PB L 158 van 10.6.2013, p. 234–239
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV) Dit document is verschenen in een speciale editie.
(HR)
In force
10.6.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 158/234 |
RICHTLIJN 2013/20/EU VAN DE RAAD
van 13 mei 2013
tot aanpassing van een aantal richtlijnen op het gebied van voedselveiligheid en veterinair en fytosanitair beleid, in verband met de toetreding van de Republiek Kroatië
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien het Verdrag betreffende de toetreding van de Kroatië, en met name artikel 3, lid 4,
Gezien de Akte betreffende de voorwaarden voor de toetreding van Kroatië, en met name artikel 50,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Artikel 50 van de Akte betreffende de voorwaarden voor de toetreding van Kroatië bepaalt dat, indien besluiten van de instellingen van vóór de toetreding in verband met de toetreding moeten worden aangepast, en indien in die Akte of in de bijlagen daarbij niet in de noodzakelijke aanpassingen is voorzien, de Raad, met gekwalificeerde meerderheid, op voorstel van de Commissie, daartoe de nodige besluiten vaststelt, indien het oorspronkelijke besluit niet door de Commissie is vastgesteld. |
(2) |
In de Slotakte van de conferentie die het Verdrag betreffende de toetreding van Kroatië heeft opgesteld en vastgesteld, wordt aangegeven dat de hoge verdragsluitende partijen een politiek akkoord hebben bereikt over de ingevolge de toetreding vereiste aanpassingen van de besluiten van de instellingen, en wordt de Raad en de Commissie verzocht om die aanpassingen vóór de toetreding vast te stellen, waar nodig aangevuld en bijgewerkt om rekening te houden met de ontwikkeling van het recht van de Unie. |
(3) |
De Richtlijnen 64/432/EEG (1), 89/108/EEG (2), 91/68/EEG (3), 96/23/EG (4), 97/78/EG (5), 2000/13/EG (6), 2000/75/EG (7), 2002/99/EG (8), 2003/85/EG (9), 2003/99/EG (10) en 2009/156/EG (11) moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
De Richtlijnen 64/432/EEG, 89/108/EEG, 91/68/EEG, 96/23/EG, 97/78/EG, 2000/13/EG, 2000/75/EG, 2002/99/EG, 2003/85/EG, 2003/99/EG en 2009/156/EG worden gewijzigd zoals aangegeven in de bijlage bij deze richtlijn.
Artikel 2
1. De lidstaten dienen uiterlijk op de datum van de toetreding van Kroatië tot de Unie de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken om aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede.
Die bepalingen zullen worden toegepast met ingang van de datum van toetreding van Kroatië tot Unie.
Wanneer de lidstaten die maatregelen vaststellen, wordt daarin of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
2. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het gebied waarop deze richtlijn van toepassing is, vaststellen.
Artikel 3
Deze richtlijn treedt in werking onder voorbehoud van, en op de datum van inwerkingtreding van het Verdrag betreffende de toetreding van Kroatië.
Artikel 4
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 13 mei 2013.
Voor de Raad
De voorzitter
S. COVENEY
(1) Richtlijn 64/432/EEG van de Raad van 26 juni 1964 inzake veterinairrechtelijke vraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in runderen en varkens (PB L 121 van 29.7.1964, blz. 1977/64).
(2) Richtlijn 89/108/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake voor menselijke voeding bestemde diepvriesprodukten (PB L 40 van 11.2.1989, blz. 34).
(3) Richtlijn 91/68/EEG van de Raad van 28 januari 1991 inzake veterinairrechtelijke voorschriften voor het intracommunautaire handelsverkeer in schapen en geiten (PB L 46 van 19.2.1991, blz. 19).
(4) Richtlijn 96/23/EG van de Raad van 29 april 1996 inzake controlemaatregelen ten aanzien van bepaalde stoffen en residuen daarvan in levende dieren en in produkten daarvan (PB L 125 van 23.5.1996, blz. 10).
(5) Richtlijn 97/78/EG van de Raad van 18 december 1997 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor producten die uit derde landen in de Gemeenschap worden binnengebracht (PB L 24 van 30.1.1998, blz. 9).
(6) Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 maart 2000 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgeving der lidstaten inzake de etikettering en presentatie van levensmiddelen alsmede inzake de daarvoor gemaakte reclame (PB L 109 van 6.5.2000, blz. 29).
(7) Richtlijn 2000/75/EG van de Raad van 20 november 2000 tot vaststelling van specifieke bepalingen inzake de bestrijding en uitroeiing van bluetongue (PB L 327 van 22.12.2000, blz. 74).
(8) Richtlijn 2002/99/EG van de Raad van 16 december 2002 houdende vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor de productie, de verwerking, de distributie en het binnenbrengen van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (PB L 18 van 23.1.2003, blz. 11).
(9) Richtlijn 2003/85/EG van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van communautaire maatregelen voor de bestrijding van mond- en klauwzeer (PB L 306 van 22.11.2003, blz. 1).
(10) Richtlijn 2003/99/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake de bewaking van zoönoses en zoönoseverwekkers (PB L 325 van 12.12.2003, blz. 31).
(11) Richtlijn 2009/156/EG van de Raad van 30 november 2009 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor het verkeer van paardachtigen en de invoer van paardachtigen uit derde landen (PB L 192 van 23.7.2010, blz. 1).
BIJLAGE
DEEL A
WETGEVING INZAKE VOEDSELVEILIGHEID
1. |
In artikel 8, lid 1, onder a), van Richtlijn 89/108/EEG wordt het volgende toegevoegd aan de lijst: „in het Kroatisch: „brzo smrznuto”.”. |
2. |
Richtlijn 2000/13/EG wordt als volgt gewijzigd:
|
DEEL B
VETERINAIRE WETGEVING
1. |
In artikel 2, lid 2, onder p), van Richtlijn 64/432/EEG wordt het volgende toegevoegd aan de lijst: „— Kroatië: županija;”. |
2. |
In artikel 2, onder b), van Richtlijn 91/68/EEG wordt het volgende toegevoegd aan de lijst onder punt 14: „— Kroatië: županija”. |
3. |
In artikel 8, lid 3, van Richtlijn 96/23/EG wordt na de derde alinea de volgende alinea ingevoegd: „Kroatië stelt de Commissie uiterlijk op 31 maart 2014 voor het eerst in kennis van de resultaten van zijn plannen inzake de opsporing van residuen en stoffen, alsmede van de controlemaatregelen die het heeft getroffen.”. |
4. |
Bijlage I bij Richtlijn 97/78/EG wordt vervangen door: „BIJLAGE I DE IN ARTIKEL 1 BEDOELDE GRONDGEBIEDEN
|
5. |
In bijlage II bij Richtlijn 2000/75/EG wordt in de titel van deel A, na de vermelding „LABORATOIRE COMMUNAUTAIRE DE RÉFÉRENCE POUR LA FIÈVRE CATARRHALE DU MOUTON” het volgende ingevoegd: „REFERENTNI LABORATORIJ ZAJEDNICE ZA BOLEST PLAVOG JEZIKA”. |
6. |
Bijlage II bij Richtlijn 2002/99/EG wordt als volgt gewijzigd:
|
7. |
In bijlage XI bij Richtlijn 2003/85/EG wordt onder deel A, na de vermelding voor Frankrijk het volgende ingevoegd:
|
8. |
In artikel 9, lid 1, van Richtlijn 2003/99/EG, wordt de tweede alinea vervangen door de volgende tekst: „Elke lidstaat zendt de Commissie jaarlijks voor eind mei - Bulgarije en Roemenië, voor het eerst voor eind mei 2008, en Kroatië voor het eerst voor eind mei 2014 - een verslag over de tendensen en bronnen van zoönoses, zoönoseverwekkers en antimicrobiële resistentie, dat alle gegevens bevat die in het voorafgaande jaar uit hoofde van de artikelen 4, 7 en 8 zijn verzameld. De verslagen, en eventueel samenvattingen daarvan, worden openbaar gemaakt.”. |
9. |
In de eerste alinea van artikel 4, lid 6, van Richtlijn 2009/156/EG, wordt de inleidending vervangen door de volgende tekst: „Indien een lidstaat een al dan niet bindend programma opstelt of heeft opgesteld voor de bestrijding van een ziekte waarvoor paardachtigen vatbaar zijn, kan hij aan de Commissie mededeling doen van dat programma, binnen zes maanden vanaf 4 juli 1990 voor België, Denemarken, Duitsland, Ierland, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Italië, Luxemburg, Nederland, Portugal en het Verenigd Koninkrijk; vanaf 1 januari 1995 voor Oostenrijk, Finland en Zweden; vanaf 1 mei 2004 voor Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije, vanaf 1 januari 2007 voor Bulgarije en Roemenie en vanaf 1 juli 2013 voor Kroatië, met vermelding van met name:”. |