EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62012CN0522

Zaak C-522/12: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesarbeitsgericht (Duitsland) op 19 november 2012 — Tevfik Isbir/DB Services GmbH

PB C 32 van 2.2.2013, p. 5–5 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

2.2.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 32/5


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesarbeitsgericht (Duitsland) op 19 november 2012 — Tevfik Isbir/DB Services GmbH

(Zaak C-522/12)

2013/C 32/06

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Bundesarbeitsgericht

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Tevfik Isbir

Verwerende partij: DB Services GmbH

Prejudiciële vragen

1)

Moet het begrip „minimumlonen” in artikel 3, lid 1, eerste alinea, sub c, van richtlijn 96/71/EG (1) aldus worden uitgelegd, dat daarmee de tegenprestatie van een werkgever voor die arbeid van de werknemer wordt bedoeld die volgens de wettelijke en bestuursrechtelijke bepaling of algemeenverbindendverklaarde collectieve arbeidsovereenkomst, bedoeld in de eerste volzin van artikel 3, lid 1, van de richtlijn, alleen en volledig door het in de collectieve arbeidsovereenkomst bepaalde minimumloon („gewone prestatie”) moet worden vergoed, zodat tot het minimumloon uitsluitend werkgeversprestaties kunnen worden gerekend die een vergoeding vormen voor deze gewone prestatie en waarover de werknemer ten laatste op de vastgestelde betaaldatum voor elke verschuldigde betalingsperiode moet kunnen beschikken?

2)

Moet het begrip „minimumlonen” in artikel 3, lid 1, eerste alinea, sub c, van richtlijn 96/71/EG aldus worden uitgelegd, dat het in de weg staat aan nationale bepalingen of gebruiken volgens welke werkgeversprestaties niet als bestanddeel van het minimumloon en daardoor niet als het honoreren van het recht op minimumloon moeten worden beschouwd, indien de werkgever deze prestaties verricht op basis van uit een collectieve arbeidsovereenkomst voortvloeiende verplichting,

die door de partijen bij de collectieve arbeidsovereenkomst en de nationale wetgever bedoeld zijn ter bevordering van de opbouw van het vermogen van de werknemers,

ter bereiking van welk doel

de maandelijkse prestaties van de werkgever voor de werknemer op lange termijn worden belegd, bijvoorbeeld als spaartegoed, als bijdrage voor de bouw of het verwerven van een woning of als bijdrage aan een levensverzekering in de vorm van een kapitaalverzekering, en

deze prestaties worden bevorderd via overheidssubsidies en belastingvoordelen, en

de werknemer pas na een meerjarige periode daarover kan beschikken, en

de hoogte van de prestaties als een vast maandelijks bedrag uitsluitend van de overeengekomen arbeidsduur, maar niet van het loon afhangt („spaarloon”)?


(1)  Richtlijn 96/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1996 betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten (PB 1997, L 18, blz. 1).


Top