EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62017CN0287

Zaak C-287/17: Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Okresní soud v Českých Budějovicích (Tsjechische Republiek) op 19 mei 2017 — Česká pojišťovna a.s./WCZ spol. s r.o.

PB C 269 van 14.8.2017, p. 3–4 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

14.8.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 269/3


Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Okresní soud v Českých Budějovicích (Tsjechische Republiek) op 19 mei 2017 — Česká pojišťovna a.s./WCZ spol. s r.o.

(Zaak C-287/17)

(2017/C 269/05)

Procestaal: Tsjechisch

Verwijzende rechter

Okresní soud v Českých Budějovicích

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Česká pojišťovna a.s.

Verwerende partij: WCZ spol. s r.o.

Prejudiciële vraag

Dient artikel 6, leden 1 en 3, van richtlijn 2011/7/EU (1) van het Europees Parlement en de Raad betreffende bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties aldus te worden uitgelegd dat de rechterlijke instantie verplicht is, een in een geding betreffende de invordering van een schuld uit een handelstransactie in de zin van artikel 3 of 4 van die richtlijn in het gelijk gestelde verzoekende partij het bedrag van 40 EUR (of het gelijkwaardige bedrag in de nationale valuta) toe te kennen naast schadeloosstelling voor de kosten van de procedure in rechte, daaronder begrepen schadeloosstelling voor de kosten van aanmaning van de verwerende partij vóór de instelling van het beroep, ten belope van het bedrag waarin de procedurele bepalingen van de lidstaat voorzien?


(1)  PB 2011, L 48, blz. 1.


Top