52003PC0853

Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD waarbij Spanje wordt gemachtigd een maatregel toe te passen die afwijkt van artikel 21 van Zesde Richtlijn 77/388/EEG van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

1. In maart 2001 heeft de Raad Beschikking 2001/243/EG tot wijziging van artikel 1 van Beschikking 1999/81/EG goedgekeurd met het oog op verlenging van haar geldigheid tot 31 december 2003. Beschikking 1999/81/EG machtigt Spanje om tot die datum een maatregel toe te passen die afwijkt van de artikelen 2 en artikel 28bis, lid 1, van de Zesde Richtlijn van de Raad (77/388/EEG) van 17 mei 1977 (betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting - gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag [1]) om vrijstelling te verlenen voor de levering en intracommunautaire verwerving van bepaalde afvalstoffen door belastingplichtigen van wie de verkoop van deze producten niet meer dan een bepaalde hoeveelheid betrof. De autoriteiten konden belastingplichtigen die in beginsel onder de werkingssfeer van de vrijstelling vielen echter toestemming verlenen om deze speciale regelingen niet toe te passen.

[1] PB L 145 van 13.06.1977, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2003/92/EG (PB L 260 van 11.10.2003, blz. 8).

2. In de afgelopen jaren zijn de diensten van de Commissie regelmatig benaderd door zowel handelaren die actief zijn in deze sector als de Spaanse overheid, inzake aanhoudende fraude. Beide partijen dringen aan op een oplossing die een garantie biedt voor gelijke behandeling van alle operatoren in de sector, het niet betalen van BTW die door deze operatoren in rekening wordt gebracht voorkomt, en op de lange termijn belastingontwijking en de daaruit voortvloeiende verstoring van de concurrentie ten nadele van eerlijke handelaren efficiënt voorkomt.

3. Bij schrijven dat op 27 oktober 2001 door het Secretariaat-generaal van de Commissie werd geregistreerd, heeft de Spaanse regering verzocht om machtiging, uit hoofde van artikel 27 van de Zesde Richtlijn, om een bijzondere belastingregeling toe te passen voor bepaalde leveringen van goederen en diensten met betrekking tot afvalstoffen.

4. Overeenkomstig artikel 27, lid 3, van de Zesde Richtlijn zijn de andere lidstaten bij schrijven van 7 november 2003 op de hoogte gebracht van het Spaanse verzoek.

5. De Spaanse regering wenst een verleggingsregeling toe te passen voor de volgende leveringen van goederen en diensten:

- de levering van metallische afvalstoffen van zowel ferro- als non-ferrometalen, alsmede de diensten inzake hun scheiding, het versnijden en persen hiervan;

- de levering van afvalstoffen bestaande uit glas, papier en karton;

- de levering van halfproducten die het resultaat zijn van bewerking van de metalen.

6. In haar verzoek wijst de Spaanse regering erop dat de beoogde maatregel ten doel heeft de belastingontwijking terug te dringen die in deze sector is vastgesteld en die erop neerkomt dat de betrokken handelaren, vooral de kleinere, wel BTW in rekening brengen maar de verschuldigde BTW vaak niet aan de autoriteiten afdragen. Zodoende kunnen zij lagere prijzen hanteren waardoor zij handelaren die wel aan de BTW-verplichtingen voldoen, benadelen. De belastingautoriteiten hebben specifieke problemen bij de controle van handelaren die niet aan hun verplichtingen voldoen, omdat deze zo talrijk zijn en het tegelijkertijd kleine ondernemingen betreft.

7. De maatregel waarom Spanje heeft verzocht, zou het land in staat stellen de ontvanger van de afvalstoffen (en de desbetreffende diensten) aan te wijzen als degene die gehouden is de belasting te voldoen. Overeenkomstig artikel 17, lid 2, sub a) van Richtlijn 77/388/EEG kan de ontvanger van de afvalleveringen de verschuldigde belasting over dergelijke goederen aftrekken van de door hem verschuldigde belasting. Het toepassingsgebied van de verleggingsregeling zou worden bepaald door de aard van de goederen die geleverd worden.

8. De maatregel waarom verzocht is, dient allereerst te worden gezien als een maatregel om bepaalde vormen van belastingfraude in de recyclingsector te voorkomen, zoals het niet betalen van BTW die in rekening wordt gebracht door handelaren die afvalstoffen verzamelen, sorteren en initieel bewerken, en die vervolgens niet meer te traceren zijn. De maatregel zal tevens leiden tot vereenvoudiging van de werkzaamheden van de belastingautoriteiten, die regelmatig ernstige problemen ondervinden bij het innen van de BTW in die sector.

9. De maatregel is in verhouding met de beoogde doelstellingen, aangezien hij niet gericht is op alle belastbare handelingen in de sector maar slechts op specifieke handelingen die een aanzienlijk probleem van belastingfraude vormen.

10. Deze maatregel heeft geen negatieve gevolgen voor de eigen middelen uit BTW van de Europese Gemeenschappen, noch is hij van invloed op het verschuldigde belastingbedrag in het stadium van het eindverbruik.

11. In haar mededeling aan de Raad en het Europees Parlement van 7 juni 2000 over de strategie ter verbetering van de werking van het BTW-stelsel in het kader van de interne markt [2], pleit de Commissie voor een rationalisatie van de afwijkende maatregelen die op dit moment van kracht zijn. In bepaalde gevallen zou deze rationalisatie er overigens in kunnen bestaan dat afwijkende maatregelen, die bijzonder doelmatig zijn gebleken, worden doorgevoerd in alle lidstaten.

[2] COM(2000)348 def.

12. Wat de betrokken sector betreft, blijkt uit recente contacten van de Commissie met bepaalde nationale overheidsdiensten en vertegenwoordigers van de sector dat voor een eerlijker belastingregeling voor alle bij deze handel betrokken personen in de Gemeenschap wellicht een bijzondere, aan het specifieke karakter van de sector aangepaste regeling noodzakelijk is. De Commissie is voornemens een voorstel op te stellen voor een bijzondere regeling voor de afvalrecyclingsector.

13. De Commissie is dan ook van mening dat deze maatregel, in afwachting van meer permanente wijzigingen, misbruik van het BTW-stelsel doeltreffend bestrijdt. Derhalve acht zij het verlenen van machtiging voor een afwijkende maatregel tot de datum waarop een bijzondere regeling voor de toepassing van BTW voor de recyclingsector gerechtvaardigd, echter uiterlijk tot 31 december 2005.

Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD waarbij Spanje wordt gemachtigd een maatregel toe te passen die afwijkt van artikel 21 van Zesde Richtlijn 77/388/EEG van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op de Zesde Richtlijn van de Raad (77/388/EEG) van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting - gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag [3], met name op artikel 27,

[3] PB L 145 van 13.06.1977, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2003/92/EG (PB L 125 van 11.10.2003, blz. 8)

Gezien het voorstel van de Commissie [4],

[4] PB C nr.

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Krachtens artikel 27, lid 1, van de zesde BTW-richtlijn kan de Raad met eenparigheid van stemmen, op voorstel van de Commissie een lidstaat machtigen bijzondere, van de bepalingen van die richtlijn afwijkende maatregelen te treffen of te handhaven, teneinde de belastingheffing te vereenvoudigen of bepaalde vormen van belastingfraude of -ontwijking te voorkomen.

(2) Bij schrijven dat op 27 oktober 2003 door het Secretariaat-generaal van de Commissie werd geregistreerd, heeft de Spaanse regering verzocht om machtiging om een bijzondere belastingregeling toe te passen voor de recyclingsector.

(3) De andere lidstaten werden op 7 november 2003 van dit verzoek van Spanje in kennis gesteld.

(4) De betreffende afwijking is bedoeld om Spanje in staat te stellen de ontvanger van specifieke leveringen in de afvalsector aan te wijzen als de persoon die gehouden is de belasting te voldoen. Overeenkomstig artikel 17, lid 2, sub a) van Richtlijn 77/388/EEG kan de ontvanger van de afvalleveringen de verschuldigde belasting over dergelijke goederen aftrekken van de door hem verschuldigde belasting. Dit zal de problemen die de belastingautoriteiten ondervinden bij het innen van de verschuldigde BTW in die sector minimaliseren.

(5) De maatregel waarom verzocht is, dient allereerst te worden gezien als een maatregel om bepaalde vormen van belastingfraude in de recyclingsector te voorkomen, zoals het niet betalen van BTW die in rekening wordt gebracht door handelaren die afvalstoffen verzamelen, sorteren en initieel bewerken, en die vervolgens niet meer te traceren zijn. De maatregel zal tevens leiden tot vereenvoudiging van de werkzaamheden van de belastingautoriteiten.

(6) De maatregel is in verhouding met de beoogde doelstellingen, aangezien hij niet gericht is op alle belastbare handelingen in de sector maar slechts op specifieke handelingen die een aanzienlijk probleem van belastingfraude vormen.

(7) Op 7 juni 2000 heeft de Commissie een strategie bekendgemaakt om de werking van het BTW-stelsel op korte termijn te verbeteren. Daarin pleit de Commissie voor een zekere rationalisatie van het grote aantal afwijkende maatregelen dat op dit moment van kracht is. In bepaalde gevallen zou deze rationalisatie er overigens in kunnen bestaan dat afwijkende maatregelen, die bijzonder doelmatig zijn gebleken, worden doorgevoerd in alle lidstaten.

(8) Wat de betrokken sector betreft, blijkt uit recente contacten van de Commissie met bepaalde nationale overheidsdiensten en vertegenwoordigers van de sector dat voor een eerlijker belastingregeling voor alle bij deze handel betrokken personen in de Gemeenschap wellicht een bijzondere, aan het specifieke karakter van de sector aangepaste regeling noodzakelijk is. De Commissie is voornemens een voorstel op te stellen voor een bijzondere regeling voor de afvalrecyclingsector.

(9) Derhalve dient de machtiging voor een afwijkende maatregel te verlopen op de datum waarop een bijzondere regeling voor de toepassing van BTW voor de recyclingsector in werking treedt, doch uiterlijk op 31 december 2005.

(10) Deze afwijking heeft geen negatieve gevolgen voor de eigen middelen uit BTW van de Europese Gemeenschappen, noch is hij van invloed op het verschuldigde belastingbedrag in het stadium van het eindverbruik.

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

In afwijking van artikel 21, lid 1, sub a) van Richtlijn 77/388/EEG, zoals geformuleerd in artikel 28 octies, wordt Spanje gemachtigd de ontvanger van de leveringen van goederen en diensten waarnaar verwezen wordt in artikel 2 van deze Beschikking aan te wijzen als degene die tot voldoening van de BTW gehouden is.

Artikel 2

De ontvanger van de leveringen van goederen of diensten mag worden aangewezen als de persoon die gehouden is de belasting te betalen in de volgende gevallen:

- de leveringen van industrieel afval, resten en afval van gietijzer, residuen en andere materialen die geschikt zijn voor recycling bestaande uit ferro- en non-ferrometalen, legeringen daarvan, slakken, assen, en industriële residuen die metalen of legeringen daarvan bevatten, alsmede op de diensten omvattende het scheiden, versnijden, delen en persen van deze producten.

- de leveringen van papier, karton of glas.

- de leveringen van halfproducten (bijv. ingots, blokken, platen, staven, korrels en walsdraad) die het resultaat zijn van het verwerken, bewerken of smelten van non-ferrometalen, met uitzondering van nikkelhoudende verbindingen .

Artikel 3

Deze Beschikking verloopt op de datum waarop een bijzondere BTW-regeling voor de afvalrecyclingsector houdende wijziging van Richtlijn 1977/388/EEG in werking treedt, doch uiterlijk op 31 december 2005.

Artikel 4

Deze Beschikking is gericht tot Spanje.

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

De Voorzitter