EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32022R0141

Verordening (EU) 2022/141 van de Commissie van 21 januari 2022 tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het gebruik van natriumcarbonaten (E 500) en kaliumcarbonaten (E 501) bij onverwerkte koppotigen (Voor de EER relevante tekst)

C/2022/315

PB L 23 van 2.2.2022, p. 22–24 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2022/141/oj

2.2.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 23/22


VERORDENING (EU) 2022/141 VAN DE COMMISSIE

van 21 januari 2022

tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het gebruik van natriumcarbonaten (E 500) en kaliumcarbonaten (E 501) bij onverwerkte koppotigen

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake levensmiddelenadditieven (1), en met name artikel 10, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 bevat een EU-lijst van voor gebruik in levensmiddelen goedgekeurde levensmiddelenadditieven en de desbetreffende gebruiksvoorwaarden.

(2)

Die lijst kan op initiatief van de Commissie of ingevolge een aanvraag van een lidstaat of een belanghebbende worden bijgewerkt volgens de uniforme procedure van artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1331/2008 van het Europees Parlement en de Raad (2).

(3)

Overeenkomstig bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 mogen natriumcarbonaten (E 500) en kaliumcarbonaten (E 501) in een groot aantal levensmiddelen als levensmiddelenadditief quantum satis (zoveel als nodig) worden gebruikt. Zij zijn onder meer toegelaten voor gebruik in levensmiddelencategorie 9.2. “Verwerkte vis en visserijproducten, inclusief schaal- en weekdieren”.

(4)

Op 9 september 2020 heeft de Commissie een aanvraag ontvangen voor de goedkeuring van het gebruik van natriumcarbonaten (E 500) en kaliumcarbonaten (E 501) bij onverwerkte koppotigen.

(5)

Carbonaten hebben op het uiterlijk van koppotigen een vergelijkbare uitwerking als fosforzuur — fosfaten — di-, tri- en polyfosfaten (E 338-452), waarvan het gebruik momenteel is toegestaan bij bevroren en diepgevroren schaal- en weekdieren. Het productieproces voor koppotigen omvat een onderdompelingsbehandeling gedurende 2-3 dagen in baden met een oplossing van zout, citraten en carbonaten in een maximumconcentratie van 3 % om de zuurtegraad van het bad te regelen. Het resultaat is hydratatie, een verandering in de consistentie en textuur van het product, met behoud van de kleur. Na stomen zijn de organoleptische eigenschappen van koppotigen die met carbonaten en citraten zijn behandeld beter: het vruchtvlees is onder meer zachter, de smaak beter en de kleur is lichter dan bij koppotigen die alleen met citraten zijn behandeld. Uit organoleptisch onderzoek door de aanvrager blijkt dat het voorgestelde gebruik van natriumcarbonaten (E 500) en kaliumcarbonaten (E 501) als zuurteregelaars in plaats van fosfaten, de organoleptische eigenschappen van koppotigen en de perceptie ervan bij de consument verbetert.

(6)

Krachtens artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1331/2008 moet de Commissie voor het bijwerken van de EU-lijst van levensmiddelenadditieven in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 het advies van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) inwinnen, tenzij de bijwerking naar verwachting geen gevolgen voor de gezondheid van de mens zal hebben.

(7)

De veiligheid van natriumcarbonaat (E 500) en kaliumcarbonaat (E 501) is in 1990 beoordeeld door het Wetenschappelijk Comité voor de menselijke voeding, dat de aanvaardbare dagelijkse inname (ADI) heeft vastgesteld als “niet gespecificeerd” (3). Onder de formulering “niet gespecificeerd” wordt verstaan dat op grond van de beschikbare toxicologische, biochemische en klinische gegevens de totale dagelijkse inname van de stof door het natuurlijke voorkomen daarvan en het huidige gebruik ervan in levensmiddelen in hoeveelheden die nodig zijn om het gewenste technologische effect te bereiken, geen gevaar voor de gezondheid oplevert. Gezien het bovenstaande en bij gebrek aan specifieke prioriteiten voor de herbeoordeling van natriumcarbonaten (E 500) en kaliumcarbonaten (E 501) in het kader van het programma voor de herbeoordeling van levensmiddelenadditieven van Verordening (EU) nr. 257/2010 van de Commissie (4), is de Commissie van oordeel dat de toelating van het gebruik van natriumcarbonaten (E 500) en kaliumcarbonaten (E 501) als zuurteregelaars bij de behandeling van onverwerkte koppotigen een bijwerking van die lijst vormt die geen gevolgen zal hebben voor de gezondheid van de mens en het daarom niet nodig is het advies van de EFSA in te winnen.

(8)

Daarom moet het gebruik van natriumcarbonaten (E 500) en kaliumcarbonaten (E 501) als zuurteregelaars in de levensmiddelencategorie 09.1.2 “Onbewerkte schaal- en weekdieren” in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 quantum satis voor koppotigen worden toegestaan. Om het gebruik van fosfaten bij bevroren en diepgevroren schaal- en weekdieren te beperken, moet het gebruik van natriumcarbonaten (E 500) en kaliumcarbonaten (E 501) in plaats van fosfaten bij onverwerkte koppotigen worden beperkt tot bevroren en diepgevroren koppotigen die niet zijn behandeld met fosforzuur — fosfaten — di-, tri- en polyfosfaten (E 338-452).

(9)

Bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(10)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 21 januari 2022.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 354 van 31.12.2008, blz. 16.

(2)  Verordening (EG) nr. 1331/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 tot vaststelling van een uniforme goedkeuringsprocedure voor levensmiddelenadditieven, voedingsenzymen en levensmiddelenaroma’s (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 1).

(3)  Verslagen van het Wetenschappelijk Comité voor de menselijke voeding, vijfentwintigste reeks, 1991, blz. 13 (https://ec.europa.eu/food/system/files/2020-12/sci-com_scf_reports_25.pdf).

(4)  Verordening (EU) nr. 257/2010 van de Commissie van 25 maart 2010 tot vaststelling van een programma voor de herbeoordeling van goedgekeurde levensmiddelenadditieven overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad inzake levensmiddelenadditieven (PB L 80 van 26.3.2010, blz. 19).


BIJLAGE

Deel E van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 wordt als volgt gewijzigd:

i)

In levensmiddelencategorie 09.1.2 “Onverwerkte schaal- en weekdieren” worden de volgende vermeldingen ingevoegd na de vermelding voor E 385, calciumdinatriumethyleendiaminetetraäcetaat (calciumdinatrium-EDTA):

“E 500

Natriumcarbonaten

quantum satis

(95)

alleen bevroren en diepgevroren koppotigen

E 501

Kaliumcarbonaten

quantum satis

(95)

alleen bevroren en diepgevroren koppotigen”

ii)

Na voetnoot 90 wordt de volgende voetnoot 95 ingevoegd:

“(95):

mag niet worden gebruikt in combinatie met fosforzuur — fosfaten — di-, tri- en polyfosfaten (E 338-452)”.


Top