EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32017R1410

Verordening (EU) 2017/1410 van de Commissie van 2 augustus 2017 tot wijziging van de bijlagen II en III bij Verordening (EG) nr. 1223/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende cosmetische producten (Voor de EER relevante tekst. )

C/2017/5339

PB L 202 van 3.8.2017, p. 1–3 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2017/1410/oj

3.8.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 202/1


VERORDENING (EU) 2017/1410 VAN DE COMMISSIE

van 2 augustus 2017

tot wijziging van de bijlagen II en III bij Verordening (EG) nr. 1223/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende cosmetische producten

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1223/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2009 betreffende cosmetische producten (1), en met name artikel 31, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het Wetenschappelijk Comité voor consumentenveiligheid (WCCV) heeft in zijn advies van 26-27 juni 2012 (2) geconcludeerd dat 3- en 4-(4-hydroxy-4-methylpentyl)cyclohex-3-een-1-carbaldehyde (HICC), met de INCI-naam Hydroxyisohexyl 3-Cyclohexene Carboxaldehyde, 2,6-dihydroxy-4-methylbenzaldehyde (atranol) en 3-chloor-2,6-dihydroxy-4-methylbenzaldehyde (chlooratranol) niet mogen worden gebruikt in cosmetische producten, aangezien deze de allergene geurstoffen zijn die in de afgelopen jaren het hoogste aantal contactallergieën hebben veroorzaakt.

(2)

Er is dus sprake van een potentieel gevaar voor de menselijke gezondheid zodat deze stoffen moeten worden verboden in cosmetische producten.

(3)

HICC is gereguleerd in vermelding 79 van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1223/2009, waarin is vastgesteld dat de aanwezigheid ervan moet worden vermeld in de in artikel 19, lid 1, onder g), van die verordening bedoelde lijst van ingrediënten wanneer de concentratie meer bedraagt dan 0,001 % in producten die niet worden af-, uit- of weggespoeld en 0,01 % in producten die worden af-, uit- of weggespoeld. Aangezien HICC moet worden verboden in cosmetische producten, moet deze vermelding worden geschrapt.

(4)

Het WCCV heeft in haar advies van 26-27 juni 2012 aangegeven dat atranol en chlooratranol natuurlijke bestanddelen zijn van eikenmosextract (Evernia prunastri) en boommosextract (Evernia furfuracea), gereguleerd in vermelding 91 respectievelijk 92 van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1223/2009.

(5)

De bedrijfstak moet voldoende tijd krijgen om zich aan de nieuwe verbodsbepalingen aan te passen zodat zij de producten die één of meer van de verboden stoffen bevatten om die reden niet langer in de handel brengen of aanbieden. Bij de vaststelling van die tijd moet ook rekening worden gehouden met het potentiële risico van die producten voor de menselijke gezondheid. De beperking voor HICC in vermelding 79 van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1223/2009 moet van toepassing blijven tot het aanbieden van producten die deze stof bevatten, niet meer is toegestaan. De schrapping van die vermelding moet daarom worden uitgesteld.

(6)

Met name de uitzonderlijk complexe en langdurige procedure voor de herformulering van parfum en de bezorgdheid van de consumenten over de wijziging van de geureigenschappen van parfums moeten tot uiting komen in een langer dan gebruikelijke termijn voor de industrie om de producten aan te passen. Uitingen van contactallergieën voor geurstoffen blijven gewoonlijk beperkt tot de huid. Consumenten met contactallergieën voor allergene geurstoffen zijn er zich vaak van bewust dat zij geparfumeerde producten niet op hun huid kunnen verdragen en kunnen deze daarom vermijden.

(7)

De bijlagen II en III bij Verordening (EG) nr. 1223/2009 moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(8)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor cosmetische producten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlagen II en III bij Verordening (EG) nr. 1223/2009 worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Vanaf 23 augustus 2019 mogen cosmetische producten die één of meer van de bij deze verordening verboden stoffen bevatten, niet meer in de Unie in de handel worden gebracht.

Vanaf 23 augustus 2021 mogen cosmetische producten die één of meer van de bij deze verordening verboden stoffen bevatten, niet meer in de Unie worden aangeboden.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Punt 2 van de bijlage is van toepassing vanaf 23 augustus 2021.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 2 augustus 2017.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 342 van 22.12.2009, blz. 59.

(2)  SCCS/1459/11.


BIJLAGE

De bijlagen II en III bij Verordening (EG) nr. 1223/2009 worden als volgt gewijzigd:

1)

In bijlage II worden de volgende drie vermeldingen toegevoegd aan de tabel:

Ref. nr.

Identiteit van de stof

Chemische benaming/INN

CAS-nummer

EG-nummer

a

b

c

d

„1380

3- en 4-(4-hydroxy-4-methylpentyl)cyclohex-3-een-1-carbaldehyde (HICC) (*1)

51414-25-6/

31906-04-4/

257-187-9/

250-863-4/

1381

2,6-dihydroxy-4-methylbenzaldehyde (atranol) (*1)

526-37-4

1382

3-chloor-2,6-dihydroxy-4-methylbenzaldehyde (chlooratranol) (*1)

57074-21-2

2)

In de tabel in bijlage III wordt vermelding 79 geschrapt.


(*1)  Vanaf 23 augustus 2019 mogen cosmetische producten die deze stof bevatten, niet in de Unie in de handel worden gebracht. Vanaf 23 augustus 2021 mogen cosmetische producten die deze stof bevatten, niet in de Unie worden aangeboden.”.


Top