EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62021TN0253

Zaak T-253/21: Beroep ingesteld op 11 mei 2021 — Aquino/Parlement

PB C 252 van 28.6.2021, p. 31–31 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

28.6.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 252/31


Beroep ingesteld op 11 mei 2021 — Aquino/Parlement

(Zaak T-253/21)

(2021/C 252/41)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Robert Aquino (Brussel, België) (vertegenwoordiger: L. Levi, advocaat)

Verwerende partij: Europees Parlement

Conclusies

De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:

het onderhavige beroep ontvankelijk en gegrond te verklaren;

dientengevolge,

het besluit van 7 juli 2020 nietig te verklaren waarbij de directeur-generaal van het directoraat-generaal Personeelszaken de verkiezing van de voorzitter van het personeelscomité nietig heeft verklaard en heeft besloten om die verkiezingen over te doen;

de constitutieve vergadering van 14 september en de daar gehouden verkiezingen nietig te verklaren, met name de verkiezing van een president van het personeelscomité;

het besluit van 5 februari 2021 tot afwijzing van verzoekers klacht van 6 oktober 2020 nietig te verklaren;

de verwerende partij te veroordelen tot vergoeding van de immateriële schade, welke ex aequo et bono op 2 000 EUR wordt begroot;

de verwerende partij te verwijzen in alle kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij twee middelen aan.

1.

Eerste middel, ontleend aan niet-nakoming door de verwerende partij van zijn verplichting om ervoor te zorgen dat haar ambtenaren en hun gekozenen de mogelijkheid hebben om in alle vrijheid en met inachtneming van de vastgestelde regels hun vertegenwoordigers aan te wijzen. Voorts wordt schending van artikel 4 van het reglement van orde van het personeelscomité en niet-nakoming van de zorgvuldigheidsplicht aangevoerd.

2.

Tweede middel, ontleend aan schending van het recht om te worden gehoord en van artikel 41 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.


Top