EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62013TN0187
Case T-187/13: Action brought on 2 April 2013 — Jannatian v Council
Zaak T-187/13: Beroep ingesteld op 2 april 2013 — Jannatian/Raad
Zaak T-187/13: Beroep ingesteld op 2 april 2013 — Jannatian/Raad
PB C 171 van 15.6.2013, p. 29–30
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
15.6.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 171/29 |
Beroep ingesteld op 2 april 2013 — Jannatian/Raad
(Zaak T-187/13)
2013/C 171/56
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partij: Mahmoud Jannatian (Teheran, Iran) (vertegenwoordigers: E. Rosenfeld en S. Monnerville, advocaten)
Verwerende partij: Raad van de Europese Unie
Conclusies
Verzoeker verzoekt het Gerecht:
— |
de volgende handelingen nietig te verklaren, voor zover zij hem betreffen: (i) gemeenschappelijk standpunt 2008/479/GBVB van de Raad van 23 juni 2008 tot wijziging van gemeenschappelijk standpunt 2007/140/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran (1); (ii) besluit 2008/475/EG van de Raad van 23 juni 2008 houdende uitvoering van artikel 7, lid 2, van verordening (EG) nr. 423/2007 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran (2); (iii) gemeenschappelijk standpunt 2008/652/GBVB van de Raad van 7 augustus 2008 tot wijziging van gemeenschappelijk standpunt 2007/140/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran (3); (iv) besluit 2009/840/GBVB van de Raad van 17 november 2009 tot uitvoering van gemeenschappelijk standpunt 2007/140/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran (4); (v) besluit 2010/413/GBVB van de Raad van 26 juli 2010 betreffende beperkende maatregelen tegen Iran en tot intrekking van gemeenschappelijk standpunt 2007/140/GBVB (5); (vi) besluit 2010/644/GBVB van de Raad van 25 oktober 2010 tot wijziging van besluit 2010/413/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran en tot intrekking van gemeenschappelijk standpunt 2007/140/GBVB (6); (vii) verordening (EG) nr. 1100/2009 van de Raad van 17 november 2009 houdende uitvoering van artikel 7, lid 2, van verordening (EG) nr. 423/2007 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran en tot intrekking van besluit 2008/475/EG (7); (viii) verordening (EU) nr. 961/2010 van de Raad van 25 oktober 2010 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran en tot intrekking van verordening (EG) nr. 423/2007 (8); en (ix) verordening (EU) nr. 267/2012 van de Raad van 23 maart 2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran en tot intrekking van verordening (EU) nr. 961/2010 (9); en |
— |
de Raad te verwijzen in alle kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
Ter ondersteuning van zijn beroep voert verzoeker zeven middelen aan:
1) |
Onbevoegdheid van de Raad
|
2) |
Schending van de motiveringsplicht
|
3) |
Schending van verzoekers grondrechten
|
4) |
Gebrek aan bewijs tegen verzoeker
|
5) |
Feitelijke onjuistheid
|
6) |
Onjuiste rechtsopvatting
|
7) |
Kennelijk onjuiste beoordeling van de feiten en schending van het evenredigheidsbeginsel
|
(1) PB L 163, blz. 43.
(2) PB L 163, blz. 29.
(3) PB L 213, blz. 58.
(4) PB L 303, blz. 64.
(5) PB L 195, blz. 39.
(6) PB L 281, blz. 81.
(7) PB L 303, blz. 31.
(8) PB L 281, blz. 1.
(9) PB L 88, blz. 1.