EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62013CN0146

Zaak C-146/13: Beroep ingesteld op 22 maart 2013 — Koninkrijk Spanje/Europees Parlement en Raad van de Europese Unie

PB C 171 van 15.6.2013, p. 15–16 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

15.6.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 171/15


Beroep ingesteld op 22 maart 2013 — Koninkrijk Spanje/Europees Parlement en Raad van de Europese Unie

(Zaak C-146/13)

2013/C 171/30

Procestaal: Spaans

Partijen

Verzoekende partij: Koninkrijk Spanje (vertegenwoordigers: E. Chamizo Llatas en S. Centeno Huerta, gemachtigden)

Verwerende partijen: Europees Parlement en Raad van de Europese Unie

Conclusies

Rechtens non-existent verklaren verordening (EU) nr. 1257/2012 (1) van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2012 tot het uitvoering geven aan nauwere samenwerking op het gebied van de instelling van eenheidsoctrooibescherming en, subsidiair, deze verordening geheel nietig te verklaren.

Subsidiair, nietig verklaren

a)

artikel 9, lid 1, van voormelde verordening in zijn geheel, en artikel 9, lid 2, voor zover aangegeven in punt 5 van de middelen en argumenten;

b)

artikel 18, lid 2, van voormelde verordening in zijn geheel alsook alle verwijzingen in de verordening naar een eengemaakt octrooigerecht als gerechtelijk stelsel voor het eenheidsoctrooi en als rechtsbron voor dit octrooi.

Het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

1)

Aantasting van de waarden van de rechtsstaat, doordat een verordening is vastgesteld die is gebaseerd op een door het Europees Octrooibureau afgegeven titel ofschoon de handelingen van dit orgaan niet aan rechterlijk toezicht zijn onderworpen.

2)

Non-existentie van een handeling van de Unie en, subsidiair, ontbreken van een rechtsgrondslag voor de verordening nu maatregelen om de in artikel 118 VWEU bedoelde eenvormige bescherming te waarborgen ontbreken.

3)

Misbruik van bevoegdheid doordat de nauwere samenwerking wordt gebruikt voor andere dan de in de Verdragen genoemde doeleinden.

4)

Schending van artikel 291, lid 2, VWEU en, schending van de rechtsspraak Meroni, gezien het stelsel van vaststelling van de jaartaksen en van het aandeel in de verdeling ervan.

5)

Schending van de rechtspraak Meroni doordat aan het Europees Octrooibureau bepaalde administratieve taken in verband met het Europees eenheidsoctrooi zijn gedelegeerd.

6)

Schending van de beginselen van autonome en eenvormige toepassing van het recht van de Unie door de wijze waarop de verordening in werking treedt.


(1)  PB L 361, blz. 1.


Top