EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 41976X0219

Resolutie van de Raad en van de ministers van Onderwijs, in het kader van de Raad bijeen van 9 februari 1976 houdende een actieprogramma op onderwijsgebied

PB C 38 van 19.2.1976, p. 1–5 (DA, DE, EN, FR, IT, NL)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (EL, ES, PT)

Legal status of the document In force

41976X0219

Resolutie van de Raad en van de ministers van Onderwijs, in het kader van de Raad bijeen van 9 februari 1976 houdende een actieprogramma op onderwijsgebied

Publicatieblad Nr. C 038 van 19/02/1976 blz. 0001 - 0005
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 05 Deel 2 blz. 0073
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 05 Deel 2 blz. 0073


++++

RESOLUTIE VAN DE RAAD EN VAN DE MINISTERS VAN ONDERWIJS , IN HET KADER VAN DE RAAD BIJEEN

van 9 februari 1976

houdende een actieprogramma op onderwijsgebied

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN EN DE MINISTERS VAN ONDERWIJS , IN HET KADER VAN DE RAAD BIJEEN ,

Gelet op de Verdragen tot oprichting van de Europese Gemeenschappen ,

Verwijzende naar de resolutie van de ministers van Onderwijs , in het kader van de Raad bijeen op 6 juni 1974 , betreffende de samenwerking op onderwijsgebied ( 1 ) ,

Verwijzende naar de punten 5 en 9 van het Communiqué van de Conferentie van Regeringsleiders der Lid-Staten , in Parijs bijeen op 9 en 10 december 1974 ,

Herinnerend aan de resolutie van de Raad van 21 januari 1974 betreffende een sociaal actieprogramma ( 2 ) en de door de Commissie bij de Raad ingediende voorstellen ten behoeve van migrerende werknemers en hun gezinnen , van 19 december 1974 , en inzake het onderwijs aan migrantenkinderen , van 28 juli 1975 ( 3 ) ,

Overwegende dat het Europese Parlement tijdens zijn vergadering van 22 september 1975 ( 4 ) heeft gewezen op het belang van de communautaire werkzaamheden op het gebied van het onderwijs ;

Overwegende dat het Economisch en Sociaal Comité tijdens zijn zitting van 23 en 24 april 1975 heeft gesteld dat " onderwijs van essentieel belang is voor de volledige en gezonde ontwikkeling van de Gemeenschap " ( 5 ) ;

Opnieuw hun wil bevestigend om een Europese samenwerking op onderwijsgebied tot stand te brengen ;

Zich bewust van de bijdrage die deze samenwerking voor de ontwikkeling van de Gemeenschap kan betekenen ;

Akte nemend van het verslag van het Onderwijscomité ,

NEMEN DE VOLGENDE RESOLUTIE AAN :

I . Het onder punt IV voorkomende actieprogramma wordt ten uitvoer gelegd .

II . 1 . Er wordt een Onderwijscomité opgericht , samengesteld uit vertegenwoordigers van de Lid-Staten en van de Commissie . Het voorzitterschap van dit Comité berust bij het land dat het voorzitterschap van de Raad uitoefent .

Het Comité coordineert en volgt de tenuitvoerlegging van het programma ; het brengt aan de Raad en aan de ministers van Onderwijs , in het kader van de Raad bijeen , verslag uit over de uitvoering ervan , overeenkomstig de procedure van artikel 4 van het Verdrag tot instelling van één Raad en één Commissie welke Europese Gemeenschappen gemeen hebben .

Het Comité bereidt volgens dezelfde procedure de besluiten van de Raad en van de ministers van Onderwijs , in het kader van de Raad bijeen , voor , met inbegrip van die welke op de toekomstige ontwikkelingen in de onderwijssector betrekking hebben .

2 . De Commissie wordt verzocht om , in nauwe samenwerking met het Onderwijscomité , de passende acties te ondernemen die op comunautair nieveau dienen te worden gevoerd .

Bij de tenuitvoerlegging op communautair niveau van de maatregelen tot samenwerking tussen de Lid-Staten waartoe de ministers van Onderwijs , in het kader van de Raad bijeen , hebben besloten , zal de Commissie handelen in overleg met het Onderwijscomité dat optreedt overeenkomstig de in de tweede alinea van punt 1 vastgestelde procedure .

III . De Raad en de ministers van Onderwijs , in het kader van de Raad bijeen , zullen op gezette tijden vergaderen om de uitvoering van het actieprogramma te volgen , de toekomstige beleidslijnen vast te stellen en hun beleid onderling te vergelijken .

IV . Het actieprogramma luidt als volgt :

Betere mogelijkheden inzake culturele vorming en beroepsopleiding van de onderdanen van de andere Lid-Staten der Gemeenschappen en van de landen die geen lid zijn van de Gemeenschappen , alsmede van hun kinderen

1 . De Raad en de ministers van Onderwijs , in het kader van de Raad bijeen , hebben kennis genomen van de beleidslijnen die de Commissie op 19 december 1974 aan de Raad heeft voorgelegd in het kader van het sociaal actieprogramma ; zij vestigen de aandacht op de educatieve dimensie van zulk een programma .

De ministers geven thans reeds te kennen dat de Lid-Staten van zins zijn passende acties voort te zetten en te ontwikkelen ten gunste van de onderdanen van de andere Lid-Staten der Gemeenschappen en van de landen die geen lid zijn van de Gemeenschappen , alsmede van hun kinderen , om de opvang van die kinderen te verbeteren en hun aanpassing aan het onderwijssysteem en aan het sociale leven van het ontvangende land te vergemakkelijken . Daartoe komen zij overeen met name de volgende acties te bevorderen :

- het organiseren en ontwikkelen van een op de opvang gericht onderwijs dat stoomcursussen voor het aanleren van de taal of talen van het ontvangende land omvat ;

- het op passende wijze vergemakkelijken van het onderwijs van hun moedertaal en hun cultuur voor die kinderen , zo mogelijk in het kader van de school en te zamen met het land van oorsprong ;

- het ontwikkelen van de voorlichting aan gezinnen inzake de mogelijkheden die er op opleidings - en onderwijsgebied voor hen bestaan .

2 . Op communautair niveau zullen worden ingesteld :

- een uitwisseling van informatie en ervaring betreffende de organisatie van passende vormen van onderwijs , geconcretiseerd in een beperkt aantal modelacties welke het mogelijk maken die vormen van onderwijs te beoordelen en te vergelijken , alsook een samenwerking inzake de voorbereiding van leerkrachten die verantwoordelijkheden zullen uitoefenen op dit gebied ;

- pedagogische studies en research op de volgende gebieden :

- aangepaste methodiek van het talenonderwijs ,

- de plaats en het belang van de cultuur en de taal van oorsprong in de schoolprogramma's ,

- de bestaande voorwaarden en bepalingen voor de toegang tot het onderwijs op alle niveaus en van de specifieke behoeften aan voorlichting op het gebied van schoolkeuze ,

- de thans geldende en de overwogen bepalingen voor de opvoedkundige programma's van radio en televisie , waaronder die voor onderwijs in de talen ,

- vaststelling van de behoefte aan scholen waar onderwijs wordt gegeven in meer dan één taal .

Verbetering van de aansluiting tussen de onderwijsstelsels in Europa

3 . Het is noodzakelijk de wederzijdse kennis van de verschillende onderwijsstelsels in de Gemeenschap te verbeteren en zorg te dragen voor de voortdurende vergelijking van het beleid , de ervaringen en de plannen in de Lid-Staten .

4 . Daartoe worden georganiseerd :

- op communautair niveau een regelmatige ontmoeting tussen degenen die voor het onderwijsbeleid verantwoordelijk zijn ;

- door de Lid-Staten studiebezoeken aan de andere Lid-Staten voor de functionarissen die op plaatselijk , regionaal en nationaal niveau verantwoordelijk zijn voor scholen en voor instellingen voor hoger onderwijs .

5 . Ten einde aan de ervaring van docenten en leerlingen van scholen voor lager en secundair onderwijs in de Gemeenschap een Europese dimensie te geven , worden door de Lid-Staten aangemoedigd en georganiseerd :

- studiebezoeken en korte uitwisselingen voor docenten , in het bijzonder voor talendocenten in opleiding ;

- de ontwikkeling van nationale informatie - en adviescentra ter bevordering van de uitwisseling en de mobiliteit van leerlingen en docenten binnen de Gemeenschap ;

- contacten tussen de instanties van de instellingen die onder andere met de docentenopleiding zijn belast ;

- schoolactiviteiten gericht op Europa .

De samenwerking op communautair niveau op deze gebieden zal worden opgezet met inachtneming van de werkzaamheden en de ervaringen van de Lid-Staten .

6 . Op communautair niveau worden bestudeerd :

- de uitbreiding van de praktijk van de erkenning van de schooltijdvakken in het buitenland ;

- de mogelijkheid voor docenten om een gedeelte van hun loopbaan in een andere Staat van de Gemeenschap door te brengen ;

- de vorming van Europese of internationale instellingen met specifieke programma's waar onderwijs in verschillende talen wordt gegeven .

7 . Ten einde voor leerlingen uit de Lid-Staten die zich binnen de Gemeenschap moeten verplaatsen , de overgang van het ene onderwijsstelsel naar het andere gemakkelijker te maken , moet op communautair niveau worden bestudeerd op welke wijze en in welke vorm een schoolboekje van gelijk model kan worden ontworpen om zo spoedig mogelijk tot een beslissing te komen .

Bijeenbrengen van actuele documentatie en statistieken op onderwijsgebied

8 . Het is noodzakelijk dat de verspreiding van de informatie onder degenen die voor het onderwijs verantwoordelijk zijn , en degenen die het onderwijs genieten , op alle niveaus wordt geïntensiveerd en beter georganiseerd .

9 . Daartoe zal een net van uitwisseling van informatie worden opgezet door de instelling in iedere Lid-Staat van een nationale dienst voor informatie over het onderwijs in de Gemeenschap . De organisatie van werkzaamheden op communautair niveau zal worden bestudeerd wanneer de passende nationale maatregelen zijn genomen .

10 . Bij het verzamelen van gegevens toetsen de Lid-Staten de normen die in het kader van het EUDISED-project zijn opgesteld .

11 . Om de Gemeenschap in staat te stellen haar specifieke bijdrage te leveren tot een betere wederzijdse kennis van de onderwijssystemen wordt op communautair niveau nagegaan hoe de bestaande gegevens het best ter kennis van de burgers van de Gemeenschap kunnen worden gebracht . Er worden informatiegidsen ten behoeve van de scholieren en de studenten samengesteld .

12 . De Raad en de ministers van Onderwijs , in het kader van de Raad bijeen , geven de wil te kennen het streven van het Bureau voor de statistiek van de Europese Gemeenschappen om in het kader van een permanent programma gegevens over de onderwijssamenwerking te ontwikkelen , te steunen .

Samenwerking op het gebied van het hoger onderwijs

Het is noodzakelijk de samenwerking op het gebied van het hoger onderwijs te bevorderen .

13 . Met eerbiediging van de autonomie van de instellingen voor hoger onderwijs , zullen op communautair niveau de volgende acties worden ondernomen , ten einde de contacten tussen deze instellingen te intensiveren :

- bevordering van de ontwikkeling van banden met en tussen de organisaties die de instellingen voor hoger onderwijs vertegenwoordigen ;

- bevordering van korte studiebezoeken met specifieke oogmerken voor docenten , administratieve functionarissen en wetenschapsbeoefenaars ;

- bevordering van de gezamenlijke studie - of onderzoekprogramma's van instellingen in verschillende Lid-Staten .

14 . Ter bevordering van het vrije verkeer en de mobiliteit van docenten , studenten en wetenschapsbeoefenaars worden op communautair niveau de volgende maatregelen genomen :

- organisatie van een debat met degenen die verantwoordelijk zijn voor het hoger onderwijs , over de bepaling van een gemeenschappelijk standpunt ten aanzien van de toelating van studenten uit andere Lid-Staten tot het hoger onderwijs ;

- opstelling van een rapport ten einde te bepalen of en in hoeverre de nationale stelsels voor beurzen voor studenten , personen die na het behalen van een graad hun studie voortzetten , wetenschapsbeofenaars en docenten moeten worden aangevuld voor een grotere mobiliteit in de Gemeenschap , en , in voorkomend geval , indiening van passende voorstellen ;

- uitwerking van voorstellen voor de opheffing van de belemmeringen die de mobiliteit van de studenten , docenten en wetenschapsbeoefenaars op universitair niveau in de weg staan .

15 . Eveneens met het oog daarop verzoeken de Lid-Staten de bevoegde autoriteiten om bij de berekening van de anciënniteit rekening te houden met de periodes waarin de betrokkenen werkzaam zijn geweest bij het onderwijs of het onderzoek in andere Lid-Staten en de wegen en middelen te bestuderen waardoor , voor de berekening van de pensioenrechten , cumulatie mogelijk wordt van de periodes gedurende welke men bij het onderwijs of het onderzoek in andere Lid-Staten werkzaam is geweest .

16 . Ter verbetering van de mogelijkheden tot academische erkenning van de diploma's , de studietijdvakken en studieprestaties , worden de volgende maatregelen op communautair niveau genomen :

- opstelling van een verslag waarin de huidige situatie inzake academische erkenning diploma's wordt geanalyseerd en dat voorstellen behelst om die situatie te verbeteren en eventueel tot een net van akkoorden te komen ,

- organisatie van overleg tussen degenen de politiek verantwoordelijk zijn en samenwerking tussen de instellingen voor de erkenning van studietijdvakken en studieprestaties .

Onderwijs in vreemde talen

17 . Ten einde zoveel mogelijk leerlingen in staat te stellen de talen van de Gemeenschap te leren , zal het nastreven van de volgende doeleinden worden aangemoedigd :

- alle leerlingen de mogelijkheid bieden om ten minste een andere taal van de Gemeenschap te bestuderen ;

- het beginsel dat iedere toekomstige talenleraar een bepaalde tijd doorbrengt in ten land of een streek waar de taal die hij zal onderwijzen , wordt gesproken ;

- het stimuleren ( bij voorbeeld via radio en televisie ) van het talenonderwijs buiten het traditionele schoolsysteem om , meer in het bijzonder voor de beroepsopleiding van volwassenen .

18 . In de eerste plaats zullen op communautair niveau de volgende maatregelen worden genomen :

- het beleggen van een ontmoeting tussen degenen die verantwoordelijk zijn voor de organisatie van het talenonderwijs en degenen die op dit gebied gespecialiseerd onderzoek verrichten ;

- de bestudering op communautair niveau van de resultaten van het onderzoek op het gebied van de methodiek van het talenonderwijs en in het bijzonder van de werkzaamheden die in de CCC van de Raad van Europa worden verricht .

19 . Tegelijkertijd dragen de Lid-Staten zorg voor :

- het organiseren van regelmatig verblijf in het buitenland gedurende langere tijd voor leraren en het aanmoedigen van de uitwisseling van assistenten ;

- het aanmoedigen van de uitwisseling van leerlingen of groepen leerlingen .

Het scheppen van gelijke kansen op volledige toegang tot alle vormen van onderwijs

20 . Het scheppen van gelijke kansen op volledige toegang tot alle vormen van onderwijs is een hoofddoel van het onderwijsbeleid in alle Lid-Staten en is in samenhang met de andere vormen van economisch en sociaal beleid belangrijk om te komen tot gelijke kansen in de samenleving .

21 . Naast de acties van de Lid-Staten zullen op communautair niveau gezichtspunten en ervaringen worden uitgewisseld met betrekking tot de opvattingen en de tendensen , ten einde de specifieke terreinen te bepalen waarop gemeenschappelijke acties kunnen worden ondernomen . In het aanvangsstadium zal vooral over de volgende punten van gedachten worden gewisseld :

a ) organisatie van het onderwijs dat aan het basisonderwijs voorafgaat en de samenhang daarvan met het basisonderwijs , alsmede de organisatie van het basisonderwijs , ten einde aan alle kinderen de mogelijkheid te geven te profiteren van de toegang tot het secundair onderwijs , zulks vooral met inachtneming van de belangen der minst bevoorrechte groepen ;

b ) organisatie van het verplicht secundair onderwijs op zodanige wijze dat alle kinderen hier volledige ontplooiingskansen vinden ; het treffen van de nodige maatregelen om hen daarbij te helpen , met inachtneming van hun persoonlijke aspiraties en capaciteiten , alsook van hun kansen op beroepsgebied .

22 . Onverminderd de acties van de Lid-Staten worden op communautair niveau met voorrang overwogen :

a ) maatregelen die op educatief gebied moeten worden getroffen , ten einde de jongeren voor te bereiden op het arbeidsproces , de overgang van school naar werkend bestaan te vergemakkelijken , hun mogelijkheden om werk te vinden , te verbeteren en aldus de kans op werkloosheid te verminderen ;

b ) het aanbod , in het kader van de voortgezette opleiding , van aanvullende onderwijsvormen , waardoor de jeugdige werknemers en de jeugdige werklozen hun mogelijkheden om werk te vinden , kunnen verbeteren .

Daartoe stelt het Onderwijscomité voor 1 juli 1976 een eerste verslag voor de Raad en voor de ministers van Onderwijs , in het kader van de Raad bijeen . In dit verslag wordt vooral de nadruk gelegd op de problemen die uit de punten a ) en b ) voortvloeien , en op de maatregelen die in het kader van de onderwijsstelses zouden kunnen bijdragen tot een oplossing daarvan .

( 1 ) PB nr . C 98 van 20 . 8 . 1974 , blz . 2 .

( 2 ) PB nr . C 13 van 12 . 2 . 1974 , blz . 1 .

( 3 ) PB nr . C 213 van 17 . 9 . 1975 , blz . 2 .

( 4 ) PB nr . C 239 van 20 . 10 . 1975 , blz . 14 .

( 5 ) PB nr . C 255 van 7 . 11 . 1975 , blz . 10 .

Top