EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32016D0408

Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/408 van de Raad van 10 maart 2016 inzake de tijdelijke opschorting van de herplaatsing van 30 % van de verzoekers die aan Oostenrijk zijn toegewezen op grond van Besluit (EU) 2015/1601 tot vaststelling van voorlopige maatregelen op het gebied van internationale bescherming ten gunste van Italië en Griekenland

PB L 74 van 19.3.2016, p. 36–37 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2016/408/oj

19.3.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 74/36


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2016/408 VAN DE RAAD

van 10 maart 2016

inzake de tijdelijke opschorting van de herplaatsing van 30 % van de verzoekers die aan Oostenrijk zijn toegewezen op grond van Besluit (EU) 2015/1601 tot vaststelling van voorlopige maatregelen op het gebied van internationale bescherming ten gunste van Italië en Griekenland

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Besluit (EU) 2015/1601 van de Raad van 22 september 2015 tot vaststelling van voorlopige maatregelen op het gebied van internationale bescherming ten gunste van Italië en Griekenland (1), en met name artikel 4, leden 5 en 7,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op grond van artikel 78, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) heeft de Raad twee besluiten vastgesteld tot vaststelling van voorlopige maatregelen op het gebied van internationale bescherming ten gunste van Italië en Griekenland. Op grond van Besluit (EU) 2015/1523 van de Raad (2) moeten 40 000 verzoekers om internationale bescherming uit Italië en Griekenland in andere lidstaten worden herplaatst. Op grond van Besluit (EU) 2015/1601 moeten 120 000 verzoekers om internationale bescherming uit Italië en Griekenland in de andere lidstaten worden herplaatst.

(2)

Besluit (EU) 2015/1601 werd vastgesteld door een noodsituatie die het gevolg was van een plotselinge toestroom van onderdanen van derde landen in Italië en Griekenland en de dringende noodzaak om de druk op deze lidstaten snel te verlichten, overeenkomstig het beginsel van solidariteit en eerlijk verdeling van de verantwoordelijkheid tussen de lidstaten. Bijgevolg moet iedere lidstaat van herplaatsing ervoor zorgen dat herplaatsing gelijkmatig, onverwijld en op voldoende schaal plaatsvindt.

(3)

Volgens artikel 4, lid 5, van Besluit (EU) 2015/1601 kan een lidstaat, in uitzonderlijke omstandigheden, uiterlijk op 26 december 2015, de Raad en de Commissie ervan in kennis stellen dat hij tijdelijk ten belope van maximaal 30 % van de overeenkomstig lid 1 van dat artikel aan hem toegewezen verzoekers niet kan deelnemen aan de herplaatsing, met opgave van naar behoren gemotiveerde redenen die verenigbaar zijn met de fundamentele waarden van de Unie zoals neergelegd in artikel 2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU). De Commissie moet de opgegeven redenen onderzoeken en moet bij de Raad voorstellen indienen betreffende de tijdelijke opschorting van de herplaatsing ten belope van maximaal 30 % van de overeenkomstig artikel 4, lid 1, van dat besluit aan de betrokken lidstaat toegewezen verzoekers. Indien dit gerechtvaardigd is, kan de Commissie voorstellen de termijn voor de herplaatsing van de verzoekers van de overblijvende toewijzing te verlengen met maximaal twaalf maanden na de in artikel 13, lid 2, van dat besluit bedoelde datum.

(4)

Oostenrijk wordt gezien de noodsituatie ten gevolge van een plotselinge toestroom van onderdanen van derde landen op zijn grondgebied, met uitzonderlijke omstandigheden geconfronteerd.

(5)

De aanzienlijke toename van irreguliere grensoverschrijdingen naar de Unie en van secundaire bewegingen in de Unie heeft geresulteerd in een sterke toename van het aantal verzoekers om internationale bescherming in Oostenrijk.

(6)

Cijfers van Eurostat bevestigen dat er een sterke toename is geweest van het aantal verzoekers om internationale bescherming in Oostenrijk. Het aantal verzoekers om internationale bescherming is met meer dan 230 % toegenomen, van 23 835 verzoekers in de periode van 1 januari tot en met 30 november 2014 tot 80 880 verzoekers in de periode van 1 januari tot en met 30 november 2015, en sinds september 2015 verzoeken iedere maand meer dan 10 000 personen om internationale bescherming. Hoewel volgens gegevens van het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO) het aantal verzoekers in december 2015 en januari 2016 is gedaald tegenover de maanden daarvoor, blijft het aantal verzoekers hoog.

(7)

Oostenrijk had in 2015 het op een na hoogste aantal verzoekers om internationale bescherming per hoofd van de bevolking in de Unie, na Zweden (volgens gegevens van Eurostat 9 421 verzoekers per miljoen inwoners).

(8)

De huidige situatie heeft het Oostenrijkse asielstelsel zwaar onder druk gezet, met ernstige praktische gevolgen op het terrein wat betreft de opvangvoorzieningen en de capaciteit van het asielstelsel om de verzoeken te verwerken.

(9)

Daarom is het gezien de huidige migratiesituatie in Oostenrijk en de druk op zijn capaciteit om verzoeken om internationale bescherming te behandelen en te voorzien in adequate opvangvoorzieningen voor personen die duidelijk behoefte hebben aan internationale bescherming, gerechtvaardigd te besluiten tot de tijdelijke opschorting van de herplaatsing van 30 % van de overeenkomstig Besluit (EU) 2015/1601 aan Oostenrijk toegewezen verzoekers, wat overeenstemt met 1 065 verzoekers, voor een periode van één jaar.

(10)

Oostenrijk blijft tijdens deze periode van tijdelijke opschorting verplicht de verzoekers van de overblijvende toewijzing snel en gelijkmatig te herplaatsen.

(11)

De opschorting van de herplaatsing van 30 % van de verzoekers voor een periode van één jaar is als maatregel voldoende en evenredig ten aanzien van de situatie in Oostenrijk. Een verlenging van de termijn voor de herplaatsing van de verzoekers van de overblijvende toewijzing na de in artikel 13, lid 2, van Besluit (EU) 2015/1601 bedoelde datum, zou niet gerechtvaardigd zijn. Het is van essentieel belang dat de herplaatsing vanuit Italië en Griekenland snel en gelijkmatig plaatsvindt, tot 26 september 2017, om Italië en Griekenland in de huidige noodsituatie daadwerkelijk te ondersteunen.

(12)

Aangezien de doelstellingen van dit besluit niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en wegens de omvang en de gevolgen van het optreden beter op het niveau van de Unie kunnen worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 VEU neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in datzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat dit besluit niet verder dan hetgeen nodig is om die doelstellingen te verwezenlijken.

(13)

Dit besluit eerbiedigt de grondrechten en neemt de beginselen in acht die in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie zijn neergelegd.

(14)

Het Verenigd Koninkrijk neemt niet deel aan Besluit (EU) 2015/1601. Bijgevolg neemt het Verenigd Koninkrijk niet deel aan de vaststelling van dit besluit en is het niet bindend voor, noch van toepassing in het Verenigd Koninkrijk.

(15)

Besluit (EU) 2015/1601 is bindend voor Ierland, dat derhalve deelneemt aan de vaststelling en toepassing van het onderhavige besluit ter uitvoering van Besluit (EU) 2015/1601.

(16)

Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, dat aan het VEU en het VWEU is gehecht, neemt Denemarken niet deel aan de vaststelling van dit besluit en is het niet bindend voor, noch van toepassing in Denemarken.

(17)

Gezien het spoedeisende karakter van de situatie dient dit besluit in werking te treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De herplaatsing naar Oostenrijk van 1 065 van de op grond van Besluit (EU) 2015/1601 aan Oostenrijk toegewezen verzoekers, wordt opgeschort tot 11 maart 2017.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 10 maart 2016.

Voor de Raad

De voorzitter

K.H.D.M. DIJKHOFF


(1)  PB L 248 van 24.9.2015, blz. 80.

(2)  Besluit (EU) 2015/1523 van de Raad van 14 september 2015 tot vaststelling van voorlopige maatregelen op het gebied van internationale bescherming ten gunste van Italië en van Griekenland (PB L 239 van 15.9.2015, blz. 146).


Top