EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52016IP0481

Resolutie van het Europees Parlement van 1 december 2016 over de toepassing van de Europese betalingsbevelprocedure (2016/2011(INI))

PB C 224 van 27.6.2018, p. 173–175 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

27.6.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 224/173


P8_TA(2016)0481

De toepassing van de Europese betalingsbevelprocedure

Resolutie van het Europees Parlement van 1 december 2016 over de toepassing van de Europese betalingsbevelprocedure (2016/2011(INI))

(2018/C 224/28)

Het Europees Parlement,

gezien het Groenboek van de Commissie betreffende een Europese procedure inzake betalingsbevelen en maatregelen ter vereenvoudiging en bespoediging van de procesvoering over geringe vorderingen (COM(2002)0746),

gezien Verordening (EG) nr. 1896/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 tot invoering van een Europese betalingsbevelprocedure (1),

gezien Verordening (EU) nr. 936/2012 van de Commissie van 4 oktober 2012 tot wijziging van de bijlagen bij Verordening (EG) nr. 1896/2006 van het Europees Parlement en de Raad tot invoering van een Europese betalingsbevelprocedure (2),

gezien het verslag van de Commissie over de toepassing van Verordening (EG) nr. 1896/2006 van het Europees Parlement en de Raad tot invoering van een Europese betalingsbevelprocedure (COM(2015)0495),

gezien de Europese uitvoeringsbeoordeling van de Europese betalingsbevelprocedure door de Onderzoeksdienst van het Europees Parlement,

gezien artikel 52 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie juridische zaken (A8-0299/2016),

A.

overwegende dat de Commissie haar verslag over de werking van de Europese betalingsbevelprocedure heeft uitgebracht overeenkomstig artikel 32 van Verordening (EG) nr. 1896/2006;

B.

overwegende dat dit verslag bijna twee jaar te laat komt en niet voor iedere lidstaat een uitgebreide effectbeoordeling bevat zoals is voorgeschreven wegens de verschillende wettelijke bepalingen in de lidstaten en de interoperabiliteit daarvan, maar alleen een onvolledige statistiekentabel met overwegend van 2012 daterende informatie; overwegende dat de Europese betalingsbevelprocedure een facultatieve procedure is die in grensoverschrijdende zaken kan worden gebruikt als alternatief voor binnenlandse betalingsbevelen;

C.

overwegende dat deze procedure werd ingevoerd om een snelle, gemakkelijke en goedkope invordering mogelijk te maken van vaststaande schulden en betaalbare vorderingen die niet door de verweerder worden weersproken; overwegende dat de procedure blijkens de statistieken bevredigend schijnt te werken maar ver beneden het volle potentieel blijft omdat zij voornamelijk wordt gebruikt in landen waar een soortgelijke nationale procedure bestaat;

D.

overwegende dat de Europese betalingsbevelprocedure tot de categorie behoort van maatregelen op gebied van justitiële samenwerking in burgerlijke zaken met grensoverschrijdende aspecten die voor de werking van de interne markt nodig zijn;

E.

overwegende dat betalingsachterstanden een belangrijke oorzaak zijn van insolventie, vooral van kleine en middelgrote bedrijven, waardoor ook veel banen verloren gaan;

F.

overwegende dat concrete maatregelen nodig zijn, zoals gerichte bewustmakingscampagnes, om bedrijven, juridische dienstverleners, en andere betrokken partijen omtrent het bestaan, de werking, de toepassing en de voordelen van deze procedure te informeren;

G.

overwegende dat een betalingsbevel in bepaalde lidstaten waar de Europese betalingsbevelprocedure niet conform de huidige verordening wordt toegepast, sneller moet worden uitgevaardigd, en in ieder geval binnen de in de verordening gestelde termijn van 30 dagen, waarbij moet worden bedacht dat een bevel alleen ten uitvoer kan worden gelegd wanneer de vordering niet wordt weersproken;

H.

overwegende dat de ontwikkeling van het e-Codex systeem waarmee aanvragen online kunnen worden ingediend, moet worden aangemoedigd met nadere maatregelen voor een efficiënter gebruik van de procedure;

I.

overwegende dat meer lidstaten het voorbeeld van Frankrijk, Tsjechië, Estland, Cyprus en Zweden moeten volgen en indiening van aanvragen in meerdere talen mogelijk moeten maken en maatregelen moeten nemen om foutenmarges door gebruik van een vreemde taal tot een minimum terug te brengen;

J.

overwegende dat de gestroomlijnde aard van de procedure niet betekent dat deze mag worden misbruikt voor het afdwingen van oneerlijke contractvoorwaarden, omdat de rechter ingevolge artikel 8 van verordening (EG) nr. 1896/2006 aan de hand van de hem ter beschikking staande informatie de gegrondheid van de vordering moet nagaan, overeenkomstig de rechtspraak van het Hof van Justitie op dit punt; overwegende dat alle betrokken partijen omtrent rechten en procedures moeten worden voorgelicht;

K.

overwegende dat de standaardformulieren toe zijn aan herziening die ook in de toekomst periodiek moet worden uitgevoerd, en dat de lijst van lidstaten en nationale valuta moet worden aangepast en een betere regeling moet worden getroffen voor betaling van rente over een vordering, met een afdoende omschrijving van de in te vorderen rente;

L.

overwegende dat de Commissie dient na te denken over een voorstel tot herziening van de bepalingen omtrent het toepassingsgebied van de procedure en de uitzonderlijke herziening van een betalingsbevel;

1.

Noemt het verheugend dat het Europees betalingsbevel in alle lidstaten met succes functioneert als burger- en handelsrechtelijke procedure voor inning van onweersproken vorderingen, die voornamelijk dient om de grensoverschrijdende erkenning en afdwinging van crediteursaanspraken in de EU te vereenvoudigen en te versnellen;

2.

betreurt dat het verslag van de Commissie over de werking van Verordening (EG) nr. 1896/2006 met een beduidende vertraging van bijna twee jaar werd uitgebracht;

3.

betreurt dat in het verslag van de Commissie een uitgebreide effectbeoordeling voor iedere lidstaat ontbreekt zoals nochtans in artikel 32 van Verordening (EG) nr. 1896/2006 is voorgeschreven; mist in dit verslag tot zijn spijt actuele gegevens over de situatie in de lidstaten Member rond de werking en uitvoering van de Europese betalingsbevelprocedure; vraagt de Commissie daarom zo spoedig mogelijk alsnog een uitgebreide, bijgewerkte en gedetailleerde effectbeoordeling uit te brengen;

4.

noemt het eveneens spijtig dat het gebruik van de Europese betalingsbevelprocedure van lidstaat tot lidstaat zo aanzienlijk verschilt; onderstreept in dit verband dat al voorziet de EU-wetgeving in een eenvoudige en moderne procedure, de uiteenlopende manieren waarop er in de lidstaten uitvoering aan wordt gegeven en voorkeuren voor nationale wetgeving boven de Europese betalingsbevelprocedure aan een optimaal resultaat van Verordening (EG) nr. 1896/2006 in de weg staan, waardoor de Europese burger zijn rechten niet op grensoverschrijdend niveau geldend kan maken met alle risico van dien van een verminderd vertrouwen in EU-wetgeving;

5.

wijst erop dat de procedure het vaakst wordt aangewend en het meest bekend is in de lidstaten waar een gelijksoortige regeling bestaat op nationaal niveau;

6.

is van mening dat praktische maatregelen nodig zijn om burgers, bedrijven, juridische dienstverleners, en andere betrokken partijen omtrent het bestaan, de werking, de toepassing en de voordelen van deze procedure te informeren onderstreept voorts dat het publiek en vooral de kleine en middelgrote ondernemingen hulp nodig hebben om de bestaande instrumenten beter te leren gebruiken, te begrijpen en te kennen, zodat zij hun vorderingen dankzij de EU-wetgeving ook over de grens heen kunnen innen;

7.

onderstreept dat de lidstaten de Commissie moeten voorzien van accurate, volledige en actuele gegevens, met het oog op effectieve bewaking en evaluatie;

8.

spoort de lidstaten aan er naar toe te werken dat een betalingsbevel binnen 30 dagen wordt uitgevaardigd, en zo mogelijk ook aanvragen in een vreemde taal in behandeling te nemen, aangezien een vertalingsvereiste kosten en vertraging in de behandeling met zich brengt;

9.

betuigt zijn volle steun voor het werk dat wordt gedaan om in de toekomst de elektronische indiening van aanvragen voor een Europees betalingsbevel mogelijk te maken; vraagt de Commissie op dit punt dan ook het gebruik van het е-CODEX proefproject aan te moedigen en naar alle lidstaten uit te breiden, naar aanleiding van een haalbaarheidsstudie van de Commissie naar elektronische toepassingen voor Europese betalingsbevelen;

10.

vraagt de Commissie om, zoals eerder gevraagd, bijgewerkte standaardformulieren in te voeren, met onder andere meer ruimte voor een duidelijke omschrijving van de over een vordering te betalen rente;

11.

is van oordeel dat bij een toekomstige herziening van de verordening moet worden gedacht aan opheffing van sommige beperkingen op het toepassingsbereik van de procedure en aan wijziging van de bepalingen omtrent de heroverweging van een Europees betalingsbevel;

12.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, alsmede aan de parlementen en regeringen van de lidstaten.

(1)  PB L 399 van 30.12.2006, blz. 1.

(2)  PB L 283 van 16.10.2012, blz. 1.


Top