EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32009D1008

Uitvoeringsbesluit van de Raad van 7 december 2009 waarbij de Republiek Letland wordt gemachtigd een maatregel te blijven toepassen die afwijkt van artikel 193 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde

PB L 347 van 24.12.2009, p. 30–30 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force: This act has been changed. Current consolidated version: 20/01/2022

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2009/1008/oj

24.12.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 347/30


UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

van 7 december 2009

waarbij de Republiek Letland wordt gemachtigd een maatregel te blijven toepassen die afwijkt van artikel 193 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde

(2009/1008/EU)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op Richtlijn 2006/112/EG van 28 november 2006 (1), en met name op artikel 395, lid 1,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij brief, ingekomen bij het secretariaat-generaal van de Commissie op 3 maart 2009, heeft de Republiek Letland (hierna „Letland” genoemd) verzocht om een maatregel te mogen blijven toepassen die afwijkt van de bepalingen van Richtlijn 2006/112/EG wat betreft de tot voldoening van de btw gehouden persoon.

(2)

Overeenkomstig artikel 395, lid 2, van Richtlijn 2006/112/EG heeft de Commissie de overige lidstaten bij brief van 22 september 2009 van het verzoek van Letland in kennis gesteld. Bij brief van 24 september 2009 heeft de Commissie Letland meegedeeld dat zij over alle gegevens beschikte die zij nodig achtte voor de beoordeling van het verzoek.

(3)

De houtmarkt in Letland wordt gekenmerkt door kleine lokale bedrijven en individuele leveranciers. Het specifieke karakter van de markt en het soort bedrijven dat erop actief is, hebben geleid tot belastingfraude waarop de belastingdienst moeilijk vat kon krijgen. Daarom is in de Letse btw-wetgeving een bijzondere bepaling opgenomen die erin voorziet dat, wat houttransacties betreft, de tot voldoening van de btw gehouden persoon de belastingplichtige is voor wie de belastbare goederenleveringen of de belastbare diensten worden verricht.

(4)

De maatregel wijkt af van artikel 193 van Richtlijn 2006/112/EG, waarin is bepaald dat in het binnenlandse verkeer de btw normaal wordt verschuldigd door de belastingplichtige die een goederenlevering of dienst verricht.

(5)

De machtiging voor de maatregel is oorspronkelijk verleend in de Toetredingsakte van 2003 (2), meer bepaald in hoofdstuk 7, punt 1, onder b), van bijlage VIII, en vervolgens verlengd bij Beschikking 2006/42/EG van 24 januari 2006 (3) in het kader van de toen geldende Zesde Richtlijn 77/388/EEG van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (4).

(6)

Naar de Commissie begrijpt, zijn de juridische en feitelijke omstandigheden die de rechtvaardiging vormden voor de huidige toepassing van de derogatiemaatregel, ongewijzigd en nog steeds relevant. Letland moet derhalve worden gemachtigd de maatregel gedurende een nieuwe beperkte periode toe te passen.

(7)

De derogatiemaatregel heeft geen negatieve gevolgen voor de eigen middelen van de Unie uit de btw,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT AANGENOMEN:

Artikel 1

In afwijking van artikel 193 van Richtlijn 2006/112/EG wordt Letland gemachtigd om ter zake van houttransacties de ontvanger te blijven aanmerken als de tot voldoening van de btw gehouden persoon.

Artikel 2

Dit besluit is van toepassing van 1 januari 2010 tot en met 31 december 2012.

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot de Republiek Letland.

Gedaan te Brussel, 7 december 2009.

Voor de Raad

De voorzitster

C. MALMSTRÖM


(1)  PB L 347 van 11.12.2006, blz. 1.

(2)  PB L 236 van 23.9.2003, blz. 33.

(3)  PB L 25 van 28.1.2006, blz. 31.

(4)  PB L 145 van 13.6.1977, blz. 1.


Top