EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32005R2183

Verordening (EG) nr. 2183/2005 van de Commissie van 22 december 2005 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 795/2004 houdende bepalingen voor de uitvoering van de bedrijfstoeslagregeling waarin is voorzien bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad

PB L 347 van 30.12.2005, p. 56–60 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
PB L 348M van 24.12.2008, p. 455–463 (MT)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (BG, RO)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2009; stilzwijgende opheffing door 32009R1120

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2005/2183/oj

30.12.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 347/56


VERORDENING (EG) Nr. 2183/2005 VAN DE COMMISSIE

van 22 december 2005

houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 795/2004 houdende bepalingen voor de uitvoering van de bedrijfstoeslagregeling waarin is voorzien bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en houdende wijziging van de Verordeningen (EEG) nr. 2019/93, (EG) nr. 1452/2001, (EG) nr. 1453/2001, (EG) nr. 1454/2001, (EG) nr. 1868/94, (EG) nr. 1251/1999, (EG) nr. 1254/1999, (EG) nr. 1673/2000, (EEG) nr. 2358/71 en (EG) nr. 2529/2001 (1), en met name op artikel 145, onder c), h), i) en s), en artikel 155,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 795/2004 van de Commissie (2) zijn bepalingen ter uitvoering van de bedrijfstoeslagregeling vastgesteld die gelden met ingang van 2005.

(2)

Verordening (EG) nr. 1782/2003 zoals gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 864/2004 (3) bevat de voorschriften inzake de gekoppelde en de ontkoppelde steun in de sectoren katoen, olijfolie, ruwe tabak en hop en inzake de integratie van die sectoren in de bedrijfstoeslagregeling.

(3)

Ten behoeve van de bepaling van de toeslagrechten in het kader van de integratie van de betalingen voor tabak, olijfolie, katoen en hop in de bedrijfstoeslagregeling dienen specifieke regels te worden vastgesteld met betrekking tot de nationale maxima zoals bedoeld in artikel 41 van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en verschillende in artikel 42, leden 1 en 8, van die verordening geregelde aspecten van de nationale reserves.

(4)

In de lidstaten die de bedrijfstoeslagregeling in 2005 hebben toegepast, moeten voor de landbouwers die uiterlijk op de uiterste datum voor de indiening van een aanvraag tot vaststelling van toeslagrechten voor 2006 toeslagrechten toegewezen hebben gekregen of hebben gekocht of ontvangen, de waarde en het aantal van hun toeslagrechten worden herberekend in verband met de referentiebedragen en de hectaren die voortvloeien uit de integratie van de betalingen voor tabak, olijfolie en katoen. De braakleggingstoeslagrechten dienen bij deze berekening niet in aanmerking te worden genomen.

(5)

Toegestaan dient te worden dat de clausule in een privaatrechtelijk contract zoals bedoeld in artikel 27 van Verordening (EG) nr. 795/2004 wordt ingevoegd of gewijzigd in een verhuurcontract tot en met de uiterste datum die in 2006 geldt voor de indiening van een aanvraag in het kader van de bedrijfstoeslagregeling.

(6)

In de lidstaten die het bij artikel 59, leden 1 en 3, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 vastgestelde regionale model toepassen, dienen alle toeslagrechten te worden verhoogd met een aanvullend bedrag dat verband houdt met de referentiebedragen die voortvloeien uit de integratie van de betalingen voor tabak, olijfolie, katoen en hop.

(7)

Overeenkomstig artikel 71, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 hebben Malta en Slovenië besloten de bedrijfstoeslagregeling toe te passen vanaf 2007. In de derde alinea van dat lid 1 is bepaald dat de overgangsperiode voor katoen, olijfolie, tafelolijven en tabak niet en voor hop slechts tot en met 31 december 2005 geldt. Dit zou Malta en Slovenië ertoe verplichten de bedrijfstoeslagregeling alleen voor die sectoren ten uitvoer te leggen en alle andere sectoren in 2007 te integreren. Daarom is het ter vergemakkelijking van de overgang naar de bedrijfstoeslagregeling dienstig overgangsbepalingen vast te stellen die het mogelijk maken dat in 2006 in Malta en Slovenië de huidige regelingen voor olijfgaarden en in Slovenië de huidige regelingen voor hop verder worden toegepast, aangezien dit de enige betrokken sectoren in die lidstaten zijn. Malta en Slovenië kunnen dan voor alle sectoren de bedrijfstoeslagregeling in 2007 ten uitvoer leggen.

(8)

In artikel 37 van Verordening (EG) nr. 1782/2003 zoals gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 864/2004 is bepaald dat in de sector olijfolie het referentiebedrag voor een individuele landbouwer het gemiddelde is van het totale bedrag aan productiesteun voor olijfolie dat die landbouwer in elk van de vier verkoopseizoenen 1999/2000, 2000/2001, 2001/2002 en 2002/2003 heeft ontvangen, berekend en aangepast overeenkomstig bijlage VII bij die verordening. Toen Verordening (EG) nr. 864/2004 werd aangenomen, had de Commissie het definitieve steunbedrag voor het verkoopseizoen 2002/2003 nog niet vastgesteld. Om rekening te houden met het eenheidsbedrag van de productiesteun voor olijfolie voor het verkoopseizoen 2002/2003 dat inmiddels bij Verordening (EG) nr. 1299/2004 van de Commissie (4) is vastgesteld, dient punt H van bijlage VII bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 te worden gewijzigd.

(9)

In artikel 43 van Verordening (EG) nr. 1782/2003 is bepaald dat het totale aantal toeslagrechten gelijk is aan het gemiddelde aantal hectaren waarvoor in de referentieperiode rechtstreekse betalingen zijn verleend. Voor de sector olijfolie moet het aantal hectaren worden berekend volgens de in punt H van bijlage VII bij die verordening bedoelde gemeenschappelijke methode. Aangegeven moet daarom worden wat de gemeenschappelijke methode is om in de sector olijfolie het aantal hectaren voor de vaststelling van het aantal toeslagrechten en tevens de subsidiabele oppervlakte voor het gebruik van toeslagrechten te bepalen.

(10)

Volgens de artikelen 44 en 51 van Verordening (EG) nr. 1782/2003 zijn de oppervlakten die op of na 1 mei 1998 met olijfbomen zijn beplant in het kader van een goedgekeurd aanplantprogramma, subsidiabel in het kader van de bedrijfstoeslagregeling. Deze aanplant mag worden beschouwd als een investering in de zin van artikel 21 van Verordening (EG) nr. 795/2004. De uiterste datum voor toegestane aanplant in het kader van dergelijke programma’s is vastgesteld op 31 december 2006. Daarom moet een latere datum worden bepaald voor de betrokken investeringen in de aanplant van olijfbomen.

(11)

De Verordeningen (EG) nr. 1782/2003 en (EG) nr. 795/2004 moeten dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(12)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor rechtstreekse betalingen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 1782/2003 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Bijlage I wordt als volgt gewijzigd:

a)

de rij „Olijfolie” wordt vervangen door:

Sector

Rechtsgrond

Opmerkingen

„Olijfolie

Titel IV, hoofdstuk 10 ter, van deze verordening

Areaalsteun

Artikel 48 bis, lid 10, van Verordening (EG) nr. 795/2004 van de Commissie (5)

Voor Malta en Slovenië in 2006

b)

de rij „Hop” wordt vervangen door:

Sector

Rechtsgrond

Opmerkingen

„Hop

Titel IV, hoofdstuk 10 quinquies, van deze verordening (***) (*****)

Areaalsteun

Artikel 48 bis, lid 11, van Verordening (EG) nr. 795/2004

Voor Slovenië in 2006”.

2)

In bijlage VII, punt H, eerste alinea, worden „(EG) nr. 1794/2003” en de bijbehorende voetnoot vervangen door:

„(EG) nr. 1299/2004 (6)

Artikel 2

Verordening (EG) nr. 795/2004 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Aan artikel 21, lid 1, wordt de volgende alinea toegevoegd:

„Voor investeringen die bestaan in de aanplant van olijfbomen in het kader van door de Commissie goedgekeurde programma’s, geldt in plaats van de in de eerste alinea vastgestelde datum evenwel de datum 31 december 2006.”.

2)

Aan artikel 21, lid 2, wordt de volgende alinea toegevoegd:

„Voor investeringen zoals bedoeld in lid 1, tweede alinea, moet de tenuitvoerlegging van het plan of programma evenwel uiterlijk op 31 december 2006 worden beëindigd.”.

3)

Aan hoofdstuk 4 wordt het volgende artikel 31 ter toegevoegd:

„Artikel 31 ter

Bepaling en gebruik van de toeslagrechten in de sector olijfolie

1.   Het in artikel 43 van en bijlage VII, punt H, bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 bedoelde aantal hectaren dat in aanmerking moet worden genomen voor de bepaling van het aantal toeslagrechten, wordt door de lidstaten in GIS-ha olijven berekend volgens de in bijlage XXIV bij Verordening (EG) nr. 1973/2004 vastgestelde gemeenschappelijke methode.

2.   Voor percelen die gedeeltelijk door olijfbomen worden ingenomen en gedeeltelijk door andere onder de bedrijfstoeslagregeling vallende teelten inclusief braakgelegde grond, moet voor de berekening van de door de olijfbomen ingenomen oppervlakte de in lid 1 bedoelde methode worden gebruikt. De oppervlakte van het deel van het perceel dat wordt ingenomen door de andere onder de bedrijfstoeslagregeling vallende teelten, wordt bepaald overeenkomstig het geïntegreerd systeem zoals bedoeld in hoofdstuk 4 van titel II van Verordening (EG) nr. 1782/2003.

De toepassing van deze twee berekeningsmethoden mag niet leiden tot een oppervlakte die groter is dan de oppervlakte landbouwgrond van het perceel.

3.   In afwijking van lid 1 is de in bijlage XXIV bij Verordening (EG) nr. 1973/2004 vastgestelde gemeenschappelijke methode niet van toepassing indien:

a)

het voor de productie van olijven bestemde perceel kleiner is dan een door de lidstaat te bepalen minimumgrootte, die niet meer dan 0,1 ha mag bedragen;

b)

het voor de productie van olijven bestemde perceel ligt in een administratieve eenheid waarvoor de lidstaat een alternatief systeem heeft opgezet ter vervanging van het GIS voor de olijventeelt.

In deze gevallen bepaalt de lidstaat de voor de steun in aanmerking komende oppervlakte op basis van objectieve criteria en op zodanige wijze dat een gelijke behandeling van de landbouwers wordt gewaarborgd.

4.   De oppervlakte die in aanmerking moet worden genomen voor het gebruik van toeslagrechten zoals bedoeld in artikel 44 van Verordening (EG) nr. 1782/2003, is de oppervlakte die is berekend overeenkomstig de leden 1, 2 en 3 van het onderhavige artikel.”.

4)

Aan artikel 48 bis worden de volgende leden toegevoegd:

„10.   Malta en Slovenië mogen in 2006 overeenkomstig artikel 110 decies, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en binnen het in lid 3 van dat artikel vastgestelde maximumbedrag steun voor olijfgaarden per GIS-ha olijven voor ten hoogste vijf categorieën van olijfgaardarealen verlenen op basis van objectieve criteria en op zodanige wijze dat een gelijke behandeling van de landbouwers wordt gewaarborgd.

11.   Voor Slovenië blijven de artikelen 12 en 13 van Verordening (EEG) nr. 1696/71 van de Raad (7) en Verordening (EG) nr. 1098/98 van de Raad (8) van toepassing voor de oogst 2006, respectievelijk tot en met 31 december 2006.

5)

Het volgende hoofdstuk wordt ingevoegd:

„HOOFDSTUK 6 ter

INTEGRATIE VAN DE BETALINGEN VOOR TABAK, OLIJFOLIE, KATOEN EN HOP IN DE BEDRIJFSTOESLAGREGELING

Artikel 48 quater

Algemene regels

1.   Indien de lidstaat gebruik heeft gemaakt van de bij artikel 71 van Verordening (EG) nr. 1782/2003 geboden mogelijkheid en heeft besloten de bedrijfstoeslagregeling toe te passen vanaf 2006, is het bepaalde in titel III van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en in de hoofdstukken 1 tot en met 6 van de onderhavige verordening van toepassing.

2.   Indien de lidstaat de bedrijfstoeslagregeling in 2005 heeft toegepast, geldt onverminderd artikel 71, lid 1, derde alinea, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 het volgende voor de bepaling van het bedrag en het aantal van de toeslagrechten in 2006 in het kader van de integratie van de betalingen voor tabak, olijfolie en katoen in de bedrijfstoeslagregeling: de artikelen 37 en 43 van de genoemde verordening zijn van toepassing behoudens het bepaalde in artikel 48 quinquies van de onderhavige verordening en in het geval dat de lidstaat gebruik heeft gemaakt van de bij artikel 59 van Verordening (EG) nr. 1782/2003 geboden mogelijkheid, is dat artikel van toepassing behoudens het bepaalde in artikel 48 sexies van de onderhavige verordening.

3.   Indien de lidstaat de bedrijfstoeslagregeling in 2005 heeft toegepast, zorgt hij ervoor dat het in bijlage VIII bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 vastgestelde nationale maximum in acht wordt genomen.

4.   In voorkomend geval wordt het bepaalde in artikel 41, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 toegepast ten aanzien van de waarde van alle in 2006 bestaande toeslagrechten vóór de integratie van de betalingen voor tabak, olijfolie, katoen en/of melk en ten aanzien van de referentiebedragen die zijn berekend voor de betalingen voor tabak, olijfolie, katoen en/of melk.

5.   Indien de lidstaat de bedrijfstoeslagregeling in 2005 heeft toegepast, wordt het verlagingspercentage dat de lidstaat overeenkomstig artikel 42, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 heeft vastgesteld, in 2006 toegepast op de in de bedrijfstoeslagregeling te integreren referentiebedragen voor tabak, olijfolie en katoen.

6.   De in artikel 42, lid 8, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 bedoelde periode van vijf jaar begint niet opnieuw te lopen voor de uit de nationale reserve afkomstige toeslagrechten waarvan het bedrag overeenkomstig artikel 48 quinquies of artikel 48 sexies van de onderhavige verordening is herberekend of verhoogd.

7.   Voor de vaststelling van de toeslagrechten die verband houden met tabak, olijfolie en katoen, is het eerste jaar van toepassing van de bedrijfstoeslagregeling zoals bedoeld in artikel 7, lid 1, de artikelen 12 tot en met 17 en artikel 20 het jaar 2006.

Artikel 48 quinquies

Specifieke regels

1.   Indien de landbouwer niet uiterlijk op de uiterste datum voor de indiening van een aanvraag tot vaststelling van toeslagrechten voor 2006 toeslagrechten toegewezen heeft gekregen of heeft gekocht, ontvangt hij toeslagrechten die overeenkomstig de artikelen 37 en 43 van Verordening (EG) nr. 1782/2003 zijn berekend op basis van de betalingen voor tabak, olijfolie en katoen.

De eerste alinea is ook van toepassing in het geval dat de landbouwer voor 2005 en/of 2006 toeslagrechten heeft gehuurd.

2.   Indien de landbouwer uiterlijk op de uiterste datum voor de indiening van een aanvraag tot vaststelling van toeslagrechten voor 2006 toeslagrechten toegewezen heeft gekregen of heeft gekocht of ontvangen, worden de waarde en het aantal van zijn toeslagrechten als volgt herberekend:

a)

het aantal toeslagrechten is gelijk aan het aantal toeslagrechten dat hij in eigendom heeft, verhoogd met het aantal hectaren dat overeenkomstig artikel 43 van Verordening (EG) nr. 1782/2003 is bepaald op basis van de in de referentieperiode verleende betalingen voor tabak, olijfolie en katoen;

b)

de waarde wordt verkregen door de som van de waarde van de toeslagrechten die hij in eigendom heeft, en het referentiebedrag dat overeenkomstig artikel 37 van Verordening (EG) nr. 1782/2003 is berekend op basis van de oppervlakten waarvoor in de referentieperiode betalingen voor tabak, olijfolie en katoen zijn verleend, te delen door het overeenkomstig punt a) van het onderhavige lid bepaalde aantal.

De braakleggingstoeslagrechten worden bij de in de eerste alinea bedoelde berekening niet in aanmerking genomen.

3.   In afwijking van artikel 27 mag de in dat artikel bedoelde contractclausule worden ingevoegd of gewijzigd in een verhuurcontract uiterlijk op de uiterste datum die in 2006 geldt voor de indiening van een aanvraag in het kader van de bedrijfstoeslagregeling.

4.   De toeslagrechten die zijn verhuurd vóór de uiterste datum die in 2006 geldt voor de indiening van een aanvraag in het kader van de bedrijfstoeslagregeling, worden in aanmerking genomen bij de in lid 2 bedoelde berekening. De toeslagrechten die vóór 15 mei 2004 zijn verhuurd door middel van een contractclausule zoals bedoeld in artikel 27, worden evenwel alleen indien de verhuurvoorwaarden kunnen worden aangepast, in aanmerking genomen bij de in lid 2 van het onderhavige artikel bedoelde berekening.

Artikel 48 sexies

Regionale uitvoering

1.   Indien de lidstaat gebruik heeft gemaakt van de bij artikel 59, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 geboden mogelijkheid, worden alle toeslagrechten verhoogd met een aanvullend bedrag dat overeenstemt met de verhoging van het regionale maximum in 2006, gedeeld door het totale aantal in 2005 toegewezen toeslagrechten.

2.   Indien de lidstaat gebruik heeft gemaakt van de bij artikel 59, leden 1 en 3, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 geboden mogelijkheid, geldt onverminderd artikel 48 van die verordening dat de landbouwers een aanvullend bedrag per toeslagrecht ontvangen.

Het aanvullende bedrag is gelijk aan de som van:

a)

het desbetreffende deel van de verhoging van het regionale maximum, gedeeld door het totale aantal in 2005 toegewezen toeslagrechten;

b)

het referentiebedrag dat voor elke landbouwer overeenstemt met het resterende deel van de verhoging van het regionale maximum, gedeeld door het aantal toeslagrechten dat de landbouwer in eigendom heeft uiterlijk op de uiterste datum die in 2006 geldt voor de indiening van een aanvraag in het kader van de bedrijfstoeslagregeling.

Voor braakleggingstoeslagrechten ontvangt de landbouwer evenwel slechts het overeenkomstig punt a) berekende aanvullende bedrag per braakleggingstoeslagrecht.”.

6)

Het volgende artikel 49 bis wordt ingevoegd:

„Artikel 49 bis

Integratie van tabak, katoen, olijfolie en hop

1.   Indien de lidstaat gebruik heeft gemaakt van de bij artikel 59, leden 1 en 3, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 geboden mogelijkheid, deelt hij de Commissie uiterlijk op 1 oktober 2005 de redenen mee voor de gedeeltelijke verdeling van de verhoging van het maximum.

2.   Uiterlijk op 1 oktober 2005 deelt de lidstaat de Commissie het besluit mee dat hij uiterlijk op 1 augustus 2005 voor tabak, katoen, olijfolie en hop heeft genomen ten aanzien van de mogelijkheden die worden geboden bij artikel 68 bis van Verordening (EG) nr. 1782/2003, de punten H en I van bijlage VII bij die verordening en artikel 69 van die verordening.”.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2006.

Artikel 2, punt 6, van de onderhavige verordening en artikel 48 quater, lid 7, van Verordening (EG) nr. 795/2004 zoals toegevoegd bij artikel 2, punt 5, van de onderhavige verordening zijn evenwel van toepassing met ingang van 1 oktober 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 22 december 2005.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 118/2005 van de Commissie (PB L 24 van 27.1.2005, blz. 15).

(2)  PB L 141 van 30.4.2004, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1701/2005 (PB L 273 van 19.10.2005, blz. 6).

(3)  PB L 161 van 30.4.2004, blz. 48; gerectificeerd in PB L 206 van 9.6.2004, blz. 20.

(4)  PB L 244 van 16.7.2004, blz. 16.

(5)  PB L 141 van 30.4.2004, blz. 1.”;

(6)  PB L 244 van 16.7.2004, blz. 16.”.

(7)  PB L 175 van 4.8.1971, blz. 1.

(8)  PB L 157 van 30.5.1998, blz. 7.”.


Top