EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32001R0416

Verordening (EG) nr. 416/2001 van de Raad van 28 februari 2001 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2820/98 houdende toepassing, voor de periode van 1 juli 1999 tot en met 31 december 2001 van een meerjarenschema van algemene tariefpreferenties, teneinde de douanevrijstelling zonder enige kwantitatieve beperking uit te breiden tot producten van oorsprong uit de minst ontwikkelde landen

PB L 60 van 1.3.2001, p. 43–50 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2001: This act has been changed. Current consolidated version: 02/03/2001

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2001/416/oj

32001R0416

Verordening (EG) nr. 416/2001 van de Raad van 28 februari 2001 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2820/98 houdende toepassing, voor de periode van 1 juli 1999 tot en met 31 december 2001 van een meerjarenschema van algemene tariefpreferenties, teneinde de douanevrijstelling zonder enige kwantitatieve beperking uit te breiden tot producten van oorsprong uit de minst ontwikkelde landen

Publicatieblad Nr. L 060 van 01/03/2001 blz. 0043 - 0050


Verordening (EG) nr. 416/2001 van de Raad

van 28 februari 2001

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2820/98 houdende toepassing, voor de periode van 1 juli 1999 tot en met 31 december 2001 van een meerjarenschema van algemene tariefpreferenties, teneinde de douanevrijstelling zonder enige kwantitatieve beperking uit te breiden tot producten van oorsprong uit de minst ontwikkelde landen

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid artikel 133,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Verordening (EG) nr. 2820/98 van de Raad, van 21 december 1998, houdende toepassing voor de periode van 1 juli 1999 tot en met 31 december 2001(1), van een meerjarenschema van algemene tariefpreferenties voorziet in artikel 6 in een gunstiger tariefregeling voor de minst ontwikkelde landen.

(2) Het meerjarenschema van algemene tariefpreferenties van de Gemeenschap moet voor het eind van het jaar 2001 worden herzien, teneinde de nodige wijzigingen aan te brengen ter dekking van de laatste fase van de tienjarenperiode van het schema, tot 2004.

(3) Tijdens de ministeriële vergadering van Singapore van december 1996 hebben de leden van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) zich in een actieplan ertoe verbonden de toegang tot hun markt voor producten van oorsprong uit de minst ontwikkelde landen te verbeteren.

(4) Op grond van een mededeling van de Commissie van 16 april 1997 naar aanleiding van dit Actieplan heeft de Raad op 2 juni 1997 conclusies vastgesteld, waarin betoogd wordt dat de Gemeenschap de conclusies van Singapore ten uitvoer moet leggen door aan de minst ontwikkelde landen die geen lid zijn van de Overeenkomst van Lomé, voordelen toe te kennen die gelijkwaardig zijn aan die welke de landen die partij zijn bij deze overeenkomst genieten, en op de middellange termijn, de vrije toegang toe te kennen voor praktisch alle producten van de minst ontwikkelde landen (MOL).

(5) Verordening (EG) nr. 602/98(2) heeft aan de minst ontwikkelde landen die geen lid zijn van de Overeenkomst van Lomé voordelen toegekend die gelijkwaardig zijn aan die welke gelden voor de landen die partij zijn bij deze overeenkomst.

(6) De op 23 juni 2000 in Cotonou (Republiek Benin) ondertekende partnerschapsovereenkomst tussen de landen van Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Zuidzee, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, zoals vervroegd toegepast bij Besluit 1/2000 van de ACS-EG-Raad van ministers(3), bepaalt in artikel 37, lid 9, dat de Gemeenschap met ingang van het jaar 2000 een proces in gang zal zetten dat, voor het eind van de multilaterale handelsonderhandelingen en uiterlijk in het jaar 2005, de toegang met vrijstelling van rechten zal verzekeren voor zo goed als alle producten van oorsprong uit alle minst ontwikkelde landen, op basis van de bestaande handelsbepalingen van de Vierde ACS-EG-Overeenkomst.

(7) Rekening houdend met het reële risico van een toenemende marginalisatie van de minst ontwikkelde landen in de wereldeconomie, moet de Europese Gemeenschap zelfs verder gaan dan deze verbintenissen door vanaf heden aan alle producten van oorsprong uit de minst ontwikkelde landen, met uitzondering van wapens en munitie, de vrijstelling van douanerechten zonder enige kwantitatieve beperking toe te kennen.

(8) Rekening houdend met de lopende of toekomstige herziening van de gemeenschappelijke marktordeningen voor suiker, rijst en bananen, dienen de bepalingen met betrekking tot deze herzieningen rekening te houden met de invoer met vrijstelling van rechten voor de MOL zodra de algemene invoerregeling voor deze producten is ingesteld als gevolg van deze hervormingen.

(9) Het is dienstig de vrije toegang voor bananen tot stand te brengen via een geleidelijke tariefafbraak, te beginnen op 1 januari 2002 en uitmondend in volledige liberalisering op 1 januari 2006, de beoogde datum van inwerkingtreding van het recht van het gemeenschappelijk douanetarief voor verse bananen zoals vastgesteld na afloop van de procedure van artikel XXVIII van de Algemene Overeenkomst betreffende Tarieven en Handel overeenkomstig Verordening (EG) nr. 216/2001 van de Raad van 29 januari 2001 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 404/93 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector bananen(4).

(10) Het is dienstig de vrije toegang voor rijst en suiker tot stand te brengen via een geleidelijke tariefafbraak, te beginnen in 2006, het laatste jaar waarvoor de huidige financiële vooruitzichten gelden, en uitmondend in volledige liberalisering in 2009.

Teneinde vanaf de inwerkingtreding van deze verordening tot aan het moment van volledige liberalisering voor een daadwerkelijke markttoegang te zorgen, dienen rechtenvrije tariefcontingenten te worden geopend voor steeds grotere hoeveelheden rijst en ruwe suiker uit de minst ontwikkelde landen. Initieel dienen de hoeveelheden van deze algemene tariefcontingenten voor de minst ontwikkelde landen te worden gebaseerd op de hoogste niveaus van de export naar de Gemeenschap in het nabije verleden. Bovendien dient met onmiddellijke ingang een significante groeifactor te worden toegepast, die elk volgend jaar, tot aan de volledige liberalisering, cumulatief wordt toegepast. Derhalve dient het tariefcontingent voor rijst te worden geopend op een niveau van 2517 ton (equivalent gedopte rijst) en het tariefcontingent voor suiker op 74185 ton (equivalent witte suiker). De invoer van suiker uit hoofde van het ACS-EG-Suikerprotocol dient te worden uitgesloten van bovengenoemde berekeningen, ter ondersteuning van de levensvatbaarheid van dit protocol.

Om te zorgen voor een doeltreffend beheer van de liberalisering voor suiker en rijst, dienen zowel de tariefafbraak als de tariefcontingenten te worden toegepast op basis van de respectieve verkoopseizoenen. Over de gedetailleerde regels die nodig zijn voor de uitvoering van de tariefcontingenten dient door de Commissie een besluit te worden genomen in overeenstemming met de procedure van artikel 32 van Verordening (EG) nr. 2820/98.

(11) De in deze verordening vervatte speciale regelingen met betrekking tot de markttoegang voor de minst ontwikkelde landen dienen voor onbeperkte duur te worden gehandhaafd en mogen niet worden onderworpen aan de periodieke herziening van het stelsel van algemene preferenties van de Gemeenschap. Bijgevolg dient de datum waarop het huidige stelsel van de Gemeenschap afloopt, niet van toepassing te zijn op deze regelingen, noch, voorzover die in samenhang hiermee worden toegepast, op andere relevante bepalingen van Verordening (EG) nr. 2820/98.

(12) Na de wijzigingen ten gunste van de minst ontwikkelde landen dienen in de bepalingen betreffende de speciale regeling ter ondersteuning van de drugsbestrijding technische wijzigingen te worden aangebracht teneinde de werkingssfeer beter te definiëren.

(13) Aan de redenen voor voorlopige opschorting van de preferenties, die de Commissie in staat stellen snel te handelen wanneer de financiële belangen van de Gemeenschap worden geschaad, moet worden toegevoegd de buitensporige stijging van de invoer van producten van oorsprong uit de minst ontwikkelde landen in verhouding tot de gangbare productieniveaus en exportcapaciteiten van deze landen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 2820/98 van de Raad wordt als volgt gewijzigd:

1. artikel 1, lid 2, wordt als volgt gewijzigd:

"2. Onverminderd de bepalingen van artikel 6 is deze verordening van toepassing op de producten van de hoofdstukken 1 tot en met 97 van het gemeenschappelijk douanetarief, met uitzondering van hoofdstuk 93, die zijn vermeld in bijlage I. Op de in bijlage VII vermelde producten is de verordening niet van toepassing, behalve waar artikel 7 anders bepaalt.";

2. artikel 6 wordt vervangen door:

"Artikel 6

1. Onverminderd de leden 2 tot en met 4 worden de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief voor alle producten van de hoofdstukken 1 tot en met 97, behalve die van hoofdstuk 93, afkomstig uit de in bijlage IV vermelde minst ontwikkelde landen, geheel geschorst.

2. De rechten van het gemeenschappelijk douanetarief voor de producten van GN-code 0803 00 19 worden elk jaar met 20 % verlaagd, te beginnen op 1 januari 2002. Per 1 januari 2006 zijn zij geheel geschorst.

3. De rechten van het gemeenschappelijk douanetarief voor de producten van tariefpost 1006 worden per 1 september 2006 met 20 % verlaagd, per 1 september 2007 met 50 % en per 1 september 2008 met 80 %. Per 1 september 2009 zijn zij geheel geschorst.

4. De rechten van het gemeenschappelijk douanetarief voor de producten van tariefpost 1701 worden per 1 juli 2006 met 20 % verlaagd, per 1 juli 2007 met 50 % en per 1 juli 2008 met 80 %. Per 1 juli 2009 zijn zij geheel geschorst.

5. Totdat de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief overeenkomstig de leden 3 en 4 geheel zijn geschorst, wordt voor elk verkoopseizoen een algemeen tariefcontingent tegen nultarief geopend voor de producten van respectievelijk tariefpost 1006 en subpost 1701 11 10 uit de minst ontwikkelde landen als vermeld in bijlage IV. De aanvankelijke tariefcontingenten, voor de verkoopseizoenen 2001/2002, belopen voor de producten van tariefpost 1006 2517 ton, equivalent gedopte rijst, en voor de producten van subpost 1701 11 10 74185 ton, equivalent witte suiker. Voor elk van de volgende verkoopseizoenen worden de contingenten met 15 % verhoogd ten opzichte van de contingenten van het voorgaande verkoopseizoen.

6. De Commissie neemt een besluit over de uitvoering van de in lid 5 vermelde bepalingen volgens de procedure van artikel 32.

7. De Commissie ziet, in nauwe samenwerking met de lidstaten, nauwlettend toe op de invoer van rijst, bananen en suiker.

De lidstaten of eventuele belanghebbende natuurlijke of rechtspersonen informeren de Commissie onverwijld over omstandigheden waarmee zij bekend zijn die de aanneming van een maatregel tot opschorting van de preferenties kunnen rechtvaardigen. Wanneer naar het oordeel van de Commissie afdoende aangetoond is dat aan de voorwaarden voor tijdelijke opschorting van de preferenties is voldaan, zullen zo snel mogelijk alle passende maatregelen worden genomen.";

3. artikel 7 wordt vervangen door:

"Artikel 7

Ten aanzien van de in bijlage V vermelde landen, en onverminderd de procedure van artikel 31, lid 3, worden de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief geheel geschorst voor de industrieproducten van de hoofdstukken 25 tot en met 97 van het gemeenschappelijk douanetarief, met uitzondering van hoofdstuk 93, die worden genoemd in bijlage I, evenals voor de landbouwproducten bedoeld in bijlage VII.";

4. artikel 22, lid 1, onder d), wordt als volgt gewijzigd:

"d) fraude en het niet verlenen van administratieve samenwerking bij de controle van certificaten van oorsprong 'formulier A' of een buitensporige stijging van de invoer in de Gemeenschap van producten van oorsprong uit de in bijlage IV opgenomen landen in verhouding tot de gangbare productieniveaus en exportcapaciteiten van deze landen.";

5. in artikel 28:

- wordt het volgende lid ingevoegd:

"2. Onverminderd de bepalingen van artikel 22 en lid 1 hierboven, kan de Commissie, gezien de bijzondere gevoeligheid van de producten van de tariefposten 1006 en 1701 en GN-code 0803 00 19 de preferenties waarin deze verordening voor de betrokken producten voorziet volgens de hierna beschreven procedure opschorten, indien de invoer van deze producten tot ernstige verstoringen van de communautaire markten en hun reguleringsmechanismen leidt.",

- de huidige leden 2 tot en met 7 worden leden 3 tot en met 8;

6. artikel 29, lid 4, wordt als volgt gewijzigd:

"4. Tenzij in de bijlagen anders is bepaald, wordt, voor wat betreft de producten vallende onder de hoofdstukken 1 tot en met 24, in geval het douanerecht bestaat uit een ad-valoremrecht en bovendien uit een of meer specifieke rechten, de preferentiële verlaging beperkt tot het ad-valoremrecht. De in artikel 6 bedoelde vrijstelling van douanerechten is echter eveneens van toepassing op de specifieke rechten. Wanneer het douanerecht bestaat uit een ad-valoremrecht met een minimum- en een maximumrecht, is de preferentiële verlaging eveneens van toepassing op dit minimum- en maximumrecht. Indien een recht uit meer dan één specifiek recht bestaat, is de preferentiële verlaging op elk van deze specifieke rechten van toepassing.";

7. aan artikel 35 wordt het volgende lid toegevoegd:

"3. De in lid 2 vermelde datum voor het aflopen van deze verordening is niet van toepassing op de bijzondere regeling voor de markttoegang van de minst ontwikkelde ontwikkelingslanden zoals bedoeld in artikel 6, noch op het bepaalde in artikel 1, leden 5 en 6, en in de Titels III, IV en V, voorzover toegepast in samenhang met die regelingen.";

8. bijlage VII wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing met ingang van 5 maart 2001.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 28 februari 2001.

Voor de Raad

De voorzitter

A. Lindh

(1) PB L 357 van 30.12.1998, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1763/1999 (PB L 211 van 11.8.1999, blz. 1).

(2) PB L 80 van 18.3.1998, blz. 1.

(3) PB L 195 van 1.8.2000, blz. 46.

(4) PB L 31 van 2.2.2001, blz. 2.

BIJLAGE

"BIJLAGE VII

>RUIMTE VOOR DE TABEL>"

Top