EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31989D0683

89/683/EEG: BESCHIKKING VAN DE RAAD VAN 21 DECEMBER 1989 WAARBIJ DE FRANSE REPUBLIEK WORDT GEMACHTIGD EEN VAN ARTIKEL 2 VAN DE ZESDE RICHTLIJN 77/388/EEG BETREFFENDE DE HARMONISATIE VAN DE WETGEVINGEN DER LID-STATEN INZAKE OMZETBELASTING AFWIJKENDE MAATREGEL TOE TE PASSEN

PB L 398 van 30.12.1989, p. 31–32 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/1989/683/oj

31989D0683

89/683/EEG: BESCHIKKING VAN DE RAAD VAN 21 DECEMBER 1989 WAARBIJ DE FRANSE REPUBLIEK WORDT GEMACHTIGD EEN VAN ARTIKEL 2 VAN DE ZESDE RICHTLIJN 77/388/EEG BETREFFENDE DE HARMONISATIE VAN DE WETGEVINGEN DER LID-STATEN INZAKE OMZETBELASTING AFWIJKENDE MAATREGEL TOE TE PASSEN

Publicatieblad Nr. L 398 van 30/12/1989 blz. 0031 - 0032


BESCHIKKING VAN DE RAAD

van 21 december 1989

waarbij de Franse Republiek wordt gemachtigd een van artikel 2 van de Zesde Richtlijn 77/388/EEG betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der Lid-Staten inzake omzetbelasting afwijkende maatregel toe te passen

(89/683/EEG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op de Zesde Richtlijn 77/388/EEG van de Raad van

17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der Lid-Staten inzake omzetbelasting — gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag [1], laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 89/465/EEG [2], inzonderheid op artikel 27,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende dat de Raad ingevolge artikel 27, lid 1, van genoemde richtlijn, op voorstel van de Commissie, met eenparigheid van stemmen elke Lid-Staat kan machtigen bijzondere, van de bepalingen van die richtlijn afwijkende maatregelen te treffen ten einde de belastingheffing te vereenvoudigen of bepaalde vormen van belastingfraude of -ontwijking te voorkomen;

Overwegende dat bij de Achttiende Richtlijn 89/465/EEG [3] de tijdelijke afwijking als bedoeld in artikel 28, lid 3, onder b), juncto punt 20 van bijlage F van de Zesde Richtlijn 77/388/EEG met ingang van 1 januari 1990 wordt ingetrokken; dat deze afwijking erin bestond de Lid-Staten toe te staan de leveringen van nieuw industrieel afval en recuperatiemateriaal te blijven vrijstellen; dat de belastingregeling voor deze leveringen voor Frankrijk moeilijkheden veroorzaakt doordat bepaalde terugwinningsbedrijven in het verleden de gewoonte hadden valse facturen uit te schrijven om een recht op aftrek door te geven en belastingen te factureren die nooit aan de schatkist werden overgemaakt; dat de Franse Republiek op 29 september 1989 de Commissie schriftelijk heeft verzocht om een machtiging tot toepassing van een bijzondere maatregel die afwijkt van artikel 2 van de Zesde Richtlijn 77/388/EEG;

Overwegende dat deze bijzondere maatregel erin bestaat:

— de handelingen vrij te stellen van belastingplichtigen wier jaaromzet op de bedoelde produkten lager is dan een bepaald bedrag, zodat alleen de handelingen worden belast van ondernemingen die door hun structuur de

kenmerken betrouwbaarheid en fiscale onberispelijkheid hebben; dat de belastingdiensten deze kenmerken verifiëren volgens een machtigingsprocedure die het stellen van een borgtocht kan inhouden;

— de betaling van de belasting over niet vrijgestelde leveringen van nieuw industrieel afval en recuperatiemateriaal op te schorten wanneer zij bestaan uit non-ferrometalen en legeringen daarvan; dat deze leveringen evenwel voor de toepassing van de aftrek als aan belasting onderworpen handelingen worden beschouwd;

— de invoer vrij te stellen;

Overwegende dat deze maatregel een afwijking van artikel 2 en artikel 10, lid 2, van de Zesde Richtlijn 77/388/EEG vormt, op grond waarvan:

— alle leveringen van goederen die in het binnenland door een als zodanig handelende belastingplichtige onder bezwarende titel worden verricht, alsmede de invoer van goederen aan de belasting over de toegevoegde waarde moeten worden onderworpen;

— het belastbare feit plaatsvindt en de belasting verschuldigd wordt op het tijdstip waarop de goederen worden geleverd;

Overwegende dat dit verzoek onder bepaalde voorwaarden kan worden aanvaard;

Overwegende dat bedoelde afwijkende maatregel overeenkomstig het door de Franse Republiek ingediende verzoek van tijdelijke aard is, waardoor het mogelijk zal zijn om na een bepaalde toepassingsperiode een evaluatie te maken van de werking van de bij deze beschikking toegestane machtiging;

Overwegende dat de Commissie vóór 1 januari 1993 aan de Raad een verslag over de toepassing van deze machtiging zal voorleggen, in voorkomend geval vergezeld van een voorstel voor een beschikking waarbij voormelde machtiging wordt verlengd; dat de Raad vóór die datum zal beslissen over die verlenging;

Overwegende dat deze afwijkende maatregel geen negatieve invloed op de eigen middelen van de Europese Gemeenschappen uit de belasting over de toegevoegde waarde zal hebben;

Overwegende dat de overige Lid-Staten op 27 oktober 1989 van het verzoek van de Franse Republiek op de hoogte zijn gebracht,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:

Artikel 1

In afwijking van artikel 2 van de Zesde Richtlijn 77/388/EEG wordt de Franse Republiek tot en met 31 december 1992 gemachtigd met betrekking tot nieuw industrieel afval en recuperatiemateriaal vrijstelling van belasting over de toegevoegde waarde te verlenen voor,

— enerzijds, de leveringen door:

— ondernemingen met een jaaromzet van minder dan 500 000 Ffr.;

— ondernemingen die niet over een vaste installatie beschikken of ondernemingen met een vaste installatie die in het voorafgaande jaar op de betrokken produkten een omzet van minder dan 6 000 000 Ffr. hebben gerealiseerd, tenzij zij zijn gemachtigd op deze verrichtingen BTW te heffen;

— anderzijds, de invoer.

Artikel 2

In afwijking van artikel 10, lid 2, van de Zesde Richtlijn 77/388/EEG wordt de Franse Republiek gemachtigd om voor leveringen aan belastingplichtigen van nieuw industrieel afval en recuperatiemateriaal bestaande uit non-ferrometalen en legeringen daarvan, wanneer deze leveringen niet op grond van artikel 1 van de BTW zijn vrijgesteld, te voorzien

in opschorting van betaling van de belasting over deze handelingen.

De belastingplichtigen voor wie de leveringen bestemd zijn, dienen de belasting over deze leveringen te voldoen indien deze produkten niet zijn bestemd hetzij om in ongewijzigde staat te worden uitgevoerd hetzij voor de vervaardiging of de wederverkoop in ongewijzigde staat van aan BTW onderworpen produkten.

Artikel 3

Aan de hand van een verslag van de Commissie over de toepassing van de in de artikelen 1 en 2 bedoelde machtiging, in voorkomend geval vergezeld van een voorstel voor een beschikking tot verlenging van deze machtiging, besluit de Raad op basis van dit voorstel vóór 1 januari 1993 of deze machtiging wordt verlengd.

Artikel 4

Deze beschikking is gericht tot de Franse Republiek.

Gedaan te Brussel, 21 december 1989.

Voor de Raad

De Voorzitter

E. CRESSON

[1] (1) PB nr. L 145 van 13. 6. 1977, blz. 1.

[2] (2) PB nr. L 226 van 3. 8. 1989, blz. 21.

[3] (3) PB nr. L 226 van 3. 8. 1989, blz. 21.

--------------------------------------------------

Top