EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62019TN0384

Zaak T-384/19: Beroep ingesteld op 20 juni 2019 — Parlement/Axa Assurances Luxembourg e.a.

PB C 288 van 26.8.2019, p. 53–54 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

26.8.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 288/53


Beroep ingesteld op 20 juni 2019 — Parlement/Axa Assurances Luxembourg e.a.

(Zaak T-384/19)

(2019/C 288/67)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Europees Parlement (vertegenwoordigers: E. Paladini en B. Schäfer, gemachtigden, C. Point en P. Hédouin, advocaten)

Verwerende partijen: Axa Assurances Luxembourg SA (Luxemburg, Luxemburg), Bâloise Assurances Luxembourg SA (Bertrange, Luxemburg), La Luxembourgeoise SA (Leudelange, Luxemburg), Delta Lloyd Schadeverzekering NV (Amsterdam, Nederland)

Conclusies

vaststellen dat de waterschade die op de bouwplaats „Konrad Adenauer” Oost is ontstaan naar aanleiding van de hevige regenval op 27 en 30 mei 2016, binnen de werkingssfeer van de met verweersters gesloten verzekeringsovereenkomst „Tous risques chantier” (Alle bouwplaatsrisico’s) valt;

derhalve verweersters veroordelen tot betaling van een vergoeding aan het Europees Parlement voor de in rekening gebrachte kosten ten belope van 779 902,87 EUR, en meer bepaald

AXA Assurances Luxembourg SA veroordelen tot betaling van een vergoeding ten belope van 50 % van het genoemde bedrag, dat wil zeggen 389 951,44 EUR;

Bâloise Assurances Luxembourg SA veroordelen tot betaling van een vergoeding ten belope van 20 % van het genoemde bedrag, dat wil zeggen 155 980,57 EUR;

La Luxembourgeoise SA veroordelen tot betaling van een vergoeding ten belope van 20 % van het genoemde bedrag, dat wil zeggen 155 980,57 EUR;

Delta Lloyd Schadeverzekering NV veroordelen tot betaling van een vergoeding ten belope van 10 % van het genoemde bedrag, dat wil zeggen 77 990,29 EUR,

alsmede verweersters veroordelen tot betaling van de bijbehorende wettelijke interest voor betalingsachterstand, vanaf 22 december 2017, waarbij de interestvoet gelijk is aan die welke door de Europese Centrale bank wordt gehanteerd voor haar meest recente basisherfinancieringstransacties, vermeerderd met acht procentpunten;

subsidiair, voor het geval dat de eerste en de tweede vordering niet worden toegewezen, verweersters hoofdelijk veroordelen tot vergoeding van de schade ten belope van 779 902,87 EUR die is veroorzaakt doordat de verplichtingen die voortvloeien uit artikel I.13.2 van de verzekeringsovereenkomst „Tous risques chantier”, niet zijn nagekomen;

verweersters veroordelen tot betaling aan het Europees Parlement van een vergoeding voor de expertisekosten, ten belope van 16 636,00 EUR, en meer bepaald

AXA Assurances Luxembourg SA veroordelen tot betaling van een vergoeding ten belope van 50 % van het genoemde bedrag, dat wil zeggen 8 318,00 EUR;

Bâloise Assurances Luxembourg SA veroordelen tot betaling van een vergoeding ten belope van 20 % van het genoemde bedrag, dat wil zeggen 3 327,20 EUR;

La Luxembourgeoise SA veroordelen tot betaling van een vergoeding ten belope van 20 % van het genoemde bedrag, dat wil zeggen 3 327,20 EUR;

Delta Lloyd Schadeverzekering NV veroordelen tot betaling van een vergoeding ten belope van 10 % van het genoemde bedrag, dat wil zeggen 1 663,60 EUR,

alsmede verweersters veroordelen tot betaling van de bijbehorende wettelijke interest voor betalingsachterstand, vanaf 22 december 2017, waarbij de interestvoet gelijk is aan die welke door de Europese Centrale bank wordt gehanteerd voor haar meest recente basisherfinancieringstransacties, vermeerderd met acht procentpunten;

verweersters verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van zijn beroep voert verzoeker primair één middel aan, dat gebaseerd is op zijn recht op verzekeringsdekking voor de in mei 2016 ontstane schade. Ter ondersteuning van dit middel betoogt verzoeker dat de door verweersters ingeroepen bedingen tot uitsluiting van de dekking niet ter zake dienend zijn. In dit verband voert hij de onderstaande argumenten aan:

Het beding tot uitsluiting van de verzekeringsdekking bij inundatie is door verweersters onjuist opgevat. Uit de context en uit de bepalingen van de overeenkomst blijkt dat het woord „inundatie” verwijst naar een natuurramp en niet naar een toevloed van water in een lokaal dat normaal droog is.

Het beding tot uitsluiting van de dekking bij natuurrampen is niet van toepassing. De overeenkomst bevat een limitatieve opsomming van natuurrampen. Hevige regenval, zoals die van mei 2016, valt niet onder dat begrip.

Het beding tot uitsluiting van de dekking bij ontoereikendheid van de afvoer is door verweersters onjuist opgevat. In de bepalingen van de overeenkomst wordt verwezen naar de ontoereikendheid van de afvoer in de zin van de ontoereikende capaciteit van het openbare rioolnet.

Het beding tot uitsluiting van de dekking in geval van schade die normaal gesproken voorzienbaar en onvermijdbaar is, alsook van schade die te wijten is aan de niet-naleving van de regels van goed vakmanschap, is ongeldig of althans niet van toepassing op het onderhavige geval.

Het uitsluitingsbeding waarop verweersters zich beroepen, voldoet niet aan de in het Luxemburgse recht opgelegde voorwaarde dat de gevallen van grove schuld die van de verzekeringsdekking uitgesloten zijn, uitdrukkelijk en limitatief in de overeenkomst worden bepaald.

De feitelijke gegevens waarop de toepasselijkheid van dat beding is gebaseerd, volstaan niet om aan te tonen dat de schade onvermijdbaar was, noch dat de verzekerden de regels van goed vakmanschap niet hebben nageleefd.

Ter ondersteuning van zijn subsidiaire vordering voert verzoeker één middel aan. Met dit middel wordt gesteld dat de in de overeenkomst neergelegde procedurele verplichtingen niet zijn nagekomen, doordat het deskundigenonderzoek voortijdig is stopgezet.


Top