EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62019CN0303

Zaak C-303/19: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Corte suprema di cassazione (Italië) op 11 april 2019 — Istituto Nazionale della Previdenza Sociale/VR

PB C 288 van 26.8.2019, p. 14–14 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

26.8.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 288/14


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Corte suprema di cassazione (Italië) op 11 april 2019 — Istituto Nazionale della Previdenza Sociale/VR

(Zaak C-303/19)

(2019/C 288/18)

Procestaal: Italiaans

Verwijzende rechter

Corte suprema di cassazione

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Istituto Nazionale della Previdenza Sociale

Verwerende partij: VR

Prejudiciële vraag

Moeten artikel 11, lid 1, onder d), van richtlijn 2003/109/EG van de Raad van 25 november 2003 (1) en het beginsel van gelijke behandeling van lang ingezetenen en nationale onderdanen, aldus worden uitgelegd dat zij in de weg staan aan een nationale wettelijke regeling op grond waarvan de familieleden van de werknemer die lang ingezeten onderdaan van een derde land is, zijn uitgesloten van de kring van familieleden van het kerngezin die in aanmerking worden genomen voor de berekening van de gezinsuitkering, indien zij hun woonplaats in het land van herkomst hebben, terwijl deze regel niet geldt voor onderdanen van de lidstaat?


(1)  Richtlijn 2003/109/EG van de Raad van 25 november 2003 betreffende de status van langdurig ingezeten onderdanen van derde landen (PB 2004, L 16, blz. 44).


Top