EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62018CN0119

Zaak C-119/18: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door Audiencia Nacional (Spanje) op 13 februari 2018 — Telefónica Móviles España S.A.U. / Tribunal Económico-Administrativo Central (TEAC)

PB C 161 van 7.5.2018, p. 34–35 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

7.5.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 161/34


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door Audiencia Nacional (Spanje) op 13 februari 2018 — Telefónica Móviles España S.A.U. / Tribunal Económico-Administrativo Central (TEAC)

(Zaak C-119/18)

(2018/C 161/38)

Procestaal: Spaans

Verwijzende rechter

Audiencia Nacional, Sala de lo Contencioso-Administrativo

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Telefónica Móviles España S.A.U.

Verwerende partij: Tribunal Económico-Administrativo Central (TEAC)

Prejudiciële vragen

1)

Kan artikel 6, lid 1, van richtlijn 2002/20/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 betreffende de machtiging voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten (1) aldus worden uitgelegd dat een lidstaat van de exploitanten van telecommunicatiediensten een jaarlijkse financiële bijdrage als bedoeld in artikel 5 van wet nr. 8/2009 van 28 augustus 2009 betreffende de financiering van RTVE kan eisen om bij te dragen tot de financiering van RTVE, rekening houdend met het positieve effect van de nieuwe regelgeving betreffende de televisie- en audiovisuele sector voor de telecommunicatiesector, in het bijzonder wegens de uitbreiding van de vaste en mobiele breedbanddiensten en het feit dat RTVE niet langer reclame uitzendt en afziet van betaalde content en voorwaardelijke toegang, gelet op de volgende omstandigheden[?]:

in deze nieuwe wettelijke regeling wordt geen rechtvaardiging gegeven voor een dergelijk positief effect, en in het betrokken boekjaar was er evenmin sprake van een direct of indirect positief effect voor de betrokken ondernemingen.

de bijdrage wordt vastgesteld op 0,9 % van de in het betrokken boekjaar gefactureerde bruto-exploitatie-inkomsten en wordt niet berekend op basis van de inkomsten uit de verlening van audiovisuele diensten en uit reclame, en evenmin op basis van de toename daarvan of de winst die de activiteit oplevert. Hierbij is deze bijdrage een heffing in de zin van artikel 5 van wet nr. 8/2009, in zijn oorspronkelijke versie, en is zij mogelijkerwijs niet gerechtvaardigd met betrekking tot de audiovisuele dienst in kwestie, aangezien [deze bepaling] als grondslag heeft gediend voor de afwijzing van verzoeksters verzoeken om terugbetaling van het onverschuldigd betaalde en om correctie van de op eigen aangifte voldane bedragen door de bestreden beslissing in het onderhavige administratieve beroep.

2)

Is de bijdrage die wordt geëist van telecommunicatieondernemingen die in Spanje werkzaam zijn in meer dan één autonome regio, proportioneel in de zin van artikel 6, lid 1, van richtlijn 2002/20/EG, gelet op de in artikel 5 van wet nr. 8/2009 vastgestelde berekeningswijze?

3)

Is de overeenkomstig artikel 5 van wet nr. 8/2009 geëiste bijdrage transparant in de zin van artikel 6, lid 1, en de bijlage bij richtlijn 2002/20/EG, als niet bekend is welke activiteiten RTVE precies verricht in het kader van de universele of openbare dienstverlening?


(1)  PB 2002, L 108, blz. 21.


Top