EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62013CA0255
Case C-255/13: Judgment of the Court (Fourth Chamber) of 5 June 2014 (request for a preliminary ruling from the High Court of Ireland — Ireland) — I v Health Service Executive (Reference for a preliminary ruling — Social security — Regulation (EC) No 883/2004 — Articles 19(1) and 20(1) and (2) — Regulation (EC) No 987/2009 — Article 11 — National of a Member State insured in his State of residence — Sudden serious illness occurring while on holiday in another Member State — Person compelled to remain in that second Member State for 11 years as a result of his illness and the fact that specialist medical care is available close to the place where he lives — Provision of benefits in kind in the second Member State — Definition of ‘residence’ and ‘stay’ )
Zaak C-255/13: Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 5 juni 2014 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de High Court of Ireland — Ierland) — I/Health Service Executive [Prejudiciële verwijzing — Sociale zekerheid — Verordening (EG) nr. 883/2004 — Artikelen 19, lid 1, en 20, leden 1 en 2 — Verordening (EG) nr. 987/2009 — Artikel 11 — Staatsburger van lidstaat die in woonstaat is verzekerd — Ernstige en plotselinge ziekte ingetreden tijdens vakantie in andere lidstaat — Betrokkene genoodzaakt gedurende elf jaar in deze tweede staat te blijven wegens ziekte en beschikbaarheid van gespecialiseerde medische zorg in nabijheid van plaats waar hij woont — Verstrekkingen in deze tweede staat — Begrippen „woonplaats” en „verblijfplaats” ]
Zaak C-255/13: Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 5 juni 2014 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de High Court of Ireland — Ierland) — I/Health Service Executive [Prejudiciële verwijzing — Sociale zekerheid — Verordening (EG) nr. 883/2004 — Artikelen 19, lid 1, en 20, leden 1 en 2 — Verordening (EG) nr. 987/2009 — Artikel 11 — Staatsburger van lidstaat die in woonstaat is verzekerd — Ernstige en plotselinge ziekte ingetreden tijdens vakantie in andere lidstaat — Betrokkene genoodzaakt gedurende elf jaar in deze tweede staat te blijven wegens ziekte en beschikbaarheid van gespecialiseerde medische zorg in nabijheid van plaats waar hij woont — Verstrekkingen in deze tweede staat — Begrippen „woonplaats” en „verblijfplaats” ]
PB C 253 van 4.8.2014, p. 11–12
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
4.8.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 253/11 |
Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 5 juni 2014 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de High Court of Ireland — Ierland) — I/Health Service Executive
(Zaak C-255/13) (1)
([Prejudiciële verwijzing - Sociale zekerheid - Verordening (EG) nr. 883/2004 - Artikelen 19, lid 1, en 20, leden 1 en 2 - Verordening (EG) nr. 987/2009 - Artikel 11 - Staatsburger van lidstaat die in woonstaat is verzekerd - Ernstige en plotselinge ziekte ingetreden tijdens vakantie in andere lidstaat - Betrokkene genoodzaakt gedurende elf jaar in deze tweede staat te blijven wegens ziekte en beschikbaarheid van gespecialiseerde medische zorg in nabijheid van plaats waar hij woont - Verstrekkingen in deze tweede staat - Begrippen „woonplaats” en „verblijfplaats”])
2014/C 253/14
Procestaal: Engels
Verwijzende rechter
High Court of Ireland
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: I
Verwerende partij: Health Service Executive
Voorwerp
Verzoek om een prejudiciële beslissing — High Court of Ireland — Uitlegging van de artikelen 19, lid 1, en 20, leden 1 en 2, van verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (PB L 166, blz. 1) — Begrip „verblijven” in een andere lidstaat dan de bevoegde lidstaat — Burger van een lidstaat die sinds elf jaar aan ernstige medische aandoening lijdt die voor het eerst is opgetreden tijdens een vakantie in een tweede lidstaat — Burger genoodzaakt om op het grondgebied van de tweede lidstaat te blijven wegens zijn medische toestand
Dictum
Artikel 1, sub j en k, van verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels moet voor de toepassing van de artikelen 19, lid 1, of 20, leden 1 en 2, van die verordening aldus worden uitgelegd dat een burger van de Unie die in een eerste lidstaat woonde en tijdens vakantie in een tweede lidstaat plotseling een ernstige aandoening krijgt waardoor hij genoodzaakt is gedurende elf jaar in die lidstaat te blijven wegens deze ziekte en de beschikbaarheid van gespecialiseerde medische zorg in de nabijheid van de plaats waar hij feitelijk woont, moet worden geacht in deze tweede lidstaat te „verblijven” wanneer het gewone centrum van zijn belangen zich in de eerste lidstaat bevindt. Het staat aan de nationale rechterlijke instantie het gewone centrum van de belangen van deze staatsburger te bepalen aan de hand van een beoordeling van alle relevante feiten en rekening houdend met de wil van de betrokkene zoals deze blijkt uit die feiten, waarbij de enkele omstandigheid dat die staatsburger gedurende een lange periode in de tweede lidstaat is gebleven, als zodanig en op zichzelf niet volstaat om te oordelen dat hij in die staat woont.