EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62011CA0547

Zaak C-547/11: Arrest van het Hof (Negende kamer) van 5 juni 2014 — Europese Commissie/Italiaanse Republiek (Niet-nakoming — Staatssteun — Beschikkingen 2006/323/EG en 2007/375/EG — Accijnsvrijstelling voor bij productie van aluminiumoxide in Sardinië als brandstof gebruikte minerale oliën — Terugvordering — Beslissingen van nationale rechterlijke instantie om tenuitvoerlegging van uitnodiging tot betaling op te schorten)

PB C 253 van 4.8.2014, p. 2–3 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

4.8.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 253/2


Arrest van het Hof (Negende kamer) van 5 juni 2014 — Europese Commissie/Italiaanse Republiek

(Zaak C-547/11) (1)

((Niet-nakoming - Staatssteun - Beschikkingen 2006/323/EG en 2007/375/EG - Accijnsvrijstelling voor bij productie van aluminiumoxide in Sardinië als brandstof gebruikte minerale oliën - Terugvordering - Beslissingen van nationale rechterlijke instantie om tenuitvoerlegging van uitnodiging tot betaling op te schorten))

2014/C 253/02

Procestaal: Italiaans

Partijen

Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: B. Stromsky en D. Grespan, gemachtigden)

Verwerende partij: Italiaanse Republiek (vertegenwoordigers: G. Palmieri, gemachtigde, bijgestaan door F. Varrone, avvocato dello Stato)

Voorwerp

Niet-nakoming — Staatssteun — Verzuim om binnen de gestelde termijn alle maatregelen te nemen die noodzakelijk zijn om te voldoen aan de artikelen 5 en 6 van beschikking 2006/323/EG van de Commissie van 7 december 2005 betreffende de door, onderscheidenlijk, Frankrijk, Ierland en Italië ten uitvoer gelegde accijnsvrijstelling voor bij de productie van aluminiumoxide in de Gardanne, in de regio-Shannon en op Sardinië als brandstof gebruikte minerale oliën (PB 2006, L 119, blz. 12) en aan de artikelen 4 en 6 van beschikking 2007/375/EG van de Commissie van 7 februari 2007 betreffende de door, onderscheidenlijk, Frankrijk, Ierland en Italië ten uitvoer gelegde accijnsvrijstelling voor bij de productie van aluminiumoxide in de Gardanne, in de regio-Shannon en op Sardinië als brandstof gebruikte minerale oliën (PB L 147, blz. 29) — Schending van artikel 288 VWEU en van artikel 14 van verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad van 22 maart 1999 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel [108 VWEU] (PB L 83, blz. 1) — Vereiste van onverwijlde en daadwerkelijke tenuitvoerlegging van beschikkingen van de Commissie — Ontoereikendheid van de procedure tot terugvordering van de betrokken onrechtmatige steun

Dictum

1)

Door niet binnen de gestelde termijn alle maatregelen te hebben genomen die noodzakelijk zijn voor de terugvordering van de staatssteun die onwettig en met de gemeenschappelijke markt onverenigbaar is verklaard door beschikking 2006/323/EG van de Commissie van 7 december 2005 betreffende de door, onderscheidenlijk, Frankrijk, Ierland en Italië ten uitvoer gelegde accijnsvrijstelling voor bij de productie van aluminiumoxide in de Gardanne, in de regio-Shannon en op Sardinië als brandstof gebruikte minerale oliën en door beschikking 2007/375/EG van de Commissie van 7 februari 2007 betreffende de door, onderscheidenlijk, Frankrijk, Ierland en Italië ten uitvoer gelegde accijnsvrijstelling voor bij de productie van aluminiumoxide in de Gardanne, in de regio-Shannon en op Sardinië als brandstof gebruikte minerale oliën [C 78/2001 (ex NN 22/01), C 79/2001 (ex NN 23/01), C 80/2001 (ex NN 26/01)], is de Italiaanse Republiek de verplichtingen niet nagekomen die op haar rusten krachtens artikel 5 van beschikking 2006/323, artikel 4 van beschikking 2007/375 en artikel 249, vierde alinea, EG.

Door niet binnen de gestelde termijn de in artikel 6, lid 1, van beschikking 2006/323 en artikel 6, lid 2, van beschikking 2007/375 bedoelde informatie te hebben verstrekt, is de Italiaanse Republiek de verplichtingen niet nagekomen die op haar rusten krachtens deze twee bepalingen en artikel 249, vierde alinea, EG.

2)

De Italiaanse Republiek wordt verwezen in de kosten.


(1)  PB C 13 van 14.1.2012.


Top