EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62011FN0133

Zaak F-133/11: Beroep ingesteld op 13 december 2011 — ZZ/Commissie

PB C 133 van 5.5.2012, p. 29–29 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

5.5.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 133/29


Beroep ingesteld op 13 december 2011 — ZZ/Commissie

(Zaak F-133/11)

2012/C 133/56

Procestaal: Duits

Partijen

Verzoekende partij: ZZ (vertegenwoordiger: P. Goergen, advocaat)

Verwerende partij: Europese Commissie

Voorwerp en beschrijving van het geding

Nietigverklaring van het besluit van de Commissie om de verzoekende partij, die op de reservelijst van vergelijkend onderzoek EPSO/A/17/04 was geplaatst waarvan de bekendmaking vóór de inwerkingtreding van het nieuwe Ambtenarenstatuut had plaatsgevonden, onder toepassing van ongunstiger bepalingen in te delen in de rang AD 6, salaristrap 2

Conclusies van de verzoekende partij

het besluit om de verzoekende partij bij haar aanstelling op proef op 1 april 2011 in te delen in de rang AD 6, salaristrap 2, nietig verklaren;

vaststellen dat de verzoekende partij bij objectieve beschouwing van haar beroepservaring en met toepassing van de aan andere vacatures ten grondslag gelegde beginselen alsmede gelet op het beginsel van een betaling die in overeenstemming is met de prestatie, recht heeft op indeling in de rang AD 11, salaristrap 2, doch ten minste op een andere juiste indeling;

de verzoekende partij tot aan de dag van vaststelling van het besluit waarbij zij wordt ingedeeld in een bezoldigingsgroep die in overeenstemming is met haar beroepservaring en diensttijd, voor de door haar geleden materiële schade een bedrag toekennen bestaande in het verschil — ter hoogte van 3 051,43 EUR per maand of ter hoogte van het door een deskundige vast te stellen bedrag — tussen het salaris voortvloeiende uit haar in het indelingsbesluit genoemde indeling en dat van de indeling waarop zij recht had, met vertragingsrechte tot de dag waarop het besluit over haar indeling in de juiste salarisgroep wordt genomen, tegen de door de Europese Centrale Bank vastgestelde rentevoet;

ervoor zorgen dat ook de pensioen- en andere aanspraken van de verzoekende partij uit haar arbeidsverhouding met de verwerende partij zodanig of opnieuw worden berekend als het geval was geweest indien zij, overeenkomstig de onderhavige vordering, in de juiste rang was ingedeeld, en de verzoekende partij voor de door haar geleden immateriële schade een bedrag toekennen van 10 000 EUR, met vertragingsrente tegen de door de Europese Centrale Bank vastgestelde rentevoet, vanaf de datum van aanstelling van de verzoekende partij bij de verwerende partij, subsidiair vanaf de datum van instelling van het onderhavige beroep, tot aan de volledige betaling;

de Europese Commissie verwijzen in de kosten van de procedure.


Top