EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62010CN0020

Zaak C-20/10: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Tribunale di Trani (Italië) op 13 januari 2010 — Vino Cosimo Damiano/Poste Italiane SpA

PB C 134 van 22.5.2010, p. 15–16 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

22.5.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 134/15


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Tribunale di Trani (Italië) op 13 januari 2010 — Vino Cosimo Damiano/Poste Italiane SpA

(Zaak C-20/10)

2010/C 134/24

Procestaal: Italiaans

Verwijzende rechter

Tribunale di Trani

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Vino Cosimo Damiano

Verwerende partij: Poste Italiane SpA

Prejudiciële vragen

1.

Staat clausule 8, punt 3, van de bij richtlijn 1999/70/EG (1) uitgevoerde raamovereenkomst in de weg aan een nationale regeling (als die vervat in artikel 2, lid 1 bis, van decreto legislativo nr. 368/2001) waarbij, ter omzetting van richtlijn 1999/70/EG van de Raad van 28 juni 1999 betreffende de door het EVV, de UNICE en het CEEP gesloten raamovereenkomst inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd, in de nationale rechtsorde een geval is ingevoerd op grond waarvan werknemers van SpA Poste Italiane voor bepaalde tijd in dienst kunnen worden genomen zonder dat er sprake hoeft te zijn van een bepaalde reden daarvoor („acausale” indienstneming voor bepaalde tijd);

2.

is het ter rechtvaardiging van de vaststelling van een minder gunstige regeling (reformatio in peius) dan de voorgaande regeling inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd en ter voorkoming van de toepasselijkheid van het verbod waarin is voorzien bij clausule 8, punt 3, van de bij richtlijn 1999/70/EG uitgevoerde raamovereenkomst, voldoende dat de nationale wetgever om het even welk ander doel dan de uitvoering van voormelde richtlijn nastreeft, of is het noodzakelijk dat dit doel niet alleen even beschermenswaardig is als het benadeelde doel, maar ook duidelijk „tot uitdrukking is gebracht”;

3.

staat clausule 3, punt 1, van de bij richtlijn 1999/70/EG uitgevoerde raamovereenkomst in de weg aan een nationale regeling (als die vervat in artikel 2, lid 1 bis, van decreto legislativo nr. 368/2001) waarbij, ter omzetting van richtlijn 1999/70/EG van de Raad van 28 juni 1999 betreffende de door het EVV, de UNICE en het CEEP gesloten raamovereenkomst inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd, in de nationale rechtsorde een geval is ingevoerd op grond waarvan werknemers van SpA Poste Italiane voor bepaalde tijd in dienst kunnen worden genomen zonder dat er sprake hoeft te zijn van een bepaalde reden daarvoor („acausale” indienstneming voor bepaalde tijd).

4.

staan de communautaire beginselen van non-discriminatie en gelijke behandeling in de weg aan een nationale regeling (als die vervat in artikel 2, lid 1 bis, van decreto legislativo nr. 368/2001) waarbij, ter omzetting van richtlijn 1999/70/EG van de Raad van 28 juni 1999 betreffende de door het EVV, de UNICE en het CEEP gesloten raamovereenkomst inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd, in de nationale rechtsorde een „acausaal” geval is ingevoerd dat de werknemers van SpA Poste Italiane alsook, ten opzichte van die onderneming, andere ondernemingen in dezelfde of andere sectoren benadeelt;

5.

staan de artikelen 82, lid 1, [EG] en 86, leden 1 en 2, [EG] in de weg aan een nationale regeling (als die vervat in artikel 2, lid 1 bis, van decreto legislativo nr. 368/2001) waarbij, ter omzetting van richtlijn 1999/70/EG van de Raad van 28 juni 1999 betreffende de door het EVV, de UNICE en het CEEP gesloten raamovereenkomst inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd, in de nationale rechtsorde uitsluitend ten gunste van SpA Poste Italiane (een onderneming waarvan het kapitaal volledig in overheidshanden is) een „acausaal” geval is ingevoerd, waardoor er sprake is van een geval van misbruik van machtspositie;

6.

bij een bevestigend antwoord op de bovenstaande vragen: dient de nationale rechter de met het gemeenschapsrecht strijdige nationale regeling buiten toepassing te laten?


(1)  PB L 175, blz. 43.


Top