EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62008CA0161

Zaak C-161/08: Arrest van het Hof (Derde kamer) van 14 mei 2009 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Hof van Beroep te Antwerpen — België) — Internationaal Verhuis- en Transportbedrijf Jan de Lely BV/Belgische Staat (Vrij verkeer van goederen — Communautair douanevervoer — Vervoer onder dekking van carnet TIR — Overtredingen of onregelmatigheden — Kennisgevingstermijn — Termijn voor leveren van bewijs van plaats waar overtreding of onregelmatigheid is begaan)

PB C 153 van 4.7.2009, p. 13–14 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

4.7.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 153/13


Arrest van het Hof (Derde kamer) van 14 mei 2009 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Hof van Beroep te Antwerpen — België) — Internationaal Verhuis- en Transportbedrijf Jan de Lely BV/Belgische Staat

(Zaak C-161/08) (1)

(Vrij verkeer van goederen - Communautair douanevervoer - Vervoer onder dekking van carnet TIR - Overtredingen of onregelmatigheden - Kennisgevingstermijn - Termijn voor leveren van bewijs van plaats waar overtreding of onregelmatigheid is begaan)

2009/C 153/25

Procestaal: Nederlands

Verwijzende rechter

Hof van Beroep te Antwerpen

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Internationaal Verhuis- en Transportbedrijf Jan de Lely BV

Verwerende partij: Belgische Staat

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Hof van Beroep te Antwerpen — Uitlegging van artikel 2 van verordening (EEG) nr. 1593/91 van de Commissie van 12 juni 1991 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen van verordening (EEG) nr. 719/91 van de Raad betreffende de toepassing in de Gemeenschap van carnets TIR en van carnets ATA als doorvoerdocumenten (PB L 148, blz. 11), gelezen in samenhang met artikel 11 van de TIR-Overeenkomst — Overtredingen of onregelmatigheden — Termijn voor kennisgeving

Dictum

1)

Artikel 2, lid 1, van verordening (EEG) nr. 1593/91 van de Commissie van 12 juni 1991 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen van verordening (EEG) nr. 719/91 van de Raad betreffende de toepassing in de Gemeenschap van carnets TIR en van carnets ATA als doorvoerdocumenten, gelezen in samenhang met artikel 11, lid 1, van de douaneovereenkomst inzake het internationale vervoer van goederen onder dekking van carnets TIR, ondertekend te Genève op 14 november 1975, moet aldus worden uitgelegd dat de niet-inachtneming van de termijn voor kennisgeving van de niet-zuivering van het carnet TIR ten aanzien van de houder van dit carnet, niet ertoe leidt dat de bevoegde douaneautoriteiten niet langer mogen overgaan tot invordering van de rechten en heffingen die verschuldigd zijn in verband met een onder dekking van dat carnet verricht internationaal goederenvervoer.

2)

Artikel 2, leden 2 en 3, van verordening nr. 1593/91, gelezen in samenhang met artikel 11, leden 1 en 2, van de douaneovereenkomst inzake het internationale vervoer van goederen onder dekking van carnets TIR, ondertekend te Genève op 14 november 1975, moet aldus worden uitgelegd dat daarbij enkel de termijn wordt vastgesteld voor het leveren van het bewijs van de regelmatigheid van het vervoer en niet de termijn waarbinnen het bewijs moet worden geleverd van de plaats waar de overtreding of onregelmatigheid is begaan. Het staat aan de nationale rechter, aan de hand van de geldende beginselen van zijn nationale bewijsrecht te bepalen of in het concrete geval dat hem is voorgelegd, en in het licht van alle omstandigheden, laatstbedoeld bewijs tijdig is geleverd. De nationale rechter moet deze termijn evenwel beoordelen met inachtneming van het gemeenschapsrecht en met name rekening ermee houdend dat de termijn niet te lang mag zijn, om invordering van de in een andere lidstaat verschuldigde bedragen juridisch en materieel mogelijk te maken, en voorts dat deze termijn het voor de houder van het carnet TIR niet materieel onmogelijk mag maken, het genoemde bewijs te leveren.


(1)  PB C 183 van 19.7.2008.


Top