EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62007CA0530

Zaak C-530/07: Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 7 mei 2009 — Commissie van de Europese Gemeenschappen/Portugese Republiek (Niet-nakoming — Richtlijn 91/271/EEG — Verontreiniging en hinder — Behandeling van stedelijk afvalwater — Artikelen 3 en 4)

PB C 153 van 4.7.2009, p. 8–9 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

4.7.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 153/8


Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 7 mei 2009 — Commissie van de Europese Gemeenschappen/Portugese Republiek

(Zaak C-530/07) (1)

(Niet-nakoming - Richtlijn 91/271/EEG - Verontreiniging en hinder - Behandeling van stedelijk afvalwater - Artikelen 3 en 4)

2009/C 153/16

Procestaal: Portugees

Partijen

Verzoekende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen (vertegenwoordigers: S. Pardo Quintillán en G. Braga da Cruz, gemachtigden)

Verwerende partij: Portugese Republiek (vertegenwoordigers: L. Inez Fernandes en M. J. Lois, gemachtigden)

Voorwerp

Niet-nakoming — Verzuim om binnen de gestelde termijn de bepalingen vast te stellen die noodzakelijk zijn om te voldoen aan de artikelen 3 en 4 van richtlijn 91/271/EEG van de Raad van 21 mei 1991 inzake de behandeling van stedelijk afvalwater (PB L 135, blz. 40)

Dictum

1)

Door de agglomeraties Bacia do Rio Uima (Fiães de S. Jorge), Costa de Aveiro, Covilhã, Espinho/Feira, Ponta Delgada, Póvoa de Varzim/Vila do Conde en Santa Cita niet te voorzien van een opvangsysteem, zoals voorgeschreven door artikel 3 van richtlijn 91/271/EEG van de Raad van 21 mei 1991 inzake de behandeling van stedelijk afvalwater en door het stedelijk afvalwater van de agglomeraties Alverca, Bacia do Rio Uima (Fiães de S. Jorge), Carvoeiro, Costa de Aveiro, Costa Oeste, Covilhã, Lissabon, Matosinhos, Milfontes, Nazaré/Famalicão, Ponta Delgada, Póvoa de Varzim/Vila do Conde, Santa Cita, Vila Franca de Xira en Vila Real de Santo António niet aan een secundaire behandeling of een gelijkwaardig proces te onderwerpen, zoals voorgeschreven door artikel 4 van deze richtlijn, is de Portugese Republiek de krachtens de artikelen 3 en 4 van deze richtlijn op haar rustende verplichtingen niet nagekomen.

2)

Het beroep wordt verworpen voor het overige.

3)

De Portugese Republiek wordt verwezen in de kosten.


(1)  PB C 37 van 9.2.2008.


Top