EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62007CA0336

Zaak C-336/07: Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 22 december 2008 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Verwaltungsgericht Hannover — Duitsland) — Kabel Deutschland Vertrieb und Service GmbH & Co. KG/Niedersächsische Landesmedienanstalt für privaten Rundfunk (Richtlijn 2002/22/EG — Artikel 31, lid 1 — Redelijke doorgifteverplichtingen ( must carry ) — Nationale regeling die exploitanten van analoge kabelnetwerken verplicht tot doorgifte via hun kabelnetwerken van alle televisieprogramma's die voor terrestrische distributie zijn toegelaten — Evenredigheidsbeginsel)

PB C 44 van 21.2.2009, p. 14–15 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

21.2.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 44/14


Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 22 december 2008 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Verwaltungsgericht Hannover — Duitsland) — Kabel Deutschland Vertrieb und Service GmbH & Co. KG/Niedersächsische Landesmedienanstalt für privaten Rundfunk

(Zaak C-336/07) (1)

(Richtlijn 2002/22/EG - Artikel 31, lid 1 - Redelijke doorgifteverplichtingen („must carry’) - Nationale regeling die exploitanten van analoge kabelnetwerken verplicht tot doorgifte via hun kabelnetwerken van alle televisieprogramma's die voor terrestrische distributie zijn toegelaten - Evenredigheidsbeginsel)

(2009/C 44/23)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Verwaltungsgericht Hannover

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Kabel Deutschland Vertrieb und Service GmbH & Co. KG

Verwerende partij: Niedersächsische Landesmedienanstalt für privaten Rundfunk

In tegenwoordigheid van: Norddeutscher Rundfunk, Zweites Deutsches Fernsehen, ARTE GEIE, Bloomberg LP, Mitteldeutscher Rundfunk, MTV Networks Germany GmbH, die in de rechten is getreden van VIVA Plus Fernsehen GmbH, VIVA Music Fernsehen GmbH & Co. KG, MTV Networks Germany GmbH, die in de rechten is getreden van MTV Networks GmbH & Co. oHG, Westdeutscher Rundfunk, RTL Television GmbH, RTL II Fernsehen GmbH & Co. KG, VOX Film und Fernseh-GmbH & Co. KG, RTL Disney Fernsehen GmbH & Co. KG, SAT. 1 Satelliten-Fernsehen GmbH e.a., Regio.TV GmbH, Eurosport SA, TM-TV GmbH & Co. KG, ONYX Television GmbH, Radio Bremen, Hessischer Rundfunk, Nederland 2, Hamburg 1 Fernsehen Beteiligungs GmbH & Co. KG, Turner Broadcasting System Deutschland GmbH, n-tv Nachrichtenfernsehen GmbH & Co. KG, Bayerischer Rundfunk, Deutsches Sportfernsehen GmbH, NBC Europe GmbH, BBC World, Mediendienst Borkum — Kurverwaltung NSHB Borkum GmbH, Friesischer Rundfunk GmbH, Home Shopping Europe GmbH & Co. KG, Euro News SA, Reise-TV GmbH & Co. KG, SKF Spielekanal Fernsehen GmbH, TV 5 Europe, DMAX TV GmbH & Co. KG, voorheen XXP TV — Das Metropolenprogramm GmbH & Co. KG, RTL Shop GmbH,

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Verwaltungsgericht Hannover — Uitlegging van artikel 31, lid 1, van richtlijn 2002/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronische communicatienetwerken en diensten (Universeledienstrichtlijn) (PB L 108, blz. 51) — Nationale regeling die de exploitanten van analoge kabelnetwerken verplicht tot doorgifte via hun kabelnetwerken van alle televisieprogramma's die zijn toegelaten voor terrestrische distributie, en bepaalt dat de nationale bevoegde autoriteit in geval van kanalenschaarste een rangorde van kandidaten moet vastleggen die leidt tot de volledige bezetting van de voor de betrokken kabelexploitant beschikbare kanalen

Dictum

1)

Artikel 31, lid 1, van richtlijn 2002/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronische-communicatienetwerken en diensten (Universeledienstrichtlijn) moet aldus worden uitgelegd dat deze bepaling niet in de weg staat aan een nationale regeling als de in het hoofdgeding aan de orde zijnde regeling, die de kabelexploitant verplicht om via zijn analoge kabelnetwerk televisiezenders en diensten door te geven die reeds terrestrisch worden uitgezonden, en aldus meer dan de helft van de in dat netwerk beschikbare kanalen te bezetten, en die voorschrijft dat wanneer er te weinig kanalen beschikbaar zijn, een rangorde van de gegadigden wordt vastgesteld die leidt tot de volledige bezetting van de ter beschikking staande kanalen van het netwerk, voor zover deze verplichtingen geen onredelijke economische gevolgen hebben, wat door de verwijzende rechter moet worden beoordeeld.

2)

Diensten van televisieomroeporganisaties of van aanbieders van mediadiensten, zoals telewinkelen, vallen onder het begrip „televisiediensten” in de zin van artikel 31, lid 1, van richtlijn 2002/22, voor zover is voldaan aan de in deze bepaling gestelde voorwaarden, wat door de verwijzende rechter moet worden beoordeeld.


(1)  PB C 247 van 20.10.2007.


Top