EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52018AE0354

Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het voorstel voor een verordening van de Raad tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming Europese high-performance computing (COM(2018) 8 final — 2018/0003(NLE))

EESC 2018/00354

PB C 283 van 10.8.2018, p. 89–94 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

10.8.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 283/89


Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het voorstel voor een verordening van de Raad tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming Europese high-performance computing

(COM(2018) 8 final — 2018/0003(NLE))

(2018/C 283/12)

Rapporteur:

Ulrich SAMM

Corapporteur:

Antonio LONGO

Raadpleging

Raad van de Europese Unie: 21.2.2018

Rechtsgrondslag

Artikelen 187 en 188 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

Bevoegde afdeling

Vervoer, Energie, Infrastructuur en Informatiemaatschappij

Goedkeuring door de afdeling

4.5.2018

Goedkeuring door de voltallige vergadering

23.5.2018

Zitting nr.

535

Stemuitslag

(voor/tegen/onthoudingen)

196/2/4

1.   Conclusies en aanbevelingen

1.1.

Het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC) steunt dit initiatief om een Gemeenschappelijke Onderneming EuroHPC op te richten als concrete stap die aansluit op het Europees cloudinitiatief en als onderdeel van een bredere EU-strategie (die o.m. cyberbeveiliging, de digitale eengemaakte markt, de Europese gigabitmaatschappij, open wetenschap omvat). Dit initiatief levert een duidelijke EU-meerwaarde op met een cruciale technologie die ons zal helpen de meest uitdagende vraagstukken van onze moderne samenleving aan te pakken en die uiteindelijk ons welzijn, ons concurrentievermogen en onze werkgelegenheid ten goede zal komen.

1.2.

Het EESC beschouwt de aanloopinvesteringen van 1 miljard EUR voor de verwerving en exploitatie van twee supercomputers van wereldklasse als een fors bedrag, dat echter in vergelijking met de concurrenten van de EU — de VS en China — niet te ambitieus is. Het is er evenwel van overtuigd dat een substantiële verhoging van de investeringen (in de lidstaten van de EU) in combinatie met een krachtig Europees onderzoeks- en innovatieprogramma nodig zullen zijn om het wereldklasseniveau bij HPC-toepassingen te behouden. Aangezien de race zal doorgaan, zullen in het volgende MFK beslist weer soortgelijke maatregelen moeten worden opgenomen om de wereldwijde concurrentie bij te benen.

1.3.

Het EESC steunt de industriële benadering voor het ontwikkelen van de volgende generatie energiezuinige microchips in Europa. Daarmee zou de EU minder afhankelijk worden van invoer en toegang hebben tot hoogwaardige HPC-technologie. De ontwikkeling van dergelijke microchips heeft ook gevolgen voor kleinschalig computergebruik, omdat de hoogwaardige geïntegreerde schakelingen kunnen worden aangepast (downscaling) aan apparaten op de massamarkt (pc’s, smartphones, automobielsector).

1.4.

Het EESC dringt er bij de Commissie op aan om meer nadruk te leggen op de sterke uitgangspositie en op het feit dat dit initiatief van cruciaal belang is voor de voortzetting van het Europese succesverhaal dat gebaseerd is op Prace en GÉANT, twee pijlers die al vele jaren hoogwaardige HPC-diensten aan wetenschap en bedrijfsleven leveren en onderzoek, onderwijs en nationale onderzoeksnetwerken en HPC-centra aan elkaar koppelen door middel van veilige netwerken met een hoge capaciteit.

1.5.

Het EESC acht het dan ook van het grootste belang dat de nieuwe Gemeenschappelijke Onderneming EuroHPC en bestaande structuren en programma’s geïntegreerd worden; dit is de beste manier om Europese middelen gezamenlijk in te zetten. Zo zou de collegiale toetsing in het kader van Prace behouden moeten worden om de nagestreefde wereldklasse te handhaven.

1.6.

Het EESC zou graag zien dat meer lidstaten tot de Gemeenschappelijke Onderneming EuroHPC toetreden en daarmee de kans aangrijpen om te profiteren van rekenkracht van wereldklasse. Gezien de complexe aard van een gemeenschappelijke onderneming verzoekt het EESC de Commissie zich de nodige inspanningen te getroosten om de voordelen en mogelijkheden van dit rechtsinstrument uit te leggen en te promoten, met name voor kleinere landen en wat de mogelijkheid betreft om bijdragen in natura te leveren.

1.7.

Het EESC is verheugd dat twee van de partners van de Commissie in het kader van het contractuele publiek-private partnerschap (cPPP) de eerste particuliere leden zouden kunnen worden, wat essentieel is voor de deelname van het bedrijfsleven, waaronder kmo’s. Het EESC juicht de mogelijkheid toe om meer partners aan te trekken, maar dringt er ook op aan dat dit bij elke nieuwe partner, met name die van buiten de EU, op basis van wederkerigheid gebeurt. De EU zou moeten profiteren van de kans die de ontwikkeling van HPC-technologie biedt om ontbrekende schakels in de Europese industrie aan te pakken zodat de hele productieketen bestreken kan worden (ontwerp, fabricage, uitvoering, toepassing). Voor de middellange termijn zou de Europese Unie ernaar moeten streven dat een HPC met Europese technologie kan worden gepland en gerealiseerd.

1.8.

Het EESC beveelt aan om burgers en bedrijven te informeren over dit nieuwe belangrijke initiatief om het vertrouwen van de burgers in het Europese integratieproces te herstellen en om Europese ondernemingen, met name kmo’s, bewust te maken van de voordelen daarvan. Ook moeten er specifieke communicatieactiviteiten worden ontplooid om de belangstelling van universiteiten en onderzoekscentra te wekken en hen warm te krijgen voor projecten op het gebied van HPC.

1.9.

Het EESC beveelt aan om de sociale dimensie van het digitaliseringsproces als fundamenteel onderdeel van de Europese sociale pijler zo sterk mogelijk te maken. De invoering en het gebruik van hoogwaardige machines moet een duidelijk en meetbaar positief effect op het dagelijks leven van alle burgers hebben.

2.   Inleiding

2.1.

Na oorspronkelijk te zijn ingezet in klimaatonderzoek, numerieke weersvoorspelling, astrofysica, deeltjesfysica en chemie wordt high-performance computing (HPC) nu ook gebruikt op de meeste andere wetenschappelijke gebieden, van biologie, biowetenschappen en gezondheid, highfidelity-verbrandingssimulaties en materiaalwetenschappen tot sociale en geesteswetenschappen. In de industrie is al sprake van grootschalig HPC-gebruik in de olie- en gasexploratie, de luchtvaart, de automobielindustrie en de financiële sector, en HPC begint nu ook van cruciaal belang te worden voor geïndividualiseerde geneeskunde, de ontwikkeling van nanotechnologieën en de ontwikkeling en inzet van hernieuwbare energiebronnen. Tot slot wordt HPC een steeds belangrijker instrument om de openbare besluitvorming te ondersteunen door het simuleren van scenario’s met betrekking tot natuurrisico’s, industriële risico’s, biologische risico’s en (cyber)terrorismerisico’s. Daarmee is HPC van essentieel belang voor nationale veiligheid en defensie.

2.2.

De prestaties van computers worden gemeten in „drijvende-kommabewerkingen per seconde” (Flops: floating point operations per second). De prestaties van HPC zijn het technologisch maximaal haalbare. Deze topprestaties worden gestaag beter, dankzij de steeds kleinere geïntegreerde schakelingen (wet van Moore) en de verschuiving van vectorprocessoren naar parallelle processoren. Elke 10 tot 12 jaar is de rekensnelheid met een factor 1 000 toegenomen: eerst van gigaschaal (1985) naar teraschaal (1997) en vervolgens naar petaschaal (2008). Naar verwachting zullen we tussen 2020 en 2023 overschakelen van petaschaal op exaschaal (giga = 109, tera = 1012, peta = 1015, exa = 1018).

2.3.

Wat HPC betreft houdt elke lidstaat in de EU er tot nu toe zijn eigen investeringsbeleid op na. In vergelijking met zijn concurrenten uit de VS, China en Japan investeert Europa duidelijk te weinig in HPC: de financieringskloof bedraagt 500-700 miljoen EUR per jaar. Het gevolg daarvan is dat de EU niet over de snelste supercomputers beschikt en dat de bestaande HPC-machines in de EU afhankelijk zijn van niet-Europese technologie. Verdere vooruitgang op het gebied van de HPC-technologie kan het best worden bereikt door middel van gezamenlijke Europese inspanningen, met investeringen op een schaal die de mogelijkheden van de afzonderlijke lidstaten overstijgt.

2.4.

De ontwikkeling van de volgende generatie microchips in Europa zou ertoe bijdragen dat de EU onafhankelijk wordt wat betreft de toegang tot hoogwaardige HPC-technologie. De Europese toeleveringsketen voor HPC-technologie kan echter alleen worden verbeterd als er duidelijk zicht is op marktleiderschap en op de ontwikkeling van een ecosysteem van exaschaalmachines. De publieke sector moet bij deze doelstelling een doorslaggevende rol spelen, omdat Europese leveranciers anders niet het risico zullen nemen om de machines zelf te ontwikkelen.

2.5.

De Commissie is daarom eerst van plan om samen met de lidstaten 1 miljard EUR te investeren in de opbouw van een Europese supercomputerinfrastructuur van wereldklasse. Een dergelijke gedeelde infrastructuur en een gemeenschappelijk gebruik van bestaande capaciteiten zou iedereen — industrie, kmo’s, wetenschap, openbare sector en met name (kleinere) lidstaten zonder autonome nationale HPC-infrastructuur — ten goede moeten komen.

2.6.

Het belang van HPC is door de Commissie in 2012 in haar strategie „Geavanceerde computing: de positie van Europa in de wereldwijde wedloop” (1) duidelijk uiteengezet. In april 2016 lanceerde de Commissie het Europees cloudinitiatief (2). Dit initiatief bestaat uit twee hoofdelementen: de Europese data-infrastructuur (EDI) met supercomputing-capaciteiten van wereldklasse en snelle connectiviteit en de Europese openwetenschapscloud (EOSC: European Open Science Cloud) met toonaangevende gegevensopslag en -beheer en interfaces voor cloud-gebaseerde dienstverlening. Het onderhavige voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming Europese high-performance computing  (3) is bedoeld om de EDI op te zetten.

2.7.

Het voorstel is een vervolg op de EuroHPC-verklaring, die op 23 maart 2017 op de Digitale Dag in Rome door zeven lidstaten — Frankrijk, Duitsland, Italië, Luxemburg, Nederland, Portugal en Spanje — is ondertekend. België, Slovenië, Bulgarije, Zwitserland, Griekenland en Kroatië hebben zich in 2017 bij hen aangesloten. Deze landen zijn overeengekomen om een pan-Europese geïntegreerde exaschaalsupercomputing-infrastructuur te ontwikkelen. Andere lidstaten en geassocieerde landen worden aangemoedigd de EuroHPC-verklaring ook te ondertekenen.

2.8.

Na een effectbeoordeling kwam de Commissie (4) tot de conclusie dat een gemeenschappelijke onderneming de beste optie is om de EuroHPC te implementeren, omdat deze constructie het mogelijk maakt de gezamenlijke aanschaf, eigendom en exploitatie van de supercomputers op efficiënte wijze te combineren.

3.   Samenvatting van het voorstel

3.1.

De Commissie heeft een voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming high performance computing (EuroHPC) ingediend. Deze nieuwe rechtspersoon zal:

een financieringsstructuur bieden om in heel Europa een high-performance computing-infrastructuur (HPC) van wereldklasse te verwerven, op te bouwen en toe te passen;

een onderzoeks- en innovatieprogramma ondersteunen voor de ontwikkeling van technologie en machines (hardware) alsook toepassingen (software) waarbij gebruik wordt gemaakt van deze supercomputers;

financiële steun verlenen in de vorm van aanbestedingen of subsidies voor onderzoek en ontwikkeling voor deelnemers op basis van openbare vergelijkende oproepen tot het indienen van voorstellen en openbare aanbestedingen; Europese bedrijven, met name kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s), een betere toegang tot supercomputers bieden.

3.2.

De bijdrage van de EU binnen het huidige meerjarig financieel kader zou zo’n 486 miljoen EUR bedragen, aangevuld met vergelijkbare bedragen van lidstaten en geassocieerde landen. Particuliere leden van het initiatief kunnen ook bijdragen in natura leveren. In totaal zou er in de periode tot 2020 ca. 1 miljard EUR aan overheidsgeld geïnvesteerd worden.

3.3.

De Gemeenschappelijke Onderneming EuroHPC zal tussen 2019 en 2026 de volgende activiteiten ontplooien:

verwerving en exploitatie van twee pre-exaschaalsupercomputers en ten minste twee supercomputers uit het middensegment (petaschaal), waarbij de toegang tot deze supercomputers wordt beheerd en aan een breed scala aan publieke en particuliere gebruikers beschikbaar wordt gesteld (vanaf 2020);

opzet van een onderzoeks- en innovatieprogramma op het gebied van HPC: ter ondersteuning van de ontwikkeling van Europese supercomputing-technologie, waaronder de eerste generatie Europese energiezuinige microprocessortechnologie, en het mede ontwerpen van Europese exaschaalmachines, en ter bevordering van toepassingen, ontwikkeling van vaardigheden en een breed gebruik van HPC.

3.4.

Doel is in 2022 of 2023 exaschaalberekeningen uit te kunnen voeren. Een tussenstap (50 % van de exaschaalprestaties) moet in 2019 worden bereikt. De geplande infrastructuur wordt gezamenlijk eigendom van en geëxploiteerd door de leden, in eerste instantie bestaande uit de landen die de EuroHPC-verklaring hebben ondertekend en particuliere leden uit de academische wereld en het bedrijfsleven. Andere leden kunnen zich op elk moment bij dit samenwerkingsverband aansluiten, mits zij een financiële bijdrage (waaronder ook in natura) leveren.

3.5.

In de voorgestelde verordening wordt bepaald dat twee infrastructuren tegelijkertijd opgezet en geïmplementeerd zullen worden. De infrastructuren zullen op basis van bepaalde criteria in twee EU-lidstaten worden ondergebracht.

3.6.

De gemeenschappelijke onderneming heeft een raad van bestuur, bestaande uit vertegenwoordigers van de publieke leden van de gemeenschappelijke onderneming. De raad is verantwoordelijk voor de strategische beleidsvorming en de financieringsbesluiten in verband met de activiteiten van de gemeenschappelijke onderneming op het gebied van aankopen en onderzoek en innovatie. De stemrechten en -procedures zijn evenredig aan de financiële bijdrage die de leden leveren. Het model van de Gemeenschappelijke Onderneming is ontwikkeld op basis van de ervaring die met andere gemeenschappelijke ondernemingen, zoals ECSEL, is opgedaan. Beide gemeenschappelijke ondernemingen lijken qua doelstellingen en structuur op elkaar. Het voornaamste verschil zit hem in de uitgebreide aanbestedingsactiviteiten bij EuroHPC, die bij ECSEL ontbreken. Dit verschil verklaart het feit dat de stemrechten evenredig zijn aan de bijdrage van de deelnemers.

3.7.

De raad van bestuur wordt ondersteund door een industrieel en wetenschappelijk adviescomité, samengesteld uit de vertegenwoordigers van de particuliere leden van de gemeenschappelijke onderneming. Om belangenverstrengeling te voorkomen heeft dit comité slechts een adviserende rol.

4.   Specifieke opmerkingen

4.1.

Het EESC steunt dit initiatief als een concrete stap die aansluit op het Europees cloudinitiatief: de strategische keuze voor een open Europese cloud, die bestemd is voor de wetenschappelijke gemeenschap en het bedrijfsleven, in het kader van een krachtige politieke en economische inzet voor digitale innovatie (5). Dit initiatief levert een duidelijke EU-meerwaarde op met een cruciale technologie die ons zal helpen de meest uitdagende vraagstukken van onze moderne samenleving aan te pakken en uiteindelijk ons welzijn, ons concurrentievermogen en onze werkgelegenheid ten goede zal komen.

4.2.

Meer in het algemeen maakt het HPC-initiatief een essentieel onderdeel uit van een bredere EU-strategie (waaronder de cyberbeveiligingsverordening (6), de strategie voor de digitale eengemaakte markt (herziening) (7), de Europese gigabitmaatschappij (8) en open wetenschap), die gericht is op herstel van de digitale soevereiniteit en onafhankelijkheid van Europa, teneinde van de EU een cruciale speler te maken op het gebied van digitale ontwikkelingen met rechtstreekse gevolgen voor het concurrentievermogen en de levenskwaliteit van de burgers.

4.3.

Het EESC beschouwt de aanloopinvesteringen van 1 miljard EUR voor de verwerving en exploitatie van twee pre-exaschaalsupercomputers en ten minste twee supercomputers uit het middensegment als een fors bedrag, dat echter in vergelijking met de concurrenten van de EU niet te ambitieus is. Het is er evenwel van overtuigd dat een substantiële toename van de investeringen (in de lidstaten van de EU) in combinatie met een krachtig Europees onderzoeks- en innovatieprogramma nodig zullen zijn om het wereldklasseniveau bij HPC-toepassingen te behouden. Aangezien de race zal doorgaan, moeten ook in het volgende MFK beslist weer soortgelijke maatregelen worden opgenomen om de wereldwijde concurrentie bij te benen.

4.4.

Het EESC wijst erop dat een snelle computer alleen niet voldoende is om succesvol te zijn; Echte vorderingen vergen ook hoogwaardige software-ontwikkelingen en -toepassingen op basis van een sterk onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma. Op dit gebied loopt de EU helemaal niet achter op haar concurrenten; het EESC dringt er bij de Commissie op aan om meer nadruk te leggen op de sterke uitgangspositie en op het feit dat dit initiatief van cruciaal belang is voor de voortzetting van het Europese succesverhaal dat gebaseerd is op Prace en Géant, twee pijlers die al meer dan tien jaar zorgen voor koppeling van en aansluiting op HPC resp. voor netwerkvorming.

4.5.

Het in 2010 opgerichte, door de EU medegefinancierde partnerschap voor geavanceerde computers in Europa (Prace), waaraan 25 lidstaten meedoen, levert hoogwaardige HPC-diensten aan wetenschap en bedrijfsleven en maakt daarbij gebruik van de grootste nationale supercomputingsystemen in Europa. In 2017 bood Prace toegang tot een netwerk van zeven toonaangevende systemen van vijf leden (Frankrijk, Duitsland, Italië, Spanje en Zwitserland), die sinds de oprichting meer dan 400 miljoen EUR in Prace hebben geïnvesteerd. Aan de hand van collegiaal getoetste oproepen tot het indienen van voorstellen, gebaseerd op wetenschappelijke excellentie, wijst Prace HPC-middelen toe aan onderzoeksprojecten uit de academische wereld en het bedrijfsleven, met inbegrip van kleine en middelgrote ondernemingen.

4.6.

Het in 2000 opgezette pan-Europese netwerk Géant koppelt onderzoek, onderwijs en nationale onderzoeksnetwerken en HPC-centra aan elkaar door middel van veilige netwerken met een hoge capaciteit. Het netwerk is essentieel voor het ondersteunen van open wetenschap met diensten voor veilige toegang. Het Géant-netwerk is het grootste en meest geavanceerde O & O-netwerk ter wereld, dat meer dan 50 miljoen gebruikers en 10 000 instellingen in heel Europa met elkaar verbindt en alle wetenschappelijke disciplines ondersteunt. Het backbone-netwerk werkt met snelheden tot 500 Gbps (2017). Géant heeft de zeer succesvolle eduroam-dienst opgezet om O & O-gebruikers in staat te stellen verbinding te maken met elk wifinetwerk met de SSID „eduroam” — een systeem dat volgens het EESC zou moeten dienen als model bij de inspanningen in het kader van de strategie „Connectiviteit voor een competitieve digitale eengemaakte markt — Naar een Europese gigabitmaatschappij” (9) om alle Europeanen toegang tot wifi te bieden.

4.7.

Het EESC acht het dan ook van het grootste belang dat de nieuwe Gemeenschappelijke Onderneming EuroHPC en bestaande structuren en programma’s geïntegreerd worden. Zo zou de collegiale toetsing in het kader van Prace behouden moeten worden om de nagestreefde wereldklasse te handhaven. Andere best practices moeten geïntegreerd of aangepast worden. Een geïntegreerde aanpak van EuroHPC, Horizon 2020 of het daarop volgende KP en overeenkomstige nationale activiteiten is de beste manier om Europese middelen gezamenlijk in te zetten. In deze context is het EESC ingenomen met het voornemen van de Commissie om de Gemeenschappelijke Onderneming EuroHPC te gebruiken voor de coördinatie van het financieringsinstrument in het kader van Horizon 2020 (en de opvolger daarvan) op het gebied van HPC. Het EESC merkt op dat de ontwikkeling van infrastructuur een top-downregeling vereist, terwijl goede wetenschap, zoals door Prace wordt bevorderd, een bottom-upbenadering vergt, met wetenschappers als drijvende kracht.

4.8.

Het EESC zou graag zien dat meer lidstaten tot de Gemeenschappelijke Onderneming EuroHPC toetreden en daarmee de kans aangrijpen om te profiteren van rekenkracht van wereldklasse. Netwerken zijn van essentieel belang voor het wetenschappelijk gebruik van HPC. Gezien de complexe aard van een gemeenschappelijke onderneming verzoekt het EESC de Commissie zich de nodige inspanningen te getroosten om de voordelen en mogelijkheden van dit rechtsinstrument uit te leggen en te promoten, met name voor kleinere landen en wat de mogelijkheid betreft om bijdragen in natura te leveren.

4.9.

Het EESC is verheugd dat twee van de partners van de Commissie in het kader van het contractuele publiek-private partnerschap (cPPP), nl. het Europees technologieplatform voor high performance computing (ETP4HPC) en de Big Data Value Association (BDVA), bij brief hun steun aan de uitvoering van de Gemeenschappelijke Onderneming EuroHPC hebben betuigd. Zij zouden de eerste particuliere leden zouden kunnen worden, wat essentieel is voor de deelname van het bedrijfsleven, waaronder kmo’s. Het EESC juicht de mogelijkheid toe om meer partners aan te trekken, maar dringt er ook op aan dat dit bij elke nieuwe partner, met name die van buiten de EU, op basis van wederkerigheid gebeurt. De EU zou moeten profiteren van de kans die de ontwikkeling van HPC-technologie biedt om ontbrekende schakels in de Europese industrie aan te pakken zodat de hele productieketen bestreken kan worden (ontwerp, fabricage, uitvoering, toepassing).

4.10.

Een 12-petaflopsupercomputer met processor heeft een stroomverbruik van ongeveer 1,5 MW. Wordt dit verbruik lineair doorgetrokken naar exaschaal, dan zou HPC met de technologie die nu voorhanden is, leiden tot een onaanvaardbaar stroomverbruik rond de 150 MW. De ontwikkeling van energiezuinige microchips is dan ook een belangrijke doelstelling van de EuroHPC. Energiezuinige microchips zullen dus een belangrijke rol spelen bij de doelstellingen van de energiestrategie van de EU, los van het streven om de EU onafhankelijk van de invoer van energie te maken. In het licht van bovengenoemde doelstellingen is er bij de uitvoering van de HPC-plannen een grote rol weggelegd voor het European Processor Initiative, dat in 2018 door de Europese Commissie is gelanceerd, kan rekenen op de steun van een consortium van 23 partners uit tien lidstaten en een budget van 120 miljoen EUR heeft.

4.11.

De ontwikkeling van geavanceerde energiezuinige microchips heeft ook gevolgen voor kleinschalig computergebruik (pc’s, smartphones, automobielsector), omdat de hoogwaardige geïntegreerde schakelingen ook kunnen worden aangepast (downscaling) aan apparaten op de massamarkt. Dit zal alle burgers rechtstreeks ten goede komen en kan nieuwe markten openen voor het bedrijfsleven van de EU. HPC is in veel opzichten dan ook een technologie die van cruciaal belang is voor een moderne samenleving.

4.12.

Het EESC beveelt aan om burgers en bedrijven te informeren over dit nieuwe belangrijke initiatief van de EU. Dit kan het vertrouwen van de burgers in het Europese integratieproces helpen herstellen. Het maatschappelijk middenveld kan van nut zijn om dergelijke informatie te verspreiden. Daarnaast kan er een gerichte campagne worden opgezet om Europese ondernemingen, met name kmo’s, bewust te maken van de initiatieven die momenteel lopen. Het is dan ook belangrijk om via een specifiek traject kmo’s die een hoge toegevoegde waarde produceren, ondersteuning bij de toegang tot en het gebruik van de nieuwe infrastructuur te bieden.

4.13.

Ook moeten er specifieke communicatieactiviteiten worden ontplooid om de belangstelling van universiteiten en onderzoekscentra te wekken en hen warm te krijgen voor projecten op het gebied van HPC. Een dergelijk proces zou ook de ontwikkeling van nieuwe curricula op scholen, beroepsopleidingen en universiteiten kunnen stimuleren om de achterstand qua vaardigheden die Europa vergeleken met zijn belangrijkste concurrenten in de wereld heeft, aan te pakken (10).

4.14.

Het EESC beveelt aan om de sociale dimensie van het digitaliseringsproces als fundamenteel onderdeel van de Europese sociale pijler zo sterk mogelijk te maken (11). Er zou een reeks maatschappelijke doelstellingen vastgesteld moeten worden, die met behulp van de nieuwe digitale infrastructuur gerealiseerd moeten worden. De invoering en het gebruik van hoogwaardige machines moet een duidelijk en meetbaar positief effect op het dagelijks leven van alle burgers hebben.

4.15.

HPC en kwantumtechnologie zijn twee doelstellingen die van strategisch belang zijn voor de groei en het concurrentievermogen in Europa. Het EESC beveelt dan ook aan beide technologieën tegelijkertijd te ontwikkelen om ervoor te zorgen dat de EU op middellange en lange termijn kan profiteren van de beste prestaties en kansen.

Brussel, 23 mei 2018

De voorzitter van het Europees Economisch en Sociaal Comité

Luca JAHIER


(1)  COM(2012) 45 final en PB C 299 van 4.10.2012, blz. 148.

(2)  COM(2016) 178 final en PB C 487 van 28.12.2016, blz. 86.

(3)  COM(2018) 8 final en bijlage 1.

(4)  SWD(2018) 6 final.

(5)  PB C 487 van 28.12.2016, blz. 86.

(6)  PB C 227 van 28.6.2018, blz. 86.

(7)  PB C 81 van 2.3.2018, blz. 102.

(8)  PB C 125 van 21.4.2017, blz. 51.

(9)  COM(2016) 587 final en PB C 125 van 21.4.2017, blz. 51 en PB C 125 van 21.4.2017, blz. 69.

(10)  PB C 434 van 15.12.2017, blz. 30; PB C 173 van 31.5.2017, blz. 45.

(11)  PB C 125 van 21.4.2017, blz. 10.


Top