EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52012DC0226
COMMUNICATION FROM THE COMMISSION TO THE EUROPEAN PARLIAMENT, THE COUNCIL, THE EUROPEAN ECONOMIC AND SOCIAL COMMITTEE AND THE COMMITTEE OF THE REGIONS National Roma Integration Strategies: a first step in the implementation of the EU Framework
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Nationale strategieën voor integratie van de Roma: eerste stap van de uitvoering van het EU-kader
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Nationale strategieën voor integratie van de Roma: eerste stap van de uitvoering van het EU-kader
/* COM/2012/0226 final */
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Nationale strategieën voor integratie van de Roma: eerste stap van de uitvoering van het EU-kader /* COM/2012/0226 final */
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET
EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET
COMITÉ VAN DE REGIO'S Nationale strategieën voor integratie van de
Roma: eerste stap van de uitvoering van het EU-kader 1. Inleiding De situatie van de Roma[1] is de
afgelopen jaren voor Europa steeds meer in het centrum van de politieke
belangstelling komen te staan. De
Roma – Europa’s grootste minderheid, met zo’n 10 tot 12 miljoen leden – zijn
zeer vaak slachtoffer van racisme, discriminatie en sociale uitsluiting, en
leven in diepe armoede zonder de nodige toegang tot gezondheidszorg en
fatsoenlijke huisvesting. Veel
Roma-vrouwen en ‑kinderen vallen ten prooi aan geweld, uitbuiting en
mensenhandel[2],
ook binnen hun eigen gemeenschap. Veel
Roma-kinderen leven op straat, in plaats van naar school te gaan. Door het achterblijvende opleidingsniveau en
discriminatie op de arbeidsmarkt is de werkloosheid hoog en de
arbeidsparticipatie laag. De beschikbare banen zijn van lage kwaliteit,
vereisen weinig scholing en worden slecht betaald. Het hierdoor veroorzaakte verlies van potentieel maakt het nog
moeilijker om groei tot stand te brengen[3]. Betere
integratie van de Roma is daarom zowel moreel als economisch noodzakelijk; dit
vereist bovendien een mentaliteitsverandering bij de meerderheid van de
bevolking, maar ook bij de leden van de Roma-gemeenschappen. De lidstaten hebben de eerste verantwoordelijkheid
en de bevoegdheid om iets te veranderen aan de situatie van hun
gemarginaliseerde bevolkingsgroepen, en het is dus allereerst hun taak om
maatregelen te nemen om de Roma te steunen. Om hen bij de aanpak van die situatie te helpen, stelt de EU een aantal
uiteenlopende juridische, politieke en financiële middelen ter beschikking. Alhoewel de specifieke nationale omstandigheden,
behoeften en de vereiste oplossingen in Europa sterk uiteenlopen, maken de
gedeelde waarden van vrijheid van verkeer en de grondrechten, en de
gemeenschappelijke doelstellingen op het gebied van politieke stabiliteit,
economische welvaart, sociale cohesie en solidariteit tussen de lidstaten het
noodzakelijk dat Europa een rol speelt bij het beleid inzake integratie van de
Roma. De aanhoudende problemen ten
aanzien van de volledige integratie in hun samenleving van de Roma die EU-burger
zijn, hebben bovendien rechtstreeks gevolgen voor de verdere betrekkingen van
de EU met derde landen, bijvoorbeeld wat betreft de visumvereisten die sommige
van die landen toepassen ten aanzien van de burgers van bepaalde lidstaten[4]. Om deze redenen heeft de Europese Commissie op 5
april 2011 een EU-kader voor de nationale strategieën voor integratie van de
Roma tot 2020[5]
goedgekeurd, waarin de lidstaten worden opgeroepen om een nationale strategie
voor integratie van de Roma op te stellen of deze te herzien[6]. Het is
de bedoeling daardoor de problemen met de integratie van de Roma doeltreffender
aan te pakken en hun situatie vóór het einde van dit decennium concreet te
verbeteren. Met de goedkeuring
van het kader[7]
gaven de staatshoofden en regeringsleiders van de EU aan dat integratie van de
Roma voor de EU een belangrijke prioriteit wordt, ondanks de economische en
financiële crisis. De bedoeling van het EU-kader is de lidstaten te
helpen het leven van de Roma concreet te verbeteren door hun maatschappelijke
integratie anders te benaderen. Discriminatie
op grond van ras of etnische afkomst in het onderwijs, op de arbeidsmarkt, bij
gezondheidszorg of huisvesting en op andere gebieden is al bij de EU-wetgeving
verboden, maar wetgeving op zich is niet voldoende. De lidstaten moeten een geïntegreerde en duurzame aanpak opzetten en
uitvoeren waarin activiteiten op verschillende gebieden, met inbegrip van
onderwijs, werkgelegenheid, zorg en huisvesting, worden gecombineerd. Het EU-kader stelt de integratie van de Roma voor
het eerst op EU-niveau aan de orde en legt een duidelijk verband met de Europa
2020-strategie[8]. Ten aanzien van de aanhoudende economische en
sociale marginalisatie van de Roma is de strategie rechtstreeks relevant. Drie
van de vijf centrale doelstellingen van Europa 2020 zijn rechtstreeks gekoppeld
aan de doelstellingen van het EU-kader voor de integratie van de Roma: bestrijding van armoede en sociale uitsluiting,
vergroten van de werkgelegenheid, en vermindering van schooluitval en versterking
van de participatie in het tertiair onderwijs. Om voldoende vooruitgang te boeken om de doelstellingen van Europa 2020
voor werkgelegenheid, sociale integratie en onderwijs te halen, zullen
lidstaten met een grote Roma-bevolkingsgroep ook snel en uitdrukkelijk de
situatie van de Roma moeten aanpakken. De EU-fondsen (vooral de structuurfondsen) kunnen
een krachtig instrument zijn om de sociaal-economische situatie van
achterstandsgroepen, waaronder de Roma, te verbeteren, maar van de 26,5 miljard
euro die is uitgetrokken voor steun aan de maatregelen van de lidstaten op het
gebied van sociale integratie in de periode 2007–2013 komt te weinig ten goede
aan Roma-achterstandsgemeenschappen. De Europese Commissie heeft toegezegd de nationale
strategieën voor de integratie van de Roma te beoordelen en daarover verslag
uit te brengen aan het Europees Parlement en de Raad. Daarom heeft zij deze
mededeling opgesteld. Bij de
beoordeling betrekt de Commissie ook de vele bijdragen van het maatschappelijk
middenveld en andere belanghebbenden en de bijdragen die zijn geleverd in het
kader van de buitengewone bijeenkomst van het Europees Platform voor de
integratie van de Roma, die op 22 maart 2012 in Brussel is gehouden. De vaststelling van de nationale strategieën voor
de integratie van de Roma draagt bij tot daadwerkelijke verbetering van het
leven van de Roma-bevolking. In de
volgende fase moet het accent liggen op de uitvoering ervan op basis van
actieplannen. Die plannen omvatten maatregelen om de integratiedoelstellingen
voor de Roma te behalen en gaan vergezeld van een duidelijk tijdschema en
passende financiering. 2. Beoordeling van de nationale strategieën Alle lidstaten hebben uiterlijk in maart 2012 een
nationale strategie voor de integratie van de Roma voorgesteld, dan wel een
overeenkomstig pakket van beleidsmaatregelen dat in hun breder beleid voor
sociale integratie is ingebed. Sommige
lidstaten hebben ervoor gekozen hun al bestaande strategieën in het licht van
het EU-kader aan te passen, terwijl andere voor het eerst een nationale
strategie hebben ontwikkeld. De
nationale strategieën variëren ook naargelang van de omvang van de
Roma-bevolking en de problemen waarmee een lidstaat wordt geconfronteerd[9]. De Commissie heeft bij de beoordeling met name
gelet op de aanpak die de lidstaten hanteren voor de vier hoofdterreinen
(onderwijs, werkgelegenheid, gezondheidszorg en huisvesting) en hoe zij te werk
gaan wat betreft structurele vereisten (samenwerking met het maatschappelijk
middenveld en met regionale en plaatselijke autoriteiten, monitoring,
bestrijding van discriminatie en instelling van een nationaal contactpunt) en
financiering. In elk hoofdstuk van
deze mededeling wordt in een overzichtstabel aangegeven welke lidstaten
voorstellen hebben gedaan voor de door het EU-kader vereiste specifieke
maatregelen[10]. Niet-vermelde lidstaten hebben geen maatregelen
aangegeven en moeten die specifieke kwesties nog aanpakken, als dat voor hun
Roma-bevolking relevant is. Op basis van de beoordeling wordt in elk hoofdstuk
een reeks beleidsaanbevelingen gegeven, waarbij wordt verwezen naar de
prioriteiten die de lidstaten beter moeten aanpakken (afhankelijk van hun
nationale omstandigheden) om aan hun verantwoordelijkheden te kunnen voldoen. Deze beleidsaanbevelingen moeten worden ingepast
in het algemene kader voor de bestrijding van armoede en uitsluiting. 2.1. De vier hoofdterreinen a) Onderwijs De doelstelling van de EU is dat alle
Romakinderen ten minste de basisschool afmaken en toegang hebben tot
hoogwaardig onderwijs[11]. Alle lidstaten erkennen het belang van onderwijs
en de meeste van hen hebben doelstellingen die over het algemeen verder gaan
dan de minimumnorm van voltooiing van het basisonderwijs, zoals het EU-kader
die stelt, en ook betrekking hebben op andere onderwijsvormen, van
kleuteronderwijs[12]
tot secundair en zelfs tertiair onderwijs. In de EU zijn alle kinderen in de schoolgaande
leeftijd volgens de nationale wetgeving leerplichtig. Uit een recent onderzoek van het Bureau voor de grondrechten is echter
gebleken dat in een aantal lidstaten ten minste 10% van de Roma-kinderen in de
leeftijd van 7 tot 15 jaar geen onderwijs volgt[13]. Omdat op school de eerste basisvaardigheden
worden verworven, moeten de lidstaten het volgen van onderwijs stimuleren. Om te zorgen dat meer kinderen de basisschool
afmaken, moeten de lidstaten werken aan de inschrijving van kinderen voor
kinderopvang en kleuteronderwijs, de opleiding van onderwijzers en bemiddelaars
en de integratie van Roma-scholieren in het reguliere onderwijs. In verschillende lidstaten zijn maatregelen
gepland om schooluitval in het secundair onderwijs terug te dringen, en sommige
lidstaten streven ernaar de participatie van Roma-studenten in het tertiair
onderwijs te bevorderen. Maatregelen om het opleidingsniveau van
kinderen te verhogen Maatregelen die het EU-kader eist || Lidstaten die maatregelen hebben genomen[14] Onderschrijving van de algemene doelstelling || BE, BG, CZ, DK, DE, EE, IE, EL, ES, IT, CY, LV, LT, LU, HU, AT, PL, PT, RO, SI, SK, FI, UK Concrete doelstellingen om de onderwijskloof te verkleinen || BE, BG, CZ, EL, ES, IT, CY, LU, HU, AT, PL, PT, RO, SI, SK, FI, UK Bredere toegang tot hoogwaardig onderwijs en opvang voor jonge kinderen || CZ, EL, ES, IT, CY, LV, HU, AT, PL, PT, RO, SI, SK, FI Maatregelen om te zorgen dat Roma-kinderen ten minste de basisschool afmaken || BE, BG, DE, EE, IE, EL, ES, FR, IT, LV, LU, HU, NL, PT, RO, SI, SK, FI, SE, UK Terugdringen van schooluitval in het secundair onderwijs || BG, CZ, IE, EL, ES, FR, IT, HU, AT, PL, PT, RO, SK, FI, UK Bevordering van tertiair onderwijs || CZ, ES, IT, HU, PT, FI Maatregelen om segregatie te voorkomen || CZ, EL, ES, HU, PL, RO, SK Steunmaatregelen || BE, CZ, EE, IE, ES, IT, CY, LV, LT, HU, AT, PL, PT, RO, SI, SK, FI, SE, UK Verschillende lidstaten bieden aanvullende
steunmaatregelen zoals onderwijs en lesprogramma’s in het Romani, programma’s
voor leerondersteuning, bijvoorbeeld na schooltijd of als tweedekansonderwijs,
oudereducatie, met inbegrip van bemiddeling en voorlichting over het belang van
onderwijs. Voorbeelden van maatregelen voor integratie van de
Roma in het onderwijs Slovenië zet Roma-assistenten en ‑bemiddelaars in om Roma-kinderen zo vroeg mogelijk in het onderwijsproces op te nemen (vanaf de kleuterschool). Als de kwaliteit van de onderwijsgevenden wordt verbeterd en er meer leerondersteunende netwerken komen, wordt het percentage Roma-kinderen dat een algemeen einddiploma haalt aanzienlijk hoger (in Ljubljana is het percentage in het secundair onderwijs gemiddeld 54,3%, maar voor de Roma 18,7%). Bovendien wordt aandacht besteed aan stimulering van de cultuur en het erfgoed van de Roma. Spanje zet nieuwe bemiddelingsprogramma’s in om schooluitval en schoolverzuim te voorkomen: voor het basisonderwijs wordt gestreefd naar een vermindering van 22,5% nu tot 15% in 2015 en 10% in 2020. In Kauhajoki (Finland) wordt gewerkt met drie instructeurs met een Roma-achtergrond. Een kleuteronderwijzer biedt steun aan kinderen en gezinnen die aan het onderwijs voor jonge kinderen deelnemen; een assistent voor kinderen met bijzondere behoeften biedt steun aan basisschoolleerlingen. Een casemanager verleent jongvolwassenen hulp bij de verdere studie en het zoeken van werk. Daarnaast wordt in een groot aantal documenten de
steun voor de Roma-cultuur en ‑geschiedenis in het gewone leerprogramma
aan de orde gesteld. Over het
algemeen benadrukken de meeste strategieën dat een beter begrip van de cultuur
belangrijk is om stereotypen te bestrijden. In het kader van een geïntegreerde aanpak moeten de lidstaten in het onderwijs in de eerste plaats: · segregatie in het onderwijs en misbruik van het onderwijs voor kinderen met bijzondere behoeften tegengaan; · de leerplicht volledig handhaven en het beroepsonderwijs bevorderen; · de deelname aan kinderopvang en kleuteronderwijs bevorderen; · de opleiding van docenten en schoolbemiddeling verbeteren; · de ouders voorlichten over het belang van onderwijs. b) Werkgelegenheid Het doel van de EU is de
arbeidsparticipatiekloof tussen de Roma en de rest van de bevolking te dichten[15]. Alle lidstaten erkennen dat de
arbeidsparticipatiekloof tussen Roma en niet-Roma moet worden verkleind. Een geïntegreerde aanpak daarvoor is in alle
lidstaten wenselijk, maar vooral in de lidstaten met een grote Roma-bevolking
of waar de kloof groter is. Daarnaast
moeten de Roma benaderd worden met een actief integratiebeleid[16]. Om concrete resultaten te bereiken, moeten de
lidstaten bovendien hun doelstellingen kwantificeren en van duidelijke gegevens
over de uitgangssituatie voorzien, zodat de vooruitgang kan worden gemeten. Vooral in de lidstaten met relatief veel Roma is
deze bevolkingsgroep voor een groot deel op het platteland gevestigd. Die
lidstaten moeten een strategie hanteren die met dat feit rekening houdt en
passende activiteiten identificeert (zowel in de landbouw als in andere
sectoren) waaraan Roma kunnen deelnemen, zodat de Roma reële
arbeidsmogelijkheden worden geboden. Maatregelen om de arbeidsparticipatie te
vergroten Maatregelen die het EU-kader eist || Lidstaten die maatregelen hebben genomen Onderschrijving van de algemene doelstelling || Alle lidstaten Concrete doelstellingen om de arbeidsparticipatiekloof te verkleinen || BG, CZ, EL, ES, FR, HU, PL, PT, RO, SI, SK, FI Algemene maatregelen, volgens het principe van gelijke behandeling, om de arbeidsparticipatiekloof te verkleinen || DK, DE, EE, IE, FR, CY, LV, LU, NL, AT, PL, SE Extra of specifieke maatregelen voor Roma[17] || BG, CZ, IE, ES, HU, AT, PT, RO, SI, SK, FI, SE Toegang tot microkredieten || IE, EL, ES, FR, IT, HU, PT, RO, SK, FI Overheidsambtenaren || IE Diensten op maat || IE, IT, HU, PT, RO, FI, SE Geïntegreerde aanpak || BG, CZ, ES, HU, SI, SK, FI, UK In het EU-kader voorgestelde maatregelen zoals het
bieden van toegang tot microkredieten, het aannemen van gekwalificeerde Roma
als overheidsambtenaar of het verlenen van diensten op maat en bemiddeling,
werden slechts door enkele lidstaten toegepast. Een aantal lidstaten overweegt andere specifieke maatregelen om voor de
Roma niet-discriminerende toegang tot de arbeidsmarkt te waarborgen, zoals beroepsopleiding
en praktijkopleiding of betere toegang tot kinderopvang. Verschillende lidstaten plannen ook andere maatregelen, naast de in het
EU-kader voorgestelde. Voorbeelden van maatregelen voor integratie van de
Roma op de arbeidsmarkt Spanje wil de arbeidsparticipatie van de Roma verhogen van 44% (2011) naar 50% in 2015 en 60% in 2020, en hanteert een specifiek streefcijfer voor de arbeidsparticipatie van Roma-vrouwen. Het is de bedoeling dat de programma’s de noodzakelijke vaardigheden aanleren en tegelijkertijd de toegang vergemakkelijken tot gewone opleidingsprogramma’s voor werkzoekenden. Oostenrijk bevordert de toegang voor jonge Roma uit Oostenrijkse en immigrantengemeenschappen tot de arbeidsmarkt met het vernieuwde Thara-project, dat vrijwilligerswerk, coaching en opleiding omvat. Het vorige Thara-project (2011-2012) was gericht op de toegang voor Oostenrijkse Roma en Roma-immigranten tot de arbeidsmarkt. Daarbij waren 107 Roma en 56 deelnemers uit de overheidssector en het maatschappelijk middenveld betrokken. Naar aanleiding van de resultaten van het eerdere project is het nieuwe project sterker gericht op integratie in de arbeidsmarkt en steun voor activiteiten als zelfstandige. Bulgarije wil, vooral met steun van het Europees Sociaal Fonds, de arbeidsparticipatie van de Roma tot 2015 verhogen door opleidingen te bieden aan meer dan 28.000 werkloze en werkende Roma. Het doel is hun inzetbaarheid en kwalificaties te verbeteren en 1.500 mensen op te leiden tot managers en ondernemers. Het vergroten van de arbeidsparticipatie van de
Roma in de lidstaten met een omvangrijke Roma-bevolking biedt duidelijke
economische voordelen, vooral wanneer de economische omstandigheden ongunstig
zijn. In het kader van een geïntegreerde aanpak moeten de lidstaten op het gebied van de werkgelegenheid in de eerste plaats: · hulp op maat bieden bij het zoeken naar werk en arbeidsbemiddeling; · steun bieden voor banenregelingen van de overheid (als overgangsmaatregel), in combinatie met onderwijs, en voor sociale ondernemingen die Roma in dienst nemen of de Roma-bevolking specifieke diensten bieden; · steun bieden voor de eerste werkervaring en voor opleiding op de werkplek; · hindernissen (waaronder discriminatie) voor toegang tot de arbeidsmarkt of herintreding wegnemen, vooral voor vrouwen; · intensievere steun bieden voor werkzaamheden als zelfstandige en voor het ondernemerschap. c) Gezondheidszorg Het doel van de
EU is de gezondheidskloof tussen de Roma en de rest van de bevolking te
dichten. Hoewel alle lidstaten iedereen toegang bieden tot
de gezondheidszorg, is deze in de praktijk niet voor alle Roma even
toegankelijk als voor andere bevolkingsgroepen. De meeste lidstaten streven naar betere toegang tot gezondheidszorg
voor Roma door deze actief te benaderen, maar ook met andere methoden. Een aantal lidstaten heeft maatregelen
voorgesteld voor het aanpakken van de verschillen in gezondheidstoestand tussen
de Roma en de rest van de bevolking, die preventieve acties omvatten die verder
gaan dan de in het EU-kader genoemde. Slechts weinige lidstaten hanteren echter een brede aanpak om de
gezondheid van de Roma te verbeteren. Een aantal lidstaat heeft programma’s opgezet, of
overweegt dat te doen, waarbij gekwalificeerde Roma als bemiddelaars optreden
om de toegang tot de zorg te verbeteren. Dit zijn welkome ontwikkelingen. Dergelijke maatregelen moeten echter worden aangevuld met acties die
een significant effect hebben op de gezondheidskloof tussen de Roma en de rest
van de bevolking. Een systematische, geïntegreerde aanpak van de
gezondheidszorg is bij uitstek noodzakelijk gebleken. Daarvoor is coördinatie vereist tussen de zorgsector en andere
terreinen — met name onderwijs, huisvesting, werkgelegenheid en
discriminatiebestrijding. Maatregelen om de gezondheidszorg te verbeteren Maatregelen die het EU-kader eist || Lidstaten die maatregelen hebben genomen Onderschrijving van de algemene doelstelling || BG, CZ, IE,, EL, ES, FR, IT, HU, RO, SI, SK, SE Concrete doelstellingen om de gezondheidskloof te verkleinen || BG, CZ, IE, EL, ES, FR, IT, HU, RO, SI, SK Algemene maatregelen om de gezondheidskloof te verkleinen op basis van bestaande structuren || DK, DE, EE, FR, CY, LV, LU, NL, AT, PL, PT, SE Toegang tot hoogwaardige zorg, vooral voor vrouwen en kinderen || EE, EL, ES, FR, IT, HU, PL, SK, SE Aanvullende maatregelen[18] || BE, BG, CZ, EE, ES, HU, PT, RO, SI, SK, FI, SE, UK Sommige lidstaten benadrukken ook dat meer
aandacht moet worden besteed aan de gezondheid van vrouwen en kinderen[19]. Ook stellen sommige lidstaten dat het belangrijk is
zorgverleners te leren omgaan met personen met een andere sociaal-culturele
achtergrond. Voorbeelden van maatregelen voor integratie
van de Roma in de gezondheidszorg Hongarije streeft ernaar om met steun van het Europees Sociaal Fonds tweeduizend Roma-vrouwen op te leiden en het eenvoudiger te maken om praktische ervaring op te doen inzake dienstverlening op sociaal gebied en op het gebied van kinderwelzijn en kinderbescherming, als sociaal werkers voor gezinsbegeleiding, opbouwwerkers, arbeidsbemiddelaars en zorgbemiddelaars. Ierland heeft allerlei gezondheidsdiensten voor travellers (woonwagenbewoners) opgezet, zoals de Traveller Health Units en projecten voor eerstelijnszorg (waaronder zorgbemiddelaars en verpleegkundige hulp voor travellers). Sinds 1994 worden er vrouwelijke travellers opgeleid als zorgbemiddelaars voor hun gemeenschap, met als doel eerstelijnszorg op te bouwen op basis van de waarden van de travellers. In Roemenië heeft de overheid, om de toegang van de Roma tot de openbare gezondheidszorg te verbeteren, tot 2011 450 zorgbemiddelaars aangenomen. Zij moeten zorgen voor een betere dialoog tussen de Roma en de medische instellingen en hun personeel. Zij verlenen de Roma actieve steun bij het verkrijgen van identificatiedocumenten, zorgverzekering, inschrijving bij huisartsen en geven voorlichting aan moeders over allerlei gezondheidskwesties. Vanwege de positieve resultaten die hiermee zijn bereikt, wordt er in het kader van de integratie van de Roma naar gestreefd het aantal zorgbemiddelaars tegen 2020 met 25% te verhogen. Er moeten wel duidelijke tijdschema’s komen voor
de uitvoering van deze beleidsvoornemens, en meetbare doelstellingen om de
voortgang te kunnen beoordelen. Veel
lidstaten moeten duidelijker zijn over de financiële middelen die zij
uittrekken om de gezondheidskloof te dichten. In het kader van een geïntegreerde aanpak moeten de lidstaten op het gebied van de gezondheidszorg in de eerste plaats: · de basisdekking en de basisdiensten van de zorg en de sociale zekerheid uitbreiden (ook door registratie bij de plaatselijke overheid te verbeteren); · de toegang van Roma en andere kwetsbare groepen tot basisdiensten, nooddiensten en gespecialiseerde diensten verbeteren; · voorlichting geven over regelmatige medische controle, pre- en postnatale zorg, gezinsplanning en immunisatie; · zorgen dat preventieve medische zorg de Roma ook inderdaad bereikt, met name vrouwen en kinderen; · de leefomstandigheden verbeteren, met name in gesegregeerde gemeenschappen. d) Huisvesting en essentiële voorzieningen De EU streeft ernaar de kloof te dichten tussen
het percentage Roma met toegang tot huisvesting en openbare nutsvoorzieningen
en het cijfer voor de rest van de bevolking. Hoewel alle lidstaten vinden dat de
woonomstandigheden van veel van de Roma moeten worden verbeterd, komen er maar
enkele met concrete voorstellen als onderdeel van een geïntegreerde aanpak van
het probleem. Losstaande maatregelen,
die geen deel uitmaken van een brede huisvestingsaanpak met begeleidende
maatregelen op het gebied van onderwijs, werkgelegenheid en gezondheidszorg,
leveren niet altijd duurzame resultaten op. Het is dan ook wenselijk dat de lidstaten overwegen hun beleid voor
huisvesting, stadsplanning en plattelandsontwikkeling breder te benaderen en op
te nemen in een dergelijke totaalaanpak. Sommige lidstaten (vooral die met relatief weinig Roma) pakken de
huisvestingsproblemen van de Roma aan binnen de bestaande structuren. De toegang tot huisvesting, waaronder sociale
woningen, maakt in verschillende lidstaten deel uit van het beleid. Maatregelen om de woonsituatie te verbeteren Maatregelen die het EU-kader eist || Lidstaten die maatregelen hebben genomen Onderschrijving van de algemene doelstelling || Alle lidstaten behalve LT Concrete doelstellingen om de kloof te verkleinen wat betreft toegang tot huisvesting en nutsvoorzieningen || Alle lidstaten behalve LT Algemene maatregelen op basis van bestaande structuren || DK, DE, EE, LV, LU, NL, AT, SE Toegang tot huisvesting, met inbegrip van sociale woningen || BG, CZ, DK,DE, IE, ES, IT, CY, HU, AT, PT, SI, SK, SE Voorzien in de behoeften van niet-sedentaire bevolkingsgroepen || BE, IE, FR, AT,UK Geïntegreerde aanpak || CZ, ES, FR, HU, PT, RO, FI Slechts enkele lidstaten plannen specifieke
maatregelen om niet-discriminerende toegang tot huisvesting te bevorderen. De meeste lidstaten waar travellers wonen, kennen
specifieke maatregelen voor niet-sedentaire bevolkingsgroepen. Het is essentieel dat de regionale en
plaatselijke autoriteiten, maar ook de plaatselijke Roma-gemeenschappen en
andere bevolkingsgroepen, worden betrokken bij het zoeken naar duurzame
oplossingen. Voorbeelden van maatregelen voor integratie van de
Roma op het gebied van huisvesting In het Verenigd Koninkrijk hebben de regionale autoriteiten van Wales specifieke maatregelen ingevoerd om voor Roma en travellers de toegang tot huisvesting en dienstverlening te verbeteren. De regering van Wales financiert niet langer 75%, maar nu 100% van de kosten die plaatselijke autoriteiten maken voor het opknappen of inrichten van terreinen. Om de sociale integratie van mensen die gesegregeerd leven te bevorderen, worden in Hongarije met middelen van het Europees Sociaal Fonds (ESF) en het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) geïntegreerde programma’s opgezet voor verbetering van de omstandigheden op sociaal gebied en op het gebied van de gemeenschap, onderwijs, gezondheidszorg, werkgelegenheid en huisvesting. Naast het opzetten van gemeenschapscentra die de bewoners sanitaire en andere diensten bieden, wordt ook aandacht besteed aan de behoeften op huisvestingsgebied, waaronder sociale woningen. In Frankrijk zijn door verschillende plaatselijke overheden “integratiedorpen” (villages d’insertion) opgezet om in de behoeften te voorzien van kansarme bevolkingsgroepen, waaronder Roma, die in illegale nederzettingen wonen. Dergelijke projecten worden met steun van het EFRO door andere plaatselijke overheden nagevolgd. Omdat huisvestingsproblemen vooral op
plaatselijk niveau moeten worden aangepakt, worden de lidstaten aangemoedigd om
door de gemeenschap aangestuurde lokale ontwikkeling en geïntegreerde
territoriale investeringen in het kader van het EFRO, het ESF en het
Cohesiefonds te bevorderen[20]. In het kader van een geïntegreerde aanpak moeten de lidstaten op het gebied van huisvesting in de eerste plaats: · desegregatie actief bevorderen; · een plaatselijke aanpak van huisvesting bevorderen en faciliteren, met speciale aandacht voor infrastructuur voor nutsvoorzieningen en sociale dienstverlening; · waar van toepassing de beschikbaarheid, betaalbaarheid en kwaliteit van sociale huisvesting en standplaatsen met toegang tot betaalbare diensten bevorderen in het kader van een brede aanpak. 2.2. Beoordeling van de
structurele vereisten Volgens het EU-kader zouden de lidstaten een
gerichte aanpak moeten hanteren die in overeenstemming is met de
gemeenschappelijke basisbeginselen inzake integratie van de Roma, en ervoor
moeten zorgen dat hun nationale strategie voor integratie van de Roma in
overeenstemming is met het nationale hervormingsprogramma binnen het Europa
2020-kader. a) Mobilisatie van regionale en plaatselijke
autoriteiten en het maatschappelijk middenveld In het EU-kader werd benadrukt dat er met de
regionale en plaatselijke autoriteiten en met maatschappelijke Roma-organisaties
een permanente dialoog moet worden gevoerd over de opzet, uitvoering en
monitoring van de nationale strategieën. Hoewel de meeste lidstaten het accent leggen op
plaatselijke projecten of initiatieven van plaatselijke of regionale
autoriteiten om de integratie van de Roma te bevorderen, nemen slechts weinig
lidstaten zich uitdrukkelijk voor om deze autoriteiten te betrekken bij de
uitvoering en monitoring van de strategieën. Er zijn bovendien weinig aanwijzingen dat deze plaatselijke overheidsinstanties
worden betrokken bij of geraadpleegd over de formulering van de strategieën. In slechts zeer weinig gevallen stelt een
lidstaat geen duidelijke maatregelen op nationaal niveau vast, maar worden
concrete programma’s op regionaal en plaatselijk niveau uitgevoerd. Diverse lidstaten hebben bij het ontwikkelen van
hun beleidsdocumenten breed overleg gevoerd met vertegenwoordigers van de Roma
en maatschappelijke organisaties, hoewel er met hun bijdragen niet altijd
rekening lijkt te zijn gehouden. Mobilisatie van regionale en plaatselijke autoriteiten
en het maatschappelijk middenveld Maatregelen die het EU-kader eist || Lidstaten die maatregelen hebben genomen Raadpleging van plaatselijke en regionale autoriteiten of vertegenwoordigers van Roma of maatschappelijke organisaties bij het formuleren van de strategie || BE, BG, DK, DE, EE, IE, ES, FR, IT, LV, HU, NL, AT, PL, PT, RO, SI, SK, FI, SE, UK Het is de bedoeling regionale en plaatselijke autoriteiten te betrekken bij de uitvoering || BE, BG, CZ, DE, IE, EL, ES, FR, CY, LV, LT, AT, PT, RO, SI, SK, FI, SE, UK Het is de bedoeling vertegenwoordigers van de Roma en maatschappelijke organisaties te betrekken bij de uitvoering || BE, BG, DE, IE, EL, ES, FR, LV, HU, AT, PL, PT, RO, SI, SK, FI, SE, UK De meeste lidstaten maakten niet duidelijk
hoe zij bij de uitvoering en monitoring van hun beleid denken samen te werken
met enerzijds de regionale en plaatselijke autoriteiten, en anderzijds het
maatschappelijk middenveld en de Roma-gemeenschappen. De lidstaten moeten zich meer inzetten om zowel de regionale en
plaatselijke autoriteiten als het maatschappelijk middenveld op zinvolle wijze
te betrekken bij alle fasen van hun nationale strategie. In het kader van een geïntegreerde aanpak moeten de lidstaten in de eerste plaats: · de plaatselijke en regionale autoriteiten, overeenkomstig hun bevoegdheden, nauw betrekken bij de toetsing, uitvoering en monitoring van de strategie; · het maatschappelijk middenveld, met inbegrip van Roma-organisaties, betrekken bij de uitvoering en monitoring van de strategie; · zorgen voor de coördinatie tussen de verschillende bestuurslagen die bij de uitvoering van de strategie zijn betrokken; · integratie van de Roma prominent op de regionale en plaatselijke agenda zetten; · gebruikmaken van het Europees Sociaal Fonds om de capaciteit van Roma-organisaties te versterken. b) Effectieve monitoring en evaluatie van de
beleidsuitvoering Volgens het EU-kader moeten de lidstaten in hun
strategie krachtige monitoringmechanismen opnemen om het effect van de maatregelen
voor de integratie van de Roma te beoordelen, alsook een toetsingsmechanisme
voor aanpassing van de strategie. Een aantal lidstaten erkent de noodzaak van een
krachtig monitoringsysteem en sommige ervan streven ernaar zo’n systeem in te
voeren, of zijn in ieder geval van plan zo’n systeem te ontwikkelen. Enkele lidstaten hebben met succes een
territoriale aanpak getest om de ontwikkeling van de situatie te volgen, met
name in die gebieden waar de achterstand het ernstigste is. Er zijn echter aanzienlijke inspanningen nodig om
aan de verwachtingen van het EU-kader te kunnen voldoen en om in het kader van
het Europa 2020-proces te voorzien in de nodige rapportage over de
sociaal-economische integratie van de Roma. Monitoring en uitvoering Maatregelen die het EU-kader eist || Lidstaten die maatregelen hebben genomen Krachtige monitoring voor evaluatie van het effect || IE, LV, PT, SK Toetsingsmechanisme voor aanpassing van de strategie || BG, IE, EL, ES, LV, SK, FI, SE In het kader van een geïntegreerde aanpak moeten de lidstaten: · robuuste monitoringsystemen ontwikkelen (of gebruikmaken van bestaande systemen) door beginwaarden, passende indicatoren en meetbare doelen vast te stellen, waar mogelijk in samenwerking met het nationale bureau voor de statistiek; · zorgen dat elk programma voorziet in beoordeling van de relevantie, de effectiviteit, de efficiency en het effect ervan. c) Bestrijding van discriminatie en
bescherming van de grondrechten Volgens het
EU-kader moeten de lidstaten waarborgen dat de Roma niet worden
gediscrimineerd, maar als alle andere mensen worden behandeld en gelijke
toegang hebben tot alle grondrechten, zoals die zijn vastgelegd in het Handvest
van de grondrechten van de EU. Alle lidstaten hebben in hun strategie aandacht
geschonken aan de bestrijding van discriminatie en de bescherming van de
grondrechten. In de meeste
strategieën is een afdeling of hoofdstuk gewijd aan voorlichting over de
grondrechten en de bestrijding van discriminatie en mensenrechtenschendingen
(waaronder de bestrijding van mensenhandel). Maatregelen voor de mensenrechten en tegen
discriminatie Maatregelen die het EU-kader eist || Lidstaten die maatregelen hebben genomen Inspanningen op het gebied van mensenrechten en discriminatiebestrijding || BE, BG, CZ, DK, DE, EE, IE, EL, ES, FR, IT, CY, LV, LT, LU, HU, NL, AT, PL, PT, RO, SI, SK, FI, SE, UK Om voor de Roma gelijkwaardige toegang tot
openbare voorzieningen te garanderen, is het absoluut noodzakelijk om de
gebrekkige registratie van de Roma in de nationale bevolkingsregisters en het
ontbreken van identiteitsdocumenten aan te pakken, waar dat van toepassing is. De lidstaten waar dit een probleem is, moeten dat
met spoed en naar behoren aanpakken. De strijd tegen discriminatie en racisme,
waaronder de vormen daarvan die tegen de Roma zijn gericht, moet door elke
lidstaat in het kader van een krachtige aanpak worden opgevoerd. Daarbij moet iedereen de wetgeving van de EU[21] en de
nationale wetgeving volledig naleven en dient onder de aandacht te worden
gebracht dat integratie van de Roma van maatschappelijk belang is. Interculturele ontmoetingen kunnen daarbij helpen
en stigmatisering tegengaan. Roma-kinderen vormen een bijzonder kwetsbare groep
wat de toegang tot de grondrechten betreft. Van dit punt wordt buiten het onderwijs
en de gezondheidszorg slechts zelden werk gemaakt. Er zijn verschillende strategieën met specifieke aandacht voor
Roma-vrouwen, maar extra inspanningen zijn nodig om hen in staat te stellen hun
rechten uit te oefenen. De Roma in de lidstaten zijn dikwijls legaal
verblijvende onderdanen van derde landen, die voor dezelfde problemen staan als
migranten van buiten de EU. Zij mogen
niet worden gediscrimineerd en dienen dezelfde rechten te hebben als migranten
van buiten de EU. In het kader van een geïntegreerde aanpak moeten de lidstaten in de eerste plaats: · erop toezien dat alle Roma zijn ingeschreven bij de autoriteiten; · de strijd tegen racisme, vreemdelingenhaat en discriminatie, waaronder meervoudige discriminatie, opvoeren; · het publiek erop wijzen dat integratie van de Roma voor iedereen gunstig is; · kinderarbeid doeltreffender bestrijden en mensenhandel doeltreffender aanpakken, onder meer door internationale samenwerking. d) Nationale contactpunten In het EU-kader wordt de lidstaten gevraagd nationale
contactpunten voor de nationale strategie voor integratie van de Roma op te
zetten, met de bevoegdheid om de ontwikkeling en uitvoering van de strategie te
coördineren. Alle lidstaten hebben
hieraan gevolg gegeven en beschikken nu over een nationaal contactpunt, in de
meeste gevallen op hoog niveau[22]. Dat er nu in alle 27 lidstaten duidelijkheid is
over welke autoriteiten voor de coördinatie verantwoordelijk zijn, is een
verbetering ten opzichte van de oude situatie en is een sterke aanwijzing dat
de politieke wil bestaat om de uitdagingen van de integratie van de Roma aan te
pakken[23]. Er dient wel te worden toegezien op nauwe
coördinatie tussen het nationale contactpunt en de autoriteiten die belast zijn
met de financiering, respectievelijk de uitvoering. Nationale contactpunten Maatregelen die het EU-kader eist || Lidstaten die maatregelen hebben genomen Aanwijzing van een nationaal contactpunt || Alle lidstaten Alle nodige maatregelen moeten worden getroffen om
het nationale contactpunt in staat te stellen het beleid voor integratie van de
Roma doeltreffend te coördineren. 2.3. Beoordeling van de
financiering van de maatregelen In het EU-kader werd de lidstaten gevraagd om te
zorgen voor voldoende financiering uit de nationale begroting ten behoeve van
integratiemaatregelen voor de Roma, waar nodig aangevuld met internationale of
EU-financiering. Uit de beoordeling
van de nationale strategieën blijkt dat de meeste lidstaten hiervoor
onvoldoende begrotingsmiddelen hebben uitgetrokken. Slechts enkele lidstaten hebben begrotingsmiddelen en concrete
geldbedragen toegewezen voor beleidsmaatregelen inzake integratie van de Roma. Voor de uitvoering van het integratiebeleid voor
de Roma is een aantal lidstaten voornemens voornamelijk EU-financiering in te
zetten, met name het Europees Sociaal Fonds en het Europees Fonds voor
Regionale Ontwikkeling. Alhoewel het
beleid voor plattelandsontwikkeling ruimte biedt voor steunverlening aan
kwetsbare groepen als de Roma, maakt geen van de strategieën melding van het
Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO). De toewijzing van begrotingsmiddelen voor de
nationale strategie voor integratie van de Roma moet ofwel een territoriale
aanpak volgen, zodat de specifieke behoeften van de sterkst door armoede
getroffen gebieden kunnen worden gelenigd, ofwel gericht zijn op de groepen die
het grootste risico lopen op discriminatie of uitsluiting, met name
gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma[24]. Toewijzing van financiering Maatregelen die het EU-kader eist || Lidstaten die maatregelen hebben genomen Geen financieringswijze aangegeven || IE, FR, CY, LU, NL, AT, FI, UK Geen begrotingstoewijzingen || BE, DK, DE, EE, ES Toewijzing van financiering uit nationale begroting aangegeven || BG, EL, LV, LT, HU, PL, RO, SI, SK, SE Toewijzing uit internationale/EU-financiering aangegeven || CZ, EL, LV, LT, HU, PL, PT, RO, SI, SK Om de absorptiegraad te verbeteren, moeten
de lidstaten onder andere meer en beter gebruikmaken van de EU-middelen voor
integratie van de Roma. Met het oog op een duurzame uitvoering van hun strategie voor integratie van de Roma moeten de lidstaten zich er duidelijk toe verbinden de financiering tot 2020 vast te leggen, als uiting van hun politieke wil om de uitsluiting van de Roma aan te pakken. 3. Uitdagingen voor de uitbreidingslanden In het EU-kader wordt benadrukt dat de
doelstellingen van de EU inzake de integratie van de Roma evenzeer relevant
zijn voor de uitbreidingslanden. De
nationale strategieën die deze landen voor de integratie van de Roma hebben vastgesteld,
moeten overeenkomstig die doelstellingen worden getoetst en blijk geven van de
door het EU-kader voorgeschreven brede aanpak. Dit wordt duidelijk aangegeven in de mededeling van de Commissie Uitbreidingsstrategie
en voornaamste uitdagingen 2011-2012[25]. De Commissie volgt de ontwikkelingen van nabij
door middel van haar jaarlijkse voortgangsverslagen. De landen van de Westelijke Balkan en Turkije moeten zich concentreren
op de vier hoofdterreinen van het EU-kader, maar daarnaast speciale aandacht
besteden aan het vergemakkelijken van de toegang tot persoonsdocumenten en de
inschrijving bij de plaatselijke autoriteiten[26]. De
nationale autoriteiten van de uitbreidingslanden moeten zich blijven verbinden
tot concrete maatregelen op alle gebieden die daarmee verband houden[27]. Een aantal maatregelen wordt in de
kandidaat-lidstaten al gefinancierd in het kader van de afdeling “ontwikkeling
van het menselijk potentieel” van het instrument voor pretoetredingssteun
(IPA). De begunstigde landen hebben
in hun operationele programma een onderdeel opgenomen betreffende kwetsbare
groepen, waaronder de Roma, dat sociale integratie moet bevorderen, onder meer
door middel van opleiding, loopbaanadvies en activiteiten om de
arbeidsmarktparticipatie te stimuleren. Om de uitbreidingslanden verder te helpen de
integratie van de Roma te bevorderen, heeft de Commissie maatregelen genomen om
het gebruik van het IPA te verbeteren en daarmee de integratie van de Roma op
nationaal en regionaal niveau strategischer en resultaatgerichter aan te pakken[28]. Betere integratie van de Roma is een kwestie van
sociale rechtvaardigheid en moet leiden tot een inclusievere samenleving in de
uitbreidingslanden. Dit maakt deel
uit van de gedeelde waarden van de EU, die de uitbreidingslanden op de weg naar
hun toetreding wordt gevraagd te onderschrijven. De armoedige situatie waarin de Roma momenteel leven in de
uitbreidingslanden, leidt er echter ook toe dat een groter aantal Roma
tijdelijk naar EU-lidstaten migreert dankzij de visumvrijstelling, en daar
zelfs asiel aanvraagt[29]. Dit kan negatieve gevolgen hebben voor de
visumliberalisering, die een van de belangrijkste stappen voorwaarts is voor de
integratie van de Westelijke Balkan in de EU. De uitbreidingslanden moeten hun inspanningen voor de verdere
integratie van hun Roma-burgers opvoeren. Dat houdt ook in dat er duurzame oplossingen moeten komen voor
vluchtelingen en binnenlands ontheemden, onder wie veel Roma[30]. 4. Toekomstige ontwikkelingen Uit de beoordeling door de Commissie van de nationale
strategieën voor integratie van de Roma blijkt dat de meeste lidstaten zich
inzetten om een brede aanpak van de integratie van de Roma te ontwikkelen. Er moet op nationaal niveau echter nog veel meer
gebeuren. De sociaal-economische
integratie van de Roma blijft allereerst de verantwoordelijkheid van de
lidstaten. Zij zullen zich sterker moeten inspannen om zich van die taak te
kwijten, namelijk door meer concrete maatregelen te treffen, door
uitdrukkelijke streefcijfers vast te stellen zodat de resultaten meetbaar zijn,
door op nationaal niveau voor duidelijke financiering te zorgen en door een
solide nationaal stelsel voor monitoring en evaluatie op te zetten. Om de geconstateerde problemen aan te pakken en
tot een daadwerkelijke integratie van de Roma-minderheden te komen, moeten de
lidstaten, vooral die met een grote Roma-bevolking, in het bijzonder de
volgende maatregelen treffen. ·
Verdere regelmatige bilaterale dialoog met de
Commissie en de belanghebbenden, met als doel: –
te zorgen dat de nationale strategieën en
actieplannen in overeenstemming zijn met de wetgeving en het beleid van de EU
en de specifieke nationale situatie, waaronder het algemene beleid en de
hervorming van de openbare sector, en dat zij rekening houden met de gevolgen
van de economische crisis; –
te zorgen voor een doeltreffende benutting van de
nationale en Europese middelen; –
de concrete tenuitvoerlegging van de strategieën te
bevorderen en te monitoren. ·
Inschakelen van de regionale en plaatselijke
autoriteiten De lidstaten moeten zorgen
dat de uitvoering van de strategieën in overeenstemming is met de regionale en
plaatselijke plannen. De regionale en
plaatselijke autoriteiten zijn onmisbaar om verandering tot stand te brengen en
moeten volledig worden betrokken bij de toetsing en uitvoering van de
strategie. De Commissie stimuleert
daarnaast de uitwisseling van ervaringen en netwerkvorming tussen alle
betrokken regionale en plaatselijke autoriteiten. ·
Nauwe samenwerking met het maatschappelijke
middenveld Het maatschappelijk middenveld, en in het
bijzonder Roma-organisaties, mag niet worden beschouwd als een passieve factor,
maar moet worden uitgenodigd een actieve rol te spelen bij het teweegbrengen
van de gewenste verandering. Het moet
er wezenlijk toe bijdragen dat de Roma zich actief inzetten en dat vertrouwen
tot stand komt tussen de meerderheid en de minderheid. De lidstaten moeten de nodige maatregelen nemen om het maatschappelijk
middenveld te laten meewerken aan de toetsing, uitvoering en monitoring van de
nationale strategie. ·
Toewijzing van passende financiële middelen De lidstaten moeten voor de uitvoering van hun
nationale strategie voor integratie van de Roma toereikende middelen toewijzen,
in overeenstemming met de reikwijdte van hun ambitie. Naast de nationale financiering worden de in de strategieën opgenomen
maatregelen ook in aanmerking genomen bij de onderhandelingen over de
programmeringsperiode 2014–2020 van de structuurfondsen en het Europees
Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling. Het door de Commissie voorgestelde kader voor het cohesiebeleid omvat
een minimumtoewijzing voor sociale integratie en armoedebestrijding, betere
toegang tot middelen en betere coördinatie en integratie daarvan, prioriteit
voor investeringen in de integratie van gemarginaliseerde gemeenschappen zoals
de Roma en het vereiste dat voor investeringen uit de structuurfondsen de
voorwaarde geldt dat er een nationale strategie voor integratie van de Roma
overeenkomstig het EU-kader moet zijn vastgesteld. ·
Monitoring van de veranderingen en aanpassing
van het beleid De nationale hervormingsprogramma’s in het kader
van het Europese semester zullen worden gecontroleerd op hun samenhang met de
nationale strategie voor integratie van de Roma. Waar nodig zal de integratie
van de Roma in de landenspecifieke aanbevelingen ter sprake worden gebracht om
de betrokken lidstaat te adviseren over de te volgen koers. De volgende jaren zal de lidstaten worden
gevraagd om, in verhouding tot de omvang van hun Roma-bevolking, systematisch
aan de integratie van deze bevolkingsgroep aandacht te besteden in het
nationale hervormingsprogramma. In het werkdocument van de diensten van de
Commissie dat deze mededeling vergezelt, is een overzicht opgenomen van
hoofdpunten die de lidstaten helpen de kloof tussen de Roma en de meerderheid
van hun bevolking te overbruggen. De
uitvoerige beoordeling zal met de lidstaten worden doorgenomen in het kader van
de dialoog die met hen wordt gevoerd. De lidstaten wordt ook verzocht om de Commissie op
de hoogte te stellen van de resultaten van de monitoring van hun strategie. Het EU-Bureau voor de grondrechten blijft
onderzoek uitvoeren in de hele EU en nauw samenwerken met de lidstaten om hen
te helpen bij de ontwikkeling van een robuust nationaal monitoringsysteem. De Commissie blijft steun verlenen voor het
mobiliseren van capaciteit binnen de lidstaten. Daarvoor wordt een netwerk van de nationale contactpunten van alle
EU-lidstaten opgezet, waarmee zij de resultaten van hun maatregelen voor
integratie van de Roma kunnen delen, beste praktijken kunnen uitwisselen en de
uitvoering van elkaars strategieën kunnen toetsen. Het Europees platform voor integratie van de Roma blijft fungeren als
forum waarmee betrokkenen standpunten kunnen uitwisselen. De Commissie zal de uitvoering van de nationale
strategieën voor integratie van de Roma jaarlijks beoordelen en daarover
verslag uitbrengen aan het Europees Parlement en de Raad, alsmede in het kader
van Europa 2020. ·
Overtuigende bestrijding van discriminatie De lidstaten moeten erop toezien dat hun wetgeving
ter bestrijding van discriminatie op hun grondgebied doeltreffend wordt
uitgevoerd. Wanneer de Commissie in
2013 verslag uitbrengt over de toepassing van de richtlijn rassengelijkheid[31], zal zij
juridische vraagstukken aan de orde stellen en daarbij een bijzonder accent
leggen op aspecten die voor integratie van de Roma relevant zijn. [1] Met de
term “Roma” wordt hier, en ook door een aantal internationale organisaties en
vertegenwoordigers van de betrokken groepen in Europa, gedoeld op verschillende
bevolkingsgroepen: onder andere Roma, Sinti, Kale, Zigeuners, Romanichels,
Boyash, Ashkali, “Egyptenaren”, Jenische, Dom, Lom, maar ook travellers
(woonwagenbewoners), zonder dat hiermee de specifieke kenmerken, levensstijlen
en situaties van deze groepen worden ontkend. [2] Dreigingsevaluatie
voor de georganiseerde criminaliteit 2011 (Organised Crime Threat Assessment)
van Europol, blz. 26. [3] Economic
costs of Roma exclusion, Wereldbank, april 2010:
http://siteresources.worldbank.org/EXTROMA/Resources/Economic_Costs_Roma_Exclusion_Note_Final.pdf
[4] Zo heeft
Canada bijvoorbeeld bezorgdheid geuit naar aanleiding van het stijgende aantal asielaanvragen
van burgers van bepaalde lidstaten. [5] Mededeling
“Een EU-kader voor de nationale strategieën voor integratie van de Roma tot
2020” (COM(2011) 173 van 5 april 2011). Zowel in het advies van het Europees
Economisch en Sociaal Comité over maatregelen om de zelfredzaamheid en de
maatschappelijke integratie van Roma in Europa te bevorderen (CESE 998/2011 van
16 juni 2011) als in het advies van het Comité van de Regio’s over het EU-kader
voor de nationale strategieën voor integratie van de ROMA tot 2020 (CDR
247/2011 van 14 december 2011) wordt het EU-kader krachtig gesteund. [6] In deze
mededeling wordt met “strategie” zowel een geïntegreerd geheel van
beleidsmaatregelen als een strategie in strikte zin bedoeld. [7] Conclusies
van de Europese Raad (EUCO 23/11 van 23 en 24 juni 2011) en conclusies van de
Raad Werkgelegenheid, Sociaal beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken
(EPSCO) over het EU-kader voor de nationale strategieën voor integratie van de
Roma tot 2020 (106665/11 van 19 mei 2011). [8] http://ec.europa.eu/europe2020/index_nl.htm [9] Malta
heeft geen nationale strategie voor de integratie van de Roma vastgesteld omdat
er geen Roma-bevolkingsgroep van enige significante omvang is. [10] De
overzichtstabellen geven steeds voor de vier beleidsterreinen twee punten aan: doelstellingen,
d.w.z. of de strategieën de algemene EU-doelstelling op een bepaald gebied,
zoals in het EU-kader vastgesteld, ondersteunen en of die strategieën concrete,
specifieke en kwantificeerbare doelstellingen bevatten, en maatregelen
(zowel algemene maatregelen als maatregelen specifiek voor de Roma). [11] De
EU-doelstellingen voor de integratie van de Roma zijn opgenomen in de
mededeling “Een EU-kader voor de nationale strategieën voor integratie van de
Roma tot 2020” (COM(2011) 173 van 5 april 2011). [12] Preventing
Social Exclusion through the Europe 2020 strategy – Early Childhood Development
and the Inclusion of Roma Families – officieel verslag van het Europees
Platform voor de integratie van de Roma in het kader van het Belgische voorzitterschap,
opgesteld door Unicef en het Europees Sociaal Waarnemingscentrum, in
samenwerking met de Belgische Programmatorische Federale Overheidsdienst
Maatschappelijke Integratie, 2011: http://www.ecdgroup.com/pdfs/Preventing-Social-Exclusion.pdf. [13] Ten minste
10% van de Roma-kinderen van 7 tot 15 jaar in Griekenland, Roemenië, Bulgarije,
Italië en Frankrijk ging volgens het onderzoek niet naar school: ze zaten nog
in de kinderopvang, volgden nog geen onderwijs, sloegen een jaar over, gingen
helemaal niet meer naar school of werkten al. Het hoogste percentage werd
aangetroffen in Griekenland, waar meer dan 35% van de Roma-kinderen niet naar
school ging (The situation of Roma in 11 EU Member States; Survey results at
a glance, Bureau voor de grondrechten, Wereldbank, UNDP, 2012). [14] Een
lidstaat wordt genoemd als de nationale strategie betrekking heeft op het soort
maatregelen in de tabel. [15] Het
percentage Roma dat zegt werkloos te zijn, is in de meeste lidstaten tweemaal
zo hoog als bij de rest van de bevolking. In Italië, Tsjechië en Slowakije
zeggen wel 4 tot 5 maal zoveel Roma werkloos te zijn als niet-Roma (The
situation of Roma in 11 EU Member States; Survey results at a glance, Bureau
voor de grondrechten, Wereldbank, UNDP, 2012). [16] Aanbeveling
2008/867/EG van de Commissie over de actieve inclusie van personen die van de
arbeidsmarkt zijn uitgesloten (PB L 307 van 18.11.2008, blz. 11). [17] Specifieke
maatregelen zijn bedoeld om niet-discriminerende toegang tot de arbeidsmarkt te
waarborgen voor de Roma, zoals beroepsopleiding en praktijkopleiding,
bemiddeling, betere toegang tot kinderopvang e.d. [18] Maatregelen
inzake preventieve zorg, zoals verhoging van de vaccinatiegraad en voorlichting
over een gezonde levenswijze, maar ook reproductieve gezondheidszorg
(bijvoorbeeld voorkoming van tienerzwangerschappen). Verschillende lidstaten
maken ook melding van maatregelen om vooroordelen bij zorgverleners te
voorkomen. [19] Reproductieve
gezondheidszorg en preventieve zorg, waaronder betere immunisatie, hebben
daarbij prioriteit. [20] Elements
for a Common Strategic Framework 2014-2020, werkdocument van de diensten
van de Commissie SWD(2012) 61 final, 14 maart 2012. [21] Richtlijn
2000/43/EG van de Raad van 29 juni 2000 houdende toepassing van het beginsel
van gelijke behandeling van personen ongeacht ras of etnische afstamming (PB L
180 van 19.7.2000). Kaderbesluit 2008/913/JBZ van de Raad van 28 november 2008
betreffende de bestrijding van bepaalde vormen en uitingen van racisme en
vreemdelingenhaat door middel van het strafrecht (PB L 328 van 6.12.2008). [22] De
nationale contactpunten zijn te vinden op: http://ec.europa.eu/justice/discrimination/roma/national-strategies/index_en.htm [23] In
Griekenland wordt verwacht dat het nationale contactpunt in de tweede helft van
2012 zal worden aangewezen. [24] De
Europese Commissie werkt samen met de Wereldbank aan de ontwikkeling van een
karteringsmethode en het in kaart brengen van armoede en uitsluiting in de
meeste lidstaten die vanaf 2004 tot de EU zijn toegetreden. In 2011 heeft het
Europees Waarnemingsnetwerk voor ruimtelijke ordening (ESPON) oproepen
gepubliceerd tot het indienen van voorstellen voor het in kaart brengen van
armoede en sociale uitsluiting in een aantal lidstaten die voor 2004 tot de EU
waren toegetreden. Eind 2011 heeft Commissie voorgesteld dat de lidstaten in de
volgende programmeringsperiode hun inspanningen richten op specifieke
geografische gebieden of bepaalde groepen, en op die wijze de bijdrage van hun
partnerschapscontracten en operationele programma’s tot armoedebestrijding
vormgeven. [25] COM(2011)
666. [26] Verklaring
van Zagreb van 27 oktober 2011, goedgekeurd op de Conference on the Provision
of Civil Status Documentation and Registration in South Eastern Europe. [27] Dat houdt
in: relevante algemene en specifieke actieplannen en ‑programma’s op de
vier hoofdterreinen vatstellen of herzien, teneinde de toegang tot
persoonsdocumenten en registratie te vergemakkelijken; kleuteronderwijs
bevorderen en schooluitval bij de Roma terugdringen; de werkgelegenheid voor
Roma in de openbare en de particuliere sector stimuleren; discriminatie bij
sociale zorg en gezondheidszorg voorkomen en de huisvesting van de Roma
verbeteren, vooral voor mensen die in informele nederzettingen wonen. [28] Op de
uitvoering wordt toezicht gehouden met het mechanisme van het stabilisatie- en
associatieproces en jaarlijkse voortgangsverslagen. de operationele conclusies
krijgen in 2012 een vervolg in de bijeenkomsten van de SAO-comités. [29] SEC(2011)
695 en SEC(2011) 1570. [30] Het
Sarajevo-proces (verklaring van Belgrado van 7 november 2011) omvat een
gezamenlijk regionaal programma van 584 miljoen euro met betrekking tot deze
kwestie. [31] Richtlijn
2000/43/EG van de Raad van 29 juni 2000 houdende toepassing van het beginsel
van gelijke behandeling van personen ongeacht ras of etnische afstamming (PB L
180 van 19.7.2000).