EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32023R1781

Verordening (EU) 2023/1781 van het Europees Parlement en de Raad van 13 september 2023 tot vaststelling van een kader voor maatregelen ter versterking van het Europese halfgeleiderecosysteem en tot wijziging van Verordening (EU) 2021/694 (chipsverordening) (Voor de EER relevante tekst)

PE/28/2023/INIT

PB L 229 van 18.9.2023, p. 1–53 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2023/1781/oj

18.9.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 229/1


VERORDENING (EU) 2023/1781 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 13 september 2023

tot vaststelling van een kader voor maatregelen ter versterking van het Europese halfgeleiderecosysteem en tot wijziging van Verordening (EU) 2021/694 (chipsverordening)

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 173, lid 3, en artikel 114,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),

Gezien het advies van het Comité van de Regio’s (2),

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (3),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Halfgeleiders vormen de kern van elk digitaal apparaat en spelen een centrale rol in de digitale transitie van de Unie: van smartphones en auto’s tot kritieke toepassingen en infrastructuur op het gebied van gezondheid, energie, communicatie, automatisering en de meeste andere industriesectoren. Aangezien halfgeleiders centraal staan in de digitale economie, zijn zij krachtige katalysatoren voor de transitie naar duurzaamheid en de groene transitie, en dragen zij aldus bij tot de doelstellingen van de mededeling van de Commissie van 11 december 2019 over “De Europese Green Deal”. Halfgeleiders zijn essentieel voor de werking van de huidige economie en samenleving alsmede defensie en veiligheid, maar de Unie wordt geconfronteerd met ongeziene verstoringen in de levering daarvan, hetgeen aanzienlijke consequenties heeft. De huidige verstoringen hebben aanhoudende zwakke punten aan het licht gebracht, met name de sterke afhankelijkheid van de Unie van derde landen voor het fabriceren en ontwerpen van chips. De lidstaten zijn in de eerste plaats zelf verantwoordelijk voor het in stand houden van een sterke, concurrerende en duurzame industriesector in de Unie via bevordering van de innovatie voor een volledig scala aan chips.

(2)

Er moet een kader worden vastgesteld om de veerkracht van de Unie op het gebied van halfgeleidertechnologie te vergroten, waarbij het halfgeleiderecosysteem van de Unie wordt versterkt door afhankelijkheden te verminderen, de digitale soevereiniteit te vergroten, investeringen te stimuleren, het vermogen, de veiligheid, het aanpassingsvermogen en de veerkracht van de toeleveringsketen van de Unie voor halfgeleiders te versterken en de samenwerking tussen de lidstaten, de Commissie en internationale partners te intensiveren.

(3)

Met dit kader worden twee algemene doelstellingen nagestreefd. De eerste is het scheppen van de juiste omstandigheden voor het concurrentievermogen en de innovatiecapaciteit van de Unie, het waarborgen van de aanpassing van de sector aan structurele wijzigingen als gevolg van snelle innovatiecycli en de behoefte aan duurzaamheid, en het versterken van het halfgeleiderecosysteem in de gehele Unie met gebundelde kennis, deskundigheid, hulpbronnen en gemeenschappelijke sterke punten. De tweede doelstelling, die losstaat van en een aanvulling vormt op de eerste, is het verbeteren van de werking van de interne markt door een uniform Unierechtskader vast te stellen om de veerkracht en het innovatievermogen van de Unie op lange termijn te vergroten en de leveringszekerheid op het gebied van halfgeleidertechnologie veilig te stellen teneinde beter bestand te zijn tegen verstoringen.

(4)

Er moeten maatregelen worden genomen om capaciteit op te bouwen en het halfgeleiderecosysteem van de Unie te versterken overeenkomstig artikel 173, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU). Die maatregelen moeten geen harmonisatie van de nationale wet- en regelgeving betreffen. In dat verband moet de Unie het concurrentievermogen en de veerkracht van de technologische en industriële basis van halfgeleiders versterken en tegelijk de innovatiecapaciteit van haar halfgeleiderecosysteem Uniebreed versterken, de afhankelijkheid van een beperkt aantal ondernemingen en geografische gebieden uit derde landen verminderen en haar capaciteit versterken om geavanceerde halfgeleiders te ontwerpen, te produceren, te verpakken, te hergebruiken en te recyclen. Het bij deze verordening ingestelde “Chips voor Europa”-initiatief (“het initiatief”) moet die doelstellingen ondersteunen door de kloof te overbruggen tussen het geavanceerde onderzoeks- en innovatievermogen van de Unie en de duurzame industriële exploitatie daarvan. Het initiatief moet capaciteitsopbouw bevorderen om de ontwerp-, productie- en systeemintegratie in halfgeleidertechnologieën van de volgende generatie mogelijk te maken, en moet de samenwerking tussen belangrijke spelers in de hele Unie verbeteren, waardoor de toeleverings- en waardeketens voor halfgeleiders van de Unie worden versterkt, belangrijke industriële sectoren worden bediend en nieuwe markten worden gecreëerd.

(5)

Door de alomtegenwoordigheid van halfgeleiders hebben de recente tekorten het bedrijfsleven Uniebreed direct of indirect getroffen, met alle economische gevolgen van dien. Door de economische en sociale impact zijn het publiek en marktpartijen zich veel bewuster geworden van de strategische afhankelijkheid ten aanzien van halfgeleiders, hetgeen heeft geleid tot grotere druk op de lidstaten om daar iets aan te doen. Tegelijkertijd bestaat er in de halfgeleidersector een grote onderlinge verwevenheid langs de hele waardeketen, waarbij geen enkel deel van de wereld alle stappen van die keten domineert. Dit grensoverschrijdende karakter wordt tevens benadrukt doordat de verwerkende industrie staat of valt met halfgeleiderproducten. De fabricage van halfgeleiders mag dan in een aantal regio’s zijn geconcentreerd, de verwerkende industrie is verspreid over de hele Unie. Gezien dit alles kunnen de leveringszekerheid van halfgeleiders en de veerkracht van het halfgeleiderecosysteem het best worden vergroot via Unieharmonisatiewetgeving op basis van artikel 114 VWEU. Er is één samenhangend regelgevingskader nodig dat zorgt voor de harmonisatie van bepaalde voorwaarden waaronder exploitanten specifieke projecten kunnen uitvoeren die bijdragen aan de leveringszekerheid en de veerkracht van het halfgeleiderecosysteem van de Unie. Daarnaast moet er een gecoördineerd mechanisme voor monitoring, strategische inventarisatie en crisispreventie en -respons worden opgezet om toeleveringstekorten aan te pakken en belemmeringen voor de eenheid van de interne markt te voorkomen, waarbij verschillen in aanpak tussen de lidstaten moeten worden vermeden.

(6)

Om de kritieke infrastructuur, de veiligheid en het technologisch leiderschap van de Unie te versterken, zijn zowel de allernieuwste als volwassen chips vereist, met name om de strategische sectoren te wapenen voor de toekomst.

(7)

De verwezenlijking van die doelstellingen moet worden ondersteund door een governancemechanisme. Op het niveau van de Unie moet bij deze verordening een Europese Raad voor halfgeleiders, die is samengesteld uit vertegenwoordigers van de lidstaten en wordt voorgezeten door de Commissie, worden opgericht teneinde een vlotte, doeltreffende en geharmoniseerde uitvoering van deze verordening, alsook samenwerking en uitwisseling van informatie te faciliteren. De Europese Raad voor halfgeleiders moet de Commissie adviseren en bijstaan met betrekking tot specifieke kwesties, waaronder de consistente uitvoering van deze verordening, de bevordering van de samenwerking tussen de lidstaten en de uitwisseling van informatie over kwesties die verband houden met deze verordening. De Europese Raad voor halfgeleiders moet de Commissie tevens adviseren over internationale samenwerking op het gebied van halfgeleiders. De Europese Raad voor halfgeleiders moet afzonderlijke vergaderingen houden over zijn taken in het kader van de verschillende hoofdstukken van deze verordening. Voor die vergaderingen kunnen verschillende vertegenwoordigers op hoog niveau worden uitgenodigd, en de Commissie kan subgroepen oprichten.

(8)

Gezien de mondiale aard van de toeleveringsketen voor halfgeleiders is internationale samenwerking met derde landen een belangrijk element om tot een veerkrachtig halfgeleiderecosysteem van de Unie te komen. De maatregelen die in het kader van deze verordening worden getroffen, moeten de Unie ook in staat stellen om als expertisecentrum een sterkere rol te spelen in een beter functionerend mondiaal, onderling afhankelijk halfgeleiderecosysteem. Daartoe moet de Europese Raad voor halfgeleiders de Commissie adviseren bij het coördineren van die inspanningen en het versterken van de samenwerking binnen de gehele mondiale waardeketen voor halfgeleiders tussen de Unie en derde landen, en daarbij in voorkomend geval rekening houden met de standpunten van de industriële alliantie op het gebied van processoren en halfgeleidertechnologieën en van andere belanghebbenden.

(9)

De Unie en de lidstaten kunnen, met inachtneming van internationale verplichtingen en de toepasselijke procedurevoorschriften, contacten — ook diplomatieke — leggen met internationale strategische partners die een voordelige positie genieten in de halfgeleidersector, teneinde oplossingen te vinden om de leveringszekerheid te versterken en voor toekomstige verstoringen van de toeleveringsketen, bijvoorbeeld door uitvoerbeperkingen van derde landen, en om de beschikbaarheid van grondstoffen en tussenproducten in kaart te brengen. Hierbij kan het in voorkomend geval nodig zijn te coördineren in relevante internationale fora, investerings- en handelsovereenkomsten te sluiten of andere diplomatieke inspanningen te leveren overeenkomstig de toepasselijke procedurevoorschriften of contacten te leggen met belanghebbenden.

(10)

Om voort te bouwen op de toezegging dat zal worden voorzien in de behoeften van het personeel in de gehele toeleveringsketen van halfgeleiders, moet de Commissie zorgen voor synergieën met bestaande programma’s van de Unie, en moet zij de lidstaten aanmoedigen tot en ondersteunen bij het opzetten van initiatieven die bijdragen aan de uitwisseling van academische kennis met internationale strategische partners.

(11)

Het is een duidelijke doelstelling van de Unie om internationale samenwerking en kennisuitwisseling te bevorderen op basis van de belangen van de Unie, wederzijdse baten, internationale verplichtingen en, voor zover mogelijk, wederkerigheid. De schending van intellectuele-eigendomsrechten, de ongeoorloofde openbaarmaking van bedrijfsgeheimen, of het uitlekken van gevoelige opkomende technologieën in de halfgeleidersector kunnen de veiligheidsbelangen van de Unie echter in gevaar brengen. Tegen deze achtergrond onderzoekt de Commissie momenteel concrete voorstellen ter versterking van de Uniekaders voor investering en voor uitvoercontrole. Daarnaast moeten de Unie en de lidstaten samenwerken met strategische partners om het gezamenlijke technologische en industriële leiderschap te versterken met inachtneming van de toepasselijke procedurevoorschriften.

(12)

De halfgeleiderindustrie wordt gekenmerkt door zeer hoge ontwikkelings- en innovatiekosten en zeer hoge kosten voor de bouw van ultramoderne test- en valideerfaciliteiten ter ondersteuning van de industriële productie. Dat heeft rechtstreekse gevolgen voor het concurrentievermogen en de innovatiecapaciteit van de industrie in de Unie, alsook voor de leveringszekerheid en de veerkracht van het halfgeleiderecosysteem van de Unie. In het licht van de lessen die zijn getrokken uit de recente Europese en wereldwijde tekorten en gezien de snelle ontwikkeling van technologische uitdagingen en innovatiecycli die gevolgen hebben voor de waardeketen voor halfgeleiders, is het noodzakelijk de sterke punten van de Unie nog verder te versterken, en daarmee haar concurrentievermogen, veerkracht en onderzoeks- en innovatiecapaciteit te vergroten door het opzetten van het initiatief.

(13)

De verantwoordelijkheid voor een sterke industriële, competitieve, duurzame en innovatieve basis in de Unie ligt in de eerste plaats bij de lidstaten. De aard en de omvang van de uitdagingen op het gebied van onderzoek en innovatie wat betreft halfgeleiders vereisen echter een gezamenlijk optreden op het niveau van de Unie.

(14)

Om de Unie toe te rusten met de nodige onderzoeks- en innovatiecapaciteit op het gebied van halfgeleidertechnologie zodat zij haar leidende positie op het vlak van onderzoek en industriële investering kan behouden, en de huidige kloof tussen onderzoek en ontwikkeling en fabricage te dichten, moeten de Unie en haar lidstaten hun inspanningen beter coördineren en samen investeren. De uitdagingen waar het halfgeleiderecosysteem van de Unie momenteel voor staat, kunnen alleen worden aangegaan op basis van grootschalige capaciteit en gemeenschappelijke inspanningen van de lidstaten, waarbij de Unie de ontwikkeling en toepassing van die grootschalige capaciteit ondersteunt. Die gemeenschappelijke inspanningen kunnen onder meer de vorm aannemen van financiële middelen in het kader van de ambitie van het initiatief ter ondersteuning van de ontwikkeling en wijdverbreide beschikbaarheid van innovatieve capaciteiten en uitgebreide digitale infrastructuur, die een virtueel ontwerpplatform, proeflijnen (waaronder voor kwantumchips) en de verspreiding van kennis, vaardigheden en competenties ten gunste van het gehele halfgeleiderecosysteem, omvatten. Daartoe moeten de Unie en de lidstaten de doelstellingen van de groene en digitale transitie in overweging nemen. In dit opzicht bieden halfgeleidercomponenten en de fabricageprocessen van halfgeleiders aanzienlijke kansen om de milieueffecten en in het bijzonder de koolstofvoetafdruk van industrieën te verminderen en zo te helpen om de ambities waar te maken van bijvoorbeeld de mededeling van de Commissie van 14 juli 2021, getiteld “Fit for 55”: het EU-klimaatstreefdoel voor 2030 bereiken op weg naar klimaatneutraliteit”, de bij Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad (4) ingestelde herstel- en veerkrachtfaciliteit, en de mededeling van de Commissie van 18 mei 2022, getiteld “REPowerEU Plan”. Het initiatief moet, voor zover mogelijk, in alle onderdelen en acties de voordelen integreren en maximaliseren van de toepassing van halfgeleidertechnologie als krachtige katalysator voor de transitie naar duurzaamheid, die kan leiden tot nieuwe producten en een efficiënter, doeltreffender, schoner en duurzamer gebruik van hulpbronnen, waaronder energie en de nodige materialen voor de productie en het gebruik van halfgeleiders gedurende de hele levenscyclus.

(15)

Om de algemene doelstelling te verwezenlijken en de uitdagingen aan zowel de aanbod- als vraagzijde van het huidige halfgeleiderecosysteem aan te pakken, moet het initiatief vijf operationele doelstellingen omvatten. Ten eerste moet het initiatief maatregelen ondersteunen voor de bouw van een virtueel ontwerpplatform dat in de hele Unie beschikbaar is, om de ontwerpcapaciteit van de Unie te versterken. Het virtueel ontwerpplatform moet ontwerpbedrijven, start-ups, kmo’s en leveranciers van intellectuele eigendom en van instrumenten en organisaties voor onderzoek en technologie met elkaar in contact brengen om virtuele prototype-oplossingen te leveren via gezamenlijke technologieontwikkeling.

(16)

Ten tweede moet het initiatief helpen bestaande proeflijnen te versterken en nieuwe geavanceerde proeflijnen te ontwikkelen, zodat ultramoderne halfgeleidertechnologieën en halfgeleidertechnologieën van de volgende generatie kunnen worden ontwikkeld en toegepast, teneinde de basis te kunnen leggen voor het versterken van de leveringszekerheid en het halfgeleiderecosysteem van de Unie. De proeflijnen moeten de industrie een faciliteit bieden om halfgeleidertechnologieën en systeemontwerpconcepten te testen, te beproeven en te valideren op technologische paraatheid tussen niveau 3 en niveau 8, en tegelijk de milieueffecten zo veel mogelijk te beperken. De Unie moet, samen met de lidstaten en de private sector, investeren in proeflijnen om iets te kunnen doen aan de huidige structurele problemen en het marktfalen daar waar die faciliteiten in de Unie ontbreken, met alle gevolgen van dien voor het innovatiepotentieel en het mondiale concurrentievermogen van de Unie.

(17)

Ten derde moet het initiatief ondersteuning bieden voor ontwerpbibliotheken voor kwantumchips, voor proeflijnen voor de bouw van kwantumchips en voor faciliteiten om de door de proeflijnen geproduceerde kwantumchips te testen en te valideren, ter versnelling van de voor de ontwikkeling van de halfgeleidersector bevorderlijke innovatieve ontwikkeling van kwantumchips en bijbehorende halfgeleidertechnologieën, waaronder op halfgeleidermateriaal gebaseerde of in fotonica geïntegreerde halfgeleidertechnologieën.

(18)

Ten vierde moet het initiatief de lidstaten de mogelijkheid bieden om in elke lidstaat ten minste één kenniscentrum voor halfgeleiders op te richten door bestaande centra te verbeteren en nieuwe faciliteiten in het leven te roepen, ter bevordering van het gebruik van halfgeleidertechnologie en teneinde toegang te bieden tot ontwerp- en proeflijnfaciliteiten en vaardigheidstekorten in de hele Unie aan te pakken. De kenniscentra en de door de overheid gefinancierde infrastructuur, zoals proef- en testfaciliteiten, moeten openstaan voor een breed scala aan gebruikers en moeten op transparante en niet-discriminerende basis en tegen marktvoorwaarden (of kosten plus een redelijke marge) worden aangeboden aan grote ondernemingen, terwijl kmo’s en academische instellingen kunnen profiteren van een bevoorrechte toegang of lagere prijzen. Een dergelijke toegang, ook voor internationale onderzoeks- en handelspartners, kan leiden tot meer kruisbestuiving en voordelen op het gebied van knowhow en uitmuntendheid, en tegelijk bijdragen aan het terugverdienen van de kosten.

(19)

Ten vijfde moet de Commissie voorzien in een specifieke ondersteuning van de investeringsfaciliteit voor halfgeleiders (als onderdeel van de faciliteringsactiviteiten die gezamenlijk worden omschreven als het “chipfonds”), waarbij zowel aandelen- als schuldoplossingen worden voorgesteld, met inbegrip van een blendingfaciliteit in het kader van het InvestEU-fonds dat is vastgesteld bij Verordening (EU) 2021/523 van het Europees Parlement en de Raad (5), in nauwe samenwerking met de Europese Investeringsbank Groep en samen met andere uitvoerende partners zoals nationale stimuleringsbanken en -instellingen. De activiteiten van het chipfonds moeten de ontwikkeling van een dynamisch en veerkrachtig halfgeleiderecosysteem ondersteunen door kansen te bieden voor een ruimere beschikbaarheid van middelen ter ondersteuning van de groei van start-ups en kmo’s, alsook van investeringen in de hele waardeketen, waaronder voor andere ondernemingen in de waardeketen voor halfgeleiders. In dit opzicht zijn met name voor kmo’s ondersteuning en duidelijke richtsnoeren nodig om hen bij te staan bij de aanvraagprocedure. In dat verband wordt van de Europese Innovatieraad verwacht dat zij verder gerichte steun verleent door middel van subsidies en investeringen in eigen vermogen voor marktcreërende innovatoren met een hoog risico.

(20)

Om de beperkingen van de huidige gefragmenteerde inspanningen op het gebied van publieke en private investeringen te overwinnen, om integratie, kruisbestuiving en rendement op investering in de lopende programma’s te bevorderen en om een gemeenschappelijke strategische visie van de Unie op halfgeleiders na te streven als middel om de ambitie van de Unie en de lidstaten voor een blijvende leidende rol in de digitale economie te verwezenlijken, moet het initiatief een betere coördinatie en nauwere synergieën tussen de bestaande financieringsprogramma’s op Unie- en nationaal niveau, betere coördinatie en samenwerking met het bedrijfsleven en belangrijke belanghebbenden uit de private sector, en aanvullende gezamenlijke investeringen met de lidstaten faciliteren. De uitvoering van het initiatief is zo ontworpen dat middelen van de Unie, van de lidstaten, van bij de bestaande Unieprogramma’s betrokken derde landen en van de private sector worden gebundeld. Het initiatief kan derhalve alleen slagen op basis van een gezamenlijke inspanning van de lidstaten en de Unie om zowel de aanzienlijke kapitaalkosten als de ruime beschikbaarheid van virtuele ontwerp-, test- en proefmiddelen en de verspreiding van kennis, vaardigheden en competenties te ondersteunen. Gezien de specifieke kenmerken van de activiteiten moeten de doelstellingen van het initiatief, met name de activiteiten van het chipfonds, indien nodig ook worden ondersteund door middel van een blendingfaciliteit in het kader van het InvestEU-fonds.

(21)

De steun van het initiatief moet worden gebruikt voor een proportionele kosteneffectieve aanpak van tekortkomingen van de markt of suboptimale investeringssituaties die het gevolg zijn van de hoge kapitaalintensiteit, het hoge risico en de kenmerkende complexiteit van het halfgeleiderecosysteem, en de acties mogen private financiering niet overlappen of verdringen, noch de concurrentie op de interne markt verstoren. De acties moeten in de hele Unie een duidelijke meerwaarde bieden.

(22)

De primaire uitvoering van het initiatief moet worden toevertrouwd aan de Gemeenschappelijke Onderneming “Chips” die is opgericht bij Verordening (EU) 2021/2085 van de Raad (6) (“Gemeenschappelijke Onderneming “Chips””).

(23)

Het initiatief moet voortbouwen op de sterke kennisbasis, en de synergieën versterken met acties die momenteel door de Unie en de lidstaten worden ondersteund door middel van programma’s en activiteiten voor onderzoek en innovatie op het gebied van halfgeleiders en voor ontwikkelingen in een deel van de toeleveringsketen, met name het bij Verordening (EU) 2021/695 van het Europees Parlement en de Raad (7) vastgestelde kaderprogramma voor onderzoek en innovatie Horizon Europa (“Horizon Europa”) en het bij Verordening (EU) 2021/694 van het Europees Parlement en de Raad (8) vastgestelde programma Digitaal Europa, met als doel tegen 2030 de positie van de Unie te versterken als mondiale speler op het gebied van halfgeleidertechnologie en de toepassingen daarvan, met een groeiend aandeel in de wereldproductie, in lijn met de mededeling van de Commissie van 9 maart 2021 getiteld “Digitaal kompas 2030: de Europese aanpak voor het digitale decennium”. Voorts zullen er naar verwachting private investeringen worden aangetrokken ter aanvulling van de financiering in het kader van het initiatief, om bij te dragen aan de verwezenlijking van de doelstellingen ervan. Als aanvulling op die activiteiten zou het initiatief nauw samenwerken met andere belanghebbenden, waaronder de industriële alliantie op het gebied van processoren en halfgeleidertechnologieën.

(24)

Om synergieën tussen de programma’s van de Unie en de lidstaten mogelijk te maken, moet in de werkprogramma’s van de Gemeenschappelijke Onderneming “Chips” in het kader van het initiatief overeenkomstig artikel 17, lid 2, punt k), en artikel 137, punt a bis), van Verordening (EU) 2021/2085, een duidelijk onderscheid worden gemaakt tussen acties ter ondersteuning van onderzoek en innovatie op het gebied van halfgeleiders en acties die gericht zijn op de ontwikkeling van delen van de toeleveringsketen, teneinde een passende deelname van publieke en private entiteiten te waarborgen.

(25)

Ter facilitering van de uitvoering van door het initiatief ondersteunde specifieke acties, zoals het virtueel ontwerpplatform of proeflijnen, moet als optie worden voorzien in een nieuw rechtsinstrument: het Europees consortium voor chipinfrastructuur (European chips infrastructure consortium — ECIC). Het ECIC moet rechtspersoonlijkheid hebben. Dat betekent dat bij het aanvragen van specifieke door het initiatief te financieren acties het ECIC zelf, en niet de afzonderlijke entiteiten die het ECIC vormen, de aanvrager kan zijn. Niettemin staan overeenkomstig artikel 134, lid 3, van Verordening (EU) 2021/2085 oproepen tot het indienen van voorstellen voor het werkprogramma in het kader van het initiatief open voor verschillende juridische samenwerkingsvormen en andere deelnemers, en wordt bij de selectie van financieringsvoorstellen geen specifieke juridische samenwerkingsvorm voorgeschreven. Het ECIC moet als voornaamste doel hebben een doeltreffende en structurele samenwerking aan te moedigen tussen juridische entiteiten, waaronder onderzoeks- en technologie-organisaties, het bedrijfsleven en de lidstaten. Er moeten ten minste drie leden deelnemen aan het ECIC, namelijk lidstaten, publieke of private juridische entiteiten uit ten minste drie lidstaten, of een combinatie daarvan, met het oog op een brede vertegenwoordiging in de hele Unie. Met rechtspersoonlijkheid zou het ECIC over voldoende autonomie beschikken om het lidmaatschap, het bestuur, de financiering, de begroting en de uitvoeringsregelingen voor financiële bijdragen en bijdragen in natura van de leden ervan, alsook de coördinatie, het beheer van het intellectuele eigendom en de werkmethoden vast te stellen. De leden van het ECIC moet volledige flexibiliteit worden gegeven om zelf het toepasselijke recht, de statutaire zetel en de stemrechten te bepalen. De publieke en private juridische entiteiten die het werkplan van het ECIC uitvoeren, moeten worden geselecteerd op een eerlijke, transparante en open wijze. Voor een eerlijke en gelijke toegang tot deelname moet het ECIC gedurende de hele bestaansduur nieuwe leden kunnen toelaten, namelijk lidstaten of publieke of private juridische entiteiten. Met name de lidstaten moeten zich te allen tijde als volwaardig lid of waarnemer kunnen aansluiten, en publieke of private juridische entiteiten moeten zich te allen tijde kunnen aansluiten onder eerlijke en redelijke, in de statuten van het ECIC vastgelegde voorwaarden. De raad van overheidsinstanties van de Gemeenschappelijke Onderneming “Chips” moet de openheid van het ECIC kunnen controleren en zo nodig de uitvoering van bepaalde corrigerende maatregelen kunnen aanbevelen. De oprichting van het ECIC mag niet met zich meebrengen dat een nieuw orgaan van de Unie in het leven wordt geroepen. Het moet de leemte in het instrumentarium van de Unie opvullen om financiering uit de lidstaten, de begroting van de Unie en private investeringen te combineren voor de uitvoering van door het initiatief ondersteunde specifieke activiteiten. De Commissie mag geen lid van het ECIC zijn.

(26)

Heeft het ECIC geen private entiteit als lid, dan dient het te worden erkend als een internationale instelling in de zin van artikel 143, lid 1, punt g), en artikel 151, lid 1, punt b), van Richtlijn 2006/112/EG van de Raad (9) en in de zin van artikel 11, lid 1, punt b), van Richtlijn (EU) 2020/262 van de Raad (10). Heeft het ECIC wel private entiteiten als lid, dan moet het niet als een dergelijke internationale instelling worden erkend.

(27)

Onderzoek en ontwikkeling in de Unie wordt in toenemende mate blootgesteld aan praktijken die gericht zijn op het misbruik van vertrouwelijke informatie, bedrijfsgeheimen en beschermde gegevens, zoals diefstal van intellectuele eigendom, gedwongen technologieoverdracht en economische spionage. Om negatieve gevolgen voor de belangen van de Unie en de doelstellingen van het initiatief te voorkomen, moet een aanpak worden gevolgd die strekt tot bescherming van de toegang tot en het gebruik van gevoelige informatie of resultaten, met inbegrip van gegevens en knowhow, beveiliging en overdracht van eigendom van resultaten, alsook van door intellectuele-eigendomsrechten beschermde inhoud die is gegenereerd in verband met of als gevolg van door het initiatief ondersteunde acties. Om die bescherming te waarborgen, moeten alle door het initiatief ondersteunde en door de programma’s Horizon Europa en Digitaal Europa gefinancierde acties voldoen aan de desbetreffende bepalingen van die programma’s, onder meer wat betreft de deelname van in derde landen gevestigde entiteiten die met het programma zijn geassocieerd, subsidieovereenkomsten, eigendom en bescherming, beveiliging, exploitatie en verspreiding, overdracht en licentieverlening en toegangsrechten. Het is mogelijk om bij de uitvoering van die programma’s specifieke bepalingen vast te stellen, met name wat betreft beperkingen op een overdracht of licentieverlening overeenkomstig artikel 40, lid 4, van Verordening (EU) 2021/695, en beperking van de deelname van juridische entiteiten die gevestigd zijn in specifieke geassocieerde of andere derde landen om redenen gebaseerd op strategische activa, belangen, autonomie of veiligheidsredenen van de Unie en de lidstaten, overeenkomstig artikel 22, lid 5, van Verordening (EU) 2021/695 en artikel 12, lid 6, van Verordening (EU) 2021/694. Daarnaast moeten de behandeling van gevoelige informatie, veiligheid, vertrouwelijkheid, bescherming van bedrijfsgeheimen en intellectuele-eigendomsrechten worden geregeld door het Unierecht, met inbegrip van de Richtlijnen (EU) 2016/943 (11) en 2004/48/EG (12) van het Europees Parlement en de Raad, en het nationaal recht. De Commissie en de lidstaten kunnen overeenkomstig Verordening (EU) 2019/452 van het Europees Parlement en de Raad (13) technologieoverdrachten beschermen om redenen van Unie- en nationale veiligheidsbelangen in verband met investeringen in faciliteiten die binnen het toepassingsgebied van deze verordening vallen.

(28)

Voor een betere toegang tot technische expertise, ter verspreiding van kennis in de hele Unie, en ter ondersteuning van initiatieven op het gebied van uiteenlopende vaardigheden, moet een netwerk van kenniscentra worden opgericht. Daartoe moet de Gemeenschappelijke Onderneming “Chips” de procedure voor de oprichting van kenniscentra vaststellen, met inbegrip van de selectiecriteria, alsmede nadere bijzonderheden over de uitvoering van de in deze verordening genoemde taken en functies. De kenniscentra die het netwerk vormen, moeten worden geselecteerd door de Gemeenschappelijke Onderneming “Chips” en moeten over aanzienlijke algemene autonomie beschikken om hun organisatie, samenstelling en werkmethoden vast te stellen. De organisatie, de samenstelling en de werkmethoden ervan moeten echter voldoen aan en bijdragen aan de doelstellingen van deze verordening en van het initiatief.

(29)

De kenniscentra moeten bijdragen aan het behoud van de leidende rol van de Unie op het gebied van chiponderzoek, -ontwikkeling en -innovatie en ontwerpcapaciteiten door zich te richten op het stimuleren van onderzoek, ontwikkeling, innovatie en ontwerp, in combinatie met een focus op fabricage. Het stimuleren van menselijk potentieel en vaardigheden door middel van onderwijs in wetenschap, technologie, engineering en wiskunde (de STEM-vakken), tot op postdoctoraal niveau, is van cruciaal belang om dat doel te bereiken. Kenniscentra moeten met name diensten verlenen aan belanghebbenden op het gebied van halfgeleiders, waaronder ook start-ups en kmo’s. Het kan daarbij gaan om facilitering van toegang tot proeflijnen en het virtueel ontwerpplatform, het geven van opleidingen, het helpen ontwikkelen van vaardigheden, ondersteuning bij de zoektocht naar investeerders, benutting van bestaande lokale vaardigheden, of contactlegging met relevante delen van de keten. De diensten moeten op een open, transparante en niet-discriminerende wijze worden verleend. Elk kenniscentrum moet zich aansluiten bij en actief zijn in het Europees netwerk van kenniscentra voor halfgeleiders en moet dienstdoen als toegangspunt tot andere schakels in het netwerk. In dit verband moet worden gezorgd voor maximale synergie met bestaande gelijksoortige structuren zoals de in het kader van het programma Digitaal Europa opgerichte Europese digitale-innovatiehubs. Zo kan een lidstaat voor de toepassing van deze verordening een bestaande op halfgeleiders gerichte Europese digitale-innovatiehub als kenniscentrum aanwijzen, op voorwaarde dat het verbod op dubbele financiering niet wordt geschonden.

(30)

Chipontwerp is van cruciaal belang voor het implementeren van innovatie en functionaliteit in elektronische oplossingen die zijn aangepast aan verschillende toepassingen en de behoeften van gebruikers van halfgeleiders. Als zodanig vormt ontwerp de kern van de waardeketen voor halfgeleiders en is het ondersteunen van de uitbreiding van ontwerpcapaciteiten in de Unie van cruciaal belang. Om de sleutelrol van ontwerpcentra en hun bijdrage aan Europese excellentie op het gebied van geavanceerd chipontwerp te erkennen door middel van het aanbieden van diensten of het versterken van ontwerpvaardigheden en -capaciteiten in de Unie, moet de Commissie een label “excellent ontwerpcentrum” kunnen toekennen. Gezien hun belang voor een veerkrachtig halfgeleiderecosysteem, moeten de excellente ontwerpcentra worden beschouwd als zijnde van algemeen belang. Om bij te dragen tot de veerkracht van het halfgeleiderecosysteem van de Unie, moeten de lidstaten op evenredige wijze steunmaatregelen kunnen toepassen indien dergelijke excellente ontwerpcentra kleine en middelgrote zijn. Dit doet geen afbreuk aan de bevoegdheid die de Commissie in voorkomend geval op het gebied van staatssteun heeft uit hoofde van de artikelen 107 en 108 VWEU, noch aan de mededeling van de Commissie van 19 oktober 2022 getiteld “Kaderregeling betreffende staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie”. De kaderregeling betreffende staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie is gericht op het vergemakkelijken van activiteiten op het gebied van onderzoek, ontwikkeling en innovatie, die wegens marktfalen niet zouden plaatsvinden zonder overheidssteun. In dit verband zouden de lidstaten, op basis van de kaderregeling betreffende staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie, onder bepaalde voorwaarden ondernemingen en de onderzoeksgemeenschap de nodige stimulansen kunnen bieden om deze belangrijke activiteiten en investeringen op dit gebied uit te voeren. Op grond van de kaderregeling betreffende staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie zouden maximale steunintensiteiten tot 80 % kunnen worden toegestaan voor steun aan onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten van middelgrote ondernemingen en tot 90 % voor dergelijke projecten van kleine ondernemingen. Om maximale synergieën te bereiken, zouden in het kader van het initiatief opgerichte kenniscentra die gericht zijn op ultramodern chipontwerp bovendien een aanvraag moeten kunnen indienen voor het verkrijgen van het label “excellent ontwerpcentrum”. Tegelijkertijd zouden de lidstaten een excellent ontwerpcentrum als hun kandidaat-kenniscentrum kunnen aanwijzen.

(31)

Het kan passend zijn om met overheidssteun de ontwikkeling van de nodige fabricage- en bijbehorende ontwerpcapaciteiten te stimuleren, hetgeen dan tevens de leveringszekerheid waarborgt en de veerkracht van het halfgeleiderecosysteem van de Unie versterkt, met dien verstande dat dit niet tot verstoringen op de interne markt leidt. Daartoe moeten bepaalde voorwaarden voor marktdeelnemers die met specifieke projecten willen bijdragen aan de verwezenlijking van de doelstellingen van deze verordening, op Unieniveau worden geharmoniseerd, en moet een onderscheid worden gemaakt tussen twee soorten faciliteiten, te weten: faciliteiten voor geïntegreerde productie en open EU-gieterijen. Het bedrijfsmodel moet de onderscheidende factor voor de kwalificatie als een van beide soorten faciliteiten zijn. Open EU-gieterijen bieden andere ondernemingen productiecapaciteit aan. Faciliteiten voor geïntegreerde productie produceren voor eigen commerciële doeleinden en zouden naast de fabricage ook andere stappen van de toeleveringsketen aan hun bedrijfsmodel kunnen toevoegen, zoals het ontwerpen en verkopen van de producten.

(32)

Faciliteiten voor geïntegreerde productie en open EU-gieterijen moeten capaciteiten bieden op het gebied van de fabricage van halfgeleiders of de productie van apparatuur of essentiële onderdelen voor dergelijke apparatuur die voornamelijk wordt gebruikt voor de fabricage van halfgeleiders, die pioniers zijn in de Unie en moeten bijdragen aan de leveringszekerheid en de veerkracht van het halfgeleiderecosysteem op de interne markt. De bepalende factor om een pioniersfaciliteit te zijn is het introduceren van een innovatief element op de interne markt met betrekking tot de fabricageprocessen of het eindproduct, dat op nieuwe of bestaande technologienodes gebaseerd kan zijn. Relevante innovatieve elementen kunnen betrekking hebben op de technologienode, of het substraatmateriaal, of werkwijzen die tot rekenkracht- of andere prestatieverbeteringen leiden, energie-efficiëntie, het niveau van beveiliging, veiligheid of betrouwbaarheid, alsook de integratie van nieuwe functionaliteiten, zoals artificiële intelligentie, geheugencapaciteit of andere. De integratie van verschillende processen die leidt tot efficiëntiewinst of automatisering van behuizing en assemblage is een voorbeeld van innovatie. Wat de winst op milieugebied betreft, omvatten innovatieve elementen het op een kwantificeerbare manier verminderen van de gebruikte hoeveelheid energie, water of chemische stoffen, of het verbeteren van de recyclebaarheid. Die innovatie-elementen zouden zowel op volwassen als op ultramoderne technologienodes van toepassing kunnen zijn. De innovatie mag nog niet daadwerkelijk aanwezig zijn in de Unie of de ontwikkeling ervan er nog niet toegezegd. Het kan bijvoorbeeld niet worden uitgesloten dat gelijkaardige innovaties op het gebied van onderzoek en ontwikkeling of van kleinschalige productie, in een later stadium als “pioniersfaciliteit” worden aangemerkt. De installatie van een nieuwe of substantieel verbeterde faciliteit zou kunnen leiden tot de kwalificatie als “pioniersfaciliteit”.

(33)

Als een open EU-gieterij productiecapaciteit aanbiedt aan ondernemingen die geen banden hebben met de exploitant van de faciliteit, moet zij een adequate en doeltreffende functionele scheiding vaststellen, toepassen en handhaven om de uitwisseling van vertrouwelijke informatie tussen interne en externe productie te voorkomen. Dat moet voor alle informatie gelden die tijdens het ontwerp en tijdens frontend- of backendfabricageprocessen wordt verkregen.

(34)

Om als faciliteiten voor geïntegreerde productie of open EU-gieterijen te worden aangemerkt, moet de oprichting van de faciliteit op middellange tot lange termijn een duidelijk positief effect hebben met overloopeffecten buiten de betrokken onderneming of de lidstaat op de waardeketen van halfgeleiders van de Unie, teneinde de leveringszekerheid en veerkracht van het halfgeleiderecosysteem te waarborgen en bij te dragen aan de tweeledige groene en digitale transitie van de Unie. Voor de kwalificatie als faciliteit voor geïntegreerde productie of open EU-gieterij kunnen uiteenlopende activiteiten in aanmerking worden genomen die gericht zijn op het creëren van positieve overloopeffecten. Het kan gaan om toegangverlening tot fabricage-installaties tegen een marktconforme vergoeding; verstrekking van Process Design Kits aan kleinere ontwerpbedrijven of aan het virtueel ontwerpplatform; verspreiding van de resultaten van hun onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten; onderzoekssamenwerking met Europese universiteiten en onderzoeksinstellingen; samenwerking met nationale instanties of instellingen voor onderwijs en beroepsopleiding om bij te dragen aan de ontwikkeling van vaardigheden; het bijdragen aan Uniebrede onderzoeksprojecten; of het bieden van specifieke ondersteuning aan start-ups en kmo’s. Het effect op verschillende lidstaten, ook wat betreft de cohesiedoelstellingen, moet worden beschouwd als een van de indicatoren voor een duidelijk positief effect van een faciliteit voor geïntegreerde productie of een open EU-gieterij op de waardeketen voor halfgeleiders in de Unie.

(35)

Het is belangrijk dat faciliteiten voor geïntegreerde productie en open EU-gieterijen niet worden onderworpen aan de extraterritoriale toepassing van door derde landen opgelegde openbaredienstverplichtingen die hun vermogen zouden kunnen ondermijnen om hun infrastructuur, software, diensten, faciliteiten, activa, middelen, intellectuele eigendom of knowhow te benutten om te voldoen aan de verplichting betreffende als prioritair aangemerkte bestellingen uit hoofde van deze verordening, waartoe zij zich zouden moeten verbinden.

(36)

Faciliteiten voor geïntegreerde productie en open EU-gieterijen moeten in het licht van de snelle ontwikkeling van halfgeleidertechnologieën en ter versterking van het toekomstige industriële concurrentievermogen van de Unie, onophoudelijk in de Unie in innovatie blijven investeren, opdat de halfgeleidertechnologie tastbaar beter wordt en technologie van de volgende generatie wordt voorbereid. In het licht hiervan moeten faciliteiten voor geïntegreerde productie en open EU-gieterijen nieuwe ontwikkelingen kunnen testen en kunnen experimenteren via voorkeurstoegang tot de proeflijnen van het initiatief op basis van versnelde aanvraagprocedures voor hun diensten. Een dergelijke voorkeurstoegang sluit de daadwerkelijke toegang tot de proeflijnen tegen eerlijke voorwaarden voor andere belangstellende ondernemingen, met name start-ups en kmo’s, niet uit, en staat deze niet in de weg.

(37)

Rekening houdend met het belang van gekwalificeerde en geschoolde arbeidskrachten voor de verwezenlijking van de doelstellingen van deze verordening, moeten faciliteiten voor geïntegreerde productie en open EU-gieterijen de doorstroming van talent in de Unie ondersteunen door opleidingen op het gebied van onderwijs en vaardigheden te ontwikkelen en in te zetten en door de pool van gekwalificeerde en geschoolde arbeidskrachten te vergroten.

(38)

Ten behoeve van een uniforme en transparante toekenningsprocedure voor de status van faciliteit voor geïntegreerde productie of van open EU-gieterij, moet het besluit tot toekenning van deze status door de Commissie worden vastgesteld nadat een onderneming of een consortium van verschillende ondernemingen een aanvraag heeft ingediend. De status moet openstaan voor zowel de bouw van een nieuwe productiefaciliteit voor halfgeleiders als de aanzienlijke schaalvergroting of de innovatieve transformatie van een bestaande productiefaciliteit voor halfgeleiders. Wegens het belang van een gecoördineerde en gezamenlijke uitvoering van de geplande faciliteit, moet de Commissie bij haar beoordeling rekening houden met de bereidwilligheid van een of meer lidstaten waar de aanvrager zijn faciliteiten wil vestigen, om de oprichting van dergelijke faciliteiten te ondersteunen. Bovendien kan de Commissie bij de beoordeling van de levensvatbaarheid van het bedrijfsplan rekening houden met de algemene staat van dienst van de aanvrager.

(39)

In het licht van de rechten die verbonden zijn aan de status als faciliteit voor geïntegreerde productie of open EU-gieterij, moet de Commissie controleren of faciliteiten waaraan die status is toegekend, aan de vereisten van deze verordening blijven voldoen. Is dit niet langer het geval, dan moet de Commissie het recht hebben om de status en, dienovereenkomstig, de aan deze status verbonden rechten opnieuw te onderzoeken en indien nodig in te trekken. Een besluit over de intrekking van de status mag pas worden genomen na overleg met de Europese Raad voor halfgeleiders en moet naar behoren worden gemotiveerd. Derhalve moet de onderneming die een faciliteit voor geïntegreerde productie of open EU-gieterij exploiteert, proactief om herziening van de duur van de status of uitvoeringsplannen kunnen verzoeken ingeval onvoorziene externe omstandigheden, zoals ernstige verstoringen met directe economische gevolgen voor de erkende faciliteit, mogelijk gevolgen hebben voor haar vermogen om aan de criteria te voldoen. Aangezien de meeste rechten verleend worden in de oprichtingsfase, moeten faciliteiten zelfs in geval van intrekking van de status verplicht blijven om als prioritair aangemerkte opdrachten uit te voeren, en wel voor de resterende tijd tot aan de verstrijking van de status.

(40)

Gezien hun belang voor de leveringszekerheid en voor een veerkrachtig halfgeleiderecosysteem, moeten faciliteiten voor geïntegreerde productie en open EU-gieterijen worden beschouwd als zijnde van algemeen belang. Het waarborgen van de leveringszekerheid van halfgeleiders is ook belangrijk voor de digitalisering, die de groene transitie van vele andere sectoren mogelijk maakt. Om investeringen aan te trekken in de halfgeleidersector van de Unie en bij te dragen tot de leveringszekerheid van halfgeleiders en de veerkracht van het halfgeleiderecosysteem van de Unie, kunnen de lidstaten steunmaatregelen toepassen, met inbegrip van stimulansen, en administratieve ondersteuning bieden in nationale vergunningsprocedures voor faciliteiten voor geïntegreerde productie en open EU-gieterijen. Dit doet geen afbreuk aan de bevoegdheid van de Commissie op het gebied van staatssteun uit hoofde van de artikelen 107 en 108 VWEU, indien van toepassing. Om de correcte en efficiënte toepassing van de staatssteunregels te waarborgen, heeft de Commissie in haar mededeling van 8 februari 2022, getiteld “Een chipverordening voor Europa”, reeds erkend dat er behoefte is aan een beoordeling per geval van staatssteun die wordt verleend aan geavanceerde faciliteiten voor de productie van halfgeleiders, teneinde de leveringszekerheid en de veerkracht van de toeleveringsketen van de Unie te waarborgen en tegelijkertijd aanzienlijke positieve gevolgen voor de bredere economie te genereren. Ook zullen de procedures voor de erkenning van faciliteiten voor geïntegreerde productie of open EU-gieterijen en voor de goedkeuring van staatssteun, indien van toepassing, parallel verlopen om het besluitvormingsproces te versnellen. De lidstaten moeten de oprichting van faciliteiten voor geïntegreerde productie en open EU-gieterijen ondersteunen overeenkomstig het Unierecht. Bij het nemen van steunmaatregelen voor faciliteiten voor geïntegreerde productie en open EU-gieterijen moeten de lidstaten kunnen overwegen niet-discriminerende vereisten vast te stellen met betrekking tot intellectuele bescherming en beveiliging, met inbegrip van cyberveiligheid, en vertrouwelijkheid, en zouden zij mitigatiemaatregelen kunnen aanbevelen om specifieke risico’s in verband met interferentie, gedwongen technologieoverdracht en diefstal van intellectuele eigendom door entiteiten uit derde landen aan te pakken.

(41)

Om de totstandbrenging van de nodige daarmee verband houdende ontwerpcapaciteiten aan te moedigen, kunnen de lidstaten dergelijke activiteiten ondersteunen overeenkomstig de staatssteunregels op basis van de artikelen 107 en 108 VWEU, ook uit hoofde van de kaderregeling betreffende staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie of Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie (14).

(42)

De faciliteiten voor geïntegreerde productie en open EU-gieterijen moeten zo snel mogelijk worden opgericht, waarbij de administratieve lasten tot een minimum worden beperkt. Daarom moeten de lidstaten aanvragen voor de planning, de bouw en de exploitatie van faciliteiten voor geïntegreerde productie en van open EU-gieterijen zo snel mogelijk behandelen. De lidstaten moeten een instantie kunnen aanwijzen die de vergunningsprocedures zal vereenvoudigen en coördineren, en die een coördinator zou kunnen benoemen die fungeert als enig aanspreekpunt voor het project. Indien nodig voor het verlenen van een afwijking uit hoofde van Richtlijn 92/43/EEG van de Raad (15) en Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad (16), kunnen de oprichting en de exploitatie van die faciliteiten bovendien worden beschouwd als zijnde van hoger openbaar belang in de zin van die richtlijnen, mits aan de overige voorwaarden van die bepalingen is voldaan. Dit laat de toepasselijkheid of uitvoering van ander milieurecht van de Unie onverlet.

(43)

Innovatieve hightechbedrijven worden steeds vaker blootgesteld aan praktijken die gericht zijn op het misbruiken van vertrouwelijke informatie, bedrijfsgeheimen en beschermde gegevens, zoals diefstal van intellectuele eigendom, onrechtmatig kopiëren, gedwongen technologieoverdracht, economische spionage of schending van vertrouwelijkheidsvereisten, van binnen, en met name van buiten de Unie. Recente ontwikkelingen, zoals toegenomen uitbesteding, langere mondiale waardeketens en een ruimere toepassing van informatie- en communicatietechnologie, dragen bij aan het toenemende risico van deze praktijken. Het onrechtmatig verkrijgen, gebruiken of openbaar maken van vertrouwelijke informatie, bedrijfsgeheimen en beschermde gegevens brengt de mogelijkheid in het gedrang om als pionier voordeel te halen uit innovatiegerelateerde inspanningen. Om de bescherming van vertrouwelijke informatie, bedrijfsgeheimen en beschermde gegevens te waarborgen, moet deze verordening worden uitgevoerd op een wijze die volledig in overeenstemming is met het Unie- en internationale kader voor de bescherming van gegevens en intellectuele eigendom en handhaving daarvan, waaronder Richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad (17), Richtlijnen 2004/48/EG en (EU) 2016/943, en Richtlijn (EU) 2019/790 van het Europees Parlement en de Raad (18). Om de belangrijkste risico’s in de toeleveringsketen verder aan te pakken, kunnen de lidstaten gebruikmaken van de in Richtlijn (EU) 2022/2555 van het Europees Parlement en de Raad (19) geboden mogelijkheid om gecoördineerde veiligheidsrisicobeoordelingen van kritieke toeleveringsketens uit te voeren, zoals uitgevoerd voor 5G-netwerken overeenkomstig Aanbeveling (EU) 2019/534 van de Commissie (20), met als doel per sector relevante dreigingen en kwetsbaarheden in kaart te brengen en maatregelen, mitigatieplannen en beste praktijken vast te stellen om kritieke afhankelijkheden, potentiële zwakke punten (“single points of failure”), bedreigingen, kwetsbaarheden en andere risico’s in verband met de toeleveringsketen tegen te gaan.

(44)

De interne markt zou veel baat hebben bij gemeenschappelijke normen voor groene, duurzaam gefabriceerde, betrouwbare en veilige chips. Slimme apparaten, systemen en connectiviteitsplatforms zullen in de toekomst afhankelijk zijn van geavanceerde halfgeleiderchips en zullen moeten voldoen aan voorschriften op het vlak van milieu, betrouwbaarheid en cyberbeveiliging, die grotendeels zullen afhangen van de kenmerken van de onderliggende technologie. Daartoe moet de Unie referentiecertificeringsprocedures ontwikkelen en de industrie verzoeken om gezamenlijk dergelijke procedures te ontwikkelen voor specifieke sectoren en technologieën die grote sociale impact kunnen hebben.

(45)

In het licht hiervan moet de Commissie, in overleg met de Europese Raad voor halfgeleiders en met de nodige betrokkenheid van de belanghebbenden, vaststellen welke sectoren en producten afhankelijk zijn van of intensief gebruikmaken van halfgeleidertechnologieën en die behoefte hebben aan gecertificeerde groene, betrouwbare en veilige chips. De vaststelling van dergelijke sectoren en producten zou de toepassing van Europese en internationale normen voor risicobeheer kunnen stimuleren.

(46)

In het licht van de complexiteit van de toeleveringsketen voor halfgeleiders en het risico van toekomstige tekorten moet deze verordening in instrumenten voorzien voor een gecoördineerde aanpak van het strategisch inventariseren en monitoren van de halfgeleidersector en een doeltreffende, evenredige aanpak van mogelijke marktverstoringen.

(47)

Het doel van een strategische inventarisatie van de halfgeleidersector moet erin bestaan een analyse te verstrekken van de sterke en zwakke punten van de Unie in de mondiale halfgeleidersectoren, teneinde een basis voor maatregelen ter waarborging van de leveringszekerheid en de veerkracht van het halfgeleiderecosysteem van de Unie te verschaffen. Daartoe moet bij het strategisch inventariseren worden vastgesteld welke factoren, zoals belangrijke producten en kritieke infrastructuren op de interne markt, afhankelijk zijn van de levering van halfgeleiders, de belangrijkste gebruikerssectoren en hun huidige en verwachte behoeften, belangrijke segmenten van de toeleveringsketen voor halfgeleiders van de Unie, technologische kenmerken, afhankelijkheid van technologie en leveranciers uit derde landen, en knelpunten in de halfgeleidersector van de Unie, de huidige en verwachte behoeften aan vaardigheden en toegang tot gekwalificeerde arbeidskrachten en, in voorkomend geval, het potentiële effect van de maatregelen van het instrumentarium voor noodsituaties. De strategische inventarisatie moet gebaseerd zijn op openbaar en commercieel beschikbare gegevens en, indien nodig, op gegevens die zijn verkregen via vrijwillige informatieverzoeken aan ondernemingen, in overleg met de Europese Raad voor halfgeleiders.

(48)

Om toekomstige verstoringen van de verschillende stadia van de waardeketen voor halfgeleiders en de handel in de Unie te kunnen voorspellen en erop voorbereid te zijn, moet de Commissie, bijgestaan door de Europese Raad voor halfgeleiders en op basis van de resultaten van de strategische inventarisatie, een lijst van indicatoren voor vroegtijdige waarschuwing vaststellen en ontwikkelen. Dergelijke indicatoren kunnen onder meer betrekking hebben op atypische toenames van de aanlooptijd, de beschikbaarheid van de nodige grondstoffen en halffabricaten en het nodige menselijke kapitaal voor de productie van halfgeleiders, geschikte productieapparatuur, de voorspelde vraag naar halfgeleiders op de Uniemarkt en de wereldmarkt, prijsstijgingen die normale prijsschommelingen overstijgen, de gevolgen van ongevallen, aanvallen, natuurrampen of andere ernstige gebeurtenissen, het effect van handelsbeleid, tarieven, uitvoerbeperkingen, handelsbelemmeringen en andere handelsgerelateerde maatregelen, en het effect van bedrijfssluitingen, bedrijfsmigratie of overnames van cruciale marktdeelnemers. De monitoringactiviteiten van de Commissie moeten gericht zijn op deze indicatoren voor vroegtijdige waarschuwing.

(49)

Gezien de complexe, snel evoluerende en onderling verbonden waardeketens voor halfgeleiders met daarin verschillende spelers, is een gecoördineerde benadering van monitoring vereist om de risico’s die de levering van halfgeleiders kunnen benadelen, te beperken, en om de dynamiek van de waardeketen voor halfgeleiders beter te begrijpen. De Commissie moet in overleg met de Europese Raad voor halfgeleiders toezicht houden op de waardeketen voor halfgeleiders, met bijzondere aandacht voor indicatoren voor vroegtijdige waarschuwing en op basis van de vaststelling van beste praktijken voor risicobeperking en meer transparantie in de waardeketen voor halfgeleiders, op zodanige wijze dat dit geen buitensporige administratieve lasten voor ondernemingen, en met name kmo’s, met zich meebrengt.

(50)

Om de lasten voor ondernemingen die aan dit toezicht meewerken tot een minimum te beperken en ervoor te zorgen dat de verkregen informatie zinvol wordt verwerkt, moet de Commissie voorzien in gestandaardiseerde en veilige middelen voor het verzamelen van informatie. Deze middelen moeten ervoor zorgen dat alle verzamelde informatie vertrouwelijk wordt behandeld, waarbij het zakengeheim en de cyberbeveiliging worden gewaarborgd.

(51)

Belangwekkende bevindingen, waaronder door belanghebbenden en brancheorganisaties verstrekte informatie, moeten aan de Europese Raad voor halfgeleiders worden verstrekt om de regelmatige uitwisseling van informatie en de opname van de informatie in een monitoringoverzicht van de waardeketen voor halfgeleiders mogelijk te maken.

(52)

De nationale bevoegde instanties van de lidstaten moeten ten behoeve van die monitoringactiviteiten een contactlijst opstellen van alle relevante op hun nationale grondgebied gevestigde ondernemingen die actief zijn in de toeleveringsketen voor halfgeleiders. Aan de hand van die lijst moeten geschikte personen kunnen worden gevonden om vrijwillige informatieverzoeken te beantwoorden. De lijst hoeft niet uitputtend zijn. De lijst moet worden behandeld met volledige inachtneming van de toepasselijke vertrouwelijkheidsregels.

(53)

De beschikbaarheid van voldoende personele, financiële en technische middelen zou een efficiënte uitvoering van de taken uit hoofde van deze verordening mogelijk maken en bijdragen aan de verwezenlijking van de in deze verordening vastgestelde doelstellingen. Onverminderd de begrotingsprocedure en haar administratieve autonomie, moet de Commissie daarom optimaal gebruikmaken van de middelen om ervoor te zorgen dat zij haar taken doeltreffend kan verrichten en haar bevoegdheden uit hoofde van deze verordening kan uitoefenen.

(54)

Een aantal ondernemingen die halfgeleiderdiensten of -goederen leveren, wordt geacht essentieel te zijn voor een doeltreffende toeleveringsketen voor halfgeleiders in het halfgeleiderecosysteem van de Unie wegens het aantal ondernemingen in de Unie dat van hun producten afhankelijk is, hun aandeel in de Unie- of wereldmarkt, hun belang om een toereikend leveringsniveau te waarborgen of de mogelijke gevolgen van een verstoorde levering van hun producten of diensten. De lidstaten moeten die cruciale marktdeelnemers op hun grondgebieden in samenwerking met de Commissie in kaart brengen.

(55)

Uit hoofde van artikel 4 van Verordening (EU) 2019/452 kunnen de lidstaten en de Commissie bij het bepalen of een buitenlandse directe investering waarschijnlijk gevolgen heeft voor de veiligheid of de openbare orde, rekening houden met de mogelijke gevolgen voor kritieke technologie en producten voor tweeërlei gebruik zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 1, van Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad (21), waaronder halfgeleiders.

(56)

In het kader van de monitoring moeten de lidstaten specifiek oog hebben voor de integriteit van de activiteiten van cruciale marktdeelnemers. Dergelijke kwesties zouden door de betrokken lidstaat onder de aandacht van de Europese Raad voor halfgeleiders kunnen worden gebracht.

(57)

Om te kunnen anticiperen op potentiële tekorten, moeten de nationale bevoegde instanties de Commissie inlichten als zij kennis krijgen van een risico op ernstige verstoring van de levering van halfgeleiders of als zij beschikken over concrete en betrouwbare informatie over andere desbetreffende risicofactoren of gebeurtenissen die zich voordoen. Met het oog op een gecoördineerde aanpak moet de Commissie, wanneer zij kennis krijgt van een risico van ernstige verstoring van de levering van halfgeleiders of beschikt over concrete of betrouwbare informatie over andere desbetreffende risicofactoren of gebeurtenissen die zich voordoen, na waarschuwing of van internationale partners, een buitengewone vergadering van de Europese Raad voor halfgeleiders bijeenroepen om de ernst van de verstoringen en het eventueel inleiden van de procedure voor het activeren van de crisisfase te bespreken, en na te gaan of het passend, noodzakelijk en evenredig kan zijn dat de lidstaten als preventieve maatregel gecoördineerde gezamenlijke aanbestedingen doen, en een dialoog aangaan met belanghebbenden voor de vaststelling, voorbereiding en mogelijke coördinatie van dergelijke preventieve maatregelen. De Europese Raad voor halfgeleiders en de Commissie moeten in het kader van die dialoog rekening houden met de standpunten van belanghebbenden in de waardeketen voor halfgeleiders. De Commissie moet overleggen en samenwerken met betrokken derde landen om verstoringen van de toeleveringsketen gezamenlijk aan te pakken, overeenkomstig de internationale verplichtingen en onverminderd de procedurele vereisten.

(58)

De crisisfase moet worden geactiveerd als er concrete, ernstige en betrouwbare aanwijzingen voor een halfgeleidercrisis zijn. Een halfgeleidercrisis doet zich voor in het geval van ernstige verstoringen bij de levering van halfgeleiders of ernstige belemmeringen voor de handel in halfgeleiders binnen de Unie die leiden tot aanzienlijke tekorten aan halfgeleiders, halffabricaten of grondstoffen of verwerkte materialen, en dergelijke aanzienlijke tekorten verhinderen de levering, reparatie en onderhoud van essentiële producten die door kritieke sectoren worden gebruikt, zoals medische en diagnostische apparatuur, voor zover dit ernstige nadelige gevolgen zou hebben voor de werking van de kritieke sectoren als gevolg van hun impact op de samenleving, de economie en de veiligheid van de Unie.

(59)

Om een flexibele en doeltreffende respons op een dergelijke halfgeleidercrisis te waarborgen, moet de Commissie, indien zij kennis krijgt van een potentiële halfgeleidercrisis, beoordelen of aan de voorwaarden voor activering van de crisisfase is voldaan. Indien deze beoordeling concrete, ernstige en betrouwbare aanwijzingen voor een halfgeleidercrisis oplevert, moet de Commissie bij de Raad een voorstel kunnen indienen om de crisisfase te activeren voor een vooraf bepaalde periode van maximaal twaalf maanden, rekening houdend met het advies van de Europese Raad voor halfgeleiders. De Commissie moet oordelen of de crisisfase moet worden verlengd of vroegtijdig worden beëindigd, en als dat het geval is, een dergelijke procedure inleiden, rekening houdend met het advies van de Europese Raad voor halfgeleiders.

(60)

Aangezien activering van de crisisfase en mogelijke naar aanleiding daarvan getroffen maatregelen gevoelige materie zijn, onder meer gezien de mogelijk aanzienlijke gevolgen van dergelijke maatregelen voor private ondernemingen in de Unie, moet aan de Raad de bevoegdheid worden verleend om ingeval van een halfgeleidercrisis een uitvoeringshandeling vast te stellen tot activering, verlenging en beëindiging van de crisisfase.

(61)

Nauwe samenwerking tussen de Commissie en de lidstaten en coördinatie van alle nationale maatregelen die met betrekking tot de toeleveringsketen voor halfgeleiders worden getroffen, zijn onontbeerlijk om tijdens de crisisfase verstoringen met de nodige samenhang, veerkracht en doeltreffendheid aan te pakken. Indien nodig moet de Europese Raad voor halfgeleiders daartoe buitengewone vergaderingen houden. De getroffen maatregelen moeten strikt beperkt blijven tot de duur van de crisisfase.

(62)

Met het oog op een snelle, efficiënte en gecoördineerde respons van de Unie op een halfgeleidercrisis is het noodzakelijk om de Commissie en de lidstaten via de Europese Raad voor halfgeleiders tijdig actuele informatie te bezorgen over de zich ontwikkelende operationele situatie en te waarborgen dat doeltreffende maatregelen kunnen worden genomen om de levering van halfgeleiders aan de getroffen kritieke sectoren veilig te stellen. Als de crisisfase wordt geactiveerd, moeten passende, doeltreffende en evenredige maatregelen worden vastgesteld en uitgevoerd, zonder afbreuk te doen aan mogelijke verdere internationale contacten met relevante partners om de veranderende crisissituatie op te vangen. Indien nodig moet de Commissie ondernemingen in de toeleveringsketen van halfgeleiders om informatie verzoeken. Voorts moet de Commissie, waar nodig en evenredig, van faciliteiten voor geïntegreerde productie en open EU-gieterijen kunnen eisen dat zij een bestelling voor de productie van in een crisis relevante producten aanvaarden en prioriteren, en kunnen optreden als aankoopcentrale als de lidstaten daartoe de opdracht geven. De Commissie moet de maatregelen beperken tot bepaalde kritieke sectoren. De Europese Raad voor halfgeleiders kan ook passende en doeltreffende maatregelen beoordelen en daarover advies uitbrengen. Daarnaast kan de Europese Raad voor halfgeleiders advies uitbrengen over de noodzaak om beschermende maatregelen uit te vaardigen overeenkomstig Verordening (EU) 2015/479 van het Europees Parlement en de Raad (22). Het gebruik van al die noodmaatregelen moet evenredig zijn en beperkt blijven tot wat noodzakelijk is om de halfgeleidercrisis aan te pakken in het belang van de Unie. De Commissie moet het Europees Parlement en de Raad regelmatig informeren over de getroffen maatregelen en de onderliggende redenen. De Commissie kan, na overleg met de Europese Raad voor halfgeleiders, nadere richtsnoeren verstrekken over de invoering en de toepassing van noodmaatregelen.

(63)

Sommige sectoren zijn kritiek voor de goede werking van de interne markt. Voor de toepassing van deze verordening moeten die kritieke sectoren in een lijst in een bijlage bij deze verordening worden opgenomen. Die lijst moet worden beperkt tot de sectoren en subsectoren die zijn opgenomen in de bijlage bij Richtlijn (EU) 2022/2557 van het Europees Parlement en de Raad (23), in de op 19 september 2023 van kracht zijnde versie, met toevoeging van de sectoren defensie en veiligheid op basis van hun belangrijke rol voor het waarborgen van vitale maatschappelijke functies. Bepaalde maatregelen mogen alleen worden vastgesteld om de levering aan kritieke sectoren veilig te stellen. De Commissie kan de noodmaatregelen beperken tot een aantal van die sectoren of tot bepaalde delen daarvan als de halfgeleidercrisis de werking ervan heeft verstoord of dreigt te verstoren.

(64)

Doel van het verzoek om informatieverstrekking door in de Unie gevestigde ondernemingen in de toeleveringsketen voor halfgeleiders tijdens de crisisfase, is de halfgeleidercrisis nauwkeurig te kunnen analyseren of mogelijke beperkende of noodmaatregelen op nationaal of Unieniveau vast te stellen en voor te bereiden. Het kan gaan om informatie over productievermogen, productiecapaciteit, primaire verstoringen en knelpunten. Die aspecten kunnen onder meer betrekking hebben op de typische en actuele voorraad van in een crisis relevante producten in productiefaciliteiten in de Unie alsmede productiefaciliteiten in derde landen waarin die ondernemingen opereren, waarmee zij contracten afsluiten of waaruit zij voorraden aankopen; de typische en actuele gemiddelde aanlooptijd voor de meest gangbare gefabriceerde producten; de verwachte productie voor de volgende drie maanden voor elke productiefaciliteit in de Unie; of redenen die het benutten van de volledige productiecapaciteit in de weg staan. Dergelijke informatie dient beperkt te blijven tot hetgeen noodzakelijk is om een analyse te kunnen maken van de aard van de halfgeleidercrisis of van mogelijke beperkende of noodmaatregelen op Unieniveau of nationaal niveau. Informatieverzoeken mogen niet ertoe leiden dat informatie wordt verstrekt waarvan de openbaarmaking strijdig is met de nationale veiligheidsbelangen van de lidstaten. Welke informatie er concreet opgevraagd moet worden, kan worden bepaald aan de hand van voorafgaand advies van een representatief aantal relevante ondernemingen dat zich vrijwillig laat raadplegen, in samenwerking met de Europese Raad voor halfgeleiders. Elk verzoek moet evenredig zijn en rekening houden met de legitieme doelstellingen van de onderneming en de nodige kosten en inspanningen om de gegevens beschikbaar te stellen; er moet een passende termijn worden vastgesteld voor het verstrekken van de informatie. Ondernemingen moeten worden verplicht om aan het verzoek te voldoen en kunnen worden beboet als zij dat niet doen of foute informatie verstrekken. De verkregen informatie mag uitsluitend worden gebruikt voor de toepassing van deze verordening en valt onder de geheimhoudingsregels. Teneinde de lidstaat waar de onderneming zijn productielocatie heeft ten volle te betrekken, doet de Commissie onverwijld een kopie van het informatieverzoek toekomen aan de nationale bevoegde instantie en deelt zij, indien die instantie daarom verzoekt, de verkregen informatie op beveiligde wijze met die bevoegde instantie. Als een onderneming een verzoek ontvangt om informatie over haar halfgeleideractiviteiten vanuit een derde land, moet zij de Commissie daarvan in kennis stellen, opdat de Commissie kan beoordelen of een verzoek om informatie door de Commissie gerechtvaardigd is.

(65)

Als laatste middel om te waarborgen dat kritieke sectoren tijdens een crisis kunnen blijven opereren en uitsluitend als dit daartoe noodzakelijk en evenredig is, zouden faciliteiten voor geïntegreerde productie en open EU-gieterijen door de Commissie kunnen worden verplicht om bestellingen van in een crisis relevante producten te aanvaarden en voorrang te geven. Als prioritair aangemerkte bestellingen moeten bestemd zijn voor entiteiten uit kritieke sectoren of voor ondernemingen die leveren aan kritieke sectoren waarvan de activiteiten als gevolg van het tekort verstoord zijn of verstoord dreigen te worden. Om ervoor te zorgen dat als prioritair aangemerkte bestellingen uitsluitend daar gebruikt worden waar ze nodig zijn, moeten ze uitsluitend bestemd worden voor begunstigden die, na risicobeperkende maatregelen te hebben getroffen, niet in staat waren om bijvoorbeeld via hun aanbestedingspraktijken de gevolgen van het tekort te voorkomen of het met andere middelen, zoals het aanspreken van bestaande voorraden, te beperken. Die verplichting kan ook worden uitgebreid tot productiefaciliteiten voor halfgeleiders die in het kader van door hen ontvangen overheidssteun van een dergelijke mogelijkheid gebruikgemaakt hebben, indien die overheidssteun bedoeld is om het vermogen om de productiecapaciteit op te voeren, te vergroten. Het besluit over een als prioritair aangemerkte bestelling moet worden genomen overeenkomstig alle toepasselijke wettelijke verplichtingen van de Unie, rekening houdend met de omstandigheden van het geval. De verplichting moet voorrang krijgen op elke privaatrechtelijke of publiekrechtelijke prestatieverplichting, maar er moet rekening worden gehouden met de legitieme doelstellingen van de ondernemingen en met de nodige kosten en inspanningen voor elke verandering in de productiesequentie. Elke als prioritair aangemerkte bestelling moet tegen een eerlijke en redelijke prijs worden geplaatst. Die prijs kan worden berekend op basis van de gemiddelde marktprijzen in de afgelopen jaren, mits eventuele verhogingen worden gemotiveerd, bijvoorbeeld rekening houdend met inflatie of stijgende energiekosten. Ondernemingen kunnen aan sancties worden onderworpen als zij de verplichting om als prioritair aangemerkte bestellingen te aanvaarden, niet nakomen.

(66)

Het kan voor de Commissie, bijgestaan door de Europese Raad voor halfgeleiders en de lidstaten nuttig zijn om ingeval van faciliteiten die een als prioritair aangemerkte bestelling uitvoeren, ten aanzien van de uitvoering van die bestelling beste praktijken uit te wisselen, waaronder beste administratieve praktijken.

(67)

De onderneming in kwestie moet worden verplicht om een als prioritair aangemerkte bestelling te aanvaarden en daaraan voorrang te geven. Om ervoor te zorgen dat als prioritair aangemerkte bestellingen aansluiten op de capaciteiten en de productieportefeuille van de faciliteit, moet de Commissie deze de gelegenheid bieden zich over de haalbaarheid en de details van de als prioritair aangemerkte bestelling uit te spreken. De Commissie mag als prioritair aangemerkte bestellingen niet plaatsen ingeval de faciliteit wegens gebrek aan productievermogen of productiecapaciteit of om technische redenen de bestelling niet produceren kan, ook niet als die geprioriteerd wordt, of ingeval de faciliteit het product niet levert of de dienst niet verricht, of omdat de bestelling een onredelijke economische last zou betekenen voor de onderneming, bijvoorbeeld in de vorm van een substantieel risico voor de bedrijfscontinuïteit.

(68)

De Commissie moet ten behoeve van een transparant en duidelijk uitvoeringskader voor als prioritair aangemerkte bestellingen, de bevoegdheid krijgen een uitvoeringshandeling vast te stellen met de nodige praktische en operationele regelingen. Die uitvoeringshandeling moet waarborgen bevatten voor de naleving van de beginselen van noodzakelijkheid en evenredigheid bij de uitvoering van als prioritair aangemerkte bestellingen, zoals een mechanisme dat rekening houdt met bestaande bestellingen en een mechanisme waardoor de volumes aan als prioritair aangemerkte bestellingen niet onnodig groot worden.

(69)

In de uitzonderlijke omstandigheid dat een onderneming in de toeleveringsketen voor halfgeleiders in de Unie een als prioritair aangemerkte bestelling krijgt vanuit een derde land, moet zij de Commissie daarvan in kennis stellen zodat kan worden beoordeeld of, indien sprake is van aanzienlijke gevolgen voor de leveringszekerheid in kritieke sectoren en er aan de andere vereisten inzake noodzakelijkheid, evenredigheid en wettigheid is voldaan, de Commissie eveneens een verplichting tot het uitvoeren van een als prioritair aangemerkte bestelling moet opleggen.

(70)

Gezien het belang van de leveringszekerheid voor kritieke sectoren die vitale maatschappelijke functies vervullen, mag de naleving van de verplichting om een als prioritair aangemerkte bestelling uit te voeren, geen aansprakelijkheid voor schade jegens derden inhouden voor inbreuken op contractuele verplichtingen die het gevolg kunnen zijn van de noodzakelijke tijdelijke wijziging van de operationele processen van de desbetreffende fabrikant, beperkt tot de mate waarin de inbreuk op de contractuele verplichtingen noodzakelijk was om aan de opgelegde prioriteit te voldoen. Ondernemingen die voor een als prioritair aangemerkte bestelling in aanmerking komen, moeten in de voorwaarden van hun commerciële contracten op die mogelijkheid anticiperen. Onverminderd de toepasselijkheid van andere bepalingen laat deze vrijstelling de in Richtlijn 85/374/EEG van de Raad (24) bepaalde aansprakelijkheid voor producten met gebreken onverlet.

(71)

De verplichting om voorrang te geven aan de productie van bepaalde producten, eerbiedigt de wezenlijke inhoud van de in artikel 16 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (het “Handvest”) vastgelegde vrijheid van ondernemerschap en contractvrijheid en het in artikel 17 van het Handvest vastgelegde recht op eigendom, en tast die niet onevenredig aan. Elke beperking van die rechten in deze verordening zal, overeenkomstig artikel 52, lid 1, van het Handvest, bij wet worden gesteld, de wezenlijke inhoud van die rechten en vrijheden eerbiedigen en in overeenstemming zijn met het evenredigheidsbeginsel.

(72)

Als de crisisfase wordt geactiveerd, kunnen twee of meer lidstaten de Commissie de opdracht geven de vraag te bundelen en namens hen op te treden voor overheidsopdrachten in het algemeen belang, overeenkomstig de bestaande regels en procedures van de Unie, en zo haar koopkracht benutten. Gemeenschappelijke aankopen mogen alleen worden gebruikt om iets te doen tegen verstoringen van de toeleveringsketen van halfgeleiders tijdens een crisis. De opdracht zou de Commissie kunnen machtigen om overeenkomsten te sluiten voor de aankoop van in een crisis relevante producten voor bepaalde kritieke sectoren. De Commissie moet in overleg met de Europese Raad voor halfgeleiders voor elk verzoek het nut, de noodzaak en de evenredigheid beoordelen. Als zij niet van plan is het verzoek in te willigen, moet zij de betrokken lidstaten en de Europese Raad voor halfgeleiders daarvan in kennis stellen en de redenen daarvoor vermelden. De procedurele details moeten worden vastgelegd in een overeenkomst tussen de Commissie en de deelnemende lidstaten, met inbegrip van de redenen voor de toepassing van het mechanisme voor gezamenlijke aankoop en de verbintenissen die worden aangegaan. Een dergelijke overeenkomst kan het aantal te sluiten contracten bevatten en de voorwaarden voor de gemeenschappelijke aankopen, zoals prijzen, leveringstermijnen, hoeveelheden, en opt-in- of opt-out-clausules. Voor de gemeenschappelijke aankopen kan ofwel één enkel contract worden ondertekend dat de behoeften van alle lidstaten dekt, ofwel meerdere contracten die elk in de behoeften van een of meer lidstaten voorzien. Voorts moeten de deelnemende lidstaten het recht hebben vertegenwoordigers aan te wijzen om richtsnoeren en advies te verstrekken tijdens de aanbestedingsprocedures en de onderhandelingen over de aankoopovereenkomsten. De uitrol, het gebruik en de doorverkoop van aangekochte producten moeten onder de bevoegdheid van de deelnemende lidstaten blijven.

(73)

Tijdens een crisis door een tekort aan halfgeleiders kan het noodzakelijk worden dat de Unie beschermende maatregelen overweegt. De Europese Raad voor halfgeleiders moet zijn standpunt kenbaar kunnen maken ter onderbouwing van de beoordeling door de Commissie van de vraag of de marktsituatie een aanzienlijk tekort aan essentiële producten inhoudt op grond van Verordening (EU) 2015/479.

(74)

Onverminderd deze verordening moet voor de Europese Raad voor halfgeleiders het institutionele kader voor deskundigengroepen gelden, waaronder de regels inzake transparantie voor de entiteit en haar subgroepen. De Europese Raad voor halfgeleiders moet de Commissie adviseren en bijstaan bij specifieke kwesties. Tot die kwesties moeten behoren: het verstrekken van advies over het initiatief aan de raad van overheidsinstanties van de Gemeenschappelijke Onderneming “Chips”; uitwisseling van informatie over de werking van de faciliteiten voor geïntegreerde productie en de open EU-gieterijen; het bespreken en voorbereiden van het in kaart brengen van specifieke sectoren en technologieën met een potentieel grote sociale impact en veiligheidsbelang waarvoor een certificering voor betrouwbare producten nodig is, en het aanpakken van gecoördineerde monitoring en crisisrespons. Voorts moet de Europese Raad voor halfgeleiders de consistente toepassing van deze verordening waarborgen, en de samenwerking tussen de lidstaten en de uitwisseling van informatie over kwesties in verband met deze verordening vergemakkelijken. Ook moet de Europese Raad voor halfgeleiders, met passende betrokkenheid van belanghebbenden, van gedachten wisselen met de Commissie over de vraag hoe met betrekking tot de halfgeleidersector het best gezorgd kan worden voor een doeltreffende bescherming en handhaving van intellectuele-eigendomsrechten, vertrouwelijke informatie en bedrijfsgeheimen. De Europese Raad voor halfgeleiders moet de Commissie ondersteunen bij internationale samenwerking in overeenstemming met internationale verplichtingen. De Europese Raad voor halfgeleiders moet dienen als discussieforum over onder meer de vraag hoe de samenwerking in de mondiale waardeketen voor halfgeleiders kan worden versterkt, onverminderd de prerogatieven van het Europees Parlement en de Raad overeenkomstig de Verdragen. Daartoe moet de Europese Raad voor halfgeleiders rekening houden met de standpunten van de industriële alliantie op het gebied van processoren en halfgeleidertechnologieën en andere belanghebbenden. Daarnaast moet die Raad coördineren, samenwerken en informatie uitwisselen met andere structuren voor crisisrespons en crisisparaatheid van de Unie met het oog op een coherente en gecoördineerde aanpak van de Unie met betrekking tot crisisrespons- en crisisparaatheidsmaatregelen voor halfgeleidercrises.

(75)

De Europese Raad voor halfgeleiders moet worden voorgezeten door een vertegenwoordiger van de Commissie. Elke lidstaat dient ten minste één vertegenwoordiger op hoog niveau in de Europese Raad voor halfgeleiders te benoemen. De lidstaten kunnen ook verschillende vertegenwoordigers voor de verschillende taken van de Europese Raad voor halfgeleiders benoemen, afhankelijk van bijvoorbeeld welk deel van deze verordening op een vergadering van de Europese Raad voor halfgeleiders wordt besproken. Voor het inwinnen van belangrijk advies over de activiteiten van de Europese Raad voor halfgeleiders en voor een passende betrokkenheid van belanghebbenden, moet de voorzitter subgroepen kunnen oprichten en moet hij of zij het recht hebben werkafspraken te maken door deskundigen en waarnemers uit te nodigen die op ad-hocbasis aan de vergaderingen deelnemen, of om in zijn subgroepen belanghebbenden, en dan met name organisaties die de belangen van de halfgeleiderindustrie van de Unie vertegenwoordigen, zoals de industriële alliantie op het gebied van processoren en halfgeleidertechnologieën, uit te nodigen als waarnemers.

(76)

De Europese Raad voor halfgeleiders moet apart vergaderen over zijn taken in verband met het initiatief en over zijn taken op het gebied van leveringszekerheid en veerkracht, alsmede monitoring en crisisrespons. De lidstaten moeten streven naar een effectieve en efficiënte samenwerking in de Europese Raad voor halfgeleiders. De voorzitter moet uitwisselingen tussen de Europese Raad voor halfgeleiders en andere organen, bureaus, agentschappen en deskundigen- en adviesgroepen van de Unie kunnen faciliteren. Gezien het belang van de levering van halfgeleiders voor andere sectoren en de daaruit voortvloeiende behoefte aan coördinatie, moet de voorzitter ervoor zorgen dat andere instellingen en organen van de Unie als waarnemers deelnemen aan de vergaderingen van de Europese Raad voor halfgeleiders waar dat relevant en passend is in verband met het bij deze verordening ingestelde monitoring- en crisisresponsmechanisme. Om de werkzaamheden na de uitvoering van Aanbeveling (EU) 2022/210 van de Commissie (25) voort te zetten en te benutten, moet de Europese Raad voor halfgeleiders de taken van de Europese deskundigengroep voor halfgeleiders uitvoeren. Zodra de Europese Raad voor halfgeleiders operationeel is, moet die deskundigengroep ophouden te bestaan.

(77)

De lidstaten zullen een sleutelrol spelen bij de toepassing en handhaving van deze verordening. In dat verband moet elke lidstaat een of meer nationale bevoegde instanties aanwijzen die verantwoordelijk is of zijn voor de doeltreffende uitvoering van deze verordening en ervoor zorgen dat die autoriteiten over voldoende bevoegdheden en middelen beschikken. De lidstaten kunnen een of meer bestaande autoriteiten aanwijzen. Om de efficiëntie van de organisatie in de lidstaten te vergroten en een officieel contactpunt in te stellen voor het publiek en andere tegenhangers op het niveau van de Unie en de lidstaten, met inbegrip van de Commissie en de Europese Raad voor halfgeleiders, moet elke lidstaat onder de instanties die hij uit hoofde van deze verordening als bevoegde instantie aanwijst, één nationaal contactpunt aanwijzen dat verantwoordelijk is voor de coördinatie van kwesties in verband met deze verordening en voor grensoverschrijdende samenwerking met bevoegde instanties van andere lidstaten.

(78)

Voor een betrouwbare en constructieve samenwerking van bevoegde instanties op Unie- en nationaal niveau moeten alle partijen die betrokken zijn bij de toepassing van deze verordening, de vertrouwelijkheid van de bij de uitvoering van hun taken verkregen informatie en gegevens eerbiedigen, met name om intellectuele-eigendomsrechten, gevoelige bedrijfsinformatie en bedrijfsgeheimen te beschermen. Alle bij de aanvraag tot erkenning als faciliteit voor geïntegreerde productie of open EU-gieterij verkregen informatie in het kader van informatieverzoeken of kennisgevingsverplichtingen uit hoofde van deze verordening mag uitsluitend gebruikt worden voor de doeleinden van deze verordening en valt onder de geheimhoudingsplicht overeenkomstig artikel 339 VWEU, alsook onder de interne voorschriften van de Commissie inzake de veilige verwerking van gegevens, met name Besluit (EU, Euratom) 2015/443 van de Commissie (26). De Commissie en de nationale bevoegde instanties, hun ambtenaren, personeelsleden en andere personen die onder het toezicht van deze autoriteiten werken, alsmede ambtenaren en personeelsleden van andere autoriteiten van de lidstaten moeten de vertrouwelijkheid van de bij de uitvoering van hun taken en activiteiten verkregen informatie waarborgen. Dat moet ook gelden voor de Europese Raad voor halfgeleiders en het halfgeleidercomité die bij deze verordening worden opgericht. In voorkomend geval moet de Commissie uitvoeringshandelingen kunnen vaststellen tot nadere bepaling van de praktische regelingen voor de behandeling van vertrouwelijke informatie in het kader van de verzameling van informatie.

(79)

De naleving van de uit hoofde van deze verordening opgelegde verplichtingen moet door middel van geldboeten en dwangsommen kunnen worden afgedwongen. Daartoe moeten er passende geldboeten worden ingesteld voor niet-inwilliging van informatieverzoeken en niet-naleving van kennisgevingsverplichtingen uit hoofde van deze verordening, ermee rekening houdend dat bij de ene verplichting niet-naleving niet even ernstig is als bij de andere, en er voorzien moet worden in lagere maxima voor kmo’s. Voorts moeten er dwangsommen worden ingesteld voor niet-naleving van de verplichting om als prioritair aangemerkte bestellingen te aanvaarden en uit te voeren. Die dwangsommen moeten evenredig zijn en een afspiegeling vormen van de marktprijzen gedurende de voorgaande 90 dagen, waarbij voor kmo’s lagere maxima dienen te gelden. Naast de verjaringstermijnen voor de uitvoering van sancties moeten verjaringstermijnen gelden voor het opleggen van geldboeten en dwangsommen. Bovendien moet de Commissie de desbetreffende onderneming of representatieve organisaties van ondernemingen het recht geven te worden gehoord.

(80)

Teneinde rekening te houden met technologische veranderingen en marktontwikkelingen, te zorgen voor doeltreffende uitvoering en evaluatie van het initiatief en gedetailleerde regels vast te leggen voor het label van excellente ontwerpcentra, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 VWEU handelingen vast te stellen teneinde deze verordening te wijzigen ten aanzien van de door het initiatief ondersteunde acties op een wijze die strookt met de doelstellingen van het initiatief en ten aanzien van de meetbare indicatoren voor de monitoring van de uitvoering van het initiatief en voor de verslaglegging over de voortgang ervan bij de verwezenlijking van de doelstellingen ervan alsook teneinde deze verordening aan te vullen door de vaststelling van de aanvraagprocedure en de vereisten en voorwaarden voor de toekenning, monitoring en intrekking van het label van excellente ontwerpcentra. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven (27). Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen.

(81)

Teneinde te zorgen voor uniforme voorwaarden voor de uitvoering van deze verordening moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden verleend met betrekking tot de selectie van ECIC’s, opdat de doelstellingen van het initiatief worden verwezenlijkt tot vaststelling van praktische en operationele regelingen voor het functioneren van als prioritair aangemerkte bestellingen, alsmede tot nadere bepaling van de praktische regelingen voor de behandeling van vertrouwelijke informatie. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011 (28).

(82)

Daar de doelstelling van deze verordening, namelijk de vaststelling van een kader voor de versterking van het halfgeleiderecosysteem op Unieniveau, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt, maar vanwege de omvang of de gevolgen van het optreden beter door de Unie kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om die doelstelling te verwezenlijken.

(83)

Opdat, ter verwezenlijking van de doelstellingen van deze verordening, zo snel mogelijk met de uitvoering ervan kan worden begonnen, moet deze verordening met spoed in werking treden,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

Algemene bepalingen

Artikel 1

Onderwerp en algemene doelstellingen

1.   Bij deze verordening wordt een kader vastgesteld voor de versterking van het halfgeleiderecosysteem op Unieniveau, met name middels de volgende maatregelen:

a)

oprichting van het “Chips voor Europa”-initiatief (het “initiatief”);

b)

vaststelling van de criteria voor de erkenning en ondersteuning van faciliteiten voor geïntegreerde productie en open EU-gieterijen die pioniers zijn en die de leveringszekerheid en de veerkracht van het halfgeleiderecosysteem van de Unie bevorderen;

c)

oprichting van een mechanisme om de inventarisatie en monitoring van de halfgeleiderindustrie in de Unie door de lidstaten en de Commissie alsmede crisispreventie en de respons op tekorten aan halfgeleiders onderling te coördineren, in voorkomend geval met raadpleging van belanghebbenden uit de halfgeleiderindustrie.

2.   De eerste algemene doelstelling van deze verordening is het verzekeren van de nodige omstandigheden voor het concurrentievermogen en de innovatiecapaciteit van de Unie en het waarborgen van de aanpassing van de sector aan structurele veranderingen.

3.   De tweede algemene doelstelling, die losstaat van, en een aanvulling vormt op, de in lid 2 bepaalde eerste algemene doelstelling, is de werking van de interne markt te verbeteren door de vaststelling van een uniform Unierechtskader om de veerkracht en leveringszekerheid van de Unie op het gebied van halfgeleidertechnologieën te versterken.

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

1)

“halfgeleider”: een van de volgende:

a)

een materiaal, met inbegrip van nieuwe materialen, in elementaire vorm of als verbinding waarvan de elektrische geleidbaarheid kan worden gewijzigd, of

b)

een component bestaande uit een aantal lagen halfgeleidende, isolerende en geleidende materialen die volgens een vooraf bepaald patroon zijn bepaald, en die bestemd is om duidelijk omschreven elektronische en/of fotonische functies te vervullen;

2)

“chip”: een elektronisch apparaat dat verschillende functionele elementen op één stuk halfgeleidermateriaal bevat, doorgaans in de vorm van geheugen, logische poorten, processoren, opto-elektronica en analoge elementen;

3)

“kwantumchip”: een apparaat dat informatie verwerkt op het niveau van individuele kwantumsystemen, met een niveau van integratie van componenten op een chip dat varieert naargelang het gebruikte kwantumplatform, met inbegrip van platforms voor kwantumcomputing, -communicatie, -detectie of -metrologie;

4)

“technologienode”: een specifiek fabricageproces voor halfgeleiders en de ontwerpregels daarvan;

5)

“toeleveringsketen voor halfgeleiders”: het systeem van activiteiten, organisaties, actoren, technologie, informatie, hulpbronnen en diensten die betrokken zijn bij de productie van halfgeleiders, met inbegrip van grondstoffen en verwerkte materialen, zoals gassen, fabricageapparatuur, ontwerp, met inbegrip van daarmee verband houdende softwareontwikkeling, fabricage, assemblage, testen en behuizing;

6)

“waardeketen voor halfgeleiders”: de reeks activiteiten met betrekking tot een halfgeleiderproduct vanaf het ontwerp tot het eindgebruik, met inbegrip van grondstoffen en verwerkte materialen, zoals gassen, fabricageapparatuur, onderzoek, ontwikkeling en innovatie, ontwerp, met inbegrip van de daaraan gerelateerde softwareontwikkeling, fabricage, testen, assemblage en behuizing tot inbedding en integratie in eindproducten, alsmede processen aan het einde van de levenscyclus, zoals hergebruik, demontage en recycling;

7)

“proeflijn”: een experimenteel project of een experimentele actie gericht op hogere niveaus van technologische paraatheid, van niveau 3 tot niveau 8, voor de verdere ontwikkeling van een ondersteunende infrastructuur om een product of systeem te testen, te demonstreren, te valideren en te kalibreren aan de hand van de aannames voor het model;

8)

“coördinator”: een in de Unie gevestigde juridische entiteit die lid is van een Europees consortium voor chipinfrastructuur en die door alle leden van dat consortium is aangewezen als het belangrijkste contactpunt voor de Commissie;

9)

“kleine en middelgrote ondernemingen” of “kmo’s”: kleine of middelgrote ondernemingen zoals gedefinieerd in artikel 2 van de bijlage bij Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie (29);

10)

“kleine midcap-onderneming”: een kleine midcap-onderneming zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 20, van Verordening (EU) 2021/695;

11)

“pioniersfaciliteit”: een nieuwe of substantieel verbeterde productiefaciliteit voor halfgeleiders of een productiefaciliteit voor apparatuur of essentiële onderdelen voor apparatuur die voornamelijk gebruikt wordt bij de vervaardiging van halfgeleiders, die zorgt voor innovatie op het gebied van het fabricageproces of eindproduct, welke nog niet daadwerkelijk aanwezig is binnen de Unie of waarvan de ontwikkeling nog niet is toegezegd, met inbegrip van innovatie die verbeteringen behelst qua rekenkracht of het niveau van beveiliging, veiligheid of betrouwbaarheid, energie- en milieuprestaties, de technologienode of het substraatmateriaal, of qua invoering van productieprocessen die tot efficiëntieverbetering leiden;

12)

“chips van de volgende generatie”: chips die verder gaan dan de huidige stand van de techniek door aanzienlijke verbeteringen qua functionele prestaties, rekenkracht of energie-efficiëntie te bieden, alsook andere aanzienlijke energie- en milieuvoordelen;

13)

“halfgeleidertechnologieën van de volgende generatie”: halfgeleidertechnologieën die verder gaan dan de huidige stand van de techniek door aanzienlijke verbeteringen qua functionele prestaties, rekenkracht of energie-efficiëntie te bieden, alsook andere aanzienlijke energie- en milieuvoordelen;

14)

“ultramoderne halfgeleidertechnologieën”: de laatste stand van de innovatie op het gebied van chips en halfgeleidertechnologieën wanneer de projecten worden uitgevoerd;

15)

“fabricage van halfgeleiders”: elke fase van de productie en verwerking van halfgeleiderwafers, waaronder substraatmateriaal, front-end en back-end, die noodzakelijk is om een afgewerkt halfgeleiderproduct te leveren;

16)

“front-end”: de volledige bewerking van een halfgeleiderwafer;

17)

“back-end”: de behuizing, de assemblage en het testen van het halfgeleiderproduct;

18)

“gebruikers van halfgeleiders”: ondernemingen die producten produceren waarin halfgeleiders zijn ingebouwd;

19)

“cruciale marktspelers”: ondernemingen in de toeleveringsketen van de Unie voor halfgeleiders waarvan de betrouwbare werking essentieel is voor de toelevering van halfgeleiders;

20)

”kritieke sector”: een in bijlage IV bedoelde sector;

21)

“in een crisis relevant product”: halfgeleiders, tussenproducten, grondstoffen en verwerkte materialen die hetzij rechtstreeks door kritieke sectoren worden ingezet, hetzij worden gebruikt voor de productie van door kritieke sectoren gebruikte apparaten die nodig zijn voor de productie van halfgeleiders of tussenproducten, die getroffen worden door een halfgeleidercrisis en relevant zijn ter waarborging van cruciale functies van een kritieke sector;

22)

“productievermogen”: de mogelijkheid van een faciliteit om bepaalde typen producten te fabriceren;

23)

“productiecapaciteit”: de maximale potentiële output van een faciliteit.

24)

“bedrijfsgeheim”: een bedrijfsgeheim als gedefinieerd in artikel 2, punt 1, van Richtlijn (EU) 2016/943.

HOOFDSTUK II

“Chips voor Europa”-initiatief

Artikel 3

Oprichting van het initiatief

1.   Het initiatief wordt opgericht voor de duur van het bij Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 van de Raad (30) vastgestelde meerjarig financieel kader 2021-2027.

2.   Het initiatief wordt ondersteund met financiering uit het programma Horizon Europa en het programma Digitaal Europa, en met name specifieke doelstelling 6 van het programma Digitaal Europa, voor een indicatief maximumbedrag van respectievelijk 1,725 miljard EUR en 1,575 miljard EUR. Die financiering wordt uitgevoerd overeenkomstig Verordeningen (EU) 2021/694 en (EU) 2021/695.

Artikel 4

Doelstellingen van het initiatief

1.   De algemene doelstelling van het initiatief is verwezenlijking van grootschalige technologische capaciteitsopbouw en ondersteuning van daarmee verband houdende onderzoeks- en innovatieactiviteiten in de gehele waardeketen voor halfgeleiders van de Unie, ten behoeve van de ontwikkeling en toepassing van ultramoderne halfgeleidertechnologieën, halfgeleidertechnologieën van de volgende generatie en ultramoderne kwantumtechnologieën, en ter innovatie van bestaande technologieën, waarmee dan de capaciteit in de Unie voor geavanceerd ontwerp, systeemintegratie en de productie van chips wordt versterkt en tevens het concurrentievermogen van de Unie vergroot. Het draagt ook bij tot de verwezenlijking van de groene en de digitale transitie, met name door de klimaatgevolgen van elektronische systemen te verminderen, chips van de volgende generatie duurzamer te maken en de processen van de circulaire economie te versterken, draagt bij aan hoogwaardige arbeidsplaatsen in het halfgeleiderecosysteem en neemt “beveiliging door ontwerp”-beginselen in acht die bescherming bieden tegen cyberdreigingen.

2.   Het initiatief heeft de volgende vijf operationele doelstellingen:

a)

operationele doelstelling 1: de opbouw van geavanceerde ontwerpcapaciteit voor geïntegreerde halfgeleidertechnologie;

b)

operationele doelstelling 2: de ontwikkeling van nieuwe en de versterking van bestaande geavanceerde proeflijnen in de hele Unie, zodat er ultramoderne halfgeleidertechnologieën en halfgeleidertechnologieën van de volgende generatie kunnen worden ontwikkeld en uitgerold;

c)

operationele doelstelling 3: de opbouw van geavanceerde technologische en technische capaciteit om de innovatieve ontwikkeling van ultramoderne kwantumchips en bijbehorende halfgeleidertechnologieën te versnellen;

d)

operationele doelstelling 4: de oprichting van een netwerk van kenniscentra in de gehele Unie door bestaande faciliteiten te versterken of nieuwe op te richten;

e)

operationele doelstelling 5: de uitvoering van activiteiten (hierna gezamenlijk “chipfondsactiviteiten” genoemd) ter vergemakkelijking van de toegang tot financiering van schuld en eigen vermogen, onder meer via duidelijke richtsnoeren, met name voor start-ups, scale-ups, kmo’s en kleine midcap-ondernemingen in de waardeketen voor halfgeleiders, door middel van een blendingfaciliteit in het kader van het InvestEU-fonds en via de Europese Innovatieraad (het “chipfonds”).

3.   De in lid 2 hierboven genoemde operationele doelstellingen van het initiatief kunnen activiteiten voor capaciteitsopbouw en daarmee verband houdende onderzoeks- en innovatieactiviteiten omvatten. Alle activiteiten voor capaciteitsopbouw worden gefinancierd uit het programma Digitaal Europa en de daarmee verband houdende onderzoeks- en innovatieactiviteiten worden gefinancierd uit het programma Horizon Europa.

Artikel 5

Inhoud van het initiatief

Het initiatief heeft betrekking op:

a)

onder operationele doelstelling 1:

i)

de oprichting en instandhouding van een virtueel ontwerpplatform dat in de gehele Unie beschikbaar is, waarbij bestaande en nieuwe ontwerpfaciliteiten worden geïntegreerd met uitgebreide bibliotheken en instrumenten voor elektronische ontwerpautomatisering;

ii)

uitbreiding van de ontwerpcapaciteiten via bevordering van innovatieve ontwikkelingen zoals open-source-processorarchitecturen en andere innovatieve architecturen, minichips, programmeerbare chips, nieuwe soorten geheugen, processoren, versnellers of energiezuinige chips, allemaal gebouwd overeenkomstig de “beveiliging door ontwerp”-beginselen;

iii)

uitbreiding van het halfgeleiderecosysteem door de verticale marktsectoren zoals gezondheid, mobiliteit, energie, telecommunicatie, veiligheid, defensie en ruimtevaart te integreren, waardoor wordt bijgedragen tot de groene, de digitale en de innovatieagenda van de Unie;

b)

onder operationele doelstelling 2:

i)

de versterking van het vermogen van productietechnologieën en apparatuur voor chips van de volgende generatie, door de integratie van onderzoeks- en innovatieactiviteiten en de voorbereiding van de ontwikkeling van toekomstige technologienodes, zoals de allernieuwste nodes, “fully depleted silicon on insulator”-technologieën en minder, nieuwe halfgeleidermaterialen of heterogene systeemintegratie en geavanceerde moduleassemblage en behuizingen voor kleine, middelgrote of grote hoeveelheden;

ii)

grootschalige ondersteuning van innovatie door toegang tot nieuwe of bestaande proeflijnen voor het uitproberen, testen, procescontrole, de betrouwbaarheidscontrole met betrekking tot het eindproduct en het valideren van nieuwe ontwerpconcepten waarin belangrijke functies worden geïntegreerd;

iii)

ondersteuning van faciliteiten voor geïntegreerde productie en open EU-gieterijen door voorkeurstoegang tot de nieuwe proeflijnen, alsmede waarborging van toegang tot nieuwe proeflijnen tegen eerlijke voorwaarden voor een breed scala gebruikers van het halfgeleiderecosysteem van de Unie;

c)

onder operationele doelstelling 3:

i)

de ontwikkeling van innovatieve ontwerpbibliotheken voor kwantumchips;

ii)

ondersteuning van de ontwikkeling van nieuwe of bestaande proeflijnen, cleanrooms en gieterijen voor de prototyping en productie van kwantumchips, ten behoeve van de integratie van kwantumcircuits en regelelektronica;

iii)

de ontwikkeling van faciliteiten voor het testen en valideren van geavanceerde kwantumchips die door de proeflijnen worden geproduceerd, teneinde de innovatie-terugkoppelingslus tussen ontwerpers, producenten en gebruikers van kwantumcomponenten te sluiten;

d)

onder operationele doelstelling 4:

i)

versterking van de capaciteit en de verlening van een breed scala aan deskundigheid aan belanghebbenden, met inbegrip van kmo’s en start-ups als eindgebruikers, waarbij de toegang tot en het effectieve gebruik van de in dit artikel bedoelde capaciteit en faciliteiten wordt vereenvoudigd;

ii)

bestrijding van het tekort aan vakmensen en het aanpakken van de vaardighedenmismatch door nieuw talent aan te trekken, te mobiliseren en te behouden, en door de vorming van een passend geschoolde beroepsbevolking, tot op het postdoctoraal niveau, op het vlak van wetenschap, technologie, engineering en wiskunde te ondersteunen, teneinde het halfgeleiderecosysteem te versterken, onder meer door studenten passende opleidingsmogelijkheden te bieden, zoals programma’s voor duaal leren en keuzebegeleiding voor studenten, naast omscholing en bijscholing van werknemers;

e)

onder operationele doelstelling 5:

i)

verbetering van de hefboomwerking van de begrotingsuitgaven van de Unie en de verwezenlijking van een hoger multiplicatoreffect bij het aantrekken van private financiering;

ii)

verlening van steun aan ondernemingen die moeilijkheden ondervinden bij de toegang tot financiering, en de tegemoetkoming aan de behoefte om de economische veerkracht overal in de Unie en de lidstaten te ondersteunen;

iii)

versnelling van investeringen op het gebied van het ontwerpen van chips, de fabricage van halfgeleiders en integratietechnologieën en verbetering tot de toegang daartoe, alsmede aantrekking van financiering uit zowel de publieke als de private sector en vergroting van de leveringszekerheid en de veerkracht van het halfgeleiderecosysteem voor de gehele waardeketen voor halfgeleiders.

Artikel 6

Synergieën met andere programma’s van de Unie

Het initiatief wordt uitgevoerd in synergie met andere programma’s van de Unie, overeenkomstig bijlage III. De Commissie zorgt ervoor dat het bereiken van de doelstellingen niet in het gedrang komt wanneer gebruik wordt gemaakt van het complementaire karakter van het initiatief ten aanzien van programma’s van de Unie.

Artikel 7

Europees consortium voor chipinfrastructuur

1.   Voor de uitvoering van uit hoofde van het initiatief uitgevoerde acties kan overeenkomstig dit artikel een juridische entiteit worden opgericht in de vorm van een Europees consortium voor chipinfrastructuur (European chips infrastructure consortium — ECIC). Er kan meer dan één ECIC worden opgericht.

2.   Een ECIC:

a)

heeft rechtspersoonlijkheid vanaf de datum van inwerkingtreding van de in lid 5 bedoelde uitvoeringshandeling van de Commissie;

b)

heeft in elke betrokken lidstaat de ruimste handelingsbekwaamheid die krachtens het nationale recht van die lidstaat aan rechtspersonen wordt toegekend, en met name de bevoegdheid om roerende en onroerende goederen en intellectuele eigendom te verwerven, te bezitten en te vervreemden, contracten sluiten en in rechte op te treden;

c)

heeft één statutaire zetel, die zich op het grondgebied van een lidstaat bevindt;

d)

wordt opgericht door ten minste drie leden (oprichtende leden), namelijk lidstaten of publieke of private juridische entiteiten uit ten minste drie lidstaten, of een combinatie daarvan, met het oog op een zo breed mogelijke vertegenwoordiging uit de hele Unie;

e)

zorgt ervoor dat, na de vaststelling van een in lid 5 bedoelde uitvoeringshandeling tot oprichting van de ECIC, andere lidstaten te allen tijde lid kunnen worden, dat andere publieke of private juridische entiteiten te allen tijde lid kunnen worden onder eerlijke en redelijke voorwaarden die in de statuten van het ECIC zijn vastgelegd en dat de lidstaten die geen financiële of niet-financiële bijdrage leveren zich middels kennisgeving als waarnemer zonder stemrecht kunnen aansluiten;

f)

benoemt een coördinator.

3.   De coördinator van een nog op te richten ECIC dient, namens alle oprichtende leden, bij de Commissie een schriftelijke aanvraag in. Die aanvraag bevat het volgende:

a)

een verzoek aan de Commissie om een ECIC op te richten, met inbegrip van een lijst van de oprichtende leden die het consortium vormen;

b)

een beschrijving van de belangrijkste taken, activiteiten en middelen die nodig zijn om de in de aanvraag beschreven acties te voltooien;

c)

de ontwerpstatuten van het ECIC, die ten minste de volgende elementen bevatten:

i)

de opheffingsduur en -procedure overeenkomstig artikel 10;

ii)

de aansprakelijkheidsregeling overeenkomstig artikel 8;

iii)

de statutaire zetel en naam van het ECIC;

iv)

de reikwijdte van de taken en activiteiten van het ECIC;

v)

het lidmaatschap, met inbegrip van de voorwaarden en de procedure voor wijzigingen in het lidmaatschap;

vi)

de begroting, met inbegrip van de regelingen voor financiële bijdragen en bijdragen in natura van de leden van het ECIC;

vii)

de eigendom van de resultaten;

viii)

het bestuur, met inbegrip van de besluitvormingsprocedure en de specifieke rol;

ix)

indien van toepassing, de stemrechten;

d)

een verklaring dat de gastlidstaat het ECIC vanaf de oprichting ervan erkent als een internationale instelling in de zin van artikel 143, lid 1, punt g), en artikel 151, lid 1, punt b), van Richtlijn 2006/112/EG en als internationale instelling in de zin van artikel 11, lid 1, punt b), van Richtlijn (EU) 2020/262 met ingang van de datum van vestiging, met inachtneming van de beperkingen en voorwaarden voor de in die bepalingen bedoelde vrijstellingen, die worden vastgelegd in een overeenkomst tussen de leden van het ECIC;

e)

een beschrijving waarin wordt uiteengezet hoe de acties van het ECIC dienen bij te dragen aan de in artikel 4 bepaalde relevante doelstellingen, met inbegrip van een overzicht van de verwachte impact dankzij de overheidsfinanciering;

f)

een verklaring dat het ECIC zijn activiteiten dient uit te oefenen overeenkomstig deugdelijke begrotingsbeginselen met het oog op de uitoefening van zijn financiële verantwoordelijkheid.

4.   De Commissie beoordeelt de aanvragen op basis van alle volgende criteria:

a)

de passende competenties, knowhow en capaciteiten van het voorgestelde ECIC en van de oprichtende leden van het ECIC met betrekking tot halfgeleiders;

b)

de geplande beheerscapaciteit, personeelsleden en middelen die nodig zijn voor de verwezenlijking van het statutaire doel;

c)

de nodige operationele en juridische middelen om de op Unieniveau vastgestelde administratieve, contractuele en financiële beheersvoorschriften toe te passen;

d)

passende financiële levensvatbaarheid die overeenstemt met de omvang van te beheren financiële middelen van de Unie, en die in voorkomend geval wordt aangetoond met boekhoudkundige stukken en bankverklaringen;

e)

de bijdragen van de leden van het ECIC die ter beschikking van het ECIC worden gesteld, en de daarmee verband houdende regelingen;

f)

de toegankelijkheid van het ECIC voor nieuwe leden;

g)

de bekwaamheid van het ECIC om te voorzien in de behoeften van de waardeketen voor halfgeleiders van de Unie, start-ups en kmo’s inbegrepen;

h)

de bijdrage aan de relevante in artikel 4 bepaalde doelstellingen van de voorgestelde actie, met name de bijdrage ervan aan de waarborging van het concurrentievermogen van de halfgeleidersector van de Unie op lange termijn.

5.   De Commissie stelt op basis van de criteria van lid 4 een uitvoeringshandeling vast om de aanvrager als ECIC te erkennen of om de aanvraag af te wijzen. De Commissie stelt de oprichtende leden daarvan in kennis. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 38, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

6.   De uitvoeringshandeling tot oprichting van het ECIC wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

7.   Wijzigingen in de statuten van het ECIC zijn in overeenstemming met en dragen bij tot de verwezenlijking van de doelstellingen van deze verordening. Het ECIC geeft de Commissie binnen tien dagen na vaststelling van dergelijke wijzigingen kennis ervan. De kennisgeving bevat:

a)

de tekst van de voorgestelde of, in voorkomend geval, vastgestelde wijzigingen, met inbegrip van de datum waarop zij in werking treden, en

b)

de gewijzigde, geconsolideerde versie van de statuten van het ECIC.

De Commissie kan binnen 60 dagen na ontvangst van die kennisgeving bezwaar maken onder opgave van de redenen waarom de wijzigingen niet voldoen aan de vereisten van deze verordening.

De wijzigingen treden pas in werking na het verstrijken van de in de tweede alinea bedoelde termijn, nadat de Commissie afstand heeft gedaan van haar recht om bezwaar te maken of nadat de Commissie haar bezwaar heeft ingetrokken.

8.   Een ECIC stelt een jaarlijks activiteitenverslag op met een technische beschrijving van zijn activiteiten en een financieel verslag. Het jaarlijkse activiteitenverslag bevat een beoordeling van de sociale en milieueffecten van de gefinancierde acties en wordt verstrekt aan de Commissie en openbaar gemaakt. De Commissie kan aanbevelingen doen met betrekking tot de onderwerpen die in het jaarlijkse activiteitenverslag aan de orde komen. De Commissie zendt de jaarlijkse activiteitenverslagen van de ECIC’s onverwijld toe aan het Europees Parlement en aan de Europese Raad voor halfgeleiders.

9.   Indien een lidstaat van oordeel is dat het ECIC een nieuw lid voor het consortium weigert zonder daarvoor voldoende redenen te geven op basis van de eerlijke en redelijke voorwaarden die in de statuten zijn vastgelegd, kan die lidstaat de zaak onder de aandacht brengen van de raad van overheidsinstanties van de Gemeenschappelijke Onderneming “Chips”. De raad van overheidsinstanties van de Gemeenschappelijke Onderneming “Chips” beveelt zo nodig aan dat het ECIC overeenkomstig artikel 137, punt f), van Verordening (EU) 2021/2085 corrigerende maatregelen treft, zoals wijziging van de statuten.

Artikel 8

Aansprakelijkheid van het ECIC

1.   Een ECIC is aansprakelijk voor zijn schulden.

2.   De financiële aansprakelijkheid van de leden voor de schulden van het ECIC is beperkt tot hun respectieve bijdragen aan het ECIC. De leden kunnen in de statuten van het ECIC bepalen dat zij een algemene aansprakelijkheid aanvaarden die verder gaat dan hun respectieve bijdragen, of dat zij een onbeperkte aansprakelijkheid aanvaarden.

3.   De Unie is niet aansprakelijk voor de schulden van een ECIC.

Artikel 9

Toepasselijk recht en rechterlijke bevoegdheid ten aanzien van het ECIC

1.   De oprichting en interne werking van een ECIC worden beheerst door:

a)

het Unierecht, met name deze verordening;

b)

het nationaal recht van de lidstaat waar het ECIC zijn statutaire zetel heeft, voor kwesties die niet of slechts gedeeltelijk worden geregeld door het Unierecht;

c)

de statuten van het ECIC en de bijbehorende uitvoeringsvoorschriften.

2.   Onverminderd de gevallen waarin het Hof van Justitie van de Europese Unie (Hof van Justitie) op grond van de Verdragen bevoegd is, bepaalt het nationaal recht van de lidstaat waar het ECIC zijn statutaire zetel heeft, welk gerecht bevoegd is voor de beslechting van geschillen tussen de leden met betrekking tot het ECIC, tussen de leden en het ECIC, en tussen een ECIC en derden.

Artikel 10

Opheffing van het ECIC

1.   In de statuten van het ECIC wordt vastgelegd welke procedure moet worden gevolgd om dat ECIC op te heffen na een besluit van de leden ervan.

2.   De insolventieregels van de lidstaat waar het ECIC zijn statutaire zetel heeft, zijn van toepassing indien het ECIC zijn schulden niet kan betalen.

Artikel 11

Europees netwerk van kenniscentra voor halfgeleiders

1.   Met het oog op operationele doelstelling 4 van het initiatief wordt een Europees netwerk van kenniscentra voor halfgeleiders, systeemintegratie en -ontwerp (“het netwerk”) opgericht. Het netwerk bestaat uit de overeenkomstig lid 3 door de Gemeenschappelijke Onderneming “Chips” geselecteerde kenniscentra.

2.   Kenniscentra verrichten alle of sommige van de volgende activiteiten ten behoeve van en in nauwe samenwerking met de bedrijfstak in de Unie, met name kmo’s en midcap-ondernemingen, alsmede organisaties voor onderzoek en technologie, universiteiten, de overheidssector en andere relevante belanghebbenden uit de waardeketen voor halfgeleiders:

a)

verlening van toegang tot ontwerpdiensten en ontwerpinstrumenten in het kader van operationele doelstelling 1 van het initiatief, alsmede tot de proeflijnen die in het kader van operationele doelstelling 2 van het initiatief worden ondersteund;

b)

bewustmaking en verstrekking van de nodige knowhow, deskundigheid en vaardigheden aan belanghebbenden om hen te helpen de ontwikkeling van nieuwe halfgeleidertechnologieën, de halfgeleiderfabricage, apparatuur, ontwerpopties en systeemconcepten alsmede de integratie van nieuwe halfgeleidertechnologieën te versnellen via een doeltreffend gebruik van de infrastructuur en andere ter beschikking staande middelen van het netwerk;

c)

bewustmaking en verlening en waarborging van toegang tot deskundigheid, knowhow en diensten, met inbegrip van de paraatheid voor systeemontwerp, nieuwe en bestaande proeflijnen en ondersteunende acties die noodzakelijk zijn om de door het initiatief ondersteunde vaardigheden en competenties op te bouwen;

d)

bevordering van de overdracht van deskundigheid en knowhow tussen lidstaten en regio’s door de uitwisseling van vaardigheden, kennis en goede praktijken te stimuleren en gezamenlijke programma’s aan te moedigen;

e)

ontwikkeling en beheer van specifieke opleidingsacties op het gebied van halfgeleidertechnologieën en de toepassingen daarvan, ter ondersteuning van de ontwikkeling van de talentenpool via scholing en omscholing alsmede ter verhoging van het aantal studenten en de kwaliteit van het onderwijs in relevante studierichtingen op scholen en universiteiten in de Unie door het faciliteren van contacten tussen studenten en halfgeleiderbedrijven in de hele Unie, met bijzondere aandacht voor de participatie van vrouwen.

3.   De lidstaten wijzen in aanmerking komende kenniscentra aan in overeenstemming met hun nationale procedures en administratieve en institutionele structuren, door middel van open en vergelijkende procedures.

Het werkprogramma van de Gemeenschappelijke Onderneming “Chips” bevat de procedure voor de oprichting van kenniscentra, met inbegrip van de selectiecriteria, alsmede nadere bijzonderheden over de uitvoering van de in deze verordening genoemde taken en functies.

De Gemeenschappelijke Onderneming “Chips” kiest de aan het netwerk deelnemende kenniscentra.

De lidstaten en de Commissie zorgen voor een maximale synergie met bestaande kenniscentra die zijn opgericht in het kader van andere initiatieven van de Unie, zoals de Europese digitale-innovatiehubs.

4.   De kenniscentra bepalen in wezenlijke, algehele autonomie hun eigen organisatie, samenstelling en werkmethoden. De organisatie, de samenstelling en de werkmethoden van de kenniscentra netwerk moeten overeenstemmen met en bijdragen aan de doelstellingen van deze verordening en van het initiatief.

Artikel 12

Uitvoering

1.   De operationele doelstellingen 1 tot en met 4 van het initiatief worden toevertrouwd aan de Gemeenschappelijke Onderneming “Chips” en uitgevoerd door middel van in het werkprogramma van de Gemeenschappelijke Onderneming “Chips” opgenomen maatregelen.

2.   Met het oog op aanpassing aan technologische veranderingen en marktontwikkelingen is de Commissie bevoegd overeenkomstig artikel 37 gedelegeerde handelingen vast te stellen tot wijziging van bijlage I wat betreft de daarin genoemde acties, op een wijze die strookt met de in artikel 4 bepaalde doelstellingen van het initiatief.

3.   Met het oog op een doeltreffende uitvoering en evaluatie van het initiatief is de Commissie bevoegd overeenkomstig artikel 37 gedelegeerde handelingen vast te stellen tot wijziging van bijlage II wat betreft de meetbare indicatoren voor de monitoring van de uitvoering en de verslaglegging over de voortgang van het initiatief bij de verwezenlijking van de doelstellingen als bepaald in artikel 4.

4.   Omwille van een doeltreffende uitvoering, monitoring en evaluatie van het initiatief bevat het jaarlijkse activiteitenverslag van de Gemeenschappelijke Onderneming “Chips” informatie over aangelegenheden die verband houden met de operationele doelstellingen 1 tot en met 4 van het initiatief op basis van de meetbare indicatoren in bijlage II.

5.   De Commissie brengt de Europese Raad voor halfgeleiders regelmatig op de hoogte van de voortgang bij de uitvoering van operationele doelstelling 5 van het initiatief.

HOOFDSTUK III

Leveringszekerheid en veerkracht

Artikel 13

Faciliteiten voor geïntegreerde productie

1.   Faciliteiten voor geïntegreerde productie zijn pioniersfaciliteiten voor de fabricage van halfgeleiders, in voorkomend geval met inbegrip van het ontwerp, of voor de productie van apparatuur of sleutelonderdelen van die apparatuur die hoofdzakelijk wordt gebruikt voor de fabricage van halfgeleiders in de Unie, die ook andere stappen van de toeleveringsketen kunnen herbergen, en die bijdragen aan de leveringszekerheid en de veerkracht van het halfgeleiderecosysteem van de Unie en daarnaast in voorkomend geval kunnen bijdragen aan de veiligheid van de mondiale toeleveringsketens voor halfgeleiders.

2.   Bij de indiening van een aanvraag overeenkomstig artikel 15, lid 1, wordt een faciliteit voor geïntegreerde productie verplicht aangemerkt als een pioniersfaciliteit.

3.   Een faciliteit voor geïntegreerde productie voldoet aan de volgende vereisten:

a)

de oprichting ervan heeft een duidelijk positief effect, met overloopeffecten die verdergaan dan de onderneming of de betrokken lidstaat, op de waardeketen voor halfgeleiders in de Unie op middellange tot lange termijn teneinde de leveringszekerheid en de veerkracht van het halfgeleiderecosysteem, inclusief de groei van start-ups en kmo’s, te waarborgen en bij te dragen aan de groene en digitale transitie van de Unie;

b)

zij verzekert dat zij niet onderworpen is aan de extraterritoriale toepassing van openbaredienstverplichtingen van derde landen op een wijze die afbreuk kan doen aan het vermogen van de onderneming om aan de in artikel 26, lid 1, genoemde verplichtingen te voldoen, en verbindt zich ertoe de Commissie op de hoogte te stellen wanneer een dergelijke verplichting ontstaat;

c)

zij blijft investeren in innovatie in de Unie teneinde tastbare vooruitgang te boeken in de halfgeleidertechnologie of technologieën van de volgende generatie voor te bereiden;

d)

zij ondersteunt de doorstroming van talent van de Unie door opleidingen op het gebied van onderwijs en vaardigheden te ontwikkelen en in te zetten en door de pool van gekwalificeerde en geschoolde arbeidskrachten te vergroten.

4.   Voor investeringen in continue innovatie overeenkomstig lid 3, punt c), van dit artikel heeft de faciliteit voor geïntegreerde productie bevoorrechte toegang tot de overeenkomstig artikel 5, punt b), opgezette proeflijnen. Een dergelijke bevoorrechte toegang sluit de toegang tot de proeflijnen tegen eerlijke voorwaarden voor andere belangstellende ondernemingen, met name start-ups en kmo’s, niet uit, en staat deze niet in de weg.

Artikel 14

Open EU-gieterijen

1.   Open EU-gieterijen zijn pioniersfaciliteiten voor de fabricage van halfgeleiders in de Unie, die productiecapaciteit aan niet-verbonden ondernemingen aanbieden en aldus bijdragen aan de leveringszekerheid voor de interne markt en de veerkracht van het halfgeleiderecosysteem van de Unie, en daarnaast in voorkomend geval kunnen bijdragen aan de leveringszekerheid van de wereldwijde toeleveringsketens voor halfgeleiders.

2.   Op het tijdstip van de indiening van een aanvraag overeenkomstig artikel 15, lid 1, moet een open EU-gieterij voldoen aan de voorwaarden om te worden aangemerkt als een pioniersfaciliteit.

3.   Een open EU-gieterij voldoet aan de volgende vereisten:

a)

de oprichting heeft een duidelijk positief effect, met overloopeffecten die verdergaan dan de onderneming of de betrokken lidstaat, op de waardeketen voor halfgeleiders in de Unie op middellange tot lange termijn teneinde de leveringszekerheid en de veerkracht van het halfgeleiderecosysteem, inclusief de groei van start-ups en kmo’s, te waarborgen en bij te dragen aan de groene en digitale transitie van de Unie, waarbij met name rekening wordt gehouden met de mate waarin productiecapaciteit, front-end of back-end, of beide, wordt aangeboden aan ondernemingen die niet met de faciliteit zijn verbonden, indien er voldoende vraag is;

b)

zij verzekert dat zij niet onderworpen is aan de extraterritoriale toepassing van openbaredienstverplichtingen van derde landen op een wijze die afbreuk kan doen aan het vermogen van de onderneming om aan de in artikel 26, lid 1, genoemde verplichtingen te voldoen, en verbindt zich ertoe de Commissie op de hoogte te stellen wanneer een dergelijke verplichting ontstaat;

c)

zij blijft investeren in innovatie in de Unie teneinde tastbare vooruitgang te boeken in de halfgeleidertechnologie of technologieën van de volgende generatie voor te bereiden;

d)

zij ondersteunt de doorstroming van talent van de Unie door opleidingen op het gebied van onderwijs en vaardigheden te ontwikkelen en in te zetten en door de pool van gekwalificeerde en geschoolde arbeidskrachten te vergroten.

4.   Wanneer een open EU-gieterij productiecapaciteit aanbiedt aan ondernemingen die niet met de exploitant van de faciliteit zijn verbonden, stelt zij een passende en doeltreffende functionele scheiding van de ontwerp- en fabricageprocessen in en handhaaft zij deze om de bescherming van de informatie die in elke fase wordt verkregen, te waarborgen.

5.   Voor investeringen in continue innovatie overeenkomstig lid 3, punt c), van dit artikel heeft de open EU-gieterij bevoorrechte toegang tot de overeenkomstig artikel 5, punt b), opgezette proeflijnen. Een dergelijke bevoorrechte toegang sluit de toegang tot de proeflijnen tegen eerlijke voorwaarden voor andere belangstellende ondernemingen, met name start-ups en kmo’s, niet uit, en staat deze niet in de weg.

Artikel 15

Aanvraag van de status van faciliteit voor geïntegreerde productie of open EU-gieterij

1.   Een onderneming of een consortium van ondernemingen kan bij de Commissie een aanvraag indienen om een project de status van faciliteit voor geïntegreerde productie of open EU-gieterij toe te kennen.

2.   De Commissie beoordeelt de aanvraag, rekening houdend met de standpunten van de Europese Raad voor halfgeleiders, via een eerlijk en transparant proces op basis van de volgende elementen:

a)

de naleving van de criteria van respectievelijk artikel 13, lid 2, of artikel 14, lid 2, en een belofte om respectievelijk artikel 13, lid 3, of artikel 14, lid 3, na te leven;

b)

een bedrijfsplan waarin de financiële en technische levensvatbaarheid van het project, waarbij wordt gekeken naar de volledige looptijd, met inbegrip van informatie over eventuele geplande overheidssteun, wordt beoordeeld;

c)

aantoonbare ervaring van de aanvrager met de installatie en exploitatie van soortgelijke faciliteiten;

d)

overlegging van een passend bewijsstuk waaruit blijkt dat de lidstaat of lidstaten waar de aanvrager voornemens is zijn faciliteit op te richten, bereid is of zijn om de oprichting van een dergelijke faciliteit te ondersteunen;

e)

het bestaan van passend beleid, met inbegrip van technische beschermings- en uitvoeringsmaatregelen, gericht op het waarborgen van de bescherming van niet-openbaar gemaakte informatie en intellectuele-eigendomsrechten, met name om ongeoorloofde openbaarmaking van bedrijfsgeheimen of het weglekken van gevoelige opkomende technologieën te voorkomen.

De Commissie verstrekt richtsnoeren inzake de vereiste informatie en de vorm waarin deze moet worden verstrekt.

3.   De Commissie behandelt de aanvraag, stelt haar besluit vast en stelt de aanvrager binnen zes maanden na ontvangst van de volledige aanvraag van haar besluit in kennis. Indien de Commissie van oordeel is dat de in de aanvraag verstrekte informatie onvolledig is, stelt zij de aanvrager in de gelegenheid de aanvullende informatie die nodig is om de aanvraag te vervolledigen, onverwijld in te dienen. In dit besluit van de Commissie wordt de duur van de status bepaald op basis van de voorspelde levensduur van het project.

4.   De Commissie houdt toezicht op de vooruitgang die is geboekt bij de oprichting en exploitatie van de faciliteiten voor geïntegreerde productie en de open EU-gieterijen en brengt de Europese Raad voor halfgeleiders regelmatig op de hoogte.

5.   De exploitant van de faciliteit kan de Commissie verzoeken de duur van de status te evalueren of de uitvoeringsplannen van de faciliteit te wijzigen met betrekking tot de naleving van de vereisten van respectievelijk artikel 13, lid 3, of artikel 14, lid 3, indien de exploitant van oordeel is dat een dergelijke evaluatie naar behoren gerechtvaardigd is wegens onvoorziene externe omstandigheden. Op basis van die evaluatie kan de Commissie de duur van de overeenkomstig lid 3 van dit artikel verleende status herzien of de wijziging van de uitvoeringsplannen aanvaarden.

6.   Indien de Commissie vaststelt dat een faciliteit niet langer voldoet aan de vereisten in artikel 13, lid 3, of artikel 14, lid 3, stelt zij de exploitant van de faciliteit voor geïntegreerde productie of de open EU-gieterij in de gelegenheid opmerkingen te maken en passende maatregelen voor te stellen.

7.   De Commissie kan een besluit tot erkenning van de status van een faciliteit voor geïntegreerde productie of open EU-gieterij intrekken indien de erkenning gebaseerd was op een aanvraag met onjuiste informatie of indien de faciliteit voor geïntegreerde productie of open EU-gieterij, ondanks de voltooiing van de procedure van lid 5 van dit artikel, niet voldoet aan de vereisten in respectievelijk artikel 13, lid 3, of artikel 14, lid 3. Alvorens een dergelijk besluit te nemen, brengt de Commissie de Europese Raad voor halfgeleiders op de hoogte van de redenen voor de voorgestelde intrekking en overlegt zij met hem. Elk besluit tot intrekking van de status van een faciliteit voor geïntegreerde productie of een open EU-gieterij wordt naar behoren gemotiveerd en kan door de exploitant worden aangevochten.

8.   Faciliteiten waarvan de status van faciliteit voor geïntegreerde productie of open EU-gieterij is ingetrokken op grond van lid 7 van dit artikel, verliezen alle aan de erkenning van deze status verbonden rechten die voortvloeien uit deze verordening. Dergelijke faciliteiten blijven echter onderworpen aan de verplichting van artikel 26, lid 1, gedurende een periode die gelijk is aan de periode die oorspronkelijk was voorzien toen de status overeenkomstig lid 3 van dit artikel werd toegekend, of, indien de status werd geëvalueerd, aan de overeenkomstig lid 5 van dit artikel toepasselijke duur.

Artikel 16

Algemeen belang en overheidssteun

1.   Faciliteiten voor geïntegreerde productie en open EU-gieterijen worden, doordat zij bijdragen aan de leveringszekerheid van halfgeleiders en de veerkracht van het halfgeleiderecosysteem van de Unie, geacht in het belang van de Unie te zijn.

2.   Om leveringszekerheid en veerkracht van het halfgeleiderecosysteem van de Unie te bereiken, kunnen de lidstaten, onverminderd de artikelen 107 en 108 VWEU, steunmaatregelen toepassen en administratieve steun verlenen aan faciliteiten voor geïntegreerde productie en open EU-gieterijen overeenkomstig artikel 18.

Artikel 17

Excellente ontwerpcentra

1.   De Commissie kan het label “excellent ontwerpcentrum” toekennen aan in de Unie gevestigde ontwerpcentra die de capaciteit voor innovatief chipontwerp in de Unie aanzienlijk verbeteren door het aanbieden van diensten of door het ontwikkelen, bevorderen en versterken van ontwerpvaardigheden en -capaciteiten.

2.   De Commissie stelt overeenkomstig artikel 37 gedelegeerde handelingen vast teneinde deze verordening aan te vullen door de aanvraagprocedure en de vereisten en voorwaarden voor de toekenning, monitoring en intrekking van het in lid 1 van dit artikel bedoelde label vast te stellen.

3.   Excellente ontwerpcentra worden beschouwd als zijnde van algemeen belang, aangezien zij bijdragen aan de veerkracht van het halfgeleiderecosysteem van de Unie. De lidstaten kunnen, onverminderd de artikelen 107 en 108 VWEU, steunmaatregelen toepassen op excellente ontwerpcentra, met name indien dergelijke excellente ontwerpcentra kmo’s zijn.

Artikel 18

Versnelde procedures voor het verlenen van vergunningen

1.   De lidstaten zorgen ervoor dat administratieve aanvragen met betrekking tot de planning, de bouw en de exploitatie van faciliteiten voor geïntegreerde productie en open EU-gieterijen efficiënt, transparant en tijdig worden verwerkt. Daartoe zorgen alle betrokken nationale autoriteiten ervoor dat deze aanvragen zo snel als wettelijk mogelijk is en in volledige overeenstemming met nationaal recht en nationale procedure worden behandeld.

2.   Indien het nationaal recht een dergelijke status erkent, wordt aan faciliteiten voor geïntegreerde productie en open EU-gieterijen de hoogst mogelijke status van nationaal belang verleend en zij worden als zodanig behandeld in vergunningsprocedures. Dit lid geldt alleen wanneer het nationaal recht een dergelijke status van het hoogste nationale belang kent en brengt voor de lidstaten niet de verplichting met zich mee om een dergelijke status in te voeren.

3.   De leveringszekerheid van halfgeleiders en de veerkracht van het halfgeleiderecosysteem kunnen worden beschouwd als een dwingende reden van groot openbaar belang in de zin van artikel 6, lid 4, en artikel 16, lid 1, punt c), van Richtlijn 92/43/EEG en van hoger openbaar belang in de zin van artikel 4, lid 7, van Richtlijn 2000/60/EG. Daarom kunnen de planning, de bouw en de exploitatie van faciliteiten voor geïntegreerde productie en open EU-gieterijen worden beschouwd als zijnde van hoger openbaar belang, mits aan de overige voorwaarden van die bepalingen is voldaan. Dit lid laat de toepasselijkheid of uitvoering van andere milieuwetgeving van de Unie onverlet.

4.   Voor elke faciliteit voor geïntegreerde productie en open EU-gieterij kan elke betrokken lidstaat een autoriteit aanwijzen die verantwoordelijk is voor het faciliteren en coördineren van administratieve aanvragen met betrekking tot de planning, bouw en exploitatie.

Elke aangewezen autoriteit kan een coördinator benoemen die fungeert als enig contactpunt voor de faciliteit voor geïntegreerde productie of open EU-gieterij.

Indien voor de oprichting van een faciliteit voor geïntegreerde productie of een open EU-gieterij besluiten in twee of meer lidstaten moeten worden genomen, kunnen de relevante aangewezen autoriteiten alle nodige maatregelen voor een efficiënte en doeltreffende samenwerking en coördinatie nemen.

HOOFDSTUK IV

Monitoring en crisisrespons

Afdeling 1

Monitoring

Artikel 19

Strategische inventarisatie van de halfgeleiderindustrie in de Unie

1.   De Commissie voert in samenwerking met de Europese Raad voor halfgeleiders een strategische inventarisatie uit van de halfgeleiderindustrie in de Unie. De strategische inventarisatie verschaft een analyse van de sterke en zwakke punten van de Unie in de mondiale halfgeleiderindustrie en brengt factoren in kaart zoals:

a)

belangrijke producten en kritieke infrastructuren op de interne markt die afhankelijk zijn van de levering van halfgeleiders;

b)

de belangrijkste verwerkende industrieën in de Unie en hun huidige en verwachte behoeften en afhankelijkheden, met inbegrip van een analyse van de mogelijke risico’s voor de leveringszekerheid, ook in verband met ontoereikende investeringen;

c)

cruciale segmenten van de toeleveringsketen van halfgeleiders van de Unie, met inbegrip van ontwerp, software voor ontwerp, materialen, fabricageapparatuur, fabricage van halfgeleiders en uitbestede back-end;

d)

de technologische kenmerken, de afhankelijkheden van technologie uit een derde land en leveranciers en knelpunten van de halfgeleiderindustrie van de Unie, met inbegrip van de toegang tot basisproducten;

e)

huidige en verwachte behoeften aan vaardigheden en effectieve toegang tot gekwalificeerde arbeidskrachten in de halfgeleiderindustrie;

f)

in voorkomend geval, de mogelijke gevolgen van de in de artikelen 25, 26 en 27 bedoelde crisismaatregelen voor de halfgeleiderindustrie.

2.   De Commissie brengt de Europese Raad voor halfgeleiders regelmatig op de hoogte van de geaggregeerde resultaten van de strategische inventarisatie.

3.   De Commissie stelt, op basis van de resultaten van de overeenkomstig lid 1 uitgevoerde strategische inventarisatie en na overleg met de Europese Raad voor halfgeleiders, een lijst van indicatoren voor vroegtijdige waarschuwing op. De Commissie evalueert, na overleg met de Europese Raad voor halfgeleiders, regelmatig, en ten minste om de twee jaar, de lijst van indicatoren voor vroegtijdige waarschuwing.

4.   De Commissie ontwikkelt, na overleg met de Europese Raad voor halfgeleiders, een kader en methodologie voor een strategische inventarisatie van de halfgeleiderindustrie. De Commissie actualiseert het kader en de methodologie indien nodig.

5.   De strategische inventarisatie wordt onder meer gebaseerd op openbaar en commercieel beschikbare gegevens en relevante niet-vertrouwelijke informatie van ondernemingen, het resultaat van soortgelijke uitgevoerde analyses, onder meer in de context van het Unierecht inzake grondstoffen en hernieuwbare energie, en de overeenkomstig artikel 40, lid 1, uitgevoerde evaluaties. Indien dit niet volstaat om de strategische inventarisatie overeenkomstig lid 1 van dit artikel tot stand te brengen, kan de Commissie na overleg met de Europese Raad voor halfgeleiders vrijwillige informatieverzoeken richten aan actoren over de waardeketen van halfgeleiders in de Unie. Ten behoeve van dergelijke informatieverzoeken voorziet de Commissie in gestandaardiseerde, beveiligde middelen voor de in artikel 32, lid 4, bedoelde verzameling en verwerking van informatie.

6.   Alle uit hoofde van dit artikel verkregen informatie wordt behandeld met inachtneming van de vertrouwelijkheidsverplichtingen in artikel 32.

7.   De Commissie stelt na overleg met de Europese Raad voor halfgeleiders richtsnoeren vast voor de verstrekking van informatie overeenkomstig lid 5. De Commissie actualiseert de richtsnoeren indien nodig.

Artikel 20

Monitoring en anticipatie

1.   De Commissie voorziet, in overleg met de Europese Raad voor halfgeleiders, in de regelmatige monitoring van de waardeketen voor halfgeleiders om vast te stellen welke factoren de levering van halfgeleiders in de Unie of de handel daarin kunnen verstoren, in gevaar kunnen brengen of negatief kunnen beïnvloeden. Voor de toepassing van deze verordening bestaat de monitoring uit de volgende activiteiten:

a)

de monitoring van de overeenkomstig artikel 19 vastgestelde indicatoren voor vroegtijdige waarschuwing;

b)

de monitoring door de lidstaten van de integriteit van de activiteiten die worden uitgevoerd door de overeenkomstig artikel 21 aangewezen cruciale marktpartijen en de rapportage door de lidstaten over belangrijke gebeurtenissen die de reguliere uitvoering van dergelijke activiteiten kunnen belemmeren;

c)

het in kaart brengen van beste praktijken voor preventieve risicobeperking en meer transparantie in de halfgeleiderindustrie.

Na overleg met de Europese Raad voor halfgeleiders stelt de Commissie de frequentie van de monitoring vast op basis van de behoeften van de halfgeleiderindustrie.

De Commissie coördineert de activiteiten in verband met de monitoring van de halfgeleiderindustrie op basis van informatie die is verzameld op grond van artikel 19 of van andere bronnen, zoals internationale partners.

2.   De Commissie besteedt bijzondere aandacht aan kmo’s om de administratieve lasten als gevolg van de informatieverzameling tot een minimum te beperken.

3.   De Commissie nodigt cruciale marktpartijen, een representatieve groep gebruikers van halfgeleiders uit de kritieke sectoren, representatieve organisaties uit de waardeketen voor halfgeleiders en andere relevante belanghebbenden uit om op vrijwillige basis informatie te verstrekken met het oog op de uitvoering van monitoringactiviteiten overeenkomstig lid 1, eerste alinea, punt a).

4.   Voor de toepassing van lid 1, eerste alinea, punt b), kunnen de lidstaten, wanneer zulks nodig en evenredig is, op vrijwillige basis informatie opvragen bij cruciale marktpartijen.

5.   Voor de toepassing van lid 3 zorgen de nationale bevoegde instanties voor het opstellen en bijhouden van een lijst met contactpersonen van alle relevante, op hun grondgebied gevestigde ondernemingen die actief zijn in de toeleveringsketen voor halfgeleiders. Die lijst wordt aan de Commissie toegezonden. Met het oog op interoperabiliteit voorziet de Commissie in een model voor de lijst van contactpersonen.

6.   Alle op grond van dit artikel verkregen informatie wordt overeenkomstig artikel 32 verwerkt.

7.   Op basis van de informatie die middels de activiteiten uit hoofde van lid 1 is verzameld, brengt de Commissie verslag uit over alle bevindingen aan de Europese Raad voor halfgeleiders in de vorm van regelmatige updates. De Europese Raad voor halfgeleiders komt bijeen om de resultaten van de monitoring te beoordelen. De Commissie nodigt representatieve organisaties uit de waardeketen voor halfgeleiders uit voor dergelijke vergaderingen. Indien wenselijk kan de Commissie tevens cruciale marktpartijen, gebruikers van halfgeleiders uit kritieke sectoren, autoriteiten of representatieve organisaties uit partnerlanden en deskundigen uit de academische wereld en het maatschappelijk middenveld uitnodigen voor dergelijke vergaderingen.

Artikel 21

Cruciale marktpartijen

De lidstaten brengen, in samenwerking met de Commissie en overeenkomstig artikel 19, de op hun grondgebied gevestigde cruciale marktpartijen in de toeleveringsketens voor halfgeleiders in kaart, rekening houdend met de volgende elementen:

a)

het aantal andere ondernemingen in de Unie dat afhankelijk is van de diensten of goederen die door een marktpartij worden aangeboden;

b)

het marktaandeel in de Unie of wereldwijd van de cruciale marktpartij op de markt voor dergelijke diensten of goederen;

c)

het belang van een marktpartij om een toereikend leveringsniveau van diensten of goederen in de Unie te handhaven, rekening houdend met de beschikbaarheid van alternatieve middelen voor het leveren van die diensten of goederen;

d)

de gevolgen die een verstoring van het aanbod van de door de marktpartij geleverde diensten of goederen kan hebben voor de toeleveringsketen voor halfgeleiders in de Unie en de daarvan afhankelijke markten.

Afdeling 2

Waarschuwingen en de activering van de crisisfase

Artikel 22

Waarschuwingen en preventieve maatregelen

1.   Indien een nationale bevoegde instantie kennis krijgt van een risico op ernstige verstoring in de levering van halfgeleiders of beschikt over concrete en betrouwbare informatie over een andere relevante risicofactor of reële gebeurtenis, waarschuwt zij de Commissie onverwijld.

2.   Indien de Commissie, onder meer op basis van indicatoren voor vroege waarschuwing, na een waarschuwing op grond van lid 1 of via internationale partners, kennis krijgt van een risico op ernstige verstoring in de levering van halfgeleiders of beschikt over concrete en betrouwbare informatie over een andere relevante risicofactor of reële gebeurtenis, doet zij onverwijld het volgende:

a)

zij roept een buitengewone vergadering van de Europese Raad voor halfgeleiders samen voor coördinatie van de volgende acties:

i)

zij bespreekt de ernst van de verstoringen in de levering van halfgeleiders;

ii)

zij houdt een gedachtewisseling over de vraag of het inleiden van de in artikel 23 bedoelde procedure noodzakelijk en evenredig kan zijn;

iii)

zij bespreekt of het voor de lidstaten passend, noodzakelijk en evenredig is om bij wijze van preventieve maatregel over te gaan tot gezamenlijke aankoop van halfgeleiders, tussenproducten of grondstoffen (gezamenlijke aanbesteding);

iv)

zij treedt in dialoog met belanghebbenden in de waardeketen voor halfgeleiders met het oog op het vaststellen, voorbereiden en eventueel coördineren van preventieve maatregelen;

b)

zij treedt, namens de Unie, in overleg of samenwerking met relevante derde landen teneinde in overeenstemming met internationale verplichtingen op samenwerking gebaseerde oplossingen te zoeken ten aanzien van verstoringen van de toeleveringsketen die in voorkomend geval coördinatie in relevante internationale fora kunnen omvatten;

c)

zij verzoekt de nationale bevoegde instantie om de mate van paraatheid van cruciale marktpartijen te beoordelen.

3.   Elke gezamenlijke aanbesteding die wordt uitgevoerd naar aanleiding van de in lid 2, punt a), iii), bedoelde besprekingen, wordt door de lidstaten uitgevoerd overeenkomstig de regels van de artikelen 38 en 39 van Richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement en de Raad (31) en de artikelen 56 en 57 van Richtlijn 2014/25/EU van het Europees Parlement en de Raad (32).

Artikel 23

Activering van de crisisfase

1.   Een halfgeleidercrisis wordt geacht zich voor te doen indien:

a)

er sprake is van ernstige verstoringen in de toeleveringsketen van halfgeleiders of ernstige belemmeringen voor de handel in halfgeleiders binnen de Unie die leiden tot aanzienlijke tekorten aan halfgeleiders, halffabricaten of grondstoffen of verwerkte materialen, en

b)

dergelijke aanzienlijke tekorten de levering, reparatie of het onderhoud van essentiële producten die door kritieke sectoren worden gebruikt, verhinderen, en wel in zodanige mate dat er sprake zou zijn van ernstige nadelige gevolgen voor de werking van de kritieke sectoren vanwege hun impact op de samenleving, de economie en de veiligheid van de Unie.

2.   Wanneer de Commissie kennis krijgt van een mogelijke halfgeleidercrisis overeenkomstig artikel 22, lid 2, beoordeelt zij of aan de voorwaarden van lid 1 van dit artikel is voldaan. Die beoordeling wordt rekening gehouden met de mogelijke positieve en negatieve effecten en gevolgen van de crisisfase voor de halfgeleiderindustrie en de kritieke sectoren van de Unie. Indien die beoordeling concrete en betrouwbare aanwijzingen voor een halfgeleidercrisis oplevert, kan de Commissie, na overleg met de Europese Raad voor halfgeleiders, de Raad voorstellen de crisisfase te activeren.

3.   De Raad kan met gekwalificeerde meerderheid van stemmen besluiten tot activering van de crisisfase door middel van een uitvoeringshandeling van de Raad. De duur van de crisisfase wordt in de uitvoeringshandeling vermeld en bedraagt ten hoogste twaalf maanden.

De Commissie brengt regelmatig, en ten minste om de drie maanden, verslag uit aan de Europese Raad voor halfgeleiders en het Europees Parlement over de stand van zaken met betrekking tot de crisis.

4.   Vóór het verstrijken van de periode waarvoor de crisisfase was geactiveerd, beoordeelt de Commissie of het passend is om de crisisfase te verlengen. Indien deze beoordeling concrete en betrouwbare aanwijzingen oplevert dat er nog steeds aan de voorwaarden voor activering van de crisisfase wordt voldaan, kan de Commissie, na overleg met de Europese Raad voor halfgeleiders, de Raad voorstellen de crisisfase te verlengen.

De Raad kan met gekwalificeerde meerderheid van stemmen besluiten tot verlenging van de crisisfase door middel van een uitvoeringshandeling van de Raad. De duur van de verlenging wordt beperkt en in de uitvoeringshandeling van de Raad vermeld.

De Commissie kan voorstellen de crisisfase eenmaal of vaker te verlengen wanneer dit naar behoren gerechtvaardigd is.

5.   Tijdens de crisisfase beoordeelt de Commissie, na overleg met de Europese Raad voor halfgeleiders, of een vroegtijdige beëindiging van de crisisfase passend is. Indien de beoordeling daar aanleiding toe geeft, kan de Commissie aan de Raad voorstellen de crisisfase te beëindigen.

De Raad kan besluiten tot beëindiging van de crisisfase door middel van een uitvoeringshandeling van de Raad.

6.   Tijdens de crisisfase roept de Commissie, op verzoek van een lidstaat of op eigen initiatief, indien nodig buitengewone vergaderingen van de Europese Raad voor halfgeleiders bijeen.

De lidstaten werken nauw samen met de Commissie, brengen haar tijdig op de hoogte van alle nationale maatregelen van de Europese Raad voor halfgeleiders met betrekking tot de toeleveringsketen voor halfgeleiders en zorgen voor de coördinatie van deze maatregelen.

7.   Na het verstrijken van de periode waarvoor de crisisfase was geactiveerd of in geval van vroegtijdige beëindiging op grond van lid 5 van dit artikel, houden de overeenkomstig de artikelen 25, 26 en 27 genomen maatregelen onmiddellijk op van toepassing te zijn.

8.   De Commissie actualiseert de inventarisatie en de monitoring van de waardeketens voor halfgeleiders op grond van de artikelen 19 en 20, rekening houdend met de ervaring die men in de crisis heeft opgedaan, uiterlijk zes maanden na het verstrijken van de duur van de crisisfase.

Afdeling 3

Respons bij tekorten

Artikel 24

Instrumentarium voor noodsituaties

1.   Wanneer de crisisfase wordt geactiveerd op grond van artikel 23 en indien nodig om de halfgeleidercrisis in de Unie aan te pakken, kan de Commissie de in artikel 25, 26 of 27 bedoelde maatregelen nemen onder de daarin vastgelegde voorwaarden.

2.   De Commissie moet, na overleg met de Europese Raad voor halfgeleiders, de toepassing van de in de artikelen 26 en 27 bedoelde maatregelen beperken tot de kritieke sectoren waarvan de werking als gevolg van de halfgeleidercrisis wordt verstoord of dreigt te worden verstoord. Het gebruik van de in lid 1 van dit artikel bedoelde maatregelen is evenredig en beperkt tot wat noodzakelijk is om ernstige verstoringen die van invloed zijn op kritieke sectoren in de Unie aan te pakken, en moet in het belang van de Unie zijn. Bij het gebruik van die maatregelen wordt voorkomen dat met name kmo’s onevenredige administratieve lasten worden opgelegd.

3.   Wanneer de crisisfase wordt geactiveerd overeenkomstig artikel 23 en indien nodig om de halfgeleidercrisis in de Unie aan te pakken, kan de Europese Raad voor halfgeleiders:

a)

passende en doeltreffende noodmaatregelen overwegen en daarover advies verstrekken;

b)

het verwachte effect van de mogelijke oplegging van beschermende maatregelen op de halfgeleiderindustrie van de Unie beoordelen, door te onderzoeken of de marktsituatie overeenstemt met een aanzienlijke schaarste aan essentiële producten overeenkomstig Verordening (EU) 2015/479, en de Commissie een advies verstrekken;

4.   De Commissie brengt het Europees Parlement en de Raad regelmatig op de hoogte van alle overeenkomstig lid 1 genomen maatregelen en licht de redenen voor haar besluit toe.

5.   De Commissie kan, na overleg met de Europese Raad voor halfgeleiders, richtsnoeren verstrekken over de invoering en het gebruik van de noodmaatregelen.

Artikel 25

Informatieverzameling

1.   Wanneer de crisisfase wordt geactiveerd op grond van artikel 23 kan de Commissie ondernemingen die actief zijn in de toeleveringsketen voor halfgeleiders, verzoeken informatie te verstrekken over hun productievermogen, hun productiecapaciteit en huidige primaire verstoringen. De gevraagde informatie blijft beperkt tot wat noodzakelijk is om de aard van de halfgeleidercrisis te beoordelen of om mogelijke beperkende of noodmaatregelen op Unieniveau of nationaal niveau vast te stellen en te beoordelen. De informatieverzoeken leiden er niet toe dat informatie wordt verstrekt waarvan de openbaarmaking strijdig zou zijn met de nationale veiligheidsbelangen van de lidstaten.

2.   Alvorens een verzoek om informatie te versturen, kan de Commissie een facultatief overleg met een representatief aantal relevante ondernemingen organiseren om de passende en evenredige inhoud van een dergelijk verzoek vast te stellen. De Commissie stelt het verzoek om informatie op in overleg met de Europese Raad voor halfgeleiders.

3.   De Commissie verwerkt eventueel verkregen informatie overeenkomstig artikel 32 en gebruikt de beveiligde middelen om het verzoek om informatie te versturen. Daartoe delen de nationale bevoegde instanties de Commissie de overeenkomstig artikel 20, lid 5, opgestelde lijst van contactpersonen mee.

De Commissie zendt onverwijld een afschrift van het verzoek om informatie aan de nationale bevoegde instantie van de lidstaat op het grondgebied waarvan de productielocatie van de geadresseerde onderneming zich bevindt. Indien de nationale bevoegde instantie daarom verzoekt, zendt de Commissie de van de desbetreffende onderneming verkregen informatie aan haar door overeenkomstig het Unierecht.

4.   Het verzoek om informatie vermeldt de rechtsgrondslag, beperkt zich tot het strikt noodzakelijke minimum, is evenredig wat betreft de gedetailleerdheid en de omvang van de gegevens en de frequentie van de toegang tot de gevraagde gegevens, houdt rekening met de legitieme doelstellingen van de onderneming en de kosten en inspanningen die noodzakelijk zijn om de gegevens beschikbaar te stellen, en vermeldt de termijn waarbinnen de informatie moet worden verstrekt. Het verzoek vermeldt eveneens de in artikel 33 bedoelde sancties.

5.   De eigenaren van de ondernemingen of hun vertegenwoordigers en, in het geval van rechtspersonen of verenigingen zonder rechtspersoonlijkheid, de krachtens de wet of de statuten tot vertegenwoordiging bevoegde personen verstrekken de gevraagde informatie namens de betrokken onderneming of ondernemersvereniging.

6.   Indien een onderneming in antwoord op een verzoek uit hoofde van dit artikel onjuiste, onvolledige of misleidende informatie verstrekt of de informatie niet binnen de gestelde termijn verstrekt, wordt haar een geldboete opgelegd overeenkomstig artikel 33, tenzij de onderneming voldoende redenen heeft om de gevraagde informatie niet te verstrekken.

7.   Indien een in de Unie gevestigde onderneming een verzoek om informatie ontvangt over haar activiteiten met betrekking tot halfgeleiders vanuit een derde land, informeert zij de Commissie daar tijdig over en op een zodanige wijze dat deze de mogelijkheid krijgt om soortgelijke informatie op te vragen van de onderneming. De Commissie informeert de Europese Raad voor halfgeleiders dat er sprake is van een dergelijk verzoek uit een derde land.

Artikel 26

Als prioritair aangemerkte bestellingen

1.   Indien de crisisfase wordt geactiveerd op grond van artikel 23, kan de Commissie faciliteiten voor geïntegreerde productie en open EU-gieterijen ertoe verplichten een bestelling van in een crisis relevante producten te aanvaarden en daaraan voorrang te geven (als prioritair aangemerkte bestellingen). Een dergelijke verplichting heeft voorrang boven elke andere privaat- of publiekrechtelijke prestatieverplichting.

2.   Indien van toepassing kan de verplichting van lid 1 ook worden opgelegd aan andere halfgeleiderondernemingen die deze mogelijkheid hebben aanvaard wanneer zij overheidssteun ontvangen.

3.   Indien een in de Unie gevestigde halfgeleideronderneming onderworpen is aan een maatregel inzake als prioritair aangemerkte bestellingen uit een derde land, stelt zij de Commissie daarvan in kennis. Indien die verplichting aanzienlijke gevolgen heeft voor de werking van bepaalde kritieke sectoren, kan de Commissie die onderneming, indien nodig en evenredig, verplichten bestellingen van in een crisis relevante producten te aanvaarden en daaraan voorrang te geven overeenkomstig de leden 5, 6 en 7.

4.   Als prioritair aangemerkte bestellingen worden uitsluitend bestemd voor begunstigden die gebruikers van halfgeleiders uit kritieke sectoren zijn of voor ondernemingen die leveren aan kritieke sectoren waarvan de activiteiten verstoord worden of dreigen te worden verstoord en die, ondanks dat zij passende risicobeperkende maatregelen hebben getroffen, niet in staat waren de gevolgen van het tekort te voorkomen of te temperen. De Commissie kan een begunstigde verzoeken passend bewijs daarvoor te leveren.

5.   De verplichtingen uit hoofde van de leden 1, 2 en 3 van dit artikel worden door de Commissie bij besluit vastgesteld, en uitsluitend als uiterste middel. De Commissie neemt dat besluit na overleg met de Europese Raad voor halfgeleiders en in overeenstemming met alle toepasselijke wettelijke verplichtingen van de Unie, rekening houdend met de omstandigheden van het geval, alsook met de beginselen van noodzakelijkheid en evenredigheid. In het besluit wordt met name rekening gehouden met de legitieme doelstellingen van de betrokken onderneming en met de kosten, inspanningen en technische aanpassingen die vereist zijn voor een eventuele wijziging van de productiesequentie. In haar besluit vermeldt de Commissie de rechtsgrondslag van de als prioritair aangemerkte bestelling, legt zij de termijn vast waarbinnen de bestelling moet worden uitgevoerd en specificeert zij in voorkomend geval het product en de hoeveelheid, en vermeldt zij, in voorkomend geval, de in artikel 33 bedoelde sancties voor niet-naleving van een dergelijke verplichting. De als prioritair aangemerkte bestelling wordt tegen een eerlijke en redelijke prijs geplaatst.

6.   Alvorens als prioritair aangemerkte bestellingen overeenkomstig lid 1 te plaatsen, stelt de Commissie de beoogde ontvanger van een als prioritair aangemerkte bestelling in de gelegenheid om te worden gehoord over de haalbaarheid en de details van de bestelling. De Commissie plaatst de als prioritair aangemerkte bestelling niet indien:

a)

de onderneming wegens een ontoereikend productievermogen of onvoldoende productiecapaciteit of om technische redenen niet in staat is de als prioritair aangemerkte bestelling uit te voeren, zelfs niet bij preferentiële behandeling van de bestelling;

b)

acceptatie van de bestelling een onredelijke economische last zou meebrengen en de onderneming bijzondere moeilijkheden zou berokkenen, waaronder een aanzienlijk risico voor de bedrijfscontinuïteit.

7.   Wanneer een onderneming ertoe wordt verplicht een als prioritair aangemerkte bestelling te aanvaarden en daaraan prioriteit te verlenen, is zij niet aansprakelijk voor de niet-nakoming van contractuele verplichtingen die het gevolg is van de uitvoering van de als prioritair aangemerkte bestelling. De aansprakelijkheid wordt alleen uitgesloten voor zover de schending van contractuele verplichtingen noodzakelijk was om te voldoen aan de opgelegde prioritering.

8.   De Commissie stelt een uitvoeringshandeling vast met de praktische en operationele regelingen voor het werken met als prioritair aangemerkte bestellingen. Die uitvoeringshandeling wordt volgens de in artikel 38, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Artikel 27

Gemeenschappelijke aankopen

1.   Wanneer de crisisfase wordt geactiveerd overeenkomstig artikel 23 kan de Commissie, op verzoek van twee of meer lidstaten, namens alle lidstaten die wensen deel te nemen (deelnemende lidstaten) als aankoopcentrale optreden voor hun overheidsopdrachten betreffende in een crisis relevante producten voor kritieke sectoren (gemeenschappelijke aankopen). Deelname aan de gemeenschappelijke aankopen laat andere aanbestedingsprocedures onverlet. Een verzoek om gezamenlijke aankoop bevat de redenen voor het verzoek en kan alleen worden gedaan met het oog op het aanpakken van verstoringen in de toeleveringsketen van halfgeleiders die de crisis hebben veroorzaakt.

2.   De Commissie beoordeelt het nut, de noodzaak en de evenredigheid van het verzoek, rekening houdend met de standpunten van de Europese Raad voor halfgeleiders. Indien de Commissie voornemens is geen gevolg te geven aan het verzoek, stelt zij de betrokken lidstaten en de Europese Raad voor halfgeleiders daarvan in kennis en motiveert zij haar weigering.

3.   De Commissie stelt een voorstel op voor een overeenkomst die door de deelnemende lidstaten moet worden ondertekend. Een dergelijke overeenkomst regelt omstandig de in lid 1 bedoelde gemeenschappelijke aankopen, met inbegrip van de redenen voor de toepassing van het mechanisme voor gezamenlijke aankoop en de verbintenissen die worden aangegaan, en bevat het mandaat voor de Commissie om namens de deelnemende lidstaten op te treden.

4.   Aanbestedingen uit hoofde van deze verordening worden door de Commissie uitgevoerd overeenkomstig de regels waarin Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad (33) (het Financieel Reglement) voorziet voor haar eigen aanbestedingen. De Commissie kan de bevoegdheid en verantwoordelijkheid hebben om namens alle deelnemende lidstaten contracten te sluiten met marktpartijen, met inbegrip van individuele producenten van in een crisis relevante producten, met betrekking tot de aankoop van dergelijke producten of betreffende de financiering van de productie of de ontwikkeling van dergelijke producten in ruil voor een prioritair recht op het resultaat.

5.   Wanneer de aanbesteding van in een crisis relevante producten financiering uit de begroting van de Unie omvat, kunnen er specifieke voorwaarden worden vastgelegd in specifieke overeenkomsten met marktpartijen.

6.   De Commissie voert de aanbestedingsprocedures uit en sluit de overeenkomsten met de marktpartijen namens de deelnemende lidstaten. De Commissie verzoekt de deelnemende lidstaten om vertegenwoordigers aan te wijzen die deelnemen aan de voorbereiding van de aanbestedingsprocedures. De deelnemende lidstaten blijven verantwoordelijk voor de uitrol, het gebruik en de doorverkoop van de aangekochte producten overeenkomstig de in lid 3 bedoelde overeenkomst.

7.   De inzet van gemeenschappelijke aankopen uit hoofde van dit artikel laat andere instrumenten waarin het Financieel Reglement voorziet onverlet.

Hoofdstuk V

Beheer

Afdeling 1

Europese Raad voor halfgeleiders

Artikel 28

Oprichting en taken van de Europese Raad voor halfgeleiders

1.   De Europese Raad voor halfgeleiders wordt opgericht.

2.   De Europese Raad voor halfgeleiders verstrekt de Commissie advies, bijstand en aanbevelingen uit hoofde van deze verordening, met name door:

a)

adviesverstrekking over het initiatief aan de raad van overheidsinstanties van de Gemeenschappelijke Onderneming “Chips”;

b)

adviesverstrekking aan de Commissie bij de beoordeling van de aanvragen voor faciliteiten voor geïntegreerde productie en open EU-gieterijen;

c)

gedachtewisselingen met de Commissie over de beste manieren om, overeenkomstig het Unierecht en nationaal recht, te zorgen voor een doeltreffende bescherming en handhaving van intellectuele-eigendomsrechten, vertrouwelijke informatie en bedrijfsgeheimen, met de nodige betrokkenheid van belanghebbenden, met betrekking tot de halfgeleiderindustrie;

d)

besprekingen en voorbereidingen voor de aanwijzing van specifieke sectoren en technologieën die mogelijk een grote sociale of ecologische impact hebben of van belang zijn op het gebied van veiligheid en bijgevolg certificering voor groene, betrouwbare en veilige producten nodig hebben;

e)

de behandeling van kwesties op het gebied van strategische inventarisatie, monitoring, waarschuwing en preventieve maatregelen en crisisrespons;

f)

advisering over de instrumenten inzake de crisisfase uit hoofde van de artikelen 24 tot en met 27;

g)

verstrekking van advies en aanbevelingen over de consistente uitvoering van deze verordening, bevordering van samenwerking tussen de lidstaten en uitwisseling van informatie over aangelegenheden die verband houden met deze verordening.

3.   De Europese Raad voor halfgeleiders adviseert de Commissie over zaken met betrekking tot internationale samenwerking op het gebied van halfgeleiders. Daartoe kan hij de standpunten van de belanghebbenden in overweging nemen, met inbegrip van die van de industriële alliantie op het gebied van processoren en halfgeleidertechnologieën. De Europese Raad voor halfgeleiders bespreekt op gezette tijden met de Commissie en informeert haar over de resultaten van die besprekingen met betrekking tot het volgende:

a)

hoe de samenwerking tussen de Unie en derde landen in de mondiale waardeketen voor halfgeleiders kan worden verbeterd, rekening houdend met bestaande internationale samenwerkingsovereenkomsten met derde landen;

b)

met welke derde landen er als eerste een nauwere internationale samenwerking op het gebied van halfgeleiders kan worden aangegaan, rekening houdend met:

i)

complementariteit en onderlinge afhankelijkheden in de toeleveringsketen voor halfgeleiders;

ii)

het effect op de levering van halfgeleiders van het handelsbeleid, tarieven, uitvoerbeperkingen, handelsbelemmeringen, alsmede het effect van bedrijfssluitingen, verplaatsingen naar derde landen of overnames van cruciale marktspelers in de Unie door in derde landen gevestigde entiteiten, op basis van openbaar beschikbare informatie;

iii)

de potentiële bijdrage aan de leveringszekerheid, rekening houdend met hun productiecapaciteit voor halfgeleiders, halffabricaten en grondstoffen die nodig zijn voor de productie van halfgeleiders of halffabricaten;

iv)

bestaande samenwerkingsovereenkomsten tussen dat derde land en de Unie.

Dit lid laat de prerogatieven van het Europees Parlement en de Raad op grond van de Verdragen onverlet.

4.   De Europese Raad voor halfgeleiders zorgt in voorkomend geval voor coördinatie, samenwerking en informatie-uitwisseling met de desbetreffende structuren voor crisisrespons en crisisparaatheid die krachtens het Unierecht zijn opgericht.

Artikel 29

Structuur van de Europese Raad voor halfgeleiders

1.   De Europese Raad voor halfgeleiders bestaat uit vertegenwoordigers van alle lidstaten. Een vertegenwoordiger van de Commissie is de voorzitter van de Europese Raad voor halfgeleiders.

2.   Elke lidstaat benoemt een vertegenwoordiger op hoog niveau in de Europese Raad voor halfgeleiders. Indien dit relevant is voor de functie en de deskundigheid, kan een lidstaat meer dan één vertegenwoordiger hebben met betrekking tot verschillende taken van de Europese Raad voor halfgeleiders. Elk lid van de Europese Raad voor halfgeleiders heeft een plaatsvervanger. Enkel de lidstaten zijn stemgerechtigd. Elke lidstaat heeft slechts één stem, ongeacht hoeveel vertegenwoordigers hij heeft.

3.   In zijn eerste vergadering stelt de Europese Raad voor halfgeleiders op voorstel van en met instemming van de voorzitter zijn reglement van orde vast.

4.   De voorzitter kan permanente of tijdelijke subgroepen oprichten om specifieke vraagstukken te onderzoeken.

In voorkomend geval nodigt de voorzitter representatieve organisaties uit de halfgeleiderwaardeketen, de industriële alliantie op het gebied van processoren en halfgeleidertechnologieën, vakbonden en gebruikers van halfgeleiders op het niveau van de Unie uit om input te leveren aan deze subgroepen in de hoedanigheid van waarnemers.

Er wordt een subgroep opgericht, bestaande uit onderzoeks- en technologieorganisaties van de Unie, om specifieke aspecten van strategische opties inzake technologie te onderzoeken en hierover verslag uit te brengen aan de Europese Raad voor halfgeleiders.

Artikel 30

Werking van de Europese Raad voor halfgeleiders

1.   De Europese Raad voor halfgeleiders belegt ten minste een keer per jaar een gewone vergadering. Hij kan op verzoek van de Commissie of een lidstaat buitengewone vergaderingen houden als bedoeld in de artikelen 20 en 23.

2.   De Europese Raad voor halfgeleiders houdt afzonderlijke vergaderingen voor zijn taken bedoeld in artikel 28, lid 2, punt a), en voor zijn taken bedoeld in artikel 28, lid 2, punten b), d), e) en f).

3.   De voorzitter roept de vergaderingen bijeen en stelt na raadpleging van de leden van de Europese Raad voor halfgeleiders de agenda op overeenkomstig de taken van de Europese Raad voor halfgeleiders uit hoofde van deze verordening en overeenkomstig zijn reglement.

De Commissie verleent administratieve en analytische ondersteuning voor de activiteiten van de Europese Raad voor halfgeleiders overeenkomstig artikel 28.

4.   In voorkomend geval nodigt de voorzitter representatieve organisaties uit de halfgeleiderindustrie en deskundigen met specifieke kennis over het onderwerp, onder meer van organisaties van belanghebbenden, uit en wijst hij waarnemers aan om deel te nemen aan de vergaderingen, onder meer op voorstel van leden. De voorzitter kan uitwisselingen faciliteren tussen de Europese Raad voor halfgeleiders en andere organen, instanties, deskundigengroepen en adviesgroepen van de Unie. Daartoe nodigt de voorzitter een vertegenwoordiger van het Europees Parlement uit als permanent waarnemer in de Europese Raad voor halfgeleiders, met name voor vergaderingen over hoofdstuk IV inzake monitoring en crisisrespons. De voorzitter zorgt voor deelname van andere relevante instellingen en organen van de Unie als waarnemer in de Europese Raad voor halfgeleiders wanneer de vergadering betrekking heeft op hoofdstuk IV inzake monitoring en crisisrespons.

Waarnemers en deskundigen hebben geen stemrecht en nemen niet deel aan het formuleren van standpunten, aanbevelingen of adviezen van de Europese Raad voor halfgeleiders en zijn subgroepen. In voorkomend geval kan de Europese Raad voor halfgeleiders deze waarnemers en deskundigen uitnodigen om met informatie en inzichten aan de vergadering bij te dragen.

5.   De Europese Raad voor halfgeleiders neemt de nodige maatregelen om de veilige behandeling en verwerking van vertrouwelijke informatie in overeenstemming met artikel 32 te waarborgen.

Afdeling 2

Nationale bevoegde instanties

Artikel 31

Aanwijzing van nationale bevoegde instanties en centrale contactpunten

1.   Elke lidstaat wijst een of meer nationale bevoegde instanties aan voor het toezicht op de toepassing en de uitvoering van deze verordening op nationaal niveau.

2.   Indien een lidstaat meer dan één nationale bevoegde instantie aanwijst, bepaalt hij duidelijk de respectieve bevoegdheden van de betrokken autoriteiten en zorgt hij ervoor dat deze doeltreffend en efficiënt samenwerken om hun taken uit hoofde van deze verordening te vervullen, onder meer met betrekking tot de aanwijzing en de activiteiten van het in lid 3 bedoelde nationale centrale contactpunt.

3.   Elke lidstaat wijst één nationaal centraal contactpunt aan om een verbindingsfunctie uit te oefenen met het oog op grensoverschrijdende samenwerking met de nationale bevoegde instanties van andere lidstaten, met de Commissie en met de Europese Raad voor halfgeleiders (centraal contactpunt). Indien een lidstaat slechts één bevoegde instantie aanwijst, is die bevoegde instantie eveneens het centrale contactpunt.

4.   Elke lidstaat stelt de Commissie in kennis van de aanwijzing van de nationale bevoegde instantie of van meer dan één nationale bevoegde instantie, en van het nationale centrale contactpunt, met inbegrip van hun precieze taken en bevoegdheden uit hoofde van deze verordening, hun contactgegevens en eventuele latere wijzigingen daarin.

5.   De lidstaten zorgen ervoor dat de nationale bevoegde instanties, met inbegrip van het aangewezen centrale contactpunt, hun bevoegdheden onpartijdig, transparant en tijdig uitoefenen en dat zij worden toegerust met de bevoegdheden en de passende technische, financiële en personele middelen om hun taken uit hoofde van deze verordening te vervullen.

6.   De lidstaten zorgen ervoor dat de nationale bevoegde instanties, waar passend en in overeenstemming met het Unierecht en het nationale recht, overleg plegen en samenwerken met andere betrokken nationale autoriteiten en belanghebbende partijen.

De Commissie bevordert de uitwisseling van ervaringen tussen de nationale bevoegde instanties.

HOOFDSTUK VI

Vertrouwelijkheid en sancties

Artikel 32

Behandeling van vertrouwelijke informatie

1.   Informatie die bij de uitvoering van deze verordening wordt verkregen, wordt alleen gebruikt voor de toepassing van deze verordening en is beschermd door het toepasselijk Unierecht en nationaal recht.

2.   De op grond van de artikelen 15, 20 en 25 en artikel 26, lid 3, verkregen informatie valt onder het beroepsgeheim en geniet de bescherming die wordt geboden door de op de instellingen van de Unie toepasselijke voorschriften en het desbetreffende nationale recht, met inbegrip van de bepalingen die in geval van schending van die voorschriften in werking treden.

3.   De Commissie en de nationale autoriteiten, hun ambtenaren, personeelsleden en andere personen die onder toezicht van die autoriteiten werken, waarborgen de vertrouwelijkheid van de bij de uitvoering van hun taken en activiteiten verkregen informatie en gegevens op zodanige wijze dat met name intellectuele-eigendomsrechten en gevoelige bedrijfsinformatie of bedrijfsgeheimen worden beschermd. Deze verplichting geldt voor alle vertegenwoordigers van de lidstaten, waarnemers, deskundigen en andere deelnemers van vergaderingen van de Europese Raad voor halfgeleiders op grond van artikel 28 en de leden van het halfgeleidercomité op grond van artikel 38, lid 1.

4.   De Commissie voorziet in gestandaardiseerde en veilige middelen voor het verzamelen, verwerken en opslaan van de uit hoofde van deze verordening verkregen informatie.

5.   De Commissie en de lidstaten kunnen, indien nodig, overeenkomstig de artikelen 20 en 25 verkregen informatie met bevoegde instanties van derde landen waarmee zij bilaterale of multilaterale geheimhoudingsovereenkomsten hebben gesloten om een passend niveau van geheimhouding te waarborgen, alleen uitwisselen in een geaggregeerde vorm die voorkomt dat conclusies over de specifieke situatie van een onderneming in een lidstaat openbaar worden gemaakt. Alvorens tot uitwisseling van informatie over te gaan, stellen de Commissie of de lidstaten de Europese Raad voor halfgeleiders in kennis van de informatie die zal worden gedeeld en van de desbetreffende geheimhoudingsregeling.

Voor de uitwisseling van informatie met de bevoegde instanties van derde landen wijst de Commissie een centraal contactpunt in de Unie aan, en zij maakt van dit contactpunt gebruik om, overeenkomstig de desbetreffende procedures van de Commissie, die informatie of gegevens gemakkelijker op vertrouwelijke wijze door te sturen.

6.   De Commissie kan, waar nodig op basis van de ervaring die met het verzamelen van informatie is opgedaan, uitvoeringshandelingen vaststellen ter nadere bepaling van de praktische regelingen voor de behandeling van vertrouwelijke informatie in het kader van de uitwisseling van informatie op grond van deze verordening. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 38, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Artikel 33

Sancties

1.   Indien dit noodzakelijk en evenredig wordt geacht, kan de Commissie een besluit nemen om:

a)

geldboeten op te leggen wanneer een onderneming opzettelijk of door grove nalatigheid onjuiste, onvolledige of misleidende informatie verstrekt in antwoord op een verzoek overeenkomstig artikel 25, of de inlichtingen niet binnen de gestelde termijn verstrekt;

b)

geldboeten op te leggen wanneer een onderneming opzettelijk of door grove nalatigheid niet voldoet aan de verplichting om de Commissie in kennis te stellen van een verplichting vanuit een derde land uit hoofde van artikel 25, lid 7, en artikel 26, lid 3;

c)

dwangsommen op te leggen wanneer een onderneming opzettelijk of door grove nalatigheid niet voldoet aan een verplichting tot het verlenen van prioriteit aan de productie van in een crisis relevante producten uit hoofde van artikel 26.

2.   Alvorens een besluit op grond van lid 1 van dit artikel te nemen, stelt de Commissie ondernemingen in de gelegenheid te worden gehoord overeenkomstig artikel 36. Om te bepalen of geldboeten of dwangsommen noodzakelijk en evenredig zijn houdt zij rekening met alle naar behoren gemotiveerde redenen die een dergelijke onderneming heeft aangevoerd.

3.   De geldboeten die in de in lid 1, punt a), bedoelde gevallen worden opgelegd, mogen niet meer bedragen dan 300 000 EUR.

De geldboeten die in de in lid 1, punt b), bedoelde gevallen worden opgelegd, mogen niet meer bedragen dan 150 000 EUR.

Indien de betrokken onderneming een kmo is, mogen de opgelegde geldboeten niet meer bedragen dan 50 000 EUR.

4.   De dwangsommen die in het in lid 1, punt c), bedoelde geval worden opgelegd, mogen niet meer bedragen dan 1,5 % van de actuele dagelijkse omzet voor elke werkdag waarin de verplichting uit hoofde van artikel 26 niet is nagekomen, berekend vanaf de datum die is vastgelegd in het besluit waarbij de als prioritair aangemerkte bestelling is geplaatst.

Indien de betrokken onderneming een kmo is, bedragen de opgelegde dwangsommen niet meer dan 0,5 % van de actuele dagelijkse omzet.

5.   Bij de vaststelling van het bedrag van de geldboete of de dwangsom houdt de Commissie rekening met de aard, de ernst en de duur van de inbreuk, ook in gevallen van niet-naleving van de in artikel 26 vastgelegde verplichting om een als prioritair aangemerkte bestelling te aanvaarden en daaraan voorrang te geven, en met de vraag of de onderneming de als prioritair aangemerkte bestelling ten dele heeft voldaan; zij houdt daarbij terdege rekening met de beginselen van evenredigheid en geschiktheid.

6.   Indien de onderneming de verplichtingen is nagekomen ter afdwinging waarvan de dwangsom was opgelegd, kan de Commissie de uiteindelijk verschuldigde dwangsom vaststellen op een bedrag dat lager is dan het uit het oorspronkelijke besluit voortvloeiende bedrag.

7.   Het Hof van Justitie heeft volledige rechtsmacht ter zake van beroep tegen besluiten van de Commissie waarbij een geldboete of een dwangsom wordt vastgesteld. Het kan de opgelegde geldboete of dwangsom intrekken, verlagen of verhogen.

Artikel 34

Verjaringstermijn voor het opleggen van sancties

1.   Voor de bevoegdheid van de Commissie uit hoofde van artikel 33 gelden de volgende verjaringstermijnen:

a)

twee jaar in geval van inbreuken op de bepalingen inzake verzoeken om inlichtingen overeenkomstig artikel 25;

b)

twee jaar in geval van inbreuken op de bepalingen inzake informatieverplichtingen uit hoofde van artikel 25, lid 7, en artikel 26, lid 3;

c)

drie jaar in geval van inbreuken op de bepalingen inzake de verplichting om overeenkomstig artikel 26 prioriteit te verlenen aan de productie van in een crisis relevante producten.

2.   De in lid 1 bedoelde verjaringstermijnen gaan in op de dag waarop de inbreuk is gepleegd. Bij voortdurende of herhaalde inbreuken gaat de verjaringstermijn in op de dag waarop de laatste inbreuk werd gepleegd.

3.   De verjaring wordt gestuit door de maatregelen die de Commissie of de bevoegde instanties van de lidstaten nemen om de naleving van deze verordening te waarborgen.

4.   De stuiting van de verjaring geldt voor alle partijen die aansprakelijk worden gesteld voor de deelname aan de inbreuk.

5.   Na elke stuiting begint de verjaringstermijn opnieuw van voren af aan te lopen. De verjaring treedt echter uiterlijk in op de dag waarop een termijn gelijk aan tweemaal de verjaringstermijn is verstreken zonder dat de Commissie een geldboete of een dwangsom heeft opgelegd. Die termijn wordt verlengd met de periode waarin de verjaringstermijn is geschorst omdat tegen het besluit van de Commissie een procedure aanhangig is bij het Hof van Justitie.

Artikel 35

Verjaring voor tenuitvoerlegging van sancties

1.   De verjaringstermijn voor de aan de Commissie verleende bevoegdheden om overeenkomstig artikel 33 genomen besluiten ten uitvoer te leggen, beloopt drie jaar.

2.   De verjaringstermijn gaat in op de dag waarop het besluit definitief wordt.

3.   De verjaringstermijn voor de tenuitvoerlegging van geldboeten en dwangsommen wordt gestuit:

a)

door de kennisgeving van een besluit waarbij het oorspronkelijke bedrag van de geldboete of de dwangsom wordt gewijzigd of waarbij een daartoe strekkend verzoek wordt afgewezen;

b)

door elke handeling van de Commissie of van een lidstaat op verzoek van de Commissie tot inning van de geldboete of de dwangsom.

4.   Na elke stuiting begint de verjaringstermijn opnieuw van voren af aan te lopen.

5.   De verjaringstermijn voor de tenuitvoerlegging van geldboeten en dwangsommen wordt geschorst zolang:

a)

een betalingstermijn is toegestaan;

b)

de tenuitvoerlegging krachtens een beslissing van het Hof van Justitie is geschorst.

Artikel 36

Recht om te worden gehoord voor het opleggen van sancties

1.   Alvorens een besluit op grond van artikel 33 vast te stellen, stelt de Commissie de betrokken onderneming in de gelegenheid te worden gehoord over:

a)

de voorlopige bevindingen van de Commissie, met inbegrip van alle zaken waartegen de Commissie bezwaren heeft gemaakt;

b)

de maatregelen die de Commissie eventueel voornemens is te nemen in het licht van de in punt a) bedoelde voorlopige bevindingen.

2.   De betrokken ondernemingen kunnen hun opmerkingen over de voorlopige bevindingen van de Commissie op grond van lid 1, punt a), indienen binnen een termijn die de Commissie in haar voorlopige bevindingen vastlegt en die niet minder dan 14 dagen bedraagt.

3.   De Commissie baseert haar besluiten enkel op de punten van bezwaar waarover de betrokken ondernemingen opmerkingen hebben kunnen maken.

4.   Het recht van verdediging van de betrokken onderneming wordt in de loop van iedere procedure ten volle geëerbiedigd. De betrokken ondernemingen hebben recht op inzage van het dossier van de Commissie volgens de voorwaarden van een onderhandelde inzageverlening, onder voorbehoud van het rechtmatige belang van de ondernemingen inzake de bescherming van hun zakengeheimen. Het recht op inzage van het dossier geldt niet voor vertrouwelijke inlichtingen en interne documenten van de Commissie of de autoriteiten van de lidstaten. Met name geldt het recht op inzage niet voor de correspondentie tussen de Commissie en de autoriteiten van de lidstaten. Niets in dit lid belet de Commissie om voor het bewijs van een inbreuk noodzakelijke inlichtingen bekend te maken of te gebruiken.

HOOFDSTUK VII

Bevoegdheidsdelegatie en comitéprocedure

Artikel 37

Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

1.   De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie verleend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.

2.   De in artikel 12, leden 2 en 3, en artikel 17, lid 2, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie verleend voor onbepaalde tijd met ingang van 19 september 2023.

3.   Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 12, leden 2 en 3, en artikel 17, lid 2, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

4.   Vóór de vaststelling van een gedelegeerde handeling raadpleegt de Commissie de door elke lidstaat aangewezen deskundigen overeenkomstig de beginselen die zijn neergelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven.

5.   Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.

6.   Een overeenkomstig artikel 12, lid 2 of lid 3, of artikel 17, lid 2, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben meegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.

Artikel 38

Comitéprocedure

1.   De Commissie wordt bijgestaan door een comité (het “halfgeleidercomité”). Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.

2.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

3.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 8 van Verordening (EU) nr. 182/2011 in samenhang met artikel 5 daarvan, van toepassing.

HOOFDSTUK VIII

Slotbepalingen

Artikel 39

Wijzigingen van Verordening (EU) 2021/694

Verordening (EU) 2021/694 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In artikel 3 wordt lid 2 als volgt gewijzigd:

a)

de inleidende zin wordt vervangen door:

“2.   Het programma heeft zes onderling samenhangende specifieke doelstellingen:”;

b)

het volgende punt wordt toegevoegd:

“f)

specifieke doelstelling 6: halfgeleiders.”.

2)

Het volgende artikel wordt ingevoegd:

“Artikel 8 bis

Specifieke doelstelling 6 Halfgeleiders

De financiële bijdrage van de Unie in het kader van specifieke doelstelling 6 Halfgeleiders heeft de doelstellingen die zijn vastgelegd in artikel 4, lid 2, punten a) tot en met d), van Verordening (EU) 2023/1781 van het Europees Parlement en de Raad (*1).

(*1)  Verordening (EU) 2023/1781 van het Europees Parlement en de Raad van 13 september 2023 tot vaststelling van een kader voor maatregelen ter versterking van het Europese halfgeleiderecosysteem en tot wijziging van Verordening (EU) 2021/694 (chipsverordening) (PB L 229 van 18.9.2023, blz. 1).”."

3)

In artikel 9 worden de leden 1 en 2 vervangen door:

“1.   De financiële middelen voor de uitvoering van het programma voor de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2027 bedragen 8 168 000 000 EUR in lopende prijzen.

2.   De indicatieve verdeling van het in lid 1 genoemde bedrag is als volgt:

a)

2 019 914 000 EUR voor specifieke doelstelling 1 — High performance computing;

b)

1 663 956 000 EUR voor specifieke doelstelling 2 — Artificiële intelligentie;

c)

1 399 566 000 EUR voor specifieke doelstelling 3 — Cyberbeveiliging en vertrouwen;

d)

507 347 000 EUR voor specifieke doelstelling 4 — Geavanceerde digitale vaardigheden;

e)

1 002 217 000 EUR voor specifieke doelstelling 5 — Uitrol en optimaal gebruik van digitale capaciteiten en interoperabiliteit;

f)

1 575 000 000 EUR voor specifieke doelstelling 6 — Halfgeleiders.”

.

4)

In artikel 11 wordt lid 2 vervangen door:

“2.   De samenwerking met derde landen en organisaties als bedoeld in lid 1 van dit artikel ten aanzien van de specifieke doelstellingen 1, 2, 3 en 6 neemt artikel 12 in acht.”

.

5)

In artikel 12 wordt lid 6 vervangen door:

“6.   Om naar behoren gemotiveerde veiligheidsredenen kan in het werkprogramma ook worden bepaald dat juridische entiteiten die in geassocieerde landen zijn gevestigd en juridische entiteiten die in de Unie zijn gevestigd, maar waarover vanuit derde landen zeggenschap wordt uitgeoefend, alleen in aanmerking komen voor deelname aan alle of bepaalde acties krachtens de specifieke doelstellingen 1, 2 en 6 indien zij voldoen aan de vereisten waaraan die juridische entiteiten moeten voldoen om de bescherming van de wezenlijke veiligheidsbelangen van de Unie en de lidstaten te waarborgen en de bescherming van de gegevens in gerubriceerde documenten te verzekeren. Die vereisten worden in het werkprogramma vastgelegd.”

.

6)

Aan artikel 13 wordt het volgende lid toegevoegd:

“3.   De synergieën van specifieke doelstelling 6 met andere programma’s van de Unie worden beschreven in artikel 6 van en bijlage III bij Verordening (EU) 2023/1781.”

.

7)

Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 1 wordt vervangen door:

“1.   Het programma wordt uitgevoerd in direct beheer in overeenstemming met het Financieel Reglement, of in indirect beheer door de uitvoering van bepaalde taken toe te vertrouwen aan de in artikel 62, lid 1, eerste alinea, punt c), van het Financieel Reglement bedoelde organen, in overeenstemming met de artikelen 4 tot en met 8 bis van deze verordening. Organen waaraan de uitvoering van het programma is toevertrouwd, mogen uitsluitend van de in deze verordening vastgelegde voorschriften inzake deelname en verspreiding afwijken indien in een dergelijke afwijking is voorzien in de rechtshandeling waarbij deze organen worden opgericht of waarin er taken tot uitvoering van de begroting daaraan worden toevertrouwd, of voor de in artikel 62, lid 1, eerste alinea, punt c), ii), iii) of v), van het Financieel Reglement bedoelde organen indien in een dergelijke afwijking is voorzien in de bijdrageovereenkomst, en de specifieke operationele behoeften van zulke organen of de aard van de actie zulks vereisen.”

;

b)

het volgende lid wordt toegevoegd:

“4.   Indien aan de voorwaarden van artikel 27 van Verordening (EU) 2023/1781 is voldaan, is dat artikel van toepassing.”

.

8)

In artikel 17 wordt lid 1 vervangen door:

“1.   Uitsluitend acties die bijdragen aan het behalen van de in de artikelen 3 tot en met 8 bis opgenomen doelstellingen, komen in aanmerking voor financiering.”

.

9)

Aan bijlage I wordt het volgende punt toegevoegd:

“Specifieke doelstelling 6 — Halfgeleiders

Acties in het kader van specifieke doelstelling 6 zijn opgenomen in bijlage I bij Verordening (EU) 2023/1781.”.

10)

Aan bijlage II wordt het volgende punt toegevoegd:

“Specifieke doelstelling 6 — Halfgeleiders

Meetbare indicatoren voor monitoring van de uitvoering en verslaglegging over de voortgang van specifieke doelstelling 6 zijn opgenomen in bijlage II bij Verordening (EU) 2023/1781.”.

11)

Aan bijlage III wordt het volgende punt toegevoegd:

“Specifieke doelstelling 6 — Halfgeleiders

Synergieën met programma’s van de Unie voor specifieke doelstelling 6 zijn opgenomen in bijlage III bij Verordening (EU) 2023/1781.”.

Artikel 40

Evaluatie en toetsing

1.   Uiterlijk op 20 september 2026 en vervolgens om de vier jaar dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de evaluatie en de toetsing van deze verordening. De verslagen worden openbaar gemaakt.

2.   Ten behoeve van de evaluatie en toetsing van deze verordening verstrekken de Europese Raad voor halfgeleiders, de lidstaten en de nationale bevoegde instanties desgevraagd informatie aan de Commissie.

3.   Bij de uitvoering van de evaluatie en toetsing neemt de Commissie de standpunten en bevindingen van de Europese Raad voor halfgeleiders, het Europees Parlement, de Raad en andere relevante instanties of bronnen in aanmerking.

Artikel 41

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Straatsburg, 13 september 2023.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

R. METSOLA

Voor de Raad

De voorzitter

J. M. ALBARES BUENO


(1)   PB C 365 van 23.9.2022, blz. 34.

(2)   PB C 498 van 30.12.2022, blz. 94.

(3)  Standpunt van het Europees Parlement van 11 juli 2023 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 25 juli 2023.

(4)  Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad van 12 februari 2021 tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit (PB L 57 van 18.2.2021, blz. 17).

(5)  Verordening (EU) 2021/523 van het Europees Parlement en de Raad van 24 maart 2021 tot vaststelling van het InvestEU-programma en tot wijziging van Verordening (EU) 2015/1017 (PB L 107 van 26.3.2021, blz. 30).

(6)  Verordening (EU) 2021/2085 van de Raad van 19 november 2021 voor de oprichting van Gemeenschappelijke Ondernemingen in het kader van Horizon Europa en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 219/2007, (EU) nr. 557/2014, (EU) nr. 558/2014, (EU) nr. 559/2014, (EU) nr. 560/2014, (EU) nr. 561/2014 en (EU) nr. 642/2014 (PB L 427 van 30.11.2021, blz. 17).

(7)  Verordening (EU) 2021/695 van het Europees Parlement en de Raad van 28 april 2021 tot vaststelling van Horizon Europa — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, tot vaststelling van de regels voor deelname en verspreiding en tot intrekking van Verordeningen (EU) nr. 1290/2013 en (EU) nr. 1291/2013 (PB L 170 van 12.5.2021, blz. 1).

(8)  Verordening (EU) 2021/694 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2021 tot vaststelling van het programma Digitaal Europa en tot intrekking van Besluit (EU) 2015/2240 (PB L 166 van 11.5.2021, blz. 1).

(9)  Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 347 van 11.12.2006, blz. 1).

(10)  Richtlijn (EU) 2020/262 van de Raad van 19 december 2019 houdende een algemene regeling inzake accijns (PB L 58 van 27.2.2020, blz. 4).

(11)  Richtlijn (EU) 2016/943 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende de bescherming van niet-openbaar gemaakte knowhow en bedrijfsinformatie (bedrijfsgeheimen) tegen het onrechtmatig verkrijgen, gebruiken en openbaar maken daarvan (PB L 157 van 15.6.2016, blz. 1).

(12)  Richtlijn 2004/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten (PB L 157 van 30.4.2004, blz. 45).

(13)  Verordening (EU) 2019/452 van het Europees Parlement en de Raad van 19 maart 2019 tot vaststelling van een kader voor de screening van buitenlandse directe investeringen in de Unie (PB L 79I van 21.3.2019, blz. 1).

(14)  Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard Voor de EER relevante tekst (PB L 187 van 26.6.2014, blz. 1).

(15)  Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (PB L 206 van 22.7.1992, blz. 7).

(16)  Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid (PB L 327 van 22.12.2000, blz. 1).

(17)  Richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij (PB L 167 van 22.6.2001, blz. 10).

(18)  Richtlijn (EU) 2019/790 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 inzake auteursrechten en naburige rechten in de digitale eengemaakte markt en tot wijziging van Richtlijnen 96/9/EG en 2001/29/EG (PB L 130 van 17.5.2019, blz. 92).

(19)  Richtlijn (EU) 2022/2555 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2022 betreffende maatregelen voor een hoog gemeenschappelijk niveau van cyberbeveiliging in de Unie, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 910/2014 en Richtlijn (EU) 2018/1972, en tot intrekking van Richtlijn (EU) 2016/1148 (NIS 2-Richtlijn) (PB L 333 van 27.12.2022, blz. 80).

(20)  Aanbeveling van de Commissie (EU) 2019/534 van 26 maart 2019, “Cyberbeveiliging van 5G-netwerken” (PB L 88 van 29.3.2019, blz. 42).

(21)  Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik (PB L 134 van 29.5.2009, blz. 1).

(22)  Verordening (EU) 2015/479 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2015 betreffende de gemeenschappelijke regeling voor de uitvoer (PB L 83 van 27.3.2015, blz. 34).

(23)  Richtlijn (EU) 2022/2557 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2022 betreffende de weerbaarheid van kritieke entiteiten en tot intrekking van Richtlijn 2008/114/EG van de Raad (PB L 333 van 27.12.2022, blz. 164).

(24)  Richtlijn 85/374/EEG van de Raad van 25 juli 1985 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der lidstaten inzake de aansprakelijkheid voor producten met gebreken (PB L 210 van 7.8.1985, blz. 29).

(25)  Aanbeveling (EU) 2022/210 van de Commissie van 8 februari 2022 inzake een gemeenschappelijk instrumentarium van de Unie om tekorten aan halfgeleiders aan te pakken en een EU-mechanisme voor monitoring van het halfgeleiderecosysteem (PB L 35 van 17.2.2022, blz. 17).

(26)  Besluit (EU, Euratom) 2015/443 van de Commissie van 13 maart 2015 betreffende veiligheid binnen de Commissie (PB L 72 van 17.3.2015, blz. 41).

(27)   PB L 123 van 12.5.2016, blz. 1.

(28)  Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).

(29)  Aanbeveling van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (PB L 124 van 20.5.2003, blz. 36).

(30)  Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 van de Raad van 17 december 2020 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2021-2027 (PB L 433 I van 22.12.2020, blz. 11).

(31)  Richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten en tot intrekking van Richtlijn 2004/18/EG (PB L 94 van 28.3.2014, blz. 65).

(32)  Richtlijn 2014/25/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten en houdende intrekking van Richtlijn 2004/17/EG (PB L 94 van 28.3.2014, blz. 243).

(33)  Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).


BIJLAGE I

ACTIES

Technische beschrijving van het initiatief: reikwijdte van de acties

De initiële acties en, in voorkomend geval, de door het initiatief ondersteunde vervolgacties worden uitgevoerd in overeenstemming met de volgende technische omschrijving:

Deel I

Ontwerpcapaciteiten voor geïntegreerde halfgeleidertechnologieën

In het kader van het initiatief worden grootschalige innovatieve ontwerpcapaciteiten voor geïntegreerde halfgeleidertechnologieën opgebouwd via een virtueel ontwerpplatform dat in de hele Unie beschikbaar is. Het virtueel ontwerpplatform zal bestaan uit nieuwe innovatieve ontwerpfaciliteiten met uitgebreide bibliotheken en instrumenten, waarin een groot aantal bestaande en nieuwe technologieën worden geïntegreerd (waaronder opkomende technologieën zoals geïntegreerde fotonica, kwantumtechnologie en artificiële intelligentie/neuromorfische technologieën). In combinatie met de bestaande instrumenten voor elektronische ontwerpautomatisering zal het mogelijk zijn innovatieve componenten en nieuwe systeemconcepten te ontwerpen en belangrijke sleutelfuncties te demonstreren, zoals nieuwe benaderingen van krachtige, energiezuinige, veiligheids-, nieuwe 3D-architectuur en heterogene systeemarchitecturen.

In nauwe samenwerking met de gebruikende industrieën uit diverse economische sectoren zal het virtueel ontwerpplatform de gemeenschappen van ontwerpbedrijven en leveranciers van intellectuele eigendom en instrumenten in contact brengen met organisaties voor onderzoek en technologie om virtuele prototypes te leveren op basis van gezamenlijke ontwikkeling van technologie. De risico’s en ontwikkelingskosten zullen worden gedeeld en er zullen nieuwe webgebaseerde methoden voor toegang tot ontwerpinstrumenten worden bevorderd, met flexibele kostenmodellen, met name voor prototyping, en gemeenschappelijke interfacenormen.

Het virtueel ontwerpplatform moet voortdurend worden geüpgraded met nieuwe ontwerpcapaciteiten, aangezien het steeds meer technologieën en ontwerpen voor energiezuinige processoren (met inbegrip van open source, zoals RISC-V) integreert. Bovendien kan het virtueel ontwerpplatform het ontwerp van andere technologieën mogelijk maken, zoals programmeerbare chips op basis van field programmable gate arrays, nieuwe 3D-architectuur en heterogene systeemarchitecturen enz. Het zal zijn diensten via de cloud aanbieden, waarbij de toegang tot en de openheid voor de hele gemeenschap worden gemaximaliseerd door bestaande en nieuwe ontwerpcentra in de lidstaten.

Deel II

Proeflijnen voor de voorbereiding van innovatieve productie, testen en validering

Het initiatief ondersteunt proeflijnen voor productie, testen en validering die de kloof tussen het laboratorium en de fabricage van geavanceerde halfgeleidertechnologieën overbruggen, zoals architecturen en materialen voor vermogenselektronica ter bevordering van duurzame en hernieuwbare energie, energieopslag, slimme fabricage waarbij de hoogste milieunormen worden toegepast, automatisering en elektromobiliteit, een lager energieverbruik, cyberveiligheid, functionele veiligheid, grotere rekenkracht of de integratie van baanbrekende technologieën zoals neuromorfische chips en ingebedde chips voor artificiële intelligentie, geïntegreerde fotonica, grafeen en andere 2D-materiaalgebaseerde technologieën, integratie van elektronica en microvloeistoffen in heterogene systemen, technologische oplossingen voor een grotere duurzaamheid en circulariteit van elektronische componenten en systemen. Aandachtsgebieden zijn onder meer:

a)

Proeflijnen om de prestaties van intellectuele eigendom-blokken, virtuele prototypes, nieuwe ontwerpen en nieuwe geïntegreerde heterogene systemen op een open en toegankelijke manier uit te proberen, te testen en te valideren, onder meer door middel van process design kits.

Bovenvermeld virtueel ontwerpplatform zal het mogelijk maken nieuwe IP-blokken en nieuwe systeemconcepten op proeflijnen te testen en te valideren door middel van process design kits in een vroeg stadium, waarbij onmiddellijk feedback wordt gegeven om de modellen te verfijnen en te verbeteren voordat ze in de productie worden gebracht. Van bij de aanvang zal het initiatief verscheidene bestaande proeflijnen uitbreiden, in synergie met de ontwerpinfrastructuur, om toegang te bieden tot ontwerp- en (virtuele) prototypingprojecten.

b)

Nieuwe proeflijnen voor halfgeleidertechnologieën zoals fully depleted silicon on insulator tot 10-7 nm, geavanceerde gateall-around en leading-edge nodes (bv. kleiner dan 2 nm), aangevuld met proeflijnen voor 3D-heterogene systeemintegratie en geavanceerde behuizing. In de proeflijnen zullen de meest recente onderzoeks- en innovatieactiviteiten en de resultaten daarvan worden geïntegreerd.

De proeflijnen omvatten een specifieke ontwerpinfrastructuur met bijvoorbeeld ontwerpmodellen die het fabricageproces simuleren voor de ontwerpinstrumenten die worden gebruikt om circuits en systemen op chip te ontwerpen. Deze ontwerpinfrastructuur en een gebruiksvriendelijke virtualisering van de proeflijnen zullen worden opgezet waardoor deze in de hele Unie rechtstreeks toegankelijk worden gesteld via het virtuele ontwerpplatform. Een dergelijke koppeling zal de ontwerpgemeenschap in staat stellen technologische opties te testen en te valideren voordat deze in de handel verkrijgbaar zijn. Zo zal ervoor worden gezorgd dat het nieuwe chip- en systeemontwerp het potentieel van nieuwe technologieën ten volle benut en baanbrekende innovatie tot stand brengt.

Samen zullen deze proeflijnen de intellectuele eigendom van de Unie, vaardigheden en innovatie op het gebied van halfgeleiderproductietechnologie bevorderen en de positie van de Unie op het gebied van nieuwe productieapparatuur en materialen voor geavanceerde halfgeleidertechnologiemodules, zoals lithografie en wafertechnologieën, versterken en uitbreiden.

Met de industrie moet nauw overleg en samenwerking worden georganiseerd om deze uitbreiding van capaciteit en de kritieke integratie van bij de aanvang van geselecteerde gekwalificeerde proeflijnen te sturen; het gaat bijvoorbeeld om geavanceerde behuizingen, de technologie van heterogene 3D-integratie en belangrijke aanvullende functies, zoals siliciumfotonica, vermogenselektronica, detectietechnologieën, siliciumgrafeen en kwantumtechnologie. Deze krachtige uitgebreide proeflijninfrastructuur in de hele Unie, die nauw verbonden is met de ontwerpfaciliterende infrastructuur, is van fundamenteel belang voor de uitbreiding van de kennis, de capaciteit en het vermogen van de Unie om de innovatiekloof, gaande van door de overheid gefinancierd onderzoek tot commercieel gefinancierde productie, te dichten en om tegen het einde van het decennium zowel de vraag als de productie in de Unie te vergroten.

Deel III

Geavanceerde technologie en engineeringcapaciteit voor kwantumchips

Het initiatief richt zich op de specifieke behoeften van de toekomstige generatie van componenten voor informatieverwerking waarbij niet-klassieke beginselen worden geëxploiteerd, met name chips die kwantumeffecten exploiteren (d.w.z. kwantumchips) op basis van onderzoeksactiviteiten. Aandachtsgebieden zijn onder meer:

a)

Innovatieve ontwerpbibliotheken voor kwantumchips die voortbouwen op de ontwerp- en productieprocessen van de gevestigde procedés van de klassieke halfgeleiderindustrie voor op halfgeleiders en fotonica gebaseerde Qubit-platforms; aangevuld met de ontwikkeling van innovatieve en geavanceerde ontwerpbibliotheken en fabricageprocessen voor de alternatieve Qubit-platforms die niet compatibel zijn met halfgeleiders.

b)

Proeflijnen voor de integratie van kwantumcircuits en regelelektronica voor de bouw van kwantumchips die voortbouwen op en gebruikmaken van lopend onderzoek; en, voor het verlenen van toegang tot speciale cleanrooms en gieterijen voor prototyping en productie, het verlagen van de toegangsbarrière voor de ontwikkeling en productie van kleine hoeveelheden kwantumcomponenten en voor het versnellen van de innovatiecycli.

c)

Voorzieningen voor het testen en valideren van geavanceerde kwantumcomponenten, met inbegrip van die welke door de proeflijnen worden geproduceerd, waardoor de terugkoppeling van innovatie tussen ontwerpers, producenten en gebruikers van kwantumcomponenten wordt gesloten.

Deel IV

Een netwerk van kenniscentra en ontwikkeling van vaardigheden

Het initiatief ondersteunt:

a)

De oprichting van een netwerk van kenniscentra in elke lidstaat om het gebruik van deze technologieën te bevorderen. Deze fungeren als interfaces met het virtuele ontwerpplatform en proeflijnen, faciliteren een doeltreffend gebruik ervan en verschaffen belanghebbenden, waaronder kleine en middelgrote eindgebruikers, expertise en vaardigheden. Kenniscentra zullen de industrie, met bijzondere aandacht voor kmo’s, de academische wereld en overheidsinstanties, innovatieve diensten verlenen en een brede waaier van gebruikers op maat gesneden oplossingen bieden waardoor een bredere toepassing van ontwerp en geavanceerde technologie in de Unie zal worden bevorderd. Zij zullen ook helpen om in de Unie een hooggekwalificeerde beroepsbevolking tot stand te brengen.

b)

Op het gebied van vaardigheden zullen specifieke opleidingsacties worden georganiseerd rond ontwerpinstrumenten en halfgeleidertechnologieën op lokaal, regionaal of Unieniveau. Er zullen studiebeurzen voor universitaire studies/masteropleidingen worden ondersteund. Deze acties zullen een aanvulling vormen op de verbintenissen van het bedrijfsleven in het kader van het pact voor vaardigheden, waardoor het aantal stages en leerlingplaatsen wordt verhoogd, in samenwerking met de academische wereld. Er zal ook aandacht uitgaan naar om- en bijscholingsprogramma’s voor werknemers die van andere sectoren overstappen.

Deel V

Activiteiten van het chipfonds voor toegang tot kapitaal voor start-ups, scale-ups, kmo’s en andere ondernemingen in de halfgeleiderwaardeketen

Het initiatief moet het ontstaan ondersteunen van een bloeiend ecosysteem voor halfgeleider- en kwantuminnovatie door steunverlening voor een brede toegang tot durfkapitaal voor start-ups, scale-ups en kmo’s met het oog op bedrijfsuitbreiding en duurzame versterking van hun aanwezigheid op de markt.


BIJLAGE II

MEETBARE INDICATOREN VOOR DE MONITORING VAN DE UITVOERING EN DE VERSLAGLEGGING OVER DE VOORTGANG VAN HET INITIATIEF BIJ DE VERWEZENLIJKING VAN DE SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN ERVAN

1.   

Het aantal juridische entiteiten (onderverdeeld naar omvang, type en land van vestiging) dat betrokken is bij de door het initiatief ondersteunde acties.

Met betrekking tot operationele doelstelling 1 van het initiatief:

2.   

Het aantal ontwerpinstrumenten dat in het kader van het initiatief is ontwikkeld of geïntegreerd.

Met betrekking tot operationele doelstelling 2 van het initiatief:

3.   

Het totale bedrag aan mede-investeringen van de private sector in ontwerpcapaciteiten en proeflijnen in het kader van het initiatief.

Met betrekking tot operationele doelstelling 3 van het initiatief:

4.   

Het aantal gebruikers van halfgeleiders of gebruikersgemeenschappen dat toegang wenst tot ontwerpcapaciteiten en proeflijnen in het kader van het initiatief en het aantal gebruikers van halfgeleiders of gebruikersgemeenschappen dat die toegang krijgt.

Met betrekking tot operationele doelstelling 4 van het initiatief:

5.   

Het aantal bedrijven dat gebruik heeft gemaakt van de diensten van door het initiatief ondersteunde nationale kenniscentra.

6.   

Het aantal personen dat door het initiatief ondersteunde opleidingsprogramma’s voor het verwerven van geavanceerde vaardigheden en opleiding op het gebied van halfgeleider- en kwantumtechnologieën met succes heeft afgerond.

7.   

Het aantal operationele kenniscentra in de Unie in het kader van het initiatief.

Met betrekking tot operationele doelstelling 5 van het initiatief:

8.   

Het aantal start-ups, scale-ups en kmo’s dat durfkapitaal van het chipfonds heeft ontvangen en het totale bedrag aan verrichte kapitaalinvesteringen.

9.   

Het bedrag aan investeringen door ondernemingen die in de Unie actief zijn, ook per segment van de waardeketen waarin zij actief zijn.


BIJLAGE III

SYNERGIEËN MET PROGRAMMA’S VAN DE UNIE

1.   

Synergieën van het initiatief met de specifieke doelstellingen 1 tot en met 5 van het programma Digitaal Europa waarborgen het volgende:

a)

de beoogde thematische focus van het initiatief op halfgeleider- en kwantumtechnologieën is complementair;

b)

de specifieke doelstellingen 1 tot en met 5 van het programma Digitaal Europa ondersteunen de opbouw van digitale capaciteit op het gebied van geavanceerde digitale technologieën, waaronder high-performance computing, artificiële intelligentie en cyberbeveiliging en geavanceerde digitale vaardigheden;

c)

het initiatief zal investeren in capaciteitsopbouw voor de versterking van capaciteiten op het gebied van geavanceerd ontwerp, productie en systeemintegratie in ultramoderne halfgeleidertechnologieën, halfgeleidertechnologieën van de volgende generatie en ultramoderne kwantumtechnologieën met het oog op innovatieve bedrijfsontwikkeling, voor de versterking van de toeleverings- en waardeketens van halfgeleiders van de Unie, de toelevering in industriële sleutelsectoren en de uitbouw van nieuwe markten.

2.   

Synergieën met Horizon Europa waarborgen het volgende:

a)

hoewel de thematische gebieden van het initiatief samenvallen met verschillende gebieden van Horizon Europa, zijn het soort te ondersteunen acties, de verwachte resultaten en de interventielogica ervan verschillend en complementair;

b)

Horizon Europa biedt uitgebreide steun aan onderzoek, technologische ontwikkeling, demonstratie, proefprojecten, haalbaarheidsstudies, tests en prototyping, met inbegrip van de precommerciële uitrol van innovatieve digitale technologieën, met name via:

i)

een specifiek budget in de pijler “Wereldwijde uitdagingen en Europees industrieel concurrentievermogen" voor de cluster “Digitaal, industrie en ruimtevaart” voor de ontwikkeling van ontsluitende technologieën (artificiële intelligentie en robotica, internet van de volgende generatie, high performance computing en big data, digitale sleuteltechnologieën (waaronder micro-elektronica), waarbij digitale met andere technologieën worden gecombineerd);

ii)

ondersteuning voor onderzoeksinfrastructuren binnen de pijler “Wetenschappelijke excellentie”;

iii)

de integratie van digitaal beleid in alle wereldwijde uitdagingen (gezondheid, veiligheid, energie en mobiliteit, klimaat enz.), en

iv)

ondersteuning voor de schaalvergroting van baanbrekende innovaties binnen de pijler “Innovatief Europa” (waarbij in veel gevallen digitale en andere technologieën worden gecombineerd);

c)

het initiatief is uitsluitend gericht op het opbouwen van grootschalige capaciteiten op het gebied van halfgeleider- en kwantumtechnologieën in de hele Unie. Het zal investeren in:

i)

de bevordering van innovatie door ondersteuning van twee nauw met elkaar verbonden technologische capaciteiten die het ontwerpen van nieuwe systeemconcepten en het testen en valideren ervan in proeflijnen faciliteren;

ii)

de verlening van gerichte steun voor het opbouwen van opleidingscapaciteit en het verbeteren van toegepaste geavanceerde digitale kennis en vaardigheden ter ondersteuning van de ontwikkeling en toepassing van halfgeleiders door sectoren van technologische ontwikkeling en eindgebruikers, en

iii)

een netwerk van nationale kenniscentra, die de toegang tot en het verstrekken van expertise en innovatiediensten aan eindgebruikersgemeenschappen en -sectoren faciliteren om nieuwe producten en toepassingen te ontwikkelen en marktfalen aan te pakken;

d)

de technologiecapaciteiten van het initiatief zullen ter beschikking worden gesteld van de onderzoeks- en innovatiegemeenschap, onder meer voor door Horizon Europa ondersteunde acties;

e)

naarmate de ontwikkeling van nieuwe digitale technologieën op het gebied van halfgeleiders via Horizon Europa tot rijping komt, zullen deze indien mogelijk geleidelijk worden ingevoerd en uitgerold in het kader van het initiatief;

f)

de Horizon Europa-programma’s van Verordening (EU) 2021/695 voor de ontwikkeling van curricula van vaardigheden en competenties, met inbegrip van curricula die worden verstrekt in de co-locatiecentra van de kennis- en innovatiegemeenschappen van het Europees Instituut voor innovatie en technologie, worden aangevuld door capaciteitsopbouw in door het initiatief ondersteunde geavanceerde toegepaste digitale vaardigheden en kwantumtechnologieën;

g)

er worden sterke coördinatiemechanismen voor de programmering en uitvoering ingevoerd, waarmee alle procedures voor Horizon Europa en het initiatief zo veel mogelijk op elkaar worden afgestemd. Bij de beheersstructuren worden alle bevoegde diensten van de Commissie betrokken.

3.   

Synergieën met programma’s van de Unie onder gedeeld beheer, waaronder het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds Plus, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur, garanderen de ontwikkeling en versterking van regionale en lokale ecosystemen voor innovatie, industriële transformatie en de digitale transformatie van de samenleving en van overheidsdiensten. Daartoe behoren de ondersteuning van de digitale transformatie van het bedrijfsleven en de toepassing van resultaten alsmede de uitrol van nieuwe technologieën en innovatieve oplossingen. Het initiatief zal zorgen voor aanvulling op en ondersteuning van transnationale netwerken en de inventarisering van capaciteiten. Daardoor zullen deze toegankelijk worden voor kmo’s en eindgebruikers in alle regio’s van de Unie.

4.   

Synergieën met de Connecting Europe Facility waarborgen het volgende:

a)

het initiatief is gericht op grootschalige opbouw van digitale capaciteiten en infrastructuur op het gebied van halfgeleiders en beoogt een brede invoering en uitrol in de hele Unie van kritieke bestaande of geteste innovatieve digitale oplossingen binnen het kader van de Unie op gebieden van algemeen belang of bij marktfalen. Het initiatief moet voornamelijk worden uitgevoerd via gecoördineerde en strategische investeringen met de lidstaten, in de opbouw van digitale capaciteiten op het gebied van halfgeleidertechnologieën die in de hele Unie en in Uniebrede acties moeten worden gedeeld. Dit is met name van belang voor elektrificatie en zelfrijdende vervoermiddelen en is bedoeld om de ontwikkeling van meer concurrerende eindgebruikerssectoren ten goede te komen en te faciliteren, met name in de sectoren mobiliteit en vervoer;

b)

de capaciteiten en infrastructuren van het initiatief moeten beschikbaar worden gesteld voor het testen van innovatieve nieuwe technologieën en oplossingen die in de sectoren mobiliteit en vervoer kunnen worden toegepast. De Connecting Europe Facility moet de uitrol en invoering van innovatieve nieuwe technologieën en oplossingen op het gebied van mobiliteit en vervoer en op andere gebieden ondersteunen;

c)

er moeten coördinatiemechanismen worden opgezet, met name door middel van passende beheersstructuren.

5.   

Synergieën met het InvestEU-programma waarborgen het volgende:

a)

steun via marktgebaseerde financiering, onder meer met het oog op beleidsdoelstellingen in het kader van het initiatief, wordt verleend door Verordening (EU) 2021/523. Dergelijke marktgebaseerde financiering kan worden gecombineerd met de ondersteuning door middel van subsidies;

b)

een blendingfaciliteit in het kader van het InvestEU-fonds wordt ondersteund met financiering die wordt verstrekt uit Horizon Europa of het programma Digitaal Europa in de vorm van financieringsinstrumenten in het kader van blendingverrichtingen.

6.   

Synergieën met Erasmus+ waarborgen het volgende:

a)

het initiatief ondersteunt de ontwikkeling en verwerving van geavanceerde digitale vaardigheden die noodzakelijk zijn voor de ontwikkeling en toepassing van ultramoderne halfgeleidertechnologieën in samenwerking met relevante sectoren;

b)

het gedeelte van Erasmus+ dat betrekking heeft op geavanceerde vaardigheden, vormt een aanvulling op de acties van het initiatief die gericht zijn op de verwerving van vaardigheden op alle gebieden en op alle niveaus, door middel van mobiliteitservaringen.

7.   

Synergieën met andere programma’s en initiatieven van de Unie inzake competenties en vaardigheden worden gewaarborgd.


BIJLAGE IV

KRITIEKE SECTOREN

1.

Energie

2.

Vervoer

3.

Bankwezen

4.

Financiëlemarktinfrastructuur

5.

Volksgezondheid

6.

Drinkwater

7.

Afvalwater

8.

Digitale infrastructuur

9.

Overheid

10.

Ruimtevaart

11.

Productie, verwerking en distributie van levensmiddelen

12.

Defensie

13.

Veiligheid


Top