EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 02010R0995-20101202

Consolidated text: Verordening (EU) n r. 995/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 tot vaststelling van de verplichtingen van marktdeelnemers die hout en houtproducten op de markt brengen (Voor de EER relevante tekst)

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2010/995/2010-12-02

02010R0995 — NL — 02.12.2010 — 000.003


Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

►B

VERORDENING (EU) Nr. 995/2010 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 20 oktober 2010

tot vaststelling van de verplichtingen van marktdeelnemers die hout en houtproducten op de markt brengen

(Voor de EER relevante tekst)

(PB L 295 van 12.11.2010, blz. 23)


Gerectificeerd bij:

►C1

Rectificatie, PB L 064, 7.3.2013, blz.  8 (995/2010)

►C2

Rectificatie, PB L 237, 15.9.2017, blz.  89 (995/2010)




▼B

VERORDENING (EU) Nr. 995/2010 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 20 oktober 2010

tot vaststelling van de verplichtingen van marktdeelnemers die hout en houtproducten op de markt brengen

(Voor de EER relevante tekst)



Artikel 1

Onderwerp

Bij deze verordening worden de verplichtingen vastgesteld van marktdeelnemers die voor de eerste maal hout en houtproducten op de interne markt brengen, alsmede de verplichtingen van handelaren.

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze verordening gelden de volgende definities:

a)

„hout en houtproducten” : het hout en de houtproducten die in de bijlage worden genoemd, met uitzondering van houtproducten of bestanddelen van dergelijke producten die vervaardigd zijn van hout of houtproducten die hun levenscyclus hebben voltooid en anders zouden worden verwijderd als afval, als gedefinieerd in artikel 3, lid 1, van Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende afvalstoffen ( 1 );

b)

„op de markt brengen” : het op enigerlei wijze, ongeacht de gebruikte verkooptechniek, voor de eerste maal leveren van hout of houtproducten op de interne markt met het oog op distributie of gebruik in het kader van een handelsactiviteit, hetzij tegen betaling hetzij kosteloos. Hieronder wordt ook verstaan het leveren door middel van communicatie op afstand als bedoeld in Richtlijn 97/7/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 1997 betreffende de bescherming van de consument bij op afstand gesloten overeenkomsten ( 2 ). De levering op de interne markt van houtproducten die zijn afgeleid van hout of houtproducten die reeds op de interne markt zijn gebracht, geldt niet als „op de markt brengen”;

c)

„marktdeelnemer” : een natuurlijke of rechtspersoon die hout of houtproducten op de markt brengt;

d)

„handelaar” : een natuurlijke of rechtspersoon die in het kader van een handelsactiviteit op de interne markt hout of houtproducten koopt of verkoopt die reeds op de interne markt zijn gebracht;

e)

„land waar het hout is gekapt” : het land of gebied waar het hout of het in de houtproducten verwerkte hout is gekapt;

f)

„legaal gekapt” : gekapt overeenkomstig de toepasselijke wetgeving in het land waar het hout is gekapt;

g)

„illegaal gekapt” : gekapt in strijd met de toepasselijke wetgeving in het land waar het hout is gekapt;

h)

„toepasselijke wetgeving” :

de wetgeving die van kracht is in het land waar het hout is gekapt en die betrekking heeft op de volgende aangelegenheden:

 rechten tot houtkap binnen in een wettig officieel publicatieblad bekendgemaakte grenzen,

 betalingen voor houtkaprechten en hout, inclusief heffingen in verband met houtkap,

 houtkap, met inbegrip van milieu- en boswetgeving, daarin opgenomen bosbeheer en het behoud van biologische diversiteit indien rechtstreeks verband houdend met de houtkap,

 door houtkap geschonden wettelijke rechten van derden betreffende grondgebruik en grondbezit, alsmede

 handel en douane, voor zover van toepassing op de bosbouwsector.

Artikel 3

Status van hout en houtproducten die onder FLEGT en Cites vallen

Het hout dat is verwerkt in houtproducten genoemd in de bijlagen II en III bij Verordening (EG) nr. 2173/2005 en die van oorsprong uit de in bijlage I bij die verordening genoemde partnerlanden zijn en die aan die verordening en de bepalingen ter uitvoering daarvan voldoen, wordt voor de toepassing van deze verordening beschouwd als legaal gekapt.

Hout van de in de bijlagen A, B of C bij Verordening (EG) nr. 338/97 opgenomen soorten, dat aan die verordening en de bepalingen ter uitvoering daarvan voldoet, wordt voor de toepassing van deze verordening als legaal gekapt beschouwd.

Artikel 4

Verplichtingen van de marktdeelnemers

▼C1

1.  Het op de markt brengen van illegaal gekapt hout of producten van dergelijk hout is verboden.

▼B

2.  De marktdeelnemers betrachten zorgvuldigheid wanneer zij hout of houtproducten op de markt brengen. Daartoe passen zij een geheel van procedures en maatregelen toe, hierna „stelsel van zorgvuldigheidseisen” genoemd, dat in artikel 6 wordt omschreven.

►C1  3.  Iedere marktdeelnemer handhaaft en evalueert op gezette tijden het stelsel van zorgvuldigheidseisen dat hij gebruikt, behalve wanneer de marktdeelnemer gebruikmaakt van een stelsel van zorgvuldigheidseisen dat is ingevoerd door een toezichthoudende organisatie als bedoeld in artikel 8. ◄ Bestaande stelsels van toezicht uit hoofde van nationale wetgeving en vrijwillige mechanismen voor doorlopende controle in de gehele toeleveringsketen, die voldoen aan de voorwaarden in deze verordening, kunnen als basis dienen voor het stelsel van zorgvuldigheidseisen.

Artikel 5

Verplichte traceerbaarheid

De handelaren moeten in elk stadium van de distributieketen kunnen aangeven:

a) welke marktdeelnemers of interne handelaren het hout en de houtproducten hebben geleverd; alsmede,

b) indien van toepassing, aan welke handelaren zij het hout en de houtproducten hebben geleverd.

De handelaren bewaren de in de eerste alinea bedoelde gegevens gedurende ten minste vijf jaar en doen die gegevens toekomen aan de bevoegde autoriteiten op verzoek daarvan.

Artikel 6

Stelsels van zorgvuldigheidseisen

1.  Het in artikel 4, lid 2, bedoelde stelsel van zorgvuldigheidseisen behelst de volgende elementen:

a) maatregelen en procedures om toegang te bieden tot de volgende informatie over de partij hout en houtproducten van de marktdeelnemer die op de markt worden gebracht:

 beschrijving, met inbegrip van de handelsnaam en het type product alsmede de gebruikelijke benaming van de boomsoort en, indien van toepassing, de volledige wetenschappelijke benaming daarvan,

 land waar het hout is gekapt en, indien van toepassing:

 

i) het subnationale gebied waar het hout is gekapt; alsmede

ii) de kapconcessie,

 hoeveelheid (uitgedrukt in omvang, gewicht of aantal eenheden),

 naam en adres van de persoon die het hout aan de marktdeelnemer heeft geleverd,

 naam en adres van de handelaar aan wie het hout of de producten daarvan zijn geleverd,

 documenten of andere informatie waaruit blijkt dat het hout of de houtproducten in overeenstemming met de toepasselijke wetgeving zijn;

b) risicobeoordelingsprocedures die de marktdeelnemer in staat stellen om het risico dat illegaal gekapt hout of houtproducten van dergelijk hout op de markt worden gebracht, te analyseren en in te schatten.

In dergelijke procedures wordt rekening gehouden met de informatie onder a), alsook de relevante risicobeoordelingscriteria, waaronder:

 verzekering van de naleving van de geldende wetgeving, die certificering kan omvatten of andere door derde partijen gecontroleerde regelingen die de naleving van geldende wetgeving betreffen,

 prevalentie van illegale kap van specifieke boomsoorten,

 prevalentie van illegale kap of praktijken in het land en/of het subnationale gebied waar het hout gekapt is, inclusief de inachtneming van de prevalentie van gewapende conflicten,

▼C2

 sancties op de in- of uitvoer van hout, opgelegd door de Veiligheidsraad van de VN of de Raad van de Europese Unie,

▼B

 de complexiteit van de toeleveringsketen van hout en houtproducten;

▼C1

c) behalve wanneer het bij onder b) bedoelde risicobeoordelingsprocedures onderkende risico verwaarloosbaar is, risicobeperkingsprocedures welke bestaan in een geheel van maatregelen en procedures die in verhouding staan tot dat risico en die toereikend zijn om het effectief te minimaliseren, in voorkomend geval door het verlangen van bijkomende informatie of bescheiden en/of door het verlangen van controle door derden.

▼B

2.  Nadere regels om de uniforme uitvoering van lid 1, behalve wat betreft verdere relevante risicobeoordelingscriteria zoals bedoeld in lid 1, onder b), tweede zin, van dit artikel te waarborgen, worden vastgesteld volgens de regelgevingsprocedure in artikel 18, lid 2. Deze regels worden uiterlijk 3 juni 2012 vastgesteld.

3.  Rekening houdend met marktontwikkelingen en bij de toepassing van deze verordening opgedane ervaring, zoals die in het bijzonder is vastgesteld dankzij de in artikel 13 bedoelde uitwisseling van informatie en de in artikel 20, lid 3, bedoelde rapportage, mag de Commissie overeenkomstig artikel 290 van de VWEU, gedelegeerde handelingen vaststellen met betrekking tot verdere relevante risicobeoordelingscriteria die nodig kunnen zijn ter aanvulling van die als bedoeld in lid 1, onder b), tweede zin, van dit artikel om de doelmatigheid van het stelsel van zorgvuldigheidseisen te waarborgen.

Op de in dit lid genoemde gedelegeerde handelingen zijn de procedures van de artikelen 15, 16 en 17 van toepassing.

Artikel 7

Bevoegde autoriteiten

1.  Elke lidstaat wijst een of meer voor de uitvoering van deze verordening bevoegde autoriteiten aan.

De lidstaten delen de Commissie uiterlijk op 3 juni 2011 de naam en het adres van de bevoegde autoriteiten mee. De lidstaten stellen de Commissie ook in kennis van elke wijziging van de naam of het adres van de bevoegde autoriteiten.

2.  De Commissie maakt een lijst van de bevoegde autoriteiten toegankelijk voor het publiek, onder meer op het internet. De lijst wordt regelmatig bijgewerkt.

Artikel 8

Toezichthoudende organisaties

1.  Een toezichthoudende organisatie moet:

a) een stelsel van zorgvuldigheidseisen als uiteengezet in artikel 6 in stand houden en op gezette tijden evalueren en marktdeelnemers het recht verlenen daarvan gebruik te maken;

b) toezien op het correcte gebruik van haar stelsel van zorgvuldigheidseisen door die marktdeelnemers;

c) passende maatregelen nemen indien een marktdeelnemer nalaat naar behoren gebruik te maken van haar stelsel van zorgvuldigheidseisen, waaronder het verwittigen van de bevoegde autoriteiten in geval van aanzienlijke of herhaalde nalatigheid van de marktdeelnemer.

2.  Een organisatie kan een aanvraag tot erkenning als toezichthoudende organisatie indienen mits zij de volgende vereisten vervult:

a) zij heeft rechtspersoonlijkheid en is legaal in de Unie gevestigd;

b) zij beschikt over de nodige expertise en bevoegdheid om de in lid 1 bedoelde taken te vervullen; alsmede

c) zij draagt er zorg voor dat zij haar taken zonder enig belangenconflict verricht.

3.  Een aanvrager die aan de in lid 2 gestelde eisen voldoet, wordt door de Commissie na raadpleging van de betrokken lidsta(a)t(en) erkend als toezichthoudende organisatie.

Het besluit tot erkenning van een toezichthoudende organisatie moet door de Commissie ter kennis worden gebracht aan de bevoegde autoriteiten van alle lidstaten.

4.  De bevoegde autoriteiten voeren op gezette tijden controles uit om na te gaan of de toezichthoudende organisaties die binnen het rechtsgebied van de bevoegde autoriteiten werkzaam zijn, nog altijd de in lid 1 genoemde taken vervullen en de in lid 2 genoemde eisen naleven. ►C1  Controles mogen ook worden uitgevoerd wanneer de bevoegde autoriteit beschikt over relevante informatie, met inbegrip van concrete aanwijzingen van derden, of wanneer de bevoegde autoriteit heeft geconstateerd dat marktdeelnemers tekortschieten bij de tenuitvoerlegging van het door een toezichthoudende organisatie ingevoerde stelsel van zorgvuldigheidseisen. ◄ Een verslag van de controles wordt overeenkomstig Richtlijn 2003/4/EG toegankelijk gemaakt.

5.  Indien een bevoegde autoriteit bepaalt dat een toezichthoudende organisatie niet langer de in lid 1 genoemde functies vervult of de in lid 2 genoemde eisen naleeft, stelt zij de Commissie hiervan onverwijld in kennis.

►C1  6.  De Commissie trekt de erkenning van een toezichthoudende organisatie in, wanneer zij, met name op grond van de uit hoofde van lid 5 verstrekte informatie, heeft vastgesteld dat de toezichthoudende organisatie niet langer de in lid 1 genoemde taken vervult of de in lid 2 genoemde eisen naleeft. ◄ Vóór de intrekking van de erkenning van een toezichthoudende organisatie door de Commissie worden de betrokken lidstaten hierover geïnformeerd.

Het besluit tot intrekking van de erkenning van een toezichthoudende organisatie moet door de Commissie ter kennis worden gebracht aan de bevoegde autoriteiten van alle lidstaten.

7.  Teneinde de procedureregels voor de erkenning en de intrekking van erkenningen van toezichthoudende organisaties aan te vullen en, indien de ervaring dit vereist, te wijzigen, mag de Commissie overeenkomstig artikel 290 van de VWEU, gedelegeerde handelingen vaststellen, waarbij zij er zorg voor draagt dat de erkenning en de intrekking van een erkenning op eerlijke en transparante wijze geschieden.

Op de in dit lid genoemde gedelegeerde handelingen zijn de procedures van de artikelen 15, 16 en 17 van toepassing. Deze handelingen worden uiterlijk 3 maart 2012 vastgesteld.

8.  Nadere regels voor de frequentie en de aard van de in lid 4 bedoelde controles die nodig zijn om het effectieve toezicht op toezichthoudende organisaties en de uniforme uitvoering van dat lid te waarborgen, worden aangenomen volgens de regelgevingsprocedure in artikel 18, lid 2. Deze regels worden uiterlijk 3 juni 2012 vastgesteld.

Artikel 9

Lijst van toezichthoudende organisaties

De Commissie maakt de lijst van toezichthoudende organisaties bekend in het Publicatieblad van de Europese Unie, reeks C, en op haar website. De lijst wordt regelmatig bijgewerkt.

Artikel 10

Controle van marktdeelnemers

1.  De bevoegde autoriteiten voeren controles uit om na te gaan of de marktdeelnemers aan de in de artikelen 4 en 6 vastgestelde eisen voldoen.

2.  De in lid 1 bedoelde controles worden uitgevoerd volgens een periodiek bijgewerkt plan uitgaande van een risicobenadering. Bovendien mogen er controles worden uitgevoerd wanneer een bevoegde autoriteit beschikt over relevante informatie, met inbegrip van concrete aanwijzingen van derden, betreffende de naleving van deze verordening door een marktdeelnemer.

3.  De in lid 1 bedoelde controles kunnen onder meer betrekking hebben op:

a) onderzoek naar het stelsel van zorgvuldigheidseisen, met inbegrip van de risico-evaluatie en de procedures tot vermindering van de risico’s;

b) onderzoek van documentatie en gegevens die het behoorlijk functioneren van het stelsel van zorgvuldigheidseisen en de procedures aantonen;

c) controles ter plaatse, met inbegrip van audits ter plaatse.

4.  De marktdeelnemers moeten alle assistentie verlenen die nodig is om het verrichten van de in lid 1 bedoelde controles te vergemakkelijken, met name wat betreft de toegang tot bedrijfsruimten en het overleggen van documentatie of gegevens.

5.  Onverminderd artikel 19 kunnen de bevoegde autoriteiten, indien er naar aanleiding van de in lid 1 genoemde controles tekortkomingen zijn vastgesteld, een kennisgeving van door de marktdeelnemer te nemen corrigerende maatregelen afgeven. Bovendien kunnen de lidstaten, afhankelijk van de ernst van de vastgestelde tekortkomingen, onmiddellijke maatregelen nemen, zoals:

a) de inbeslagname van hout en houtproducten;

b) een verbod om hout en houtproducten te verhandelen.

Artikel 11

Registratie van de controles

1.  De bevoegde autoriteiten registreren de in artikel 10, lid 1, bedoelde controles, waarbij zij met name de aard en de resultaten van de controles aangeven, alsmede eventuele corrigerende maatregelen waarvan kennis wordt gegeven uit hoofde van artikel 10, lid 5. De gegevens van alle controles worden ten minste vijf jaar bewaard.

2.  De in lid 1 bedoelde gegevens worden toegankelijk gemaakt overeenkomstig Richtlijn 2003/4/EG.

Artikel 12

Samenwerking

1.  De bevoegde autoriteiten werken met elkaar, met de overheden van derde landen en met de Commissie samen om de naleving van deze verordening te garanderen.

2.  De bevoegde autoriteiten wisselen met de bevoegde autoriteiten van andere lidstaten en met de Commissie informatie uit over ernstige tekortkomingen die door middel van de in artikel 8, lid 4, en artikel 10, lid 1, bedoelde controles aan het licht zijn gekomen en over de typen sancties die overeenkomstig artikel 19 zijn opgelegd.

Artikel 13

Verlenen van technische bijstand en advies, en informatie-uitwisseling

1.  Onverminderd de verplichting van de marktdeelnemer om zorgvuldigheid te betrachten overeenkomstig artikel 4, lid 2, mogen de lidstaten, waar nodig bijgestaan door de Commissie, technische en andere bijstand verstrekken en adviezen geven aan de marktdeelnemers, daarbij ook rekening houdend met de situatie van de kleine en middelgrote ondernemingen, om het voor hen gemakkelijker te maken de eisen van onderhavige verordening te respecteren, in het bijzonder bij de uitvoering van het stelsel van zorgvuldigheidseisen overeenkomstig artikel 6.

2.  De lidstaten mogen, waar nodig bijgestaan door de Commissie, de uitwisseling en verspreiding van relevante informatie over illegale houtkap vergemakkelijken, met name om de marktdeelnemers bij te staan bij de risicobeoordeling als bedoeld in artikel 6, lid 1, onder b), en over de beste praktijken betreffende de tenuitvoerlegging van deze verordening.

3.  De bijstand wordt op zodanige wijze verleend dat de verantwoordelijkheden van de bevoegde autoriteiten hierdoor niet worden aangetast en hun onafhankelijkheid bij het toezicht op de naleving van de richtlijn gehandhaafd blijft.

Artikel 14

Wijzigingen van de bijlage

Teneinde rekening te houden, enerzijds, met bij de toepassing van deze verordening opgedane ervaring, in het bijzonder als vastgesteld door middel van de in artikel 20, leden 3 en 4, bedoelde rapportage, en door middel van de in artikel 13 genoemde uitwisseling van informatie en, anderzijds, met de ontwikkelingen betreffende de technische kenmerken, de eindgebruikers en de productieprocessen van hout en houtproducten, mag de Commissie overeenkomstig artikel 290 van de VWEU, gedelegeerde handelingen vaststellen tot wijziging en aanvulling van de in de bijlage vastgestelde lijst van hout en houtproducten. Deze handelingen brengen geen voor de marktdeelnemers onevenredige belasting met zich.

Op de in dit artikel genoemde gedelegeerde handelingen zijn de procedures van de artikelen 15, 16 en 17 van toepassing.

Artikel 15

Uitoefening van de delegatie

1.  De bevoegdheid tot vaststelling van de gedelegeerde handelingen bedoeld in artikel 6, lid 3, artikel 8, lid 7, en artikel 14, wordt aan de Commissie verleend voor een periode van zeven jaar met ingang van 2 december 2010. De Commissie stelt over de gedelegeerde handelingen uiterlijk drie maanden voor het verstrijken van een periode van drie jaar na de datum van toepassing van deze verordening een verslag op. De delegatie van bevoegdheden wordt automatisch met dezelfde periode verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad die bevoegdheid intrekt overeenkomstig artikel 16.

2.  Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft gesteld, stelt zij het Europees Parlement en de Raad daarvan gelijktijdig in kennis.

3.  De aan de Commissie toegekende bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, is onderworpen aan de voorwaarden die worden gesteld in de artikelen 16 en 17.

Artikel 16

Intrekking van de delegatie

1.  De delegatie van bevoegdheden bedoeld in artikel 6, lid 3, artikel 8, lid 7, en artikel 14, kan door het Europees Parlement of de Raad te allen tijde worden ingetrokken.

2.  De instelling die een interne procedure is begonnen om te besluiten of zij de delegatie van de bevoegdheden wenst in te trekken, streeft ernaar de andere instelling en de Commissie hiervan binnen een redelijke tijd voordat het definitieve besluit wordt genomen op de hoogte te brengen en geeft daarbij aan welke gedelegeerde bevoegdheden kunnen worden ingetrokken en de eventuele redenen voor een intrekking.

3.  Het besluit tot intrekking maakt een einde aan de delegatie van de bevoegdheden die in dat besluit worden vermeld. Het besluit treedt onmiddellijk of op een latere datum die in het besluit wordt vermeld in werking. Het besluit laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet. Het besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 17

Bezwaren tegen gedelegeerde handelingen

1.  Het Europees Parlement of de Raad kunnen binnen twee maanden na de datum van kennisgeving bezwaar maken tegen een gedelegeerde handeling. Op initiatief van het Europees Parlement of de Raad wordt deze termijn met twee maanden verlengd.

2.  Indien noch het Europees Parlement noch de Raad bij het verstrijken van deze termijn bezwaar hebben aangetekend tegen de gedelegeerde handeling, wordt deze bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie en treedt zij in werking op de daarin vermelde datum.

De gedelegeerde handeling kan worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie en vóór het verstrijken van de betrokken periode in werking treden indien het Europees Parlement en de Raad beide de Commissie hebben doen weten geen bezwaar te zullen aantekenen.

3.  Indien het Europees Parlement of de Raad bezwaar aantekent tegen een gedelegeerde handeling, treedt deze niet in werking. De instelling die bezwaar aantekent tegen de gedelegeerde handeling, geeft aan om welke redenen zij dit doet.

Artikel 18

Comité

1.  De Commissie wordt bijgestaan door het Comité Wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw (FLEGT-Comité) dat is ingesteld uit hoofde van artikel 11 van Verordening (EG) nr. 2173/2005.

2.  Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van het bepaalde in artikel 8 van dat besluit.

De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bepaalde termijn wordt vastgelegd op drie maanden.

Artikel 19

Sancties

1.  De lidstaten stellen regels vast inzake de sancties die van toepassing zijn bij inbreuken op de bepalingen van deze verordening en nemen alle maatregelen die noodzakelijk zijn om ervoor te zorgen dat ze worden uitgevoerd.

▼C1

2.  De sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn en kunnen onder andere omvatten:

▼B

a) boetes die evenredig zijn aan de milieuschade, aan de waarde van het betrokken hout of de betrokken houtproducten en aan de belastingderving en economische nadelen die het gevolg zijn van de inbreuk; het niveau van deze boetes wordt zo berekend dat wordt gewaarborgd dat aan de verantwoordelijke personen de economische voordelen die zij aan hun ernstige inbreuken te danken hebben, effectief worden ontnomen, onverminderd hun legitieme recht een beroep uit te oefenen; bij herhaling van een ernstige inbreuk worden de boetes geleidelijk verhoogd;

b) de inbeslagname van het betrokken hout en de betrokken houtproducten;

c) onmiddellijke schorsing van de vergunning tot uitoefening van commerciële activiteiten.

3.  De lidstaten stellen de Commissie van deze bepalingen in kennis en delen haar onverwijld alle latere wijzigingen van die bepalingen mee.

Artikel 20

Rapportage

1.  Vanaf 3 maart 2013 dienen de lidstaten om de twee jaar uiterlijk op 30 april bij de Commissie een verslag in over de toepassing van deze verordening in de voorgaande twee jaar.

2.  Op basis van deze verslagen stelt de Commissie om de twee jaar een verslag op dat aan het Europees Parlement en de Raad moet worden voorgelegd. Bij de opstelling van dit verslag moet de Commissie rekening houden met de voortgang die geboekt is bij de afsluiting en uitvoering van de FLEGT-VPA’s overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2173/2005 en de bijdrage daarvan tot het minimaliseren van de aanwezigheid op de interne markt van illegaal gekapt hout en producten van dergelijk hout.

3.  Uiterlijk 3 december 2015, en daarna om de zes jaar, evalueert de Commissie de werking en de doeltreffendheid van deze verordening op basis van de rapportage en de ervaringen met de toepassing en de effectiviteit ervan, met inbegrip van het verhinderen dat illegaal gekapt hout en producten van dergelijk hout op de markt worden gebracht. Zij let daarbij met name op de administratieve gevolgen voor het midden- en kleinbedrijf en de onder de werkingssfeer vallende producten. De verslagen kunnen indien nodig vergezeld gaan van passende wetgevingsvoorstellen.

4.  Het eerste van de in lid 3 bedoelde verslagen bevat een evaluatie van de huidige economische en handelssituatie van de Unie met betrekking tot de in hoofdstuk 49 van de gecombineerde nomenclatuur opgesomde producten, waarbij met name rekening wordt gehouden met het concurrentievermogen van de relevante sectoren, teneinde te bepalen of zij worden opgenomen op de lijst van hout en houtproducten, opgenomen in de bijlage bij deze verordening.

Het in de eerste alinea bedoelde verslag bevat tevens een beoordeling van de doelmatigheid van het verbod om illegaal gekapt hout en producten van dergelijk hout op de markt te brengen, als bepaald in artikel 4, lid 1, alsmede van de stelsels van zorgvuldigheidseisen als bedoeld in artikel 6.

Artikel 21

Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij wordt van toepassing op 3 maart 2013. Artikel 6, lid 2, artikel 7, lid 1, en artikel 8, leden 7 en 8, worden echter van toepassing op 2 december 2010.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.




BIJLAGE

Hout en houtproducten, zoals vastgesteld in de in bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 ( 3 )van de Raad vastgestelde gecombineerde nomenclatuur waarvoor het bepaalde in deze verordening geldt

 4401 Brandhout, in de vorm van ronde of andere blokken, rijshout, takkenbossen en dergelijke; hout in plakjes, spanen of kleine stukjes; zaagsel, resten en afval, van hout, ook indien geperst tot blokken, briketten, pellets of dergelijke vormen

 4403 Hout, onbewerkt, ook indien ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd

 4406 Houten dwarsliggers en wisselhouten

 4407 Hout, overlangs gezaagd of afgestoken, dan wel gesneden of geschild, ook indien geschaafd, geschuurd of met vingerlasverbinding, met een dikte van meer dan 6 mm

 4408 Fineerplaten (die verkregen door het snijden van gelaagd hout daaronder begrepen), platen voor de vervaardiging van triplex- en multiplexhout of voor ander op dergelijke wijze gelaagd hout, alsmede ander hout, overlangs gezaagd, dan wel gesneden of geschild, ook indien geschaafd, geschuurd, met verbinding aan de randen of in de lengte verbonden, met een dikte van niet meer dan 6 mm

 4409 Hout (niet-ineengezette plankjes voor parketvloeren daaronder begrepen), waarvan ten minste één zijde over de gehele lengte of uiteinde is geprofileerd (geploegd, van sponningen voorzien, afgerond met V-verbinding of dergelijke), ook indien geschaafd, geschuurd of met stuikverbinding

 4410 Spaanplaat, zogenoemde oriented strand board (OSB) en dergelijke plaat (bijvoorbeeld zogenoemde waferboard), van hout of van andere houtachtige stoffen, ook indien samengeperst met harsen of met andere organische bindmiddelen

 4411 Vezelplaat van houtvezels of van andere houtachtige vezels, ook indien gebonden met harsen of met andere organische bindmiddelen

 4412 Triplex- en multiplexhout, met fineer bekleed hout en op dergelijke wijze gelaagd hout

 4413 00 00 Verdicht hout, in blokken, in planken, in stroken of in profielen

 4414 00 Houten lijsten voor schilderijen, voor foto’s, voor spiegels en dergelijke

 4415 Pakkisten, kratten, trommels en dergelijke verpakkingsmiddelen van hout; kabelhaspels van hout; laadborden, laadkisten en andere laadplateaus van hout; opzetranden voor laadborden, van hout;

 (Niet verpakkingsmateriaal dat uitsluitend wordt gebruikt als verpakkingsmateriaal om een ander op de markt gebracht product te ondersteunen, beschermen of dragen.)

 4416 00 00 Vaten, kuipen, tobben en ander kuiperswerk, alsmede delen daarvan, van hout, duighout daaronder begrepen

 4418 Schrijn- en timmerwerk voor bouwwerken, daaronder begrepen panelen met cellenstructuur, ineengezette panelen voor vloerbedekking en dakspanen („shingles” en „shakes”)

 houtpulp en papier van de hoofdstukken 47 en 48 van de gecombineerde nomenclatuur, met uitzondering van producten op basis van bamboe en door terugwinning (uit resten en afval) verkregen producten

 9403 30 , 9403 40 , 9403 50 00 , 9403 60 en 9403 90 30 Houten meubels

 9406 00 20 Geprefabriceerde bouwwerken



( 1 ) PB L 312 van 22.11.2008, blz. 3.

( 2 ) PB L 144 van 4.6.1997, blz. 19.

( 3 ) Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1).

Top