EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32021R0547

Uitvoeringsverordening (EU) 2021/547 van de Commissie van 29 maart 2021 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1715 wat betreft de procedures voor de vaststelling en het gebruik van ADIS en Europhyt, de afgifte van elektronische diergezondheidscertificaten, officiële certificaten, diergezondheids-/officiële certificaten en handelsdocumenten, het gebruik van elektronische handtekeningen, en de werking van Traces, en tot intrekking van Beschikking 97/152/EG (Voor de EER relevante tekst)

C/2021/1963

PB L 109 van 30.3.2021, p. 60–70 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2021/547/oj

30.3.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 109/60


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2021/547 VAN DE COMMISSIE

van 29 maart 2021

tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1715 wat betreft de procedures voor de vaststelling en het gebruik van ADIS en Europhyt, de afgifte van elektronische diergezondheidscertificaten, officiële certificaten, diergezondheids-/officiële certificaten en handelsdocumenten, het gebruik van elektronische handtekeningen, en de werking van Traces, en tot intrekking van Beschikking 97/152/EG

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (1), en met name artikel 51,

Gezien Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende overdraagbare dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid (“diergezondheidswetgeving”) (2), en met name artikel 23, eerste alinea, onder b) tot en met f), artikel 30, lid 1, onder b), ii), en artikel 35, eerste alinea, onder c),

Gezien Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten, tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 228/2013, (EU) nr. 652/2014 en (EU) nr. 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Richtlijnen 69/464/EEG, 74/647/EEG, 93/85/EEG, 98/57/EG, 2000/29/EG, 2006/91/EG en 2007/33/EG van de Raad (3), en met name artikel 104, eerste alinea, onder a), b) en c),

Gezien Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) (4), en met name artikel 58, eerste alinea, onder a), artikel 90, eerste alinea, onder f), artikel 102, lid 6, eerste alinea, onder a) en b), artikel 103, lid 6, en artikel 134, eerste alinea, onder a) tot en met d) en g),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1715 van de Commissie (5) bevat regels voor de werking van het informatiemanagementsysteem voor officiële controles (Imsoc) en de systeemcomponenten daarvan, namelijk het elektronisch systeem voor de uitvoering van de RASFF- en AAC-procedures (iRASFF), het systeem voor het melden en rapporteren van informatie over dierziekten (ADIS), het systeem voor de kennisgeving van officiële bevestiging van de aanwezigheid van plaagorganismen in planten en plantaardige producten op het grondgebied van de lidstaten (Europhyt) en Traces (Trade Control and Expert System), het systeem voor de uitwisseling van gegevens, informatie en documenten. De verordening stelt ook regels vast voor de noodzakelijke verbindingen tussen deze componenten.

(2)

Bij de verordening zijn ook regels vastgesteld voor de oprichting van het netwerk voor de werking van ADIS en voor het opstellen van een lijst van meldings- en rapportageregio’s met het oog op de melding en rapportage van dierziekten in de Unie.

(3)

Om een uniform gebruik van ADIS door de lidstaten te waarborgen, zijn bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2002 van de Commissie (6) voorschriften vastgesteld met betrekking tot het formaat en de structuur van de in dat systeem in te voeren gegevens voor Uniemeldingen en -rapportage van ziekten, de modellen en procedures voor de rapportage, en de termijnen voor en frequentie van de meldingen en rapportage.

(4)

In Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1715 moeten voor de contactpunten van het ADIS-netwerk gemeenschappelijke regels worden opgenomen met betrekking tot de indiening van Uniemeldingen en -rapportage overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2002. Om te voldoen aan de gegevensbeschermingsregels van de Unie moeten die gemeenschappelijke regels ook bepalingen bevatten over de maximale opslagduur van persoonsgegevens in ADIS.

(5)

Deze verordening moet ook in Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1715 op te nemen regels vaststellen met betrekking tot de verbindingen tussen ADIS en Traces die nodig zijn om ervoor te zorgen dat relevante gegevens over kennisgevingen van de Unie automatisch worden uitgewisseld of in beide systemen beschikbaar worden gesteld, en om relevante informatie aan de leden van het netwerk te verstrekken.

(6)

Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1715 bevat regels voor het gebruik van Traces om kennisgevingen van onderscheppingen van zendingen planten, plantaardige producten en andere materialen uit andere lidstaten of derde landen die een onmiddellijk gevaar voor het binnenbrengen of verspreiden van plaagorganismen kunnen opleveren, bij het Europhyt-netwerk van onderscheppingen in te dienen. Daarin is bepaald dat kennisgevingen van onderscheppingen van in de Unie verhandelde zendingen moeten worden ingediend door het contactpunt van het Europhyt-netwerk van onderscheppingen, terwijl kennisgevingen van onderscheppingen van zendingen die de Unie binnenkomen moeten worden ingediend door de officiële plantgezondheidsfunctionaris die over die zendingen beslist.

(7)

Aangezien kennisgevingen van onderschepte zendingen van in de Unie verhandelde planten, plantaardige producten en andere materialen binnen het toepassingsgebied vallen van de meldingen van niet-naleving van goederen die onder Verordening (EU) 2017/625 vallen en in iRASFF tussen contactpunten van het netwerk voor waarschuwingen en samenwerking moeten worden uitgewisseld, moet iRASFF worden gebruikt om die onderschepte zendingen te melden.

(8)

Om er verder voor te zorgen dat iRASFF ook wordt gebruikt voor de uitwisseling van meldingen van niet-conforme zendingen van in de Unie verhandelde planten, plantaardige producten en ander materialen die een risico voor de plantgezondheid kunnen vormen, is het passend de definitie van de term “kennisgeving van niet-naleving” in Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1715 anders te verwoorden.

(9)

Om verwarring over de betekenis van het in Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1715 gedefinieerde begrip “risico” te voorkomen, is het tegelijkertijd ook nodig die definitie te schrappen, in plaats daarvan bepaalde definities van kennisgevingen in iRASFF aan te passen en in die definities de verschillende risicocategorieën te verduidelijken.

(10)

Om verwarring over de definitie van de begrippen “voedselfraudenetwerk” en “kennisgeving van voedselfraude” in Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1715 te voorkomen en het toepassingsgebied van Verordening (EU) 2017/625 beter in deze gedefinieerde termen weer te geven, moeten deze gedefinieerde termen respectievelijk in “fraudenetwerk” en “kennisgeving van fraude”, worden veranderd en moeten alle bepalingen van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1715 met betrekking tot voedselfraude dienovereenkomstig worden aangepast.

(11)

Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1715 bepaalt ook dat de informatie over onderschepte zendingen die de Unie binnenkomen onder meer de informatie die door de officiële plantgezondheidsfunctionaris overeenkomstig artikel 55, lid 2, en artikel 56 van Verordening (EU) 2017/625 in het gemeenschappelijk gezondheidsdocument van binnenkomst (GGB) is opgenomen, de aanvullende informatie over de met betrekking tot de onderschepte zendingen genomen maatregelen en de informatie over de opgelegde quarantaine moet omvatten.

(12)

Aangezien het GGB rubrieken bevat voor het registreren van informatie over de maatregelen die zijn genomen met betrekking tot onderschepte zendingen, met inbegrip van gevallen waarin quarantaine wordt opgelegd, is het niet nodig om ook in Traces een kennisgeving van onderschepping met dezelfde informatie in te dienen. Daarom moet de verplichting om een kennisgeving van onderschepping met dezelfde informatie in Traces in te dienen, worden opgeheven en worden vervangen door de verplichting om de onderscheppingsgegevens in het GGB vast te leggen.

(13)

Aangezien bovendien elk geval van niet-naleving van de in artikel 1, lid 2, van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde regels betreffende zendingen die de Unie binnenkomen of in de Unie worden verhandeld in Traces of in iRASFF moet worden gemeld, moeten alle bepalingen met betrekking tot Europhyt-kennisgevingen van onderscheppingen uit Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1715 worden geschrapt.

(14)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1715 zijn regels vastgesteld voor het gebruik van elektronische GGB’s en de afgifte van elektronische certificaten voor zendingen dieren en goederen die de Unie binnenkomen. Daarbij is ook bepaald dat de identiteit van de certificerende functionarissen met een hoog betrouwbaarheidsniveau gevalideerd moet worden voordat zij elektronische handtekeningen mogen zetten en dat een gekwalificeerd elektronisch tijdstempel op de door betrouwbare derden gegenereerde elektronische handtekeningen moet worden toegepast.

(15)

De ervaring heeft geleerd dat dergelijke hoge betrouwbaarheidsniveaus niet nodig zijn, aangezien het authenticatiemechanisme voorafgaand aan het inloggen in Traces, het nationale systeem van een lidstaat of het elektronische certificeringssysteem van een derde land of van een internationale organisatie, voldoende betrouwbaarheid biedt over de identiteit van de ondertekenaar. Daarnaast zijn tijdstempels niet nodig. De veilige stroom van gegevens binnen en tussen systemen en de toepassing van een gekwalificeerd elektronisch zegel dat is ontworpen om op betrouwbare wijze de correctheid van de tijdstempels en de integriteit en juistheid van de gegevens aan te tonen, bieden voldoende garanties dat alle latere wijzigingen van de gegevens opgespoord zullen kunnen worden.

(16)

Daarom moet Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1715 bij deze verordening zodanig worden gewijzigd dat officiële dierenartsen, officiële plantgezondheidsfunctionarissen en certificerende functionarissen in elektronische GGB’s en certificaten elektronische handtekeningen met lagere identiteitsbetrouwbaarheidsniveaus en zonder tijdstempels kunnen gebruiken, overeenkomstig Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad (7).

(17)

Ook de regels van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1715 met betrekking tot de afgifte van elektronische certificaten of handelsdocumenten voor overeenkomstig artikel 150, artikel 161, lid 5, artikel 167, lid 4, artikel 217 en artikel 223, lid 5, van Verordening (EU) 2016/429 tussen lidstaten vervoerde zendingen dieren en bepaalde goederen, overeenkomstig artikel 17 van Verordening (EU) nr. 142/2011 van de Commissie (8) binnen de Unie vervoerde zendingen van bepaalde niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en afgeleide producten, en overeenkomstig artikel 100, lid 5, en artikel 101, lid 6, van Verordening (EU) 2016/2031 uit de Unie uitgevoerde of wederuitgevoerde zendingen planten, plantaardige producten en andere materialen moeten bij deze verordening worden gewijzigd. Die regels moeten vergelijkbaar zijn met de regels voor de afgifte van elektronische certificaten voor zendingen dieren en goederen die de Unie binnenkomen.

(18)

Aangezien in Verordening (EU) 2016/2031 is bepaald dat elektronische fytosanitaire certificaten voor de uitvoer of wederuitvoer uit het grondgebied van de Unie van planten, plantaardige producten en andere materialen uitsluitend door of als elektronische uitwisseling via het Imsoc mogen worden verstrekt, moet deze verordening voorzien in de opname in Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1715 van voorschriften voor de afgifte van dergelijke certificaten overeenkomstig die verordening.

(19)

Om de handhaving van de regels van de Unie te versterken, bepaalt Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1715 dat de contactpunten van het Traces-netwerk lijsten van bepaalde referentiegegevens die nodig zijn voor de goede werking van Traces in Traces moeten aanhouden en bijwerken. De lijsten omvatten levensmiddelenbedrijven die zijn erkend overeenkomstig Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad (9) en inrichtingen, bedrijven en exploitanten die dierlijke bijproducten of afgeleide producten verwerken en die overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad (10) zijn erkend of geregistreerd.

(20)

Deze verordening moet om dezelfde reden die lijsten van referentiegegevens uitbreiden met geregistreerde en erkende inrichtingen en exploitanten als bedoeld in Verordening (EU) 2016/429, alsook bepaalde overeenkomstig Verordening (EU) 2016/2031 geregistreerde professionele marktdeelnemers, voor zover zij bij grensoverschrijdende activiteiten betrokken zijn.

(21)

Ter ondersteuning van de voorbereiding van de risicoanalyses van de lidstaten voor inspecties of audits met betrekking tot het vervoer van levende dieren, moeten de lijsten van referentiegegevens ook overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1255/97 van de Raad (11) erkende controleposten omvatten, alsook vervoerders met een vergunning, bestuurders en verzorgers met een getuigschrift, en gecertificeerde vervoermiddelen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1/2005 van de Raad (12).

(22)

Aangezien Verordening (EU) 2016/429 van toepassing is met ingang van 21 april 2021, moeten de wijzigingen met betrekking tot ADIS, de noodzakelijke verbindingen tussen ADIS en Traces en de uitbreiding van de lijsten van referentiegegevens met overeenkomstig Verordening (EU) 2016/429 geregistreerde en erkende inrichtingen en exploitanten ook met ingang van 21 april 2021 van toepassing zijn.

(23)

Gezien het belang van referentiegegevens voor de goede werking van Traces moet de uitbreiding van de lijsten van referentiegegevens uit de Verordeningen (EG) nr. 1255/97, (EG) nr. 1/2005 en (EU) 2016/2031 ook met ingang van 21 april 2021 van toepassing zijn.

(24)

Aangezien de iRASFF- en Traces-systemen verder moeten worden ontwikkeld met betrekking tot kennisgevingen van onderscheppingen, moet de datum van toepassing van de wijzigingen van hoofdstuk 3, afdeling 3, van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1715 worden uitgesteld tot 1 december 2021.

(25)

De bijlage bij Beschikking 97/152/EG van de Commissie (13) bevat de in het Traces-systeem in te voeren informatie over zendingen dieren of dierlijke producten uit derde landen. Die beschikking is gebaseerd op artikel 12 van Beschikking 92/438/EEG van de Raad (14), die met ingang van 14 december 2019 bij artikel 146, lid 1, van Verordening (EU) 2017/625 is ingetrokken. De informatie in de bijlage bij Beschikking 97/152/EG is nu opgenomen in GGB-A en GGB-P in deel 2, afdelingen A en B, van bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1715. Ter wille van de duidelijkheid en de samenhang moet Beschikking 97/152/EG derhalve worden ingetrokken.

(26)

De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming is overeenkomstig artikel 42, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad (15) geraadpleegd en heeft op 14 januari 2021 een advies uitgebracht.

(27)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijzigingen

Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1715 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In hoofdstuk 1 wordt artikel 2 als volgt gewijzigd:

a)

punt 8 wordt geschrapt;

b)

punt 9 wordt vervangen door:

“9)

“RASFF-netwerk”: het bij artikel 50 van Verordening (EG) nr. 178/2002 in de vorm van een netwerk ingestelde systeem voor snelle waarschuwingen voor de in de punten 15 tot en met 20 van dit artikel bedoelde kennisgevingen;”;

c)

punt 11 wordt vervangen door:

“11)

“fraudenetwerk”: het netwerk dat bestaat uit de Commissie, Europol en de overeenkomstig artikel 103, lid 1, van Verordening (EU) 2017/625 door de lidstaten aangewezen verbindingsorganen voor het vergemakkelijken van de uitwisseling van informatie betreffende kennisgevingen van fraude als gedefinieerd in punt 21;”;

d)

punt 12 wordt vervangen door:

“12)

“netwerk voor waarschuwingen en samenwerking”: een netwerk dat bestaat uit de RASFF-, AAC- en fraudenetwerken;”;

e)

punt 14 wordt vervangen door:

“14)

“kennisgeving van niet-naleving”: een kennisgeving in iRASFF van een geval van niet-naleving van de in artikel 1, lid 2, van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde regels dat geen risico vormt in de zin van artikel 50 van Verordening (EG) nr. 178/2002 en artikel 29 van Verordening (EG) nr. 183/2005;”;

f)

punt 20 wordt vervangen door:

“20)

“kennisgeving van afkeuring aan de grens”: een kennisgeving in iRASFF van een afkeuring van een partij, container of lading levensmiddelen, materialen die met levensmiddelen in contact komen of diervoeders als gevolg van een risico als bedoeld in artikel 50, lid 3, eerste alinea, onder c), van Verordening (EG) nr. 178/2002 en artikel 29 van Verordening (EG) nr. 183/2005;”;

g)

punt 21 wordt vervangen door:

“21)

“kennisgeving van fraude”: een kennisgeving van niet-naleving in iRASFF betreffende vermoedelijk doelbewust handelen door ondernemingen of personen met als doel kopers te misleiden en daaruit onrechtmatig voordeel te halen, in strijd met de in artikel 1, lid 2, van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde regels;”;

h)

punt 22 wordt vervangen door:

“22)

“oorspronkelijke kennisgeving”: een kennisgeving van niet-naleving, waarschuwingskennisgeving, informatieve kennisgeving, nieuwskennisgeving, kennisgeving van fraude of een kennisgeving van afkeuring aan de grens;”;

i)

de punten 33 en 34 worden geschrapt.

2)

In hoofdstuk 2 wordt artikel 6, lid 2, als volgt gewijzigd:

a)

punt b) wordt vervangen door:

“b)

Europhyt en Traces, voor de uitwisseling van gegevens betreffende Europhyt-kennisgevingen van uitbraken;”;

b)

punt c) wordt vervangen door:

“c)

iRASFF en Traces, voor de uitwisseling van gegevens betreffende de antecedenten van de exploitant ten aanzien van de naleving van de in artikel 1, lid 2, van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde regels;”;

c)

het volgende punt wordt toegevoegd:

“d)

ADIS en Traces, voor de uitwisseling van gegevens en informatie betreffende kennisgevingen van de Unie.”.

3)

In hoofdstuk 3 wordt afdeling 1 als volgt gewijzigd:

a)

artikel 12 wordt vervangen door:

“Artikel 12

Voor de uitwisseling van bepaalde typen informatie verantwoordelijke verbindingsorganen

De lidstaten geven aan welke van de overeenkomstig artikel 103, lid 1, van Verordening (EU) 2017/625 aangewezen verbindingsorganen verantwoordelijk zijn voor de uitwisseling van informatie betreffende kennisgevingen van fraude.”;

b)

in artikel 13 wordt lid 2 vervangen door:

“2.   De lidstaten kunnen hun contactpunt voor het fraudenetwerk opnemen in hun centrale contactpunt.”;

c)

artikel 21 wordt vervangen door:

“Artikel 21

Kennisgevingen van fraude

1.   Contactpunten van fraudenetwerken wisselen kennisgevingen van fraude uit en vermelden daarbij ten minste:

a)

alle bij artikel 16, lid 1, vereiste informatie;

b)

een beschrijving van de vermoedelijke frauduleuze praktijk;

c)

waar dat mogelijk is, de identiteit van de betrokken exploitanten;

d)

of er lopende politie- of gerechtelijke onderzoeken naar de vermoede frauduleuze praktijk zijn;

e)

eventuele instructies van de politiële of rechterlijke autoriteiten zodra die beschikbaar zijn en bekendgemaakt mogen worden.

2.   Contactpunten van het fraudenetwerk stellen de contactpunten van het RASFF-netwerk onverwijld in kennis van informatie betreffende gezondheidsrisico’s.

3.   Het contactpunt van de Commissie verifieert elke kennisgeving van fraude onverwijld nadat deze is uitgewisseld.”;

d)

in artikel 23 wordt lid 3 vervangen door:

“3.   Zonder afbreuk te doen aan het recht van toegang van de Commissie krachtens artikel 8, lid 2, hebben alleen de leden van het fraudenetwerk die kennisgeving doen, waaraan kennisgeving wordt gedaan of waartoe een verzoek wordt gericht, toegang tot kennisgevingen van fraude.”;

e)

in artikel 24 wordt lid 2 vervangen door:

“2.   Bij wijze van afwijking van lid 1 omvat de verificatie van kennisgevingen van niet-naleving, fraude en afkeuring aan de grens de punten b), c) en e) van dat lid.”;

f)

in artikel 25, lid 1, wordt punt a) vervangen door:

“a)

een kennisgevend contactpunt verzoeken om een kennisgeving van niet-naleving of fraude of een vervolgkennisgeving in te trekken;”;

g)

in artikel 27 wordt lid 2 vervangen door:

“2.   Indien een kennisgeving van niet-naleving of een kennisgeving van fraude betrekking heeft op een product dat afkomstig is uit of wordt verspreid naar een derde land dat geen toegang tot iRASFF of Traces heeft, kan de Commissie dat derde land in kennis stellen.”;

h)

in artikel 28, lid 1, wordt punt c) vervangen door:

“c)

wisselen de contactpunten van het fraudenetwerk informatie over kennisgevingen van fraude uit via e-mail;”.

4)

In hoofdstuk 3 wordt afdeling 2 vervangen door:

“AFDELING 2

ADIS

Artikel 29

ADIS-netwerk

1.   Elk lid van een ADIS-netwerk wijst ten minste één contactpunt aan dat verantwoordelijk is voor de indiening in ADIS van gegevens en informatie betreffende melding en rapportage in de Unie overeenkomstig de artikelen 3, 4, 6, 7, 8, 11 en 13 van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2002 van de Commissie (*1).

2.   Elk contactpunt van het ADIS-netwerk houdt in ADIS een lijst bij van de door zijn lidstaat vastgestelde en in bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2002 vastgelegde meldings- en rapportageregio’s, en actualiseert deze lijst.

Artikel 29 bis

Bewaartermijn van persoonsgegevens

Persoonsgegevens uit de in artikel 29, lid 1, bedoelde meldingen en rapportage in de Unie mogen niet langer dan tien jaar in ADIS worden opgeslagen.

Artikel 29 ter

Noodregelingen voor ADIS

1.   Wanneer ADIS niet beschikbaar is, dienen de contactpunten van het ADIS-netwerk de gegevens en informatie over de in artikel 29, lid 1, bedoelde meldingen en rapportage in de Unie in via e-mail of op een andere op de website van de Commissie vermelde wijze.

2.   Zodra de beschikbaarheid van ADIS is hersteld, voeren de contactpunten van het ADIS-netwerk de buiten het systeem om ingediende informatie in ADIS in.

(*1)  Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2002 van de Commissie van 7 december 2020 tot vaststelling van de regels voor de toepassing van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de melding en de rapportage in de Unie van in de lijst opgenomen ziekten, de modellen en procedures voor de indiening en rapportage van bewakingsprogramma’s en uitroeiingsprogramma’s van de Unie en voor aanvragen voor erkenning van de ziektevrije status, en het geautomatiseerd informatiesysteem (PB L 412 van 8.12.2020, blz. 1).”."

5)

In hoofdstuk 3 wordt afdeling 3 als volgt gewijzigd:

a)

artikel 30 wordt vervangen door:

“Artikel 30

Europhyt-netwerk van uitbraken

Elk lid van het Europhyt-netwerk van uitbraken wijst een contactpunt aan dat verantwoordelijk is voor het indienen van Europhyt-kennisgevingen van uitbraken in het Europhyt-netwerk van uitbraken.”;

b)

de artikelen 31 en 33 worden geschrapt.

6)

In hoofdstuk 3 wordt afdeling 4 als volgt gewijzigd:

a)

artikel 35 wordt vervangen door:

“Artikel 35

Traces-netwerk

Onverminderd artikel 4, lid 2, wijst elk lid van het Traces-netwerk een of meer contactpunten aan voor de functies als voorzien in artikel 132, onder d), en artikel 133 van Verordening (EU) 2017/625 of in andere Uniewetgeving die betrekking heeft op Traces.”;

b)

artikel 39 wordt vervangen door:

“Artikel 39

Afgifte van elektronische certificaten voor zendingen dieren en goederen die de Unie binnenkomen en gebruik van elektronische handtekeningen

1.   Elektronische diergezondheidscertificaten, officiële certificaten en diergezondheids-/officiële certificaten voor zendingen dieren of goederen die de Unie binnenkomen, voldoen aan alle volgende voorwaarden:

a)

zij zijn afgegeven in een van de volgende systemen:

i)

Traces;

ii)

een nationaal systeem van een lidstaat;

iii)

het elektronische certificeringssysteem van een derde land of internationale organisatie dat in staat is om gegevens uit te wisselen met Traces;

iv)

het elektronische certificeringssysteem van een derde land of internationale organisatie dat in staat is om gegevens uit te wisselen met een nationaal systeem van een lidstaat;

b)

zij zijn met een elektronische handtekening door een gemachtigde functionaris ondertekend;

c)

zij zijn voorzien van het geavanceerde of gekwalificeerde elektronische zegel van de afgevende bevoegde autoriteit, of van de gekwalificeerde elektronische handtekening van de wettelijke vertegenwoordiger daarvan.

2.   Wanneer elektronische diergezondheidscertificaten, officiële certificaten en diergezondheids-/officiële certificaten worden afgegeven overeenkomstig lid 1, onder a), iii) of iv), is de elektronische handtekening van de gemachtigde ambtenaar niet vereist.

3.   De Commissie wordt vooraf in kennis gesteld van de afgifte van elektronische diergezondheidscertificaten, officiële certificaten en diergezondheids-/officiële certificaten overeenkomstig lid 1, onder a), iv).

4.   De bevoegde autoriteit aanvaardt de overeenkomstig hoofdstuk VI, afdeling 1, van Verordening (EU) 2016/2031 voor het binnenbrengen van planten, plantaardige producten en andere materialen op het grondgebied van de Unie vereiste elektronische fytosanitaire certificaten alleen wanneer die certificaten zijn afgegeven overeenkomstig lid 1, onder a), i) of iii) van dit artikel.”;

c)

na artikel 39 worden de volgende artikelen toegevoegd:

“Artikel 39 bis

Afgifte van elektronische certificaten en handelsdocumenten voor verplaatsingen van dieren en goederen tussen lidstaten en gebruik van elektronische handtekeningen

Elektronische diergezondheidscertificaten, officiële certificaten en diergezondheids-/officiële certificaten voor verplaatsingen van dieren, producten van dierlijke oorsprong en levende producten tussen lidstaten, en elektronische handelsdocumenten voor bepaalde niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en afgeleide producten die naar een andere lidstaat worden vervoerd, voldoen aan alle volgende voorwaarden:

a)

zij zijn in Traces afgegeven;

b)

zij zijn met een elektronische handtekening ondertekend door een officiële dierenarts of een certificerende functionaris;

c)

zij zijn voorzien van het geavanceerde of gekwalificeerde elektronische zegel van de afgevende bevoegde autoriteit.

Artikel 39 ter

Afgifte van elektronische certificaten voor de uitvoer en wederuitvoer van planten, plantaardige producten en andere materialen en gebruik van elektronische handtekeningen

Elektronische fytosanitaire certificaten voor de uitvoer of wederuitvoer van planten, plantaardige producten en andere materialen van het grondgebied van de Unie naar een derde land worden afgegeven in een van de volgende systemen:

a)

Traces, mits het certificaat:

i)

met een elektronische handtekening door een certificerende functionaris is ondertekend;

ii)

is voorzien van het geavanceerde of gekwalificeerde elektronische zegel van de afgevende bevoegde autoriteit;

b)

het nationale systeem van een lidstaat, mits het certificaat:

i)

met een elektronische handtekening door een certificerende functionaris is ondertekend;

ii)

ten laatste op het moment van elektronische ondertekening door de certificerende functionaris naar Traces wordt verzonden en die verzending is verzegeld met het geavanceerde of gekwalificeerde elektronische zegel van de afgevende bevoegde autoriteit.”;

d)

artikel 41 wordt vervangen door:

“Artikel 41

Gebruik van een elektronisch GGB

Een exploitant of een bevoegde autoriteit die een GGB in elektronische vorm gebruikt, doet dat via een van de volgende systemen:

a)

Traces, mits het GGB:

i)

met een elektronische handtekening door de voor de zending verantwoordelijke exploitant is ondertekend;

ii)

met een elektronische handtekening door de officiële dierenarts, de officiële fytosanitaire functionaris of de certificerende functionaris bij de grenscontroleposten of controlepunten is ondertekend;

iii)

is voorzien van het geavanceerde of gekwalificeerde elektronische zegel van de afgevende bevoegde autoriteit;

b)

het nationale systeem van een lidstaat, mits het GGB:

i)

met een elektronische handtekening door de voor de zending verantwoordelijke exploitant is ondertekend;

ii)

met een elektronische handtekening door de officiële dierenarts, de officiële fytosanitaire functionaris of de certificerende functionaris bij de grenscontroleposten of controlepunten is ondertekend;

iii)

ten laatste naar Traces wordt verzonden op het moment dat het besluit over de zending wordt genomen op basis van officiële controles en die verzending is verzegeld met het geavanceerde of gekwalificeerde elektronische zegel van de afgevende bevoegde autoriteit.”;

e)

in artikel 42 wordt lid 3 geschrapt;

f)

artikel 45 wordt vervangen door:

“Artikel 45

Lijsten van referentiegegevens

1.   Elk contactpunt van het Traces-netwerk houdt in Traces actuele lijsten aan en bij van:

a)

door de bevoegde autoriteit van zijn lidstaat overeenkomstig artikel 6, lid 3, van Verordening (EG) nr. 852/2004 erkende levensmiddelenbedrijven;

b)

door de bevoegde autoriteit van zijn lidstaat overeenkomstig artikel 47 van Verordening (EG) nr. 1069/2009 erkende of geregistreerde inrichtingen, bedrijven en exploitanten die dierlijke bijproducten of afgeleide producten verwerken;

c)

door de bevoegde autoriteit van zijn lidstaat overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1255/97 van de Raad (*2) erkende controleposten;

d)

vervoerders die lange transporten verzorgen waaraan de bevoegde autoriteit een vergunning overeenkomstig artikel 11, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1/2005 van de Raad (*3) heeft verleend;

e)

inrichtingen die zijn opgenomen in het register van erkende inrichtingen als bedoeld in artikel 101, lid 1, eerste alinea, onder b), van Verordening (EU) 2016/429, voor zover zij gehouden landdieren en levende producten naar een andere lidstaat verplaatsen of gehouden landdieren en levende producten uit een derde land ontvangen;

f)

inrichtingen die zijn opgenomen in het register van erkende aquacultuurinrichtingen en ziektebestrijdende inrichtingen voor aquatische levensmiddelen als bedoeld in artikel 185, lid 1, onder b) en c), van Verordening (EU) 2016/429, voor zover zij aquacultuurdieren naar een andere lidstaat verplaatsen of aquacultuurdieren uit een derde land ontvangen;

g)

inrichtingen en exploitanten die zijn opgenomen in het register van geregistreerde inrichtingen en exploitanten als bedoeld in artikel 101, lid 1, eerste alinea, onder a), van Verordening (EU) 2016/429, voor zover zij gehouden landdieren en levende producten naar een andere lidstaat verplaatsen of gehouden landdieren of levende producten uit een derde land ontvangen;

h)

inrichtingen die zijn opgenomen in het register van geregistreerde aquacultuurinrichtingen als bedoeld in artikel 185, lid 1, onder a), van Verordening (EU) 2016/429, voor zover zij aquacultuurdieren naar een andere lidstaat verplaatsen of aquacultuurdieren uit een derde land ontvangen;

i)

vervoerders waaraan de bevoegde autoriteit een vergunning heeft verleend overeenkomstig artikel 10, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1/2005;

j)

bestuurders en verzorgers van wegvoertuigen die als landbouwhuisdier gehouden paardachtigen, runderen, schapen, geiten, varkens of pluimvee vervoeren waaraan de bevoegde autoriteit overeenkomstig artikel 17, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1/2005 een getuigschrift van vakbekwaamheid heeft afgegeven;

k)

wegvervoermiddelen voor lange transporten en voor veeschepen waarvoor de bevoegde autoriteit overeenkomstig respectievelijk artikel 18, lid 1, en artikel 19, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1/2005 een certificaat van goedkeuring heeft afgegeven;

l)

exploitanten die zijn opgenomen in het register van professionele exploitanten die planten, plantaardige producten en andere materialen in de Unie binnenbrengen waarvoor een fytosanitair certificaat als bedoeld in artikel 65, lid 1, eerste alinea, onder a), van Verordening (EU) 2016/2031 vereist is;

m)

overeenkomstig artikel 60 van Verordening (EU) 2016/2031 aangewezen quarantainestations en gesloten faciliteiten voor het uitvoeren van activiteiten met betrekking tot planten, plantaardige producten en andere materialen die vanuit derde landen op het grondgebied van de Unie worden binnengebracht.

2.   De in lid 1 bedoelde contactpunten voeren in Traces informatie in met betrekking tot elke in dat lid bedoelde lijst en gebruiken daarbij de door de Commissie verstrekte technische specificaties voor de vorm van die lijsten.

3.   De Commissie ondersteunt de lidstaten bij het toegankelijk maken van de in lid 1, onder a) tot en met f), bedoelde lijsten door die lijsten op haar website of via Traces openbaar te maken.

(*2)  Verordening (EG) nr. 1255/97 van de Raad van 25 juni 1997 betreffende de communautaire criteria voor controlepost(en) en tot aanpassing van het in Richtlijn 91/628/EEG bedoelde reisschema (PB L 174 van 2.7.1997, blz. 1)."

(*3)  Verordening (EG) nr. 1/2005 van de Raad van 22 december 2004 inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer en daarmee samenhangende activiteiten en tot wijziging van de Richtlijnen 64/432/EEG en 93/119/EG en van Verordening (EG) nr. 1255/97 (PB L 3 van 5.1.2005, blz. 1).”."

Artikel 2

Intrekking

Beschikking 97/152/EG wordt ingetrokken.

Artikel 3

Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing vanaf 21 april 2021, met uitzondering van artikel 1, lid 5, dat van toepassing is vanaf 1 december 2021.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 29 maart 2021.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1.

(2)  PB L 84 van 31.3.2016, blz. 1.

(3)  PB L 317 van 23.11.2016, blz. 4.

(4)  PB L 95 van 7.4.2017, blz. 1.

(5)  Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1715 van de Commissie van 30 september 2019 tot vaststelling van regels inzake de werking van het informatiemanagementsysteem voor officiële controles en de systeemcomponenten ervan (“de Imsoc-verordening”) (PB L 261 van 14.10.2019, blz. 37).

(6)  Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2002 van de Commissie van 7 december 2020 tot vaststelling van de regels voor de toepassing van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de melding en de rapportage in de Unie van in de lijst opgenomen ziekten, de modellen en procedures voor de indiening en rapportage van bewakingsprogramma’s en uitroeiingsprogramma’s van de Unie en voor aanvragen voor erkenning van de ziektevrije status, en het geautomatiseerd informatiesysteem (PB L 412 van 8.12.2020, blz. 1).

(7)  Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG (PB L 257 van 28.8.2014, blz. 73).

(8)  Verordening (EU) nr. 142/2011 van de Commissie van 25 februari 2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en afgeleide producten en tot uitvoering van Richtlijn 97/78/EG van de Raad wat betreft bepaalde monsters en producten die vrijgesteld zijn van veterinaire controles aan de grens krachtens die richtlijn (PB L 54 van 26.2.2011, blz. 1).

(9)  Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1).

(10)  Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en afgeleide producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1774/2002 (PB L 300 van 14.11.2009, blz. 1).

(11)  Verordening (EG) nr. 1255/97 van de Raad van 25 juni 1997 betreffende de communautaire criteria voor controlepost(en) en tot aanpassing van het in Richtlijn 91/628/EEG bedoelde reisschema (PB L 174 van 2.7.1997, blz. 1).

(12)  Verordening (EG) nr. 1/2005 van de Raad van 22 december 2004 inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer en daarmee samenhangende activiteiten en tot wijziging van de Richtlijnen 64/432/EEG en 93/119/EG en van Verordening (EG) nr. 1255/97 (PB L 3 van 5.1.2005, blz. 1).

(13)  Beschikking 97/152/EG van de Commissie van 10 februari 1997 betreffende de gegevens die moeten worden ingevoerd in het computerbestand van teruggezonden partijen dieren of dierlijke producten uit derde landen (PB L 59 van 28.2.1997, blz. 50).

(14)  Beschikking 92/438/EEG van de Raad van 13 juli 1992 betreffende de informatisering van de veterinaire procedures bij invoer (Shift-project), tot wijziging van de Richtlijnen 90/675/EEG, 91/496/EEG en 91/628/EEG alsmede Beschikking 90/424/EEG, en tot intrekking van Beschikking 88/192/EEG (PB L 243 van 25.8.1992, blz. 27).

(15)  Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).


Top