31999R1252

VERORDENING (EG) Nr. 1252/1999 VAN DE RAAD

van 17 mei 1999

houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1868/94 tot vaststelling van een contingenteringsregeling voor de productie van aardappelzetmeel

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op de artikelen 36 en 37,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement(1),

(1) Overwegende dat in artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1868/94(2) voor de lidstaten die aardappelmeel produceren de productiecontingenten voor de verkoopseizoenen 1998/1999, 1999/2000 en 2000/2001 zijn vastgesteld.

(2) Overwegende dat in artikel 8, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad van 30 juni 1992 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen(3), het bedrag is vastgesteld van de compensatiebetaling voor producenten van aardappelen voor de zetmeelproductie; dat de Raad heeft besloten dit bedrag voor het verkoopseizoen 2000/2001 en voor de volgende verkoopseizoenen te verhogen op voorwaarde dat de productiecontingenten die zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1868/94 voor de lidstaten met een productiecontingenten die zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1868/94 voor de lidstaten met een productiecontingent van 100000 ton en meer worden verlaagd met 2,81 % voor het verkoopseizoen 2000/2001 en met 5,74 % in het verkoopseizoen 2001/2002, en dat de huidige productiecontingenten voor lidstaten met een productiecontingent van minder dan 100000 ton woden verlaagd met 1,41 % voor 2000/2001 en 2,87 % voor 2001/2002;

(3) Overwegende dat de voor het verkoopseizoen 2000/2001 vastgestelde productiecontingenten moeten worden gewijzigd en dat de contingenten voor het verkoopseizoen 2001/2002 moeten worden vastgesteld; dat de producerende lidstaten hun productiecontingenten voor de verkoopseizoenen 2000/2001 en 2001/2002 over de aardappelzetmeelfabrikanten moeten verdelen op basis van de productiecontingenten voor het verkoopseizoen 1999/2000; dat duidelijk moet worden bepaald dat de hoeveelheden die in het verkoopseizoen 1999/2000 boven de subcontingenten worden gebruikt, in het verkoopseizoen 2000/2001 in mindering zullen worden gebracht overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1868/94;

(4) Overwegende dat de Commissie aan het einde van de periode aan de Raad een verslag dient uit te brengen over de verdeling van de contingenten en dat dit, indien nodig, vergezeld moet gaan van passende voorstellen; dat in die voorstellen rekening moet worden gehouden met mogelijke wijzigingen in de compensatiebetalingen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 1868/94 wordt als volgt gewijzigd:

1. Artikel 2:

a) in lid 1 en lid 2 worden de vermeldingen met betrekking tot het verkoopseizoen 2000/2001 geschrapt;

b) de volgende leden worden toegevoegd:

"3.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

4. Iedere producerende lidstaat verdeelt de in lid 3 genoemde productiecontingenten voor gebruik in de verkoopseizoenen 2000/2001 in 2001/2002 over de aardappelzetmeelfabrikanten in verhouding tot de subcontingenten die voor elke fabrikant beschikbaar waren voor het verkoopseizoen 1999/2000 voordat een eventuele correctie op grond van artikel 6, lid 2, was toegepast.

De subcontingenten van iedere aardappelzetmeelfabrikant voor het verkoopseizoen 2000/2001 worden, overeenkomstig artikel 6, lid 2, aangepast voor hoeveelheden die in het verkoopseizoen 1999/2000 boven het subcontingent zijn gebruikt.".

2. Artikel 3 wordt vervangen door:

"Artikel 3

1. Uiterlijk op 31 oktober 2001 en vervolgens om de drie jaar dient de Commissie bij de Raad een verslag in over de verdeling van de contingenten in de Gemeenschap, indien nodig vergezeld van passende voorstellen. In dit verslag wordt rekening gehouden met mogelijke veranderingen in de compensatiebetalingen en met de ontwikkeling van de markt voor aardappelzetmeel en de markt voor graanzetmeel.

2. Uiterlijk op 31 december 2001 en vervolgens om de drie jaar neemt de Raad, op basis van het in lid 1 bedoelde verslag, volgens de procedure van artikel 37 van het Verdrag een beslissing over de verdeling van de contingenten over de lidstaten voor de volgende drie verkoopseizoenen.

3. Uiterlijk op 31 januari 2002 en vervolgens om de drie jaar stellen de lidstaten de betrokkenen in kennis van de bepalingen inzake de toewijzing van de contigenten voor de drie volgende verkoopseizoenen.".

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 2000.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 17 mei 1999.

Voor de Raad

De voorzitter

K.-H. FUNKE

(1) Advies uitgebracht op 7 mei 1999 (nog niet verschenen in het Publicatieblad).

(2) PB L 197 van 30.7.1994, blz. 4. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1284/98 (PB L 178 van 23.6.1998, blz. 3).

(3) PB L 181 van 1.7.1992, blz. 21. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1253/1999 (zie blz. 18 van dit Publicatieblad)