EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52016AE4324

Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van in het verdragsgebied van de Internationale Commissie voor de instandhouding van Atlantische tonijnen (ICCAT) geldende beheers-, instandhoudings- en controlemaatregelen en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 1936/2001, (EG) nr. 1984/2003 en (EG) nr. 520/2007 van de Raad (COM(2016) 401 final — 2016/0187 (COD))

PB C 34 van 2.2.2017, p. 142–143 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

2.2.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 34/142


Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van in het verdragsgebied van de Internationale Commissie voor de instandhouding van Atlantische tonijnen (ICCAT) geldende beheers-, instandhoudings- en controlemaatregelen en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 1936/2001, (EG) nr. 1984/2003 en (EG) nr. 520/2007 van de Raad

(COM(2016) 401 final — 2016/0187 (COD))

(2017/C 034/23)

Rapporteur:

Thomas MCDONOGH

Raadpleging

Europees Parlement: 22.6.2016

Raad: 30.6.2016

Rechtsgrondslag

Artikelen 43, lid 2, en 304 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

(COM(2016) 401 final — 2016/0187 (COD))

 

 

Besluit van het bureau:

12.7.2016

 

 

Bevoegde afdeling

Landbouw, Plattelandsontwikkeling en Milieu

Goedkeuring door de afdeling

30.9.2016

Goedkeuring door de voltallige vergadering

19.10.2016

Zitting nr.

520

Stemuitslag

(voor/tegen/onthoudingen)

224/1/3

1.   Conclusies en aanbevelingen

1.1.

Het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC) is ingenomen met de omzetting in EU-recht van de maatregelen die de Internationale Commissie voor de instandhouding van tonijn in de Atlantische Oceaan (ICCAT) heeft genomen. Het Comité wil dat de Commissie daadkrachtiger optreedt binnen deze en andere regionale organisaties voor visserijbeheer (ROVB’s).

1.2.

Het EESC roept alle belanghebbenden op om deze en andere instandhoudingsmaatregelen zo strikt mogelijk uit te voeren. De meeste vissers houden zich aan de regels en verdienen gelijke concurrentievoorwaarden.

1.3.

Het EESC verzoekt de Commissie om artikel 7, lid 2, tegen het licht te houden en zo nodig te schrappen en om de artikelen 9, lid 1, 31, 32, 34 tot en met 36, en 38, lid 4, volgens de voorstellen van dit advies te wijzigen. De in de artikelen 52 tot en met 59 voorgestelde uitzondering voor overlading op zee moet ook zorgvuldig worden beoordeeld en eventueel worden opgeheven indien de algemene verplichting om in een haven over te laden van doorslaggevend belang wordt geacht.

2.   Achtergrond

2.1.

Naast bilaterale overeenkomsten, zoals partnerschapsovereenkomsten voor duurzame visserij of wederkerigheidsovereenkomsten, biedt het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB) de EU de optie om binnen ROVB’s multilaterale overeenkomsten aan te gaan. Deze overeenkomsten hebben tot doel de regionale samenwerking te versterken om de instandhouding en duurzame exploitatie van de visbestanden te waarborgen.

2.2.

De ICCAT is verantwoordelijk voor de instandhouding van tonijn en tonijnachtigen (circa 30 soorten in totaal) in de Atlantische Oceaan en de aangrenzende zeeën. De EU is sinds 1997 verdragsluitende partij ter vervanging van de afzonderlijke lidstaten.

2.3.

De ICCAT kan bindende aanbevelingen vaststellen die in EU-wetgeving moeten worden omgezet voor zover zij niet onder bestaande wetgeving vallen.

3.   Opmerkingen

3.1.

Artikel 7, lid 2, van het voorstel, dat vervanging van schepen met dezelfde of minder capaciteit betreft, is gebaseerd op ICCAT-aanbeveling 14-01, die niet langer van kracht is. De nieuwe aanbeveling 15-01 voor tropische tonijn kent in de huidige versie geen beperking met betrekking tot vervangingen.

3.2.

Artikel 9, lid 1, over de beheersplannen voor visaantrekkende structuren (FAD’s), bepaalt de termijn voor doorzending aan het ICCAT-secretariaat op 1 juli van elk jaar, wat de voor aanbeveling 14-01 vastgestelde datum was. De in aanbeveling 15-01 bepaalde termijn is 31 januari; aangezien dit voor de Commissie van toepassing is, dienen de lidstaten een vroegere datum te krijgen, bijv. 15 januari.

3.3.

In de artikelen 31, 32, 34, 35 en 36, die verbieden om niet-toegelaten haaien aan land te brengen, zou verwezen kunnen worden naar artikel 15, lid 4, van de GVB-basisverordening (1), dat uitzonderingen op het algemene verbod vastlegt.

3.4.

Artikel 38, lid 4, zou, evenals ICCAT-aanbeveling 07-07, moeten beginnen met de woorden „waar mogelijk”. Dit laat onderhandelingen over een strenger compromis binnen de ICCAT onverlet.

3.5.

De artikelen 54 en 55 dienen de ICCAT-uitzonderingen voor beugvisserijvaartuigen met betrekking tot overlading op zee in te voeren, maar voor de EU-vloot moet de algemene regel gelden, nl. dat alle overladingen in de haven plaatsvinden.

Brussel, 19 oktober 2016.

De voorzitter van het Europees Economisch en Sociaal Comité

Georges DASSIS


(1)  Verordening (EU) nr. 1380/2013.


Top