EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52012AR0006

Advies van het Comité van de Regio's over het voorstel voor een verordening inzake het Europees Sociaal Fonds

PB C 225 van 27.7.2012, p. 127–142 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

27.7.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 225/127


Advies van het Comité van de Regio's over het voorstel voor een verordening inzake het Europees Sociaal Fonds

2012/C 225/09

HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

is ermee ingenomen dat het ESF het karakter behoudt van structureel fonds en een stevig verankerd onderdeel van het EU-cohesiebeleid blijft, in plaats van sectoraal EU-beleid te worden;

betwijfelt of de bescheiden verhoging van de beschikbare middelen voor het ESF voldoende zal zijn voor de uitvoering van de ambitieuze doelstellingen die het Fonds zijn toegewezen;

verzoekt dat er voor de voedselhulp onverwijld naar een geschiktere rechtsgrondslag dan die in het ESF gezocht wordt;

acht het zorgwekkend dat de „volledige stroomlijning” van het ESF met de doelstellingen van de Europa 2020-strategie uitmondt in een beperking van de opdracht van het fonds in het kader van het cohesiebeleid, zoals dit in het Verdrag is voorzien (cf. plattelandsregio's, regio's met industriële reconversie, eiland-, grens- en bergregio's);

vindt het jammer dat er niet verwezen wordt naar de bevordering van het model van flexibiliteit en zekerheid (flexicurity) op de arbeidsmarkt, dat overigens een geïntegreerd richtsnoer (nr. 7) van de Europa 2020-strategie vormt;

waardeert het voorstel om voor elke lidstaat ten minste 20 % van de totale ESF-middelen toe te wijzen aan de thematische doelstelling „bevordering van de sociale inclusie en armoedebestrijding”;

stemt in met het streven naar thematische concentratie, maar is gekant tegen de manier en procedure van de Commissie voor de verwezenlijking van deze doelstelling en pleit het voor meer flexibiliteit;

acht het teleurstellend dat in artikel 6 van het voorstel, betreffende de „Betrokkenheid van de partners”, alsook in overweging (9), met geen woord gerept wordt van de lokale overheden, maar dat er slechts sprake is van de sociale partners en ngo's;

vindt het bevreemdend dat het Commissievoorstel niet voorziet in grensoverschrijdende en interregionale samenwerking, naast transnationale samenwerking;

juicht het toe dat er verwezen wordt naar de behoefte aan „mobilisatie van regionale en lokale stakeholders” voor de uitvoering van de Europa 2020-strategie en naar de mogelijkheid om de territoriale pacten hiertoe in te zetten, maar het CvdR zou liever zien dat deze pacten ruimer voor andere fondsen worden ingezet.

Rapporteur

Konstantinos SIMITSIS (EL/PSE), burgemeester van Kavala

Referentiedocument

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1081/2006

COM(2011) 607 final – 2011/0268 (COD)

I.   BELEIDSAANBEVELINGEN

HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

A.   Algemene opmerkingen

1.

is ermee ingenomen dat het ESF, als onvervangbaar middel voor steun aan werkgelegenheid, bevordering van de sociale inclusie en bestrijding van armoede, ook na 2013 het karakter behoudt van structureel fonds en een stevig verankerd onderdeel van het EU-cohesiebeleid blijft, in plaats van sectoraal EU-beleid te worden.

2.

Het CvdR waardeert het behoud, de herindeling en de uitbreiding van de basisdoelstellingen van de ESF-acties, die uit vier categorieën bestaan, die elk een groot aantal prioriteiten voor investeringen omvatten.

3.

Het CvdR is vooral tevreden over de aandacht voor de thematische doelstelling van de ESF-acties die benadrukt wordt voor sociale insluiting en bestrijding van armoede; zeker nu sociale bescherming absoluut nodig is gezien de ernstige economische crisis die een groot aantal Europeanen treft.

4.

Het CvdR is ingenomen met de bescheiden verhoging van de beschikbare middelen voor het ESF, die 84 miljard euro zullen bedragen en 25 % zullen uitmaken van de totale begroting voor het cohesiebeleid voor 2014-2020, (terwijl deze in de lopende programmeringsperiode 75 miljard euro en 23 % bedragen).

5.

Het CvdR betwijfelt of de bescheiden verhoging van de beschikbare middelen voor het ESF voldoende zal zijn voor de uitvoering van de ambitieuze doelstellingen die het Fonds zijn toegewezen, temeer daar het in feite om een kleinere verhoging gaat dan het lijkt, aangezien in het minimumbedrag voor het ESF ook 2,5 miljard euro voedselhulp gebrepen is, die van het GLB naar het ESF gaat.

6.

Het CvdR vraagt zich af in hoeverre voedselhulp voor de armsten, waarvan het overigens sterk voorstander is, onder de doelstellingen van artikel 162 VWEU valt. Het wijst er verder op dat in het ESF-verordeningsvoorstel en de betreffende interventiegebieden (vooral met betrekking tot artikel 3, de reikwijdte van de steunverlening) nergens naar voedselhulp verwezen wordt. Het verzoekt derhalve dat er voor de voedselhulp onverwijld naar een geschiktere rechtsgrondslag dan die in het ESF gezocht wordt.

7.

De vraag is of er geen ambitieuzere doelstellingen moeten komen voor de middelen die het cohesiebeleid in het algemeen zijn toegewezen en het ESF in het bijzonder, nu de grootste economische crisis Europa treft en tot dramatische sociale gevolgen leidt.

8.

Het is teleurstellend dat de Commissie het opnieuw niet heeft aangedurfd om de standpunten van het CvdR over te nemen voor het meten van vooruitgang op grond van criteria die uitgaan van economische, sociale en milieuparameters in plaats van alleen het bbp.

9.

De Commissie wordt, evenals de andere bevoegde EU-organen, verzocht alles in het werk te stellen zodat de meest recente statistische gegevens gebruikt kunnen worden: voor de periode 2009-2011 voor de lidstaten, en voor 2008-2010 voor de regio's (in plaats van de gegevens van 2007-2009 respectievelijk 2006-2008), zodat de uiterst ongunstige economische conjunctuur optimaal in kaart kan worden gebracht en zodat het ESF tegemoet kan komen aan de toegenomen behoeften. Uit oogpunt van rechtsgelijkheid verzoekt het CvdR dat de methode voor de verdeling van de middelen in ieder geval garandeert dat de regio's die onder de Convergentiedoelstelling blijven vallen, hoe dan ook ruimere financiering ontvangen dan de regio's die tot de overgangscategorie behoren.

10.

Het CvdR wijst elk voorstel voor de invoering van macro-economische conditionaliteitsclausules af, bij uitstek voor het ESF, omdat de regionale overheden en, in laatste instantie, de begunstigden, die volgens artikel 2, lid 3, van het voorstel met name kansarme groepen zijn zoals langdurig werklozen, gehandicapten, migranten, etnische minderheden, gemarginaliseerde gemeenschappen en mensen die met sociale uitsluiting worden geconfronteerd, alsook ondernemingen, dan „gestraft” zouden worden voor eventuele vertragingen van de nationale overheden in de uitvoering van de hervormingen die zij in het kader van de nationale hervormingsprogramma's hebben toegezegd.

11.

Het CvdR is bezorgd over eventuele schending van het beginsel van subsidiariteit en evenredigheid, ten gevolge van enkele punten in het voorstel van de Commissie, wat betreft thematische concentratie, waarbij de mogelijkheid wordt beperkt voor ESF-acties om in te spelen op de behoeften en specifieke kenmerken van de regio in kwestie.

12.

Wat de verdragen betreft, zij eraan herinnerd dat de Commissie moet toezien op naleving van het beginsel van subsidiariteit, waaraan het CvdR bijzonder belang hecht. Artikel 2 van het protocol betreffende de toepassing van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid bepaalt verder dat er bij de raadplegingen in de goedkeuringsprocedure van een wetgevingshandeling, altijd „in voorkomend geval, rekening [wordt] gehouden met de regionale en de lokale dimensie van het beoogde optreden.” Artikel 5 van hetzelfde protocol geeft overigens concreet aan hoe de Commissievoorstellen toereikend moeten worden gemotiveerd. Het onderhavige voorstel, beperkt tot even algemene als vage oproep tot doeltreffende ESF-acties, strookt nauwelijks met deze specificaties.

13.

Door de voorgestelde verplichtingen voor minimumpercentages, overige percentages en de beperkingen op thematische concentratie en transnationale samenwerking dreigt de rol van de Commissie als strategisch partner en adviseur te worden verruild voor die van controleur, die moet nagaan en bevestigen of de programmering van de lidstaten en de regio's wel strookt met de criteria die, vastgesteld op Europees niveau, flink van hun behoeften kunnen afwijken.

14.

Het CvdR pleit voor de instelling van een nieuwe intermediaire categorie van regio's, met een bbp van 75 à 90 % van het EU-gemiddelde, maar ook voor behoud van de mogelijkheid, voor alle regio's, om te kunnen profiteren van de ESF-acties, inclusief voor de regio's die, ook al hebben zij geen ontwikkelingsachterstand t.o.v. de statistische gemiddelden, toch vaak op problemen met sociale cohesie stuiten omdat die regio's arme en onderontwikkelde gebieden kennen.

15.

Het CvdR staat in ieder geval achter het idee dat de nieuwe regio-indeling niet mag leiden tot een buitengewoon drastische vermindering van de steun die de regio's hebben ontvangen tijdens de lopende programmeringsperiode en verzoekt derhalve om garanties om te voorkomen dat de regio's in de periode 2014-2020 minder dan twee derde zullen ontvangen van het bedrag dat hun in de jaren 2007-2013 is toegewezen.

16.

Het CvdR is zeer te spreken over het initiatief om prioriteiten vast te stellen voor de deelname van het ESF, maar verzoekt om de bepaling van lagere percentages zodat deze evenrediger worden en de lidstaten en de regio's de vereiste flexibiliteit verlenen omtrent de programmering; deze moet immers gebeuren zo dicht mogelijk bij het niveau waarop de lokale mogelijkheden en problemen zich voordoen.

17.

De minimumpercentages voor deelname van het ESF per categorie regio moeten van indicatieve aard zijn, zodat ze tijdens de onderhandelingen over het partnerschapscontract per regio kunnen worden veranderd.

18.

Het is een goede zaak dat de EU blijft streven naar coördinatie en samenhang van de acties van de verschillende Structuurfondsen en, meer in het bijzonder, naar complementariteit tussen de acties van het EFRO en het ESF in het kader van het cohesiebeleid en de Europa 2020-strategie, die aanzienlijke synergie kan opleveren.

19.

Enerzijds onderschrijft het CvdR de inspanningen om sociale partners en ngo's te betrekken bij de procedures voor ontwerp en uitvoering van ESF-acties.

20.

Het CvdR stelt echter anderzijds afkeurend een wijdverbreid wantrouwen van de Commissie vast jegens de lokale en regionale overheden, die belangrijke actoren zijn (en dat moeten blijven) voor de opzet en uitvoering van de operationele programma's.

B.   Opdracht en reikwijdte van steunverlening van het ESF

21.

Het centrale uitgangspunt, nl. de koppeling van ESF-taken en -acties aan de Europa 2020-strategie, ter wille van een intelligente, duurzame en inclusieve groei, is positief.

22.

Zorgwekkend is echter het feit dat de „volledige stroomlijning” van het ESF met de doelstellingen van de Europa 2020-strategie uitmondt in een beperking van de opdracht van het fonds in het kader van het cohesiebeleid, zoals dit in het Verdrag is voorzien, met name in verband met de ondersteuning van zo globaal en geïntegreerd mogelijke programma-oriëntaties, met gepaste aandacht voor de territoriale dimensie.

23.

Het CvdR beschouwt als hoofdopdracht van het ESF in het kader van de afstemming van het ESF op de doelstellingen van de strategie Europa-2020 het verkleinen van de achterstand van de meest benadeelde gebieden, die vermeld wordt in artikel 174 VWEU (plattelandsgebieden, gebieden met industriële reconversie, uiterst noordelijke, zeer dunbevolkte gebieden, alsmede eiland-, grens- en berggebieden). Een en ander bevestigt de vrees van het CvdR dat het ESF, als belangrijke hefboom van het cohesiebeleid, verwordt tot een instrument dat uitsluitend de Europa 2020-strategie dient.

24.

Bovendien wordt bij de afstemming van het ESF op de Europa 2020-strategie helaas onvoldoende rekening gehouden met de specifieke en unieke, in artikel 349 van het VWEU onderkende situatie van ultraperifere regio's.

25.

Het CvdR spreekt zijn tevredenheid en instemming uit omtrent de geïntegreerde en coherente opbouw door de Commissie van het toepassingsgebied van het ESF, dat zowel direct als indirect telkens vier (4) thematische doelstellingen moet steunen, die deel uitmaken van de in totaal elf (11) doelstellingen, die vermeld worden in artikel 9 van de algemene verordening inzake de GSK-fondsen voor intelligente, duurzame en inclusieve groei. Deze thematische doelstellingen worden op hun beurt in 18 investeringsprioriteiten gespecificeerd en onderverdeeld.

26.

Op deze manier kan het ESF enerzijds zijn volgens het Verdrag principiële taak blijven vervullen, namelijk „de werkgelegenheid voor de werknemers […] te verbeteren”, en anderzijds tegemoet komen aan de behoeften van de samenleving, ten gevolge van de uiterst ongunstige economische omstandigheden, te weten „bevordering van sociale integratie en bestrijding van armoede”, wat van een investeringsprioriteit verheven is tot een prominente thematische doelstelling.

27.

Het is jammer dat er niet verwezen wordt naar de bevordering van het model van flexibiliteit en zekerheid (flexicurity) op de arbeidsmarkt, dat overigens een geïntegreerd richtsnoer (nr. 7) van de Europa 2020-strategie vormt.

28.

Het is positief dat het ESF onderwijs, onderzoek en technologische ontwikkeling speciaal steunt, in een tijd waarin de overheidsinvesteringen op deze gebieden eerder afnemen. Het CvdR bepleit openstelling van het ESF voor investeringen in kapitaalgoederen die samenhangen met de doelstellingen van het ESF, bijv. voor de onderwijsinfrastructuur.

29.

Er zou in de ESF-verordening verwezen moeten worden naar gebieden met natuurlijke en demografische belemmeringen, zoals in artikel 10 van de ontwerpverordening inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling.

30.

Gezien de enorme demografische veranderingen die in vele lidstaten plaatsvinden, die een ingrijpende aanpassing van de infrastructuur voor het onderwijs vergen, is het nodig dat deze kwestie in het kader van investeringsprioriteiten wordt aangepakt. Het CvdR gaat ervan uit dat gelet op de demografische veranderingen op grond van artikel 3, lid 1, sub b, nr. iii ook investeringen gedaan kunnen worden om duurzame onderwijsstructuren veilig te stellen, met inbegrip van de behoefte aan gekwalificeerd personeel.

31.

Het CvdR stelt tevreden vast dat diverse interventiegebieden die investeringsprioriteiten vormen, rechtstreeks gerelateerd zijn aan de bevoegdheden van lokale en regionale overheden en derhalve zullen bijdragen aan de vervulling van hun taken. Tegelijk ontstaat zo een dringende behoefte om deze overheden een stem te verlenen in de besluitvorming over de opzet en uitvoering van de betreffende operationele programma's.

32.

De Commissie zou de inhoud van bepaalde investeringsprioriteiten verder moeten verduidelijken, aangezien ze nu uitblinken door een vage inhoud, en andere meer moeten benadrukken, ook door nieuwe prioriteiten te scheppen als dat nodig is, bijv. voor de bevordering van de territoriale dimensie van de ESF-acties.

C.   Samenhang en thematische concentratie

33.

Verheugend is de geplande verplichting voor de lidstaten om te zorgen voor samenhang in hun strategie en hun acties, zoals omschreven in de operationele programma's bij de aanpak van kwesties die zijn vastgelegd in de nationale hervormingsprogramma's, om zo bij te dragen aan de verwezenlijking van de belangrijkste doelstellingen van de Europa 2020-strategie voor werkgelegenheid, onderwijs en armoedebestrijding, aangezien een economisch gezond klimaat noodzakelijk is voor een cohesiebeleid met optimale resultaten.

34.

Er zij nogmaals op gewezen dat de voorgestelde formulering („[…] zorgen ervoor dat de in de operationele programma's vastgestelde strategie en acties de nodige samenhang vertonen en gericht zijn op […]”, terwijl de vigerende verordening vermeldt dat zij „daartoe bijdragen”) het risico bevestigt dat het ESF niet langer een hefboom van het cohesiebeleid is, maar in plaats daarvan een ondergeschikte rol krijgt, uitsluitend in dienst van de strategie Europa-2020 (zie de paragrafen 21-24).

35.

In het kader van het streven naar concentratie van de financiering waardeert het CvdR het voorstel om, voor elke lidstaat ten minste 20 % van de totale ESF-middelen toe te wijzen aan de thematische doelstelling „bevordering van de sociale inclusie en armoedebestrijding”.

36.

Het is de vraag of het voorgenomen minimumpercentage van 20 % voor deze doelstelling, met een budget van 16,8 miljard euro voor de gehele periode, effectief zal zijn, nu de Commissie in haar voorstel zelf erkent dat voor een kwart van de Europese burgers, ofwel ruim 113 miljoen mensen, armoede en sociale uitsluiting op de loer liggen.

37.

Hoewel het instemt met het streven naar thematische concentratie is het CvdR gekant tegen de manier en procedure van de Commissie voor de verwezenlijking van deze doelstelling, in de vorm van de bepalingen van artikel 4, lid 3, van het voorstel voor een ESF-verordening. Door de verplichte concentratie van de beschikbare budgetten in elk operationeel programma tot een maximum van vier van de in totaal 18 investeringsprioriteiten en door voor deze concentratie bijzonder hoge percentages voor te schrijven, variërend van 80 tot 60 %, afhankelijk van de categorie waarin de betrokken regio valt, komt de Commissie in aanvaring met de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid, aangezien het instrument wellicht ontoereikend is om in de behoeften en prioriteiten van elke regio te voorzien.

38.

Wat betreft de concentratie van financiering pleit het CvdR daarentegen voor een procedure met enerzijds lagere percentages voor de concentratie van de beschikbare middelen voor elk operationeel programma dan de door de Commissie voorgestelde percentages, en anderzijds voor een indicatieve waarde van de vier investeringsprioriteiten, die als Europese drempel moet gelden en die tot zes prioriteiten verhoogd kan worden tijdens de onderhandelingen over de operationele programma's, zodat ook de vermelde concentratie op passende wijze tegemoetkomt aan de behoeften en prioriteiten van elke regio.

D.   Monitoring- en evaluatiesystemen

39.

Het CvdR hecht in beginsel zijn goedkeuring aan de invoering van een systeem van gemeenschappelijke output- en resultaatindicatoren voor de programma's. Deze inspanningen, die vertraging opliepen en toegespitst zijn op harmonisatie op Europese schaal van de regels voor evaluatie van de resultaten van de ESF-acties, zullen in hoge mate bijdragen aan verbetering van de betrouwbaarheid, kwaliteit en zichtbaarheid van de follow-upprocedures.

40.

Het CvdR blijft er echter bij dat in het huidige vroege stadium van harmonisatie van prestatie-indicatoren van de programma's, waarin onder andere de door de Commissie voorgestelde elementen nog niet zijn getest, terwijl de gevolgen van door het ESF gefinancierde maatregelen moeilijker te meten zijn dan andere soorten acties, de indicatoren slechts een indicatieve en geen verplichte waarde moeten krijgen en vooral niet gekoppeld mogen worden aan „conditionaliteit van prestaties”.

41.

Daarentegen kan aan de behoefte aan verbetering van de geloofwaardigheid, kwaliteit en zichtbaarheid van de follow-upprocedures tegemoet worden gekomen met interne, specifieke output-/resultaatindicatoren op programmaniveau, die nationale en subnationale overheden via onderhandelingen bepalen en die, geheel of deels, gestoeld moeten worden op de door de Commissie voorgestelde gemeenschappelijke output- en resultaatindicatoren, met marges voor flexibiliteit bij hun goedkeuring.

E.   Deelname van partners

42.

Het is teleurstellend dat in artikel 6 van het voorstel, betreffende de „Betrokkenheid van de partners”, alsook in overweging (9), met geen woord gerept wordt van de lokale overheden, maar slechts sprake is van de sociale partners en ngo's, waarmee blijk wordt gegeven van het eerder vermelde wantrouwen jegens lokale en regionale overheden.

43.

Het CvdR acht het onterecht dat de regionale en lokale overheden als het gaat om partnerschappen op hetzelfde niveau worden geplaatst als de economische en sociale partners: de regionale overheden, die het algemeen belang van de door hen bestuurde gemeenschappen vertegenwoordigen, en mede gelet op het institutionele bestel van de lidstaat, zijn immers medebeheerders en medefinancierders van het Cohesiebeleid.

44.

Het is jammer dat deze bepaling niet uitdrukkelijk verwijst naar alle, in artikel 5 van het voorstel inzake de gemeenschappelijke bepalingen, vermelde partners. Artikel 5 VGB erkent de bevoegde lokale en regionale overheden als relevante partners van de nationale overheden voor de uitvoering van programma's van de EU-structuurfondsen, inclusief het ESF, samen met de sociale partners en ngo's. Daarom moet deze ontbrekende verwijzing worden vermeld.

45.

Het CvdR juicht het toe dat sociale partners en ngo's tot deelname worden aangemoedigd door te waarborgen dat een adequaat deel van de ESF-middelen wordt bestemd voor hun activiteiten voor planning en uitvoering van programma's.

46.

Het CvdR pleit evenwel ook voor het stimuleren van de deelname aan en de toegang tot door het ESF gesteunde acties voor kleinere lokale overheden (bijv. kleine plattelandsgemeenten) via passende activiteiten voor capaciteitsopbouw, alsook voor steun van het ESF voor netwerkvorming die lokale overheden in staat stelt om op EU-niveau ervaringen uit te wisselen over zaken van gemeenschappelijk belang (bijv. jongerenwerkloosheid, vergrijzing, integratie van Roma, enz.)

F.   Gendergelijkheid en non-discriminatie

47.

Het CvdR stemt in met de bepalingen van het verordeningsvoorstel voor het ESF betreffende bevordering van gendergelijkheid en gelijke kansen, inclusief toegankelijkheid voor gehandicapten, door overname van het beginsel van non-discriminatie, voor zover deze bepalingen blijk geven van ruimere inspanningen om alle in artikel 19 van het VWEU vastgelegde vormen van discriminatie uit te bannen. Een bijzonder positieve graadmeter voor de verbetering in dit verband is het vereiste dat de lidstaten niet alleen waarborgen dat hun operationele programma's „een beschrijving bevatten van de manier waarop de gelijkheid van vrouwen en mannen en gelijke kansen […] worden gestimuleerd” (huidige verordening), maar dat zij een verwijzing naar gelijkheid van vrouwen en mannen en gelijke kansen „opnemen in wetshandelingen”.

G.   Sociale innovatie en transnationale samenwerking

48.

Het CvdR waardeert de steun voor „sociale innovatie”, daar het voor de bevordering daarvan al belangrijke initiatieven heeft ontplooid (bijv. het forum voor sociale innovatie van mei 2011); het acht het echter nuttig om de lokale en regionale overheden speciaal te vermelden, die de ruimte zouden moeten krijgen om, samen met de lidstaten, betrokken te zijn bij het vaststellen van onderwerpen voor sociale innovatie.

49.

Het CvdR staat achter de voortzetting en uitbreiding van de transnationale samenwerking met het oog op de bevordering van wederzijds leren en de verbetering van de doeltreffendheid van de door het ESF ondersteunde beleidsmaatregelen.

50.

Het is bevreemdend dat het Commissievoorstel niet zoals in de huidige verordening voorziet in interregionale samenwerking, naast transnationale samenwerking, zeker nu, na de stopzetting van het gemeenschappelijke initiatief EQUAL (2000-2006) de transnationale samenwerking sterk verzwakt is en in sommige lidstaten zelfs gewoonweg verdwenen is.

51.

Het CvdR verwerpt de overdreven restrictieve bepaling dat de lidstaten thema's voor transnationale samenwerking moeten kiezen uit een door de Commissie voorgestelde en door het ESF-comité goedgekeurde lijst.

H.   Specifieke bepalingen inzake de behandeling van bijzondere territoriale kenmerken

52.

Toe te juichen valt de voorgenomen steun voor door lokale gemeenschappen geleide lokale-ontwikkelingsstrategieën, territoriale pacten, lokale initiatieven voor werkgelegenheid, onderwijs en sociale inclusie en geïntegreerde territoriale investeringen (ITI), die belangrijke factoren zijn voor de aanpak van specifieke territoriale kenmerken. Het CvdR wil dat deze aanpak ook wordt toegepast voor de andere structuurfondsen en beleidsgebieden.

53.

Het is goed dat er verwezen wordt naar de behoefte aan „mobilisatie van regionale en lokale stakeholders” voor de uitvoering van de Europa 2020-strategie en naar de mogelijkheid om de territoriale pacten hiertoe in te zetten.

54.

Het CvdR herinnert aan zijn eerdere pleidooien voor een verruimde inzet van territoriale pacten voor de uitvoering van de Europa 2020-strategie, al dan niet in het kader van het cohesiebeleid, die „ter beschikking moeten zijn om de partnerschapsovereenkomsten vorm te geven op een niveau „onder” de partnerschapscontracten.

55.

Toe te juichen valt de vermelde noodzaak van complementariteit tussen ESF- en EFRO-acties wanneer het ESF strategieën voor duurzame stedelijke ontwikkeling steunt. Voor veel gemeenten was het vaak moeilijk, zo niet onmogelijk om geïntegreerde maatregelen voor stedelijke ontwikkeling te financieren via een combinatie van ESF- en EFRO-subsidies, omdat beide fondsen zeer verschillende administratieve regels kennen, verschillende beheersorganen en uiteenlopende termijnen.

56.

Desalniettemin wordt verzocht deze maatregel uit te breiden tot strategieën voor geïntegreerde ontwikkeling van plattelandsregio's. Het zou echt heel zinvol zijn om ESF- en EFRO-subsidies te combineren voor de aanpak van problemen in verband met extreme armoede in plattelandsregio's (bijv. Romakampen in Midden- en Oost-Europa).

I.   Vereenvoudigingsmaatregelen en innovatieve financiële instrumenten

57.

Het CvdR verwelkomt de door de Commissie voorgestelde vereenvoudigingsmaatregelen, met name de beperking van het aantal ontvankelijkheidsregels zodat de toegang voor kleinere begunstigden en acties vergemakkelijkt wordt tot ESF-subsidies, de ontvankelijkheid van bijdragen in natura, het ruimere gebruik van globale subsidies, vereenvoudigde kostenopties, zoals forfaitaire bedragen, inclusief de verplichtstelling van het gebruik hiervan voor kleinere acties (tot 50 000 euro). Deze maatregelen zullen, samen met de gedane voorstellen voor de herziening van het Financieel Reglement van de EU, daadwerkelijk leiden tot minder administratieve rompslomp voor begunstigden en beheersorganen, en zijn bijzonder welkom gezien de grote hoeveelheid kleine acties op het gebied van werkgelegenheid en sociale zaken (eerder immateriële dan concrete investeringen). Tegenwoordig kan de administratieve last zo onevenredig zijn dat hij de potentiële voordelen voor de lokale overheden tenietdoet, wat hen ervan doet afzien om aanvragen voor ESF-projecten in te dienen.

58.

Volgens het CvdR zijn er echter nog alternatieven voor vereenvoudiging door andere maatregelen goed te keuren, zoals aanbevolen door de ad-hocgroep van het ESF-comité voor de toekomst van het Europees Sociaal Fonds. Zulke maatregelen omvatten de aanpassing van de regels inzake co-financiering voor bepaalde prioriteitsassen en, met name voor kleinere projecten, een beter werkend systeem voor de betaling van middelen (systematischer gebruik van prefinanciering).

59.

Het CvdR is voorstander van de voorgestelde innovatieve financiële instrumenten om ESF-projecten te ondersteunen (risicodelingsregelingen, aandelen- en schuldfinanciering, garantiefondsen, holding- en leningfondsen), en verwelkomt de specifieke vermelding van „op beleid gebaseerde garanties” voor een verbeterde toegang voor publieke en particuliere organen tot kapitaalmarkten op nationaal en regionaal niveau.

60.

De Commissie wordt in dit verband verzocht de fondsen voor hernieuwbare leningen voor microkredieten toe te voegen, de „sociale obligaties”, een nieuw instrument dat besproken is tijdens het CvdR-forum over sociale innovatie, of de „particuliere obligaties”, een voorstel dat is geformuleerd tijdens de uitwerking van CvdR-ontwerpadviezen over de herziening van de EU-begroting en het nieuwe meerjarig financieel kader na 2013.

II.   AANBEVELINGEN VOOR WIJZIGINGEN

Wijzigingsvoorstel 1

Overwegingen (punt 9)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

(9)

Een doelmatige en doeltreffende uitvoering van de door het ESF ondersteunde acties hangt af van een goed bestuur en een goed partnerschap tussen alle betrokken territoriale en sociaaleconomische actoren, met name de sociale partners en niet-gouvernementele organisaties. Het is daarom nodig dat de lidstaten de deelname van de sociale partners en de niet-gouvernementele organisaties aan de implementatie van het ESF aanmoedigen.

(9)

Een doelmatige en doeltreffende uitvoering van de door het ESF ondersteunde acties hangt af van een goed bestuur en een goed partnerschap tussen alle betrokken territoriale en sociaaleconomische actoren, met name de sociale partners en niet-gouvernementele organisaties. Het is daarom nodig dat de lidstaten de deelname van de sociale partners en de niet-gouvernementele organisaties aan de implementatie van het ESF aanmoedigen.

Motivering

Zie hierboven, par. 42 en 43 van de beleidsaanbevelingen.

Wijzigingsvoorstel 2

Artikel 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

Artikel 1

Onderwerp

Deze verordening stelt de opdracht van het Europees Sociaal Fonds (ESF), de reikwijdte van de steunverlening, specifieke bepalingen en de soorten uitgaven die voor bijstand in aanmerking komen vast.

Artikel 1

Onderwerp

Deze verordening stelt van het Europees Sociaal Fonds (ESF), de reikwijdte van de steunverlening, specifieke bepalingen en de soorten uitgaven die voor bijstand in aanmerking komen vast.

Motivering

Voor de vaststelling van de opdracht van het ESF zijn de verdragen het uitgangspunt (zie de artikelen 162 en 174-175 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

Daarom wordt voorgesteld de formulering van de vigerende verordening (Verordening nr. 1081/2006) over te nemen. Dan sluit de formulering van het verordeningsvoorstel geheel aan bij die van het verdrag: volgens artikel 177 VWEU immers „stellen het Europees Parlement en de Raad volgens de gewone wetgevingsprocedure bij verordeningen en na raadpleging van het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's, de taken, de prioritaire doelstellingen en de organisatie van de structuurfondsen vast, […].”

Wijzigingsvoorstel 3

Artikel 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

Artikel 2

Opdracht

1.   Het ESF bevordert hoge niveaus van werkgelegenheid en arbeidskwaliteit, ondersteunt de geografische en beroepsmobiliteit van de werknemers, vergemakkelijkt hun aanpassing aan veranderingen, moedigt een hoog niveau van onderwijs en opleiding aan, bevordert gendergelijkheid, gelijke kansen en non-discriminatie, vergroot de sociale inclusie en bestrijdt armoede, en draagt daardoor bij aan de prioriteiten van de Europese Unie wat de versterking van de economische, sociale en territoriale samenhang betreft.

2.   Daarvoor ondersteunt het de lidstaten bij de verwezenlijking van de prioriteiten en de voornaamste doelstellingen van de Europa 2020-strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei. Het ESF ondersteunt het opzetten en uitvoeren van beleidsmaatregelen en acties, rekening houdend met de geïntegreerde Richtsnoeren voor het economisch en werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten en de aanbevelingen van de Raad over de nationale hervormingsprogramma's.

3.   Het ESF komt ten goede aan mensen, inclusief kansarme groepen, zoals langdurig werklozen, mensen met een handicap, migranten, etnische minderheden, gemarginaliseerde gemeenschappen en mensen die met sociale uitsluiting worden geconfronteerd. Het ESF verleent ook steun aan ondernemingen, systemen en structuren om de aanpassing daarvan aan nieuwe uitdagingen te vergemakkelijken en om goed bestuur en de doorvoering van hervormingen, met name op het gebied van het werkgelegenheids-, onderwijs- en sociaal beleid, te bevorderen.

Artikel 2

1.   Het ESF bevordert hoge niveaus van werkgelegenheid en arbeidskwaliteit, ondersteunt de geografische en beroepsmobiliteit van de werknemers, vergemakkelijkt hun aanpassing aan veranderingen, moedigt een hoog niveau van onderwijs en opleiding aan, bevordert gendergelijkheid, gelijke kansen en non-discriminatie, vergroot de sociale inclusie en bestrijdt armoede, en draagt daardoor bij aan de prioriteiten van de Europese Unie wat de versterking van de economische, sociale en territoriale samenhang betreft.

2.   Daarvoor ondersteunt het de lidstaten bij de verwezenlijking van de prioriteiten en de voornaamste doelstellingen van de Europa 2020-strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei. Het ESF ondersteunt het opzetten en uitvoeren van beleidsmaatregelen en acties, rekening houdend met de geïntegreerde richtsnoeren voor het economisch en werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten en de aanbevelingen van de Raad over de nationale hervormingsprogramma's.

3.   Het ESF komt ten goede aan mensen, inclusief kansarme groepen zoals langdurig werklozen, mensen met een handicap, migranten, , gemarginaliseerde gemeenschappen en mensen die met sociale uitsluiting worden geconfronteerd. Het ESF verleent ook steun aan ondernemingen, systemen en structuren om de aanpassing daarvan aan nieuwe uitdagingen te vergemakkelijken en om goed bestuur en de doorvoering van hervormingen, met name op het gebied van het werkgelegenheids-, onderwijs- en sociaal beleid, te bevorderen.

Motivering

1.

Zie de opmerking bij artikel 1 voor de titel van dit artikel.

2.

Om de territoriale dimensie, die eigen is aan het cohesiebeleid te benadrukken, en om het verband aan te geven tussen de regionale problemen en verschillen en de Europa 2020-strategie, zou het woord „mede” kunnen worden toegevoegd. Dit zou de impact van de richtsnoeren en aanbevelingen van het ESF met betrekking tot de OP's kunnen matigen.

3.

Het is opmerkelijk dat „etnische minderheden” bij de begunstigden worden genoemd. Deze aanduiding zou tot ernstige problemen kunnen leiden in het internationale en nationale recht van menig lidstaat.

Wijzigingsvoorstel 4

Artikel 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

Artikel 3

Reikwijdte van de steunverlening

1.   In het kader van de hieronder vermelde thematische doelstellingen en overeenkomstig artikel 9 van Verordening (EU) nr. […] verleent het ESF steun aan de volgende investeringsprioriteiten:

a)

Bevordering van de werkgelegenheid en ondersteuning van de arbeidsmobiliteit via:

i)

toegang tot werkgelegenheid voor werkzoekenden en niet-actieven, waaronder plaatselijke werkgelegenheidsinitiatieven en ondersteuning van de arbeidsmobiliteit;

ii)

duurzame integratie op de arbeidsmarkt van jongeren die niet werken of geen onderwijs of opleiding volgen;

iii)

werk als zelfstandige, ondernemerschap en oprichting van eigen bedrijf;

iv)

gelijkheid van vrouwen en mannen en combinatie van werk en privéleven;

v)

aanpassing van werknemers, ondernemingen en ondernemers aan veranderingen;

vi)

actief en gezond ouder worden;

vii)

modernisering en versterking van de arbeidsmarktinstellingen, waaronder acties ter vergroting van de transnationale arbeidsmobiliteit.

b)

Investering in onderwijs, vaardigheden en een leven lang leren via:

i)

vermindering van de schooluitval en bevordering van de gelijke toegang tot hoogwaardig kleuter-, lager en middelbaar onderwijs;

ii)

verbetering van de kwaliteit, de doelmatigheid en de openheid van het hoger en daarmee gelijkwaardig onderwijs met het oog op de verhoging van de participatie- en de onderwijsniveaus;

iii)

verbetering van de toegang tot een leven lang leren, vergroting van de vaardigheden en de competenties van de arbeidskrachten en verhoging van de arbeidsmarktrelevantie van de onderwijs- en opleidingsstelsels.

c)

Bevordering van sociale inclusie en bestrijding van armoede via:

i)

actieve inclusie;

ii)

integratie van gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma;

iii)

bestrijding van discriminatie op grond van geslacht, ras of etnische afstamming, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid;

iv)

verbetering van de toegang tot betaalbare, duurzame en hoogwaardige diensten, waaronder gezondheidszorg en sociale diensten van algemeen belang;

v)

bevordering van de sociale economie en sociale ondernemingen;

vi)

door de plaatselijke gemeenschappen geleide lokale-ontwikkelingsstrategieën.

d)

Vergroting van de institutionele capaciteit en een efficiënte overheidsadministratie via:

i)

investering in institutionele capaciteit en in de efficiency van de overheidsadministratie en overheidsdiensten met het oog op hervormingen, betere regelgeving en goed bestuur.

Deze investeringsprioriteit geldt alleen voor het grondgebied van de lidstaten die ten minste één regio van NUTS-niveau 2 hebben, als omschreven in artikel 82, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. […] of in lidstaten die in aanmerking komen voor steunverlening uit het Cohesiefonds;

ii)

capaciteitsopbouw voor belanghebbenden die het werkgelegenheids-, onderwijs- en sociaal beleid en sectorale en territoriale pacten ten uitvoer leggen met het oog op hervormingen op nationaal, regionaal en lokaal niveau.

2.   Op grond van de in lid 1 vermelde investeringsprioriteiten draagt het ESF ook bij aan de andere thematische doelstellingen van artikel 9 van Verordening (EU) nr. […], en wel hoofdzakelijk door:

a)

de ondersteuning van de omschakeling naar een koolstofarme, klimaatbestendige, middelenefficiënte en uit milieuoogpunt duurzame economie via de hervorming van de onderwijs- en opleidingsstelsels, de aanpassing van de vaardigheden en kwalificaties, de bijscholing van de arbeidskrachten en het creëren van nieuwe banen in sectoren die verband houden met milieu en energie;

b)

de verbetering van de toegankelijkheid, het gebruik en de kwaliteit van de informatie- en communicatietechnologieën via de ontwikkeling van digitale geletterdheid, investeringen in e-inclusie, e-vaardigheden en bijbehorende ondernemersvaardigheden;

c)

versterking van onderzoek, technologische ontwikkeling en innovatie via de ontwikkeling van postuniversitaire studies, de opleiding van onderzoekers, netwerkingactiviteiten en partnerschappen tussen instellingen voor hoger onderwijs, onderzoek- en technologische centra en ondernemingen;

d)

vergroting van het concurrentievermogen van het midden- en kleinbedrijf via de bevordering van het aanpassingsvermogen van ondernemingen en werknemers en grotere investeringen in menselijk kapitaal.

Artikel 3

Reikwijdte van de steunverlening

1.   In het kader van de hieronder vermelde thematische doelstellingen en overeenkomstig artikel 9 van Verordening (EU) nr. […] verleent het ESF steun aan de volgende investeringsprioriteiten:

a)

Bevordering van de werkgelegenheid en ondersteuning van de arbeidsmobiliteit via:

i)

toegang tot werkgelegenheid voor werkzoekenden en niet-actieven, waaronder plaatselijke werkgelegenheidsinitiatieven en ondersteuning van de arbeidsmobiliteit

ii)

duurzame integratie op de arbeidsmarkt van jongeren die niet werken of geen onderwijs of opleiding volgen;

iii)

werk als zelfstandige, ondernemerschap en oprichting van eigen bedrijf;

iv)

gelijkheid van vrouwen en mannen en combinatie van werk en privéleven;

v)

aanpassing van werknemers, ondernemingen en ondernemers aan veranderingen;

vi)

actief en gezond ouder worden;

vii)

modernisering en versterking van de arbeidsmarktinstellingen, waaronder acties ter vergroting van de transnationale arbeidsmobiliteit.

b)

Investering in onderwijs, vaardigheden en een leven lang leren via:

i)

vermindering van de schooluitval en bevordering van de gelijke toegang tot hoogwaardig kleuter-, lager en middelbaar onderwijs;

ii)

verbetering van de kwaliteit, de doelmatigheid en de openheid van het hoger en daarmee gelijkwaardig onderwijs met het oog op de verhoging van de participatie- en de onderwijsniveaus;

iii)

verbetering van de toegang tot een leven lang leren, vergroting van de vaardigheden en de competenties van de arbeidskrachten en verhoging van de arbeidsmarktrelevantie van de onderwijs- en opleidingsstelsels.

c)

Bevordering van sociale inclusie en bestrijding van armoede via:

i)

actieve inclusie

ii)

integratie van gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma;

iii)

bestrijding van discriminatie op grond van geslacht, ras of etnische afstamming, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid;

iv)

verbetering van de toegang tot betaalbare, duurzame en hoogwaardige diensten, waaronder gezondheidszorg en sociale diensten van algemeen belang;

v)

bevordering van de sociale economie en sociale ondernemingen;

vi)

door de plaatselijke gemeenschappen geleide lokale-ontwikkelingsstrategieën.

d)

Vergroting van de institutionele capaciteit en een efficiënte overheidsadministratie via:

i)

investering in institutionele capaciteit en in de efficiency van de overheidsadministratie en overheidsdiensten met het oog op hervormingen, betere regelgeving en goed bestuur.

Deze investeringsprioriteit geldt alleen voor het grondgebied van de lidstaten die ten minste één regio van NUTS-niveau 2 hebben, als omschreven in artikel 82, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. […] of in lidstaten die in aanmerking komen voor steunverlening uit het Cohesiefonds;

ii)

capaciteitsopbouw voor belanghebbenden die het werkgelegenheids-, onderwijs- en sociaal beleid ten uitvoer leggen .

2.   Op grond van de in lid 1 vermelde investeringsprioriteiten draagt het ESF ook bij aan de andere thematische doelstellingen van artikel 9 van Verordening (EU) nr. […], en wel hoofdzakelijk door:

a)

de ondersteuning van de omschakeling naar een koolstofarme, klimaatbestendige, middelenefficiënte en uit milieuoogpunt duurzame economie via de hervorming van de onderwijs- en opleidingsstelsels, de aanpassing van de vaardigheden en kwalificaties, de bijscholing van de arbeidskrachten en het creëren van nieuwe banen in sectoren die verband houden met milieu en energie;

b)

de verbetering van de toegankelijkheid, het gebruik en de kwaliteit van de informatie- en communicatietechnologieën via de ontwikkeling van digitale geletterdheid, investeringen in e-inclusie, e-vaardigheden en bijbehorende ondernemersvaardigheden;

c)

versterking van onderzoek, technologische ontwikkeling en innovatie via de ontwikkeling van postuniversitaire studies, de opleiding van onderzoekers, netwerkingactiviteiten en partnerschappen tussen instellingen voor hoger onderwijs, onderzoek- en technologische centra en ondernemingen;

d)

vergroting van het concurrentievermogen van het midden- en kleinbedrijf via de bevordering van het aanpassingsvermogen van ondernemingen en werknemers en grotere investeringen in menselijk kapitaal.

Motivering

Deze wijzigingsvoorstellen verwijzen naar regio's, zoals vermeld in de artikelen 174 en 349 VWEU. Deze wijzigingen zijn ook bedoeld ter verduidelijking en verbetering van een overigens doeltreffende bepaling, door het benadrukken van de territoriale pacten als instrument.

Wijzigingsvoorstel 5

Artikel 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

Artikel 4

Samenhang en thematische concentratie

1.   De lidstaten zorgen ervoor dat de in de operationele programma's vastgestelde strategie en acties de nodige samenhang vertonen en gericht zijn op de aanpak van de uitdagingen die worden genoemd in de nationale hervormingsprogramma's en de relevante aanbevelingen van de Raad uit hoofde van artikel 148, lid 4, van het Verdrag, om bij te dragen aan de verwezenlijking van de voornaamste doelstellingen van de Europa 2020-strategie inzake werkgelegenheid, onderwijs en vermindering van armoede.

2.   Ten minste 20 % van de totale ESF-middelen in elke lidstaat wordt toegewezen aan de thematische doelstelling „bevordering van sociale inclusie en bestrijding van armoede”, als vastgesteld in artikel 9, lid 9, van Verordening (EU) nr. […].

3.   De lidstaten streven een thematische concentratie na overeenkomstig de volgende modaliteiten:

a)

voor meer ontwikkelde regio's concentreren de lidstaten 80 % van de toewijzing voor elk operationeel programma op maximaal vier van de in artikel 3, lid 1, vastgestelde investeringsprioriteiten;

b)

voor overgangsregio's concentreren de lidstaten 70 % van de toewijzing voor elk operationeel programma op maximaal vier van de in artikel 3, lid 1, vastgestelde investeringsprioriteiten;

c)

voor minder ontwikkelde regio's concentreren de lidstaten 60 % van de toewijzing voor elk operationeel programma op maximaal vier van de in artikel 3, lid 1, vastgestelde investeringsprioriteiten.

Artikel 4

Samenhang en thematische concentratie

1.   De lidstaten zorgen ervoor dat de in de operationele programma's vastgestelde strategie en acties de nodige samenhang vertonen en de aanpak van de uitdagingen die worden genoemd in de nationale hervormingsprogramma's en de relevante aanbevelingen van de Raad uit hoofde van artikel 148, lid 4, van het Verdrag, om bij te dragen aan de verwezenlijking van de voornaamste doelstellingen van de Europa 2020-strategie inzake werkgelegenheid, onderwijs en vermindering van armoede.

2.   Ten minste 20 % van de totale ESF-middelen in elke lidstaat wordt toegewezen aan de thematische doelstelling „bevordering van sociale inclusie en bestrijding van armoede”, als vastgesteld in artikel 9, lid 9, van Verordening (EU) nr. […].

3.   De lidstaten streven een thematische concentratie na overeenkomstig de volgende modaliteiten:

a)

voor meer ontwikkelde regio's concentreren de lidstaten van de toewijzing voor elk operationeel programma op maximaal vier van de in artikel 3, lid 1, vastgestelde investeringsprioriteiten;

b)

voor overgangsregio's concentreren de lidstaten van de toewijzing voor elk operationeel programma op maximaal vier van de in artikel 3, lid 1, vastgestelde investeringsprioriteiten;

c)

voor minder ontwikkelde regio's concentreren de lidstaten van de toewijzing voor elk operationeel programma op maximaal vier van de in artikel 3, lid 1, vastgestelde investeringsprioriteiten.

Motivering

Zie hierboven, par. 37 en 38 van de beleidsaanbevelingen.

Wijzigingsvoorstel 6

Artikel 5

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

Artikel 5

Indicatoren

1.   Gemeenschappelijke indicatoren, als vastgesteld in de bijlage bij deze verordening, en programmaspecifieke indicatoren worden gebruikt overeenkomstig artikel 24, lid 3, en artikel 87, lid 2, onder b) ii), van Verordening (EU) nr. […].

Alle indicatoren worden in absolute getallen uitgedrukt. De gemeenschappelijke en programmaspecifieke outputindicatoren betreffen deels of volledig uitgevoerde concrete acties. Wanneer dit relevant is voor de aard van de ondersteunde concrete acties, worden voor 2022 cumulatief gekwantificeerde streefcijfers vastgesteld.

De indicatoren betreffende de uitgangssituatie worden op nul gezet. De gemeenschappelijke en programmaspecifieke resultaatindicatoren hebben betrekking op de prioritaire assen of de in het kader van een prioritaire as vastgestelde subprioriteiten. De indicatoren betreffende de uitgangssituatie maken gebruik van de laatste beschikbare gegevens.

2.   Tegelijk met de jaarlijkse uitvoeringsverslagen dient de beheersautoriteit elektronisch gestructureerde gegevens voor elke investeringsprioriteit in. De gegevens betreffen de categorisering en de output- en resultaatindicatoren.

Artikel 5

Indicatoren

   

   

   

   

   

Motivering

Het CvdR stelt een grondige wijziging van artikel 5 voor in aansluiting op de in par. 39-41 van de beleidsaanbevelingen omschreven standpunten.

Wijzigingsvoorstel 7

Artikel 6

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

Artikel 6

Betrokkenheid van de partners

1.   De betrokkenheid van de sociale partners en andere belanghebbenden, met name niet-gouvernementele organisaties, bij de uitvoering van de operationele programma's, als bedoeld in artikel 5 van Verordening (EU) nr. […], kan de vorm aannemen van globale subsidies, als omschreven in artikel 112, lid 7, van Verordening (EU) nr. […].In dit geval wordt in het operationele programma het deel van het programma aangegeven waarop de globale subsidie betrekking heeft, inclusief een indicatieve financiële toewijzing daarvoor van elke prioritaire as.

2.   Ter aanmoediging van de passende deelname van de sociale partners aan door het ESF ondersteunde acties zorgen de beheersautoriteiten van een operationeel programma in een regio als omschreven in artikel 82, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. […] of in voor steun uit het Cohesiefonds in aanmerking komende lidstaten ervoor dat een passend bedrag aan ESF-middelen wordt toegewezen aan capaciteitsopbouwende activiteiten in de vorm van opleidingen, netwerkingmaatregelen en de versterking van de sociale dialoog, en aan gezamenlijk door de sociale partners uitgevoerde activiteiten.

3.   Ter aanmoediging van de passende deelname aan en de toegang van niet-gouvernementele organisaties tot door het ESF ondersteunde acties, met name op het gebied van sociale inclusie, gendergelijkheid en gelijke kansen, zorgen de beheersautoriteiten van een operationeel programma in een regio als omschreven in artikel 82, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. […] of in voor steun uit het Cohesiefonds in aanmerking komende lidstaten ervoor dat een passend bedrag aan ESF-middelen wordt toegewezen aan de capaciteitsopbouw voor niet-gouvernementele organisaties.

Artikel 6

Betrokkenheid van de partners

1.   De betrokkenheid van de de sociale partners en andere belanghebbenden, met name niet-gouvernementele organisaties, bij de uitvoering van de operationele programma's, als bedoeld in artikel 5 van Verordening (EU) nr. […], kan de vorm aannemen van globale subsidies, als omschreven in artikel 112, lid 7, van Verordening (EU) nr. […]. . In dit geval wordt in het operationele programma het deel van het programma aangegeven waarop de globale subsidie betrekking heeft, inclusief een indicatieve financiële toewijzing daarvoor van elke prioritaire as.

2.   Ter aanmoediging van de passende deelname van de sociale partners aan door het ESF ondersteunde acties zorgen de beheersautoriteiten van een operationeel programma in een regio als omschreven in artikel 82, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. […] of in voor steun uit het Cohesiefonds in aanmerking komende lidstaten ervoor dat een passend bedrag aan ESF-middelen wordt toegewezen aan capaciteitsopbouwende activiteiten in de vorm van opleidingen, netwerkingmaatregelen en de versterking van de sociale dialoog, en aan gezamenlijk door de sociale partners uitgevoerde activiteiten.

3.   Ter aanmoediging van de passende deelname aan en de toegang van niet-gouvernementele organisaties tot door het ESF ondersteunde acties, met name op het gebied van sociale inclusie, gendergelijkheid en gelijke kansen, zorgen de beheersautoriteiten van een operationeel programma in een regio als omschreven in artikel 82, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. […] of in voor steun uit het Cohesiefonds in aanmerking komende lidstaten ervoor dat een passend bedrag aan ESF-middelen wordt toegewezen aan de capaciteitsopbouw voor niet-gouvernementele organisaties.

   

Motivering

Zie hierboven, par. 42-46 van de beleidsaanbevelingen.

Wijzigingsvoorstel 8

Artikel 9

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

Artikel 9

Sociale innovatie

1.   Het ESF bevordert de sociale innovatie op alle onder de werkingssfeer van het ESF vallende gebieden, als omschreven in artikel 3 van deze verordening, met name met het oog op het testen en het op grotere schaal toepassen van innovatieve oplossingen voor de aanpak van sociale behoeften.

2.   De lidstaten geven in hun operationele programma's de thema's voor sociale innovatie aan die aan hun specifieke behoeften beantwoorden.

3.   De Commissie vergemakkelijkt de capaciteitsopbouw voor sociale innovatie, met name door het ondersteunen van wederzijds leren, het oprichten van netwerken en het verspreiden van goede praktijken en methodologieën.

Artikel 9

Sociale innovatie

1.   Het ESF bevordert de sociale innovatie op alle onder de werkingssfeer van het ESF vallende gebieden, als omschreven in artikel 3 van deze verordening, met name met het oog op het testen en het op grotere schaal toepassen van innovatieve oplossingen voor de aanpak van sociale behoeften.

2.   De lidstaten geven de thema's voor sociale innovatie aan

3.   De Commissie vergemakkelijkt de capaciteitsopbouw voor sociale innovatie, met name door het ondersteunen van wederzijds leren, het oprichten van netwerken en het verspreiden van goede praktijken en methodologieën. .

Motivering

1.

Zie hierboven, par. 48 van de beleidsaanbevelingen.

2.

Het betreft een verwijzing naar artikel 8 van het voorstel voor een verordening inzake een programma van de EU voor sociale verandering en innovatie, waarover het CvdR een apart advies heeft uitgebracht (CdR 335/2011, rapporteur: de heer Rossi (IT/PSE)), en dat het op 3 mei 2012 heeft goedgekeurd.

Wijzigingsvoorstel 9

Artikel 10

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

Artikel 10

Transnationale samenwerking

1.   De lidstaten ondersteunen de transnationale samenwerking met het oog op de bevordering van wederzijds leren en de verbetering van de doeltreffendheid van de door het ESF ondersteunde beleidsmaatregelen. Bij een transnationale samenwerking zijn partners van ten minste twee lidstaten betrokken.

2.   De lidstaten kunnen de thema's voor transnationale samenwerking kiezen uit een door de Commissie voorgestelde en door het ESF-comité goedgekeurde lijst.

3.   De Commissie vergemakkelijkt de transnationale samenwerking betreffende de in lid 2 bedoelde thema's via wederzijds leren en gecoördineerde of gezamenlijke acties. De Commissie zet met name een platform op EU-niveau op om de uitwisseling van ervaringen, de capaciteitsopbouw en de netwerking, alsook de verspreiding van de relevante resultaten te vergemakkelijken. Bovendien ontwikkelt de Commissie een gecoördineerd uitvoeringskader met gemeenschappelijke subsidiabiliteitscriteria, types en tijdschema's voor acties, en gemeenschappelijke methodologische benaderingen voor monitoring en evaluatie, met het oog op de vergemakkelijking van de transnationale samenwerking.

Artikel 10

transnationale samenwerking

1.   De lidstaten ondersteunen de transnationale samenwerking met het oog op de bevordering van wederzijds leren en de verbetering van de doeltreffendheid van de door het ESF ondersteunde beleidsmaatregelen.

2.   De lidstaten kunnen de thema's voor transnationale samenwerking kiezen uit een door de Commissie voorgestelde en door het ESF-comité goedgekeurde lijst.

3.   De Commissie vergemakkelijkt de transnationale samenwerking via wederzijds leren en gecoördineerde of gezamenlijke acties. De Commissie zet met name een platform op EU-niveau op om de uitwisseling van ervaringen, de capaciteitsopbouw en de netwerking, alsook de verspreiding van de relevante resultaten te vergemakkelijken. Bovendien ontwikkelt de Commissie een gecoördineerd uitvoeringskader met gemeenschappelijke subsidiabiliteitscriteria, en gemeenschappelijke methodologische benaderingen voor monitoring en evaluatie, met het oog op de vergemakkelijking van de transnationale samenwerking.

Motivering

1.

Zie hierboven, par. 49-51 van de beleidsaanbevelingen.

2.

In de oorspronkelijke formulering is de overeenstemming tussen de transnationale samenwerking in het kader van het ESF en de transnationale samenwerking in het kader van de territoriale samenwerking, niet gewaarborgd.

3.

Er zijn drie aspecten van territoriale samenwerking: grensoverschrijdende, transnationale en interregionale samenwerking.

Wijzigingsvoorstel 10

Artikel 12

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

Artikel 12

Specifieke bepalingen inzake de behandeling van bijzondere territoriale kenmerken

1.   Het ESF kan vanuit de plaatselijke gemeenschap geleide, lokale ontwikkelingsstrategieën, als bedoeld in artikel 28 van Verordening (EU) nr. […], territoriale pacten en plaatselijke initiatieven voor werkgelegenheid, onderwijs en sociale inclusie, alsook geïntegreerde territoriale investeringen (ITI), als bedoeld in artikel 99 van Verordening (EU) nr. […], ondersteunen.

2.   Ter aanvulling van de steunverlening uit het EFRO, als bedoeld in artikel 7 van Verordening (EU) nr. [EFRO], kan het ESF duurzame stadsontwikkeling ondersteunen via strategieën waarbij geïntegreerde acties worden vastgesteld om de economische, sociale en milieu-uitdagingen aan te pakken waarmee stedelijke gebieden, die zijn opgenomen in het partnerschapscontract, te kampen hebben.

Artikel 12

Specifieke bepalingen inzake de behandeling van bijzondere territoriale kenmerken

1.   Het ESF kan vanuit de plaatselijke gemeenschap geleide, lokale ontwikkelingsstrategieën, als bedoeld in artikel 28 van Verordening (EU) nr. […], territoriale pacten en plaatselijke initiatieven voor werkgelegenheid, onderwijs en sociale inclusie, alsook geïntegreerde territoriale investeringen (ITI), als bedoeld in artikel 99 van Verordening (EU) nr. […], ondersteunen.

2.   Ter aanvulling van de steunverlening uit het EFRO, als bedoeld in artikel 7 van Verordening (EU) nr. [EFRO], kan het ESF duurzame stadsontwikkeling ondersteunen via strategieën waarbij geïntegreerde acties worden vastgesteld om de economische, sociale en milieu-uitdagingen aan te pakken waarmee stedelijke gebieden, die zijn opgenomen in het partnerschapscontract, te kampen hebben.

   

   

Motivering

Zie hierboven, par. 29 en 56 van de beleidsaanbevelingen.

Wijzigingsvoorstel 11

Artikel 14

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

Artikel 14

Vereenvoudigde kostenopties

1.   Naast de in artikel 57 van Verordening (EU) nr. […] bedoelde methoden kan de Commissie door de lidstaten betaalde uitgaven op basis van door de Commissie vastgestelde standaardschalen van eenheidskosten en vaste bedragen terugbetalen. De op deze basis berekende bedragen worden beschouwd als aan de begunstigden betaalde overheidssteun en als subsidiabele uitgaven voor de toepassing van Verordening (EU) nr. […].

Daarom wordt de Commissie gemachtigd om overeenkomstig artikel 16 gedelegeerde wetshandelingen vast te stellen betreffende het type van de in aanmerking komende concrete acties, de definities van de standaardschalen van eenheidskosten en vaste bedragen en de maximumbedragen daarvan, die kunnen worden aangepast overeenkomstig de toepasselijke, gezamenlijk overeengekomen methoden.

De financiële audit heeft uitsluitend tot doel te verifiëren of is voldaan aan de voorwaarden voor terugbetaling door de Commissie op basis van de standaardschalen van eenheidskosten en vaste bedragen.

Wanneer deze vormen van financiering worden gebruikt, kunnen de lidstaten hun eigen boekhoudpraktijken voor de ondersteuning van concrete acties toepassen. Voor de uitvoering van deze verordening en Verordening (EU) nr. […] worden deze boekhoudpraktijken en de daaruit voortvloeiende bedragen niet onderworpen aan een audit door de auditautoriteit of door de Commissie.

2.   Overeenkomstig artikel 57, lid 1, onder d) van Verordening (EG) nr. […] kan een vast percentage van maximaal 40 % van de subsiabele directe personeelskosten worden gebruikt ter dekking van de resterende subsidiabele koste van een concrete actie.

3.   Terugbetaalde subsidies op basis van de subsidiabele kosten van concrete acties, vastgesteld door middel van financiering aan de hand van een vast percentage, standaardschalen van eenheidskosten en vaste bedragen, als bedoeld in artikel 57, lid 1, van Verordening (EU) nr. […] kunnen van geval tot geval worden berekend op grond van een van tevoren door de beheersautoriteit overeengekomen ontwerpbegroting, wanneer de overheidssteun niet meer dan 100 000 euro bedraagt.

4.   Subsidies waarvoor de overheidssteun niet meer dan 50 000 bedraagt, nemen de vorm aan van vaste bedragen of standaardschalen van eenheidskosten, behalve voor concrete acties die steun ontvangen in het kader van een staatsteunregeling.

Artikel 14

Vereenvoudigde kostenopties

1.   Naast de in artikel 57 van Verordening (EU) nr. […] bedoelde methoden kan de Commissie door de lidstaten betaalde uitgaven op basis van door de Commissie vastgestelde standaardschalen van eenheidskosten en vaste bedragen terugbetalen. De op deze basis berekende bedragen worden beschouwd als aan de begunstigden betaalde overheidssteun en als subsidiabele uitgaven voor de toepassing van Verordening (EU) nr. […].

Daarom wordt de Commissie gemachtigd om overeenkomstig artikel 16 gedelegeerde wetshandelingen vast te stellen betreffende het type van de in aanmerking komende concrete acties, de definities van de standaardschalen van eenheidskosten en vaste bedragen en de maximumbedragen daarvan, die kunnen worden aangepast overeenkomstig de toepasselijke, gezamenlijk overeengekomen methoden.

De financiële audit heeft uitsluitend tot doel te verifiëren of is voldaan aan de voorwaarden voor terugbetaling door de Commissie op basis van de standaardschalen van eenheidskosten en vaste bedragen.

Wanneer deze vormen van financiering worden gebruikt, kunnen de lidstaten hun eigen boekhoudpraktijken voor de ondersteuning van concrete acties toepassen. Voor de uitvoering van deze verordening en Verordening (EU) nr. […] worden deze boekhoudpraktijken en de daaruit voortvloeiende bedragen niet onderworpen aan een audit door de auditautoriteit of door de Commissie.

2.   Overeenkomstig artikel 57, lid 1, onder d) van Verordening (EG) nr. […] kan een vast percentage van maximaal 40 % van de subsiabele directe personeelskosten worden gebruikt ter dekking van de resterende subsidiabele koste van een concrete actie.

3.   Terugbetaalde subsidies op basis van de subsidiabele kosten van concrete acties, vastgesteld door middel van financiering aan de hand van een vast percentage, standaardschalen van eenheidskosten en vaste bedragen, als bedoeld in artikel 57, lid 1, van Verordening (EU) nr. […] kunnen van geval tot geval worden berekend op grond van een van tevoren door de beheersautoriteit overeengekomen ontwerpbegroting, wanneer de overheidssteun niet meer dan 100 000 euro bedraagt.

4.   Subsidies waarvoor de overheidssteun niet meer dan 50 000 bedraagt, de vorm aan van vaste bedragen of standaardschalen van eenheidskosten, behalve voor concrete acties die steun ontvangen in het kader van een staatsteunregeling.

   

Motivering

1.

Zie hierboven, par. 57 van de beleidsaanbevelingen.

2.

De nieuwe formulering is bedoeld om te garanderen dat de ESF-middelen flexibel beheerd worden.

Wijzigingsvoorstel 12

Artikel 15

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

Artikel 15

Financiële instrumenten

1.   Overeenkomstig artikel 32, lid 1, van Verordening (EG) nr. […] kan het ESF onder zijn werkingssfeer vallende acties en beleidsmaatregelen steunen via financiële instrumenten, zoals risicodelingsregelingen, aandelen- en schuldfinanciering, garantiefondsen, holdingfondsen en leningfondsen.

2.   Het ESF kan worden gebruikt ter verbetering van de toegang tot de kapitaalmarkten voor publieke en particuliere organen op nationaal en regionaal niveau die onder de werkingssfeer van het ESF en het operationele programma vallende acties en beleidsmaatregelen uitvoeren via „op het ESF-beleid gebaseerde garanties”, mits de Commissie haar goedkeuring hieraan hecht.

De Commissie wordt gemachtigd om overeenkomstig artikel 16 gedelegeerde wetshandelingen vast te stellen voor de bepaling van de specifieke regels en voorwaarden voor de aanvragen van de lidstaten, waaronder maximumbedragen, voor beleidsgebaseerde garanties, waarbij er met name op wordt toegezien dat het gebruik daarvan niet leidt tot excessieve schuldniveaus van de overheidsorganen. Elkeaanvraag wordt door de Commissie beoordeeld en de Commissie keurt elke „op het ESF-beleid gebaseerde garantie” goed, mits deze onder het in artikel 87 van Verordening (EU) nr. […] bedoelde operationele programma valt en inovereenstemming is met de vastgestelde specifieke regels en voorwaarden.

Artikel 15

Financiële instrumenten

1.   Overeenkomstig artikel 32, lid 1, van Verordening (EG) nr. […] kan het ESF onder zijn werkingssfeer vallende acties en beleidsmaatregelen steunen via financiële instrumenten, zoals risicodelingsregelingen, aandelen- en schuldfinanciering, garantiefondsen, holdingfondsen en leningfondsen

2.   Het ESF kan worden gebruikt ter verbetering van de toegang tot de kapitaalmarkten voor publieke en particuliere organen op nationaal en regionaal niveau die onder de werkingssfeer van het ESF en het operationele programma vallende acties en beleidsmaatregelen uitvoeren via „op het ESF-beleid gebaseerde garanties”, mits de Commissie haar goedkeuring hieraan hecht.

De Commissie wordt gemachtigd om overeenkomstig artikel 16 gedelegeerde wetshandelingen vast te stellen voor de bepaling van de specifieke regels en voorwaarden voor de aanvragen van de lidstaten, waaronder maximumbedragen, voor beleidsgebaseerde garanties, waarbij er met name op wordt toegezien dat het gebruik daarvan niet leidt tot excessieve schuldniveaus van de overheidsorganen. Elkeaanvraag wordt door de Commissie beoordeeld en de Commissie keurt elke „op het ESF-beleid gebaseerde garantie” goed, mits deze onder het in artikel 87 van Verordening (EU) nr. […] bedoelde operationele programma valt en inovereenstemming is met de vastgestelde specifieke regels en voorwaarden.

Motivering

Zie hierboven, par. 60 van de beleidsaanbevelingen.

Brussel, 3 mei 2012

De voorzitter van het Comité van de Regio's

Mercedes BRESSO


Top