EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31998R0583

Verordening (EG) nr. 583/98 van de Commissie van 13 maart 1998 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2641/88 houdende vaststelling van de uitvoeringsbepalingen van de steunregeling voor het gebruik van druiven, druivenmost en geconcentreerde druivenmost met het oog op de bereiding van druivensap

PB L 77 van 14.3.1998, p. 14–16 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/07/2000

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1998/583/oj

31998R0583

Verordening (EG) nr. 583/98 van de Commissie van 13 maart 1998 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2641/88 houdende vaststelling van de uitvoeringsbepalingen van de steunregeling voor het gebruik van druiven, druivenmost en geconcentreerde druivenmost met het oog op de bereiding van druivensap

Publicatieblad Nr. L 077 van 14/03/1998 blz. 0014 - 0016


VERORDENING (EG) Nr. 583/98 VAN DE COMMISSIE van 13 maart 1998 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2641/88 houdende vaststelling van de uitvoeringsbepalingen van de steunregeling voor het gebruik van druiven, druivenmost en geconcentreerde druivenmost met het oog op de bereiding van druivensap

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 822/87 van de Raad van 16 maart 1987 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2087/97 (2), en met name op artikel 46, lid 5,

Overwegende dat bij Verordening (EEG) nr. 2641/88 van de Commissie (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2122/95 (4), de uitvoeringsbepalingen zijn vastgesteld voor de steunregeling voor het gebruik van druivenmost met het oog op de bereiding van druivensap; dat volgens deze verordening druivensap dat voor rechtstreekse menselijke consumptie bestemd is, in aanmerking komt voor de steun; dat dit druivensap vóór verpakking mag worden vermengd met andere producten; dat is gebleken dat het nuttig was te bepalen welke door vermenging met het basisproduct druivensap verkregen producten in aanmerking komen; dat deze categorie producten waarin druivensap, eventueel in geconcentreerde vorm, als zodanig wordt gebruikt, slechts alcoholvrije dranken kan betreffen;

Overwegende dat, om in aanmerking te komen voor de steun, door de verwerker een schriftelijke verklaring moet worden overgelegd betreffende de werkzaamheden die hij zal verrichten voor de verwerking van druivensap; dat deze eis noodzakelijk is voor de goede werking van de steun- en controleregeling; dat het, om een te omvangrijke administratie zowel voor de betrokken verwerkers als voor de bevoegde diensten te voorkomen, niet dienstig is deze voorafgaande schriftelijke verklaring voor te schrijven voor verwerkers die slechts een beperkte hoeveelheid druiven of druivenmost per wijnoogstjaar gebruiken; dat deze hoeveelheid moet worden vastgesteld; dat de betrokken verwerkers evenwel aan het begin van het wijnoogstjaar aan de bevoegde instanties van de lidstaten hun voornemen moeten melden om een bepaalde hoeveelheid druiven of druivenmost te verwerken;

Overwegende dat in de artikelen 6, 7 en 11 van diezelfde verordening wordt verwezen naar de term "bottelaar"; dat druivensap ook courant blijkt te worden verkocht aan tussenhandelaars die het product opslaan voordat het aan bottelaars wordt verkocht; dat er bovendien bedrijven zijn die het druivensap bij de verwerkers kopen om het te vermengen met ander sap of andere producten om alcoholvrije dranken te vervaardigen; dat met deze situatie rekening moet worden gehouden en bepalingen betreffende deze marktdeelnemers moeten worden vastgesteld door in de tekst de term "gebruiker" in te lassen en te definiëren;

Overwegende dat het, in gevallen waarin de verwerker niet zelf de gebruiker van het betrokken product is, voor de controleautoriteiten, vooral die in een andere lidstaat dan die van de verwerker, niet altijd gemakkelijk is, vast te stellen of het druivenmost betreft waarvoor nog geen steun is verleend op grond van deze verordening dan wel druivensap waarvoor reeds een steunaanvraag loopt; dat het document dat het betrokken product vergezelt, een indicatie betreffende het bestaan van een steunaanvraag moet bevatten;

Overwegende dat het gebruik van verwerkt druivensap tot in het bottelingsstadium moet worden gecontroleerd; dat deze controle voor gevallen waarin het sap wordt vermengd met andere producten, kan worden beperkt tot het stadium van het vermengen zelf, wanneer duidelijk is dat de betrokken producten achteraf niet meer voor de wijnbereiding kunnen worden gebruikt; dat een adequate procedure moet worden ingesteld om te garanderen dat de vermenging werkelijk plaatsvindt; dat, indien het druivensap naar een opslagbedrijf wordt verzonden, moet worden geverifieerd of het sap daarna naar een bottelaar of naar een bereider van alcoholvrije dranken wordt verzonden;

Overwegende dat in artikel 9, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2641/88 is bepaald dat de steun uiterlijk drie maanden na ontvangst van alle bewijsstukken wordt uitgekeerd; dat het mogelijk is dat een administratief onderzoek betreffende het recht op steun wordt geopend; dat in dit geval de betaling pas kan plaatsvinden na erkenning van het recht op steun; dat de verordening in die zin moet worden aangevuld;

Overwegende dat moet worden bepaald dat deze verordening moet worden toegepast op alle verwerkers die hierom verzoeken voor op een recente periode betrekking hebbende steunaanvragen en/of partijen druivensap die worden verzonden naar bottelinstallaties, bedrijven waar basisproducten voor druivensap als omschreven in deze verordening worden vervaardigd, alsmede naar opslaginstallaties; dat de bedoelde periode slechts betrekking mag hebben op steunaanvragen die zijn ingediend en/of zendingen die hebben plaatsgevonden met ingang van de datum waarop de kwesties die aan de nu vastgestelde wijzigingen ten grondslag liggen, aan de orde zijn gesteld;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor wijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EEG) nr. 2641/88 wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 1 worden de volgende leden 3 bis en 3 ter ingelast:

"3 bis. In de zin van deze verordening wordt onder "vermengd met andere producten" verstaan, de vermenging van druivensap, eventueel in geconcentreerde vorm en voordat het is gebotteld of verpakt, met andere sappen van GN-code 2009 om gemengd sap te maken en/of de vermenging met andere producten zoals water, suiker of aroma's, om alcoholvrije dranken te bereiden, basisproducten voor dergelijke dranken of geconcentreerde alcoholvrije dranken in de vorm van stroop te bereiden. Onder alcoholvrije drank wordt verstaan: elke drank met een effectief alcoholgehalte van niet meer dan 1,2 % vol.

3 ter. In de zin van deze verordening wordt onder "gebruiker" verstaan, elke andere marktdeelnemer dan de verwerker van druivensap, die één van de volgende bewerkingen uitvoert: bottelen of verpakken, opslaan met het oog op verkoop aan één of verschillende bedrijven die de hiervoor of hierna genoemde bewerkingen verrichten, of bereiden, door vermenging met andere producten, van alcoholvrije dranken of basisproducten voor de bereiding van alcoholvrije dranken.".

2. In artikel 2 wordt het volgende lid 4 ingelast:

"4. Verwerkers die per wijnoogstjaar ten hoogste 50 ton druiven of 800 hectoliter druivenmost of 150 hectoliter geconcentreerde druivenmost gebruiken voor de bereiding van druivensap, hoeven de in de leden 1 en 2 bedoelde verklaringen niet in te dienen. Zij leggen de bevoegde autoriteiten aan het begin van het wijnoogstjaar een verklaring voor met de volgende gegevens:

a) naam en firmanaam en adres van de verwerker;

b) de volgende technische gegevens:

- aard van de grondstoffen (druiven, druivenmost of geconcentreerde druivenmost),

- plaats waar de voor verwerking bestemde grondstoffen zijn opgeslagen,

- plaats waar de verwerking zal worden uitgevoerd,

- vermoedelijke begin- en einddatum van de verwerkingswerkzaamheden.".

3. In artikel 6, lid 1, en in artikel 11, lid 2, vierde en vijfde streepje, wordt het woord "bottelaar" vervangen door het woord "gebruiker".

4. In artikel 6, lid 1, worden het eerste en het tweede streepje vervangen door:

"- de niet-verpakte hoeveelheden druivensap die dagelijks in zijn installaties worden aangevoerd, met vermelding van de naam en het adres van de verzender of de verwerker,

- de niet-verpakte hoeveelheden druivensap, die dagelijks zijn installaties verlaten, met vermelding van de naam en het adres van de geadresseerde,

- de elke dag verpakte hoeveelheden druivensap en/of druivensap vermengd met andere producten, met opgave van de hoeveelheden druivensap die zijn gebruikt bij de bereiding van de betrokken producten.".

5. Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

"Artikel 7

1. Wanneer de verwerker niet zelf overeenkomstig artikel 1, lid 3 bis, druivensap vermengt met andere producten, of sap bottelt, eventueel vermengd met andere producten, moet hij in vak 10 van het in bijlage III bij Verordening (EEG) nr. 2238/93 bedoelde geleidedocument aangeven of voor de verwerking van druivenmost tot dit product in het kader van deze verordening reeds een steunaanvraag is ingediend bij de bevoegde autoriteiten.

2. Wanneer het druivensap door de persoon die het heeft bereid in de Gemeenschap wordt verzonden naar een bottelaar, zendt deze laatste binnen vijftien dagen na de ontvangst van het product een kopie van het geleidedocument aan de bevoegde instantie of aan de daartoe gemachtigde dienst van de plaats van lossing.

Uiterlijk vijftien dagen na de ontvangst ervan zendt de bevoegde instantie of de gemachtigde dienst van de plaats van lossing de kopie van het geleidedocument, naar behoren geviseerd, aan de verwerker/verzender van het betrokken druivensap.

3. Wanneer het druivensap door de persoon die het heeft bereid in de Gemeenschap wordt verzonden naar een fabrikant van producten als omschreven in artikel 1, lid 3 bis,

- zendt de fabrikant van deze producten het geleidedocument van het druivensap uiterlijk vijftien dagen na de ontvangst ervan aan de bevoegde instantie of de daartoe gemachtigde dienst van de plaats van lossing;

- mag de controle-instantie of de gemachtigde dienst de in het eerste streepje bedoelde geleidedocumenten slechts viseren indien hij voldoende garanties heeft dat het betrokken druivensap werkelijk met andere producten is vermengd om de in artikel 1, lid 3 bis, bedoelde dranken te vervaardigen.

Indien deze garanties aanwezig zijn, zendt de bevoegde instantie of de gemachtigde dienst van de plaats van lossing uiterlijk vijftien dagen na ontvangst van het in lid 1 bedoelde geleidedocument een naar behoren geviseerde kopie van dit geleidedocument aan de verwerker/verzender van het betrokken druivensap.

4. Wanneer druivensap in de Gemeenschap door de persoon die het heeft bereid naar een opslagbedrijf wordt verzonden voordat het wordt gebotteld of voordat het wordt gebruikt voor de bereiding van alcoholvrije dranken als omschreven in artikel 1, lid 3 bis,

- zendt het opslagbedrijf het geleidedocument voor het druivensap uiterlijk vijftien dagen na de ontvangst ervan aan de bevoegde instantie of aan de daartoe gemachtigde dienst van de plaats van lossing,

- mag de controle-instantie of de gemachtigde dienst het in het eerste streepje bedoelde geleidedocument slechts viseren na zich ervan te hebben vergewist dat ten minste een even grote hoeveelheid als die waarop de betrokken zending betrekking had, met een passend geleidedocument naar een bottelaar of een fabrikant van alcoholvrije dranken als bedoeld in artikel 1, lid 3 bis, is verzonden en door deze gebruikers in ontvangst is genomen.

Indien aan de in de eerste alinea, tweede streepje, bedoelde voorwaarden is voldaan en na ontvangst van het geleidedocument, zendt de bevoegde instantie of de gemachtigde dienst van de plaats van lossing de naar behoren geviseerde kopie van het in het eerste streepje bedoelde geleidedocument terug aan de verwerker/verzender van het betrokken druivensap.".

6. De tweede alinea in de huidige tekst wordt lid 5.

7. Aan artikel 9, lid 1, wordt de volgende zin toegevoegd:

"Ingeval een administratief onderzoek wordt geopend inzake het recht op steun, vindt de betaling pas plaats na erkenning van het recht op steun.".

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Op verzoek van een marktdeelnemer kunnen de in artikel 1, leden 1 en 5, bedoelde bepalingen worden toegepast op steunaanvragen die zijn ingediend en/of op zendingen druivensap als bedoeld in artikel 7, leden 2 tot en met 4, van Verordening (EEG) nr. 2641/88, als gewijzigd bij deze verordening, die hebben plaatsgevonden op 1 januari 1997 of later.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 13 maart 1998.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie

(1) PB L 84 van 27. 3. 1987, blz. 1.

(2) PB L 292 van 25. 10. 1997, blz. 1.

(3) PB L 236 van 26. 8. 1988, blz. 25.

(4) PB L 212 van 7. 9. 1995, blz. 7.

Top