EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 22001D0112(01)

Besluit nr. 3/2000 van de ACS-EG-Raad van Ministers van 15 december 2000 betreffende specifieke financiële maatregelen ter verzekering van de continuïteit van een aantal activiteiten van het 8e EOF in de periode vóór de inwerkingtreding van de ACS-EG-Partnerschapsovereenkomst

PB L 8 van 12.1.2001, p. 38–39 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2001/30(1)/oj

22001D0112(01)

Besluit nr. 3/2000 van de ACS-EG-Raad van Ministers van 15 december 2000 betreffende specifieke financiële maatregelen ter verzekering van de continuïteit van een aantal activiteiten van het 8e EOF in de periode vóór de inwerkingtreding van de ACS-EG-Partnerschapsovereenkomst

Publicatieblad Nr. L 008 van 12/01/2001 blz. 0038 - 0039


Besluit nr. 3/2000 van de ACS-EG-Raad van Ministers

van 15 december 2000

betreffende specifieke financiële maatregelen ter verzekering van de continuïteit van een aantal activiteiten van het 8e EOF in de periode vóór de inwerkingtreding van de ACS-EG-Partnerschapsovereenkomst

(2001/30/EG)

DE ACS-EG-RAAD VAN MINISTERS,

Gelet op de Vierde ACS-EG-Overeenkomst, zoals gewijzigd bij de in Mauritius op 4 november 1995 ondertekende overeenkomst, met name op artikel 282, lid 5,

Gelet op de ACS-EG-Partnerschapsovereenkomst, ondertekend te Cotonou op 23 juni 2000,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Bij Besluit nr. 1/2000 heeft de ACS-EG-Raad van Ministers van 27 juli 2000 maatregelen ter overbrugging van de periode van 2 augustus 2000 tot aan de bekrachtiging van de ACS-EG-Partnerschapsovereenkomst vastgesteld die voorzien in de vervroegde toepassing van een aantal bepalingen van de partnerschapsovereenkomst. Voorts blijft een aantal bepalingen van de Vierde Overeenkomst van Lomé zoals herzien bij de op 4 november 1995 te Mauritius ondertekende overeenkomst, van toepassing. Op grond van artikel 2 van dit besluit blijven de bepalingen van de Overeenkomst van Lomé betreffende de bevoegdheid van de ACS-EG-Raad van Ministers om te besluiten over de aanwending van niet toegewezen middelen van het 6e, het 7e en het 8e EOF van toepassing.

(2) Het is wenselijk blijkens de overeenkomstig artikel 282 van de Overeenkomst van Lomé uitgevoerde tussentijdse herziening van de nationale indicatieve programma's om extra middelen toe te wijzen voor de indicatieve programma's van een aantal landen en regio's die op het stuk van kredietbenutting en kwaliteit van de uitvoering goed gepresteerd hebben en voor het totale of nagenoeg totale bedrag van hun oorspronkelijke toewijzing betalingsverplichtingen hebben aangegaan.

(3) Het is met het oog op de voortzetting van een aantal met name op gezamenlijke ACS-EG-instellingen betrekking hebbende activiteiten wenselijk om extra middelen toe te wijzen voor regionale samenwerking tussen ACS-staten.

(4) Het is met het oog op de voortzetting van de communautaire steunmaatregelen ten behoeve van vluchtelingen in ontwikkelingslanden wenselijk om extra middelen toe te wijzen voor acties inzake vluchtelingenhulp.

(5) Het is met het oog op de voortzetting van de activiteiten van het Centrum voor de Ontwikkeling van het Bedrijfsleven (COB) en van het Centrum voor Landbouwontwikkeling (TCL) wenselijk om te voorzien in de middelen welke in verband met de financiële behoeften van beide centra voor het begrotingsjaar 2001 nodig zijn,

BESLUIT:

Artikel 1

COB/TCL

1. Als voorschot op het 9e EOF wordt uit de niet-toegewezen middelen van het 8e EOF een maximaal bedrag beschikbaar gesteld van:

- 22 miljoen EUR voor de begroting van het COB in 2001,

- 12 miljoen EUR voor de begroting van het TCL in 2001.

2. De eventueel resterende gedeelten van de kredieten bestemd voor de financiering van het COB en het TCL die niet uit hoofde van de begroting voor 2001 worden gebruikt, worden automatisch naar het begrotingsjaar 2002 overgedragen.

Artikel 2

Extra toewijzingen voor indicatieve programma's

125,6 miljoen EUR van de niet-toegewezen middelen van het 8e EOF wordt toegevoegd aan de oorspronkelijke toewijzingen voor de in het kader van het 8e EOF opgezette indicatieve programma's van een aantal goed presterende landen en regio's die voor het totale of nagenoeg totale bedrag van hun oorspronkelijke toewijzingen betalingsverplichtingen hebben aangegaan. Voor de toewijzing van deze middelen gelden de volgende criteria:

1. het toegewezen zijn voor 100 % van de tweede tranche overeenkomstig artikel 282, lid 3, van de herziene Vierde Overeenkomst van Lomé;

2. het bestaan van projecten waarvoor reeds haalbaarheidsstudies zijn uitgevoerd en waarvoor onmiddellijk financieringsvoorstellen kunnen worden ingediend.

De Commissie stelt op basis van deze criteria het exacte bedrag van de toewijzing per land/regio vast.

Artikel 3

Regionale samenwerking tussen ACS-staten

265 miljoen EUR van de niet-toegewezen middelen van het 8e EOF wordt beschikbaar gesteld voor de regionale samenwerking tussen ACS-staten. Van dit bedrag wordt 100 miljoen EUR speciaal voor de handelsontwikkeling toegewezen.

Artikel 4

Hulp voor vluchtelingen

100 miljoen EUR van de niet-toegewezen middelen van het 8e EOF wordt beschikbaar gesteld voor hulpacties ten behoeve van vluchtelingen overeenkomstig artikel 72, lid 3, sub d), en artikel 72, lid 4, van de ACS-EG-Partnerschapsovereenkomst.

Artikel 5

De Commissie wordt verzocht de maatregelen te nemen die nodig zijn voor de uitvoering van dit besluit.

Artikel 6

Dit besluit wordt van kracht op de dag waarop het wordt goedgekeurd.

Gedaan te Brussel, 15 december 2000.

Voor de ACS-EG-Raad van Ministers

De voorzitter

D. Gillot

Top