EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 22000A0811(01)

Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en Noorwegen betreffende de uitbreiding van het gemeenschappelijk communicatienetwerk met gemeenschappelijke systeeminterface (CCN/CSI) in het kader van de Overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer

PB L 204 van 11.8.2000, p. 37–41 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/agree_internation/2000/506/oj

Related Council decision

22000A0811(01)

Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en Noorwegen betreffende de uitbreiding van het gemeenschappelijk communicatienetwerk met gemeenschappelijke systeeminterface (CCN/CSI) in het kader van de Overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer

Publicatieblad Nr. L 204 van 11/08/2000 blz. 0037 - 0041


Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling

tussen de Europese Gemeenschap en Noorwegen betreffende de uitbreiding van het gemeenschappelijk communicatienetwerk met gemeenschappelijke systeeminterface (CCN/CSI) in het kader van de Overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer

A. Brief van de Europese Gemeenschap

Mevrouw, Mijnheer,

In verband met de uitbreiding van het gemeenschappelijk communicatienetwerk met gemeenschappelijke systeeminterface (CCN/CSI) voor het nieuwe geautomatiseerde systeem voor douanevervoer (NCTS) tot Noorwegen stel ik namens de Europese Gemeenschap de volgende verbintenissen voor:

I. De partijen houden zich aan de technische specificaties vervat in de documenten die in de bijlage bij deze brief zijn opgesomd en aan Noorwegen ter beschikking zijn gesteld, alsmede aan alle wijzigingen die in het kader van het project nog zullen worden vastgesteld.

II. De Commissie van de Europese Gemeenschappen (hierna "de Commissie" genoemd) beheert en ontwikkelt het systeem overeenkomstig de richtsnoeren uitgewerkt in het Comité douanebeleid - werkgroep Automatisering - technische subgroep CCN/CSI (CPC-CWP-CCN/CSI), zulks ook wat de partnerlanden betreft.

III. De partijen leven de voorschriften voor het algemene beveiligingsbeleid na, zoals die in het kader van het project zijn vastgesteld.

IV. Uiterlijk op 1 september 2000 betaalt Noorwegen een bedrag van 120000 EUR voor de installatie van CCN/CSI.

V. Vóór 31 januari 2001 jaar verrekent de Commissie de installatiekosten op basis van de reeds betaalde som en de werkelijke kosten die ten laste van Noorwegen komen volgens de specifieke overeenkomst die de Commissie daartoe met de subcontractant heeft gesloten, en verstrekt zij Noorwegen een rekeningstaat. De definitieve betaling van het saldo vindt 30 dagen na de verstrekking van de rekeningstaat plaats.

VI. Uiterlijk op 1 september 2000 betaalt Noorwegen een bedrag van 48000 EUR voor de exploitatiekosten van het netwerk in 2000.

VII. Vanaf 2001 betaalt Noorwegen ieder jaar op 15 mei een vast bedrag voor de jaarlijkse kosten van het gebruik door Noorwegen van het netwerk. De Commissie deelt Noorwegen ieder jaar vóór 31 juli mede hoeveel het vaste bedrag voor het volgende jaar bedraagt. Het vaste bedrag voor het jaar 2001 bedraagt 96000 EUR.

VIII. Jaarlijks verrekent de Commissie vóór 31 januari de jaarlijkse kosten voor de exploitatie van het netwerk op basis van de reeds betaalde som en de werkelijke kosten die ten laste van Noorwegen komen en verstrekt zij Noorwegen een rekeningstaat. De Commissie berekent de werkelijke kosten op basis van haar relatie met de subcontractant, die volgens de geldende aanbestedingsregels wordt gekozen. De definitieve betaling van het saldo vindt 30 dagen na de verstrekking van de rekeningstaat plaats. Het totale door Noorwegen te betalen bedrag overschrijdt het reeds betaalde jaarlijkse vaste bedrag in geen geval met meer dan 20 %.

IX. Noorwegen wordt op dezelfde wijze als de lidstaten van de Europese Unie op de hoogte gehouden van de geraamde ontwikkeling van deze kosten, alsmede van de belangrijkste aspecten van de ontwikkeling van CNN/CSI die van invloed kunnen zijn op die kosten.

X. Uiterlijk op 1 september 2000 stort Noorwegen een deposito van 40000 EUR voor onvoorziene uitgaven en ontwikkeling. De Commissie verstrekt Noorwegen een rekeningstaat met een specificatie van de kosten die ten laste van dat deposito komen. Elk jaar vult Noorwegen het deposito uiterlijk op 15 mei aan door storting van een bedrag dat overeenstemt met het bedrag dat in het voorgaande jaar daadwerkelijk voor onvoorziene uitgaven en ontwikkeling is uitgegeven.

XI. Alle betalingen worden overgemaakt aan de Commissie. Tenzij anders overeengekomen, worden deze betalingen gebaseerd op een door de Commissie verstrekte kostenstaat, waarin de kosten voor de verschillende diensten en de levering van apparatuur en programmatuur zijn gespecificeerd. Betaling dient binnen 60 dagen te geschieden.

XII. Deze overeenkomst blijft van kracht zolang beide partijen partij zijn bij de Overeenkomst van 20 mei 1987 betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer. Beide partijen behouden zich echter de mogelijkheid voor de overeenkomst met wederzijdse instemming te wijzigen.

XIII. Wanneer Noorwegen de in de punten IV, V, VI, VII, VIII en X bedoelde bedragen niet heeft betaald op de in deze punten genoemde datum, is de Europese Unie gerechtigd over het achterstallige bedrag rente te berekenen (volgens het tarief dat door de Europese Centrale Bank op de vervaldag wordt toegepast voor transacties in euro zoals gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen, reeks C, verhoogd met 1,5 percentpunt). Ditzelfde tarief is van toepassing op betalingen die door de Gemeenschap verschuldigd zijn.

Ik moge u verzoeken mij te bevestigen dat Noorwegen met het bovenstaande instemt.

Hoogachtend,

Voor de Raad van de Europese Unie

BIJLAGE BIJ DE BRIEFWISSELING

EXTERNE DOCUMENTATIE CCN/CSI

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

B. Brief van Noorwegen

Mevrouw, Mijnheer,

Ik heb de eer de ontvangst te bevestigen van uw brief betreffende de uitbreiding van het gemeenschappelijk communicatienetwerk met gemeenschappelijke systeeminterface (CCN/CSI) voor het nieuwe geautomatiseerde systeem voor douanevervoer (NCTS) tot Noorwegen, welke als volgt luidt:

"In verband met de uitbreiding van het gemeenschappelijk communicatienetwerk met gemeenschappelijke systeeminterface (CCN/CSI) voor het nieuwe geautomatiseerde systeem voor douanevervoer (NCTS) tot Noorwegen stel ik namens de Europese Gemeenschap de volgende verbintenissen voor:

I. De partijen houden zich aan de technische specificaties vervat in de documenten die in de bijlage bij deze brief zijn opgesomd en aan Noorwegen ter beschikking zijn gesteld, alsmede aan alle wijzigingen die in het kader van het project nog zullen worden vastgesteld.

II. De Commissie van de Europese Gemeenschappen (hierna 'de Commissie' genoemd) beheert en ontwikkelt het systeem overeenkomstig de richtsnoeren uitgewerkt in het Comité douanebeleid - werkgroep Automatisering - technische subgroep CCN/CSI (CPC-CWP-CCN/CSI), zulks ook wat de partnerlanden betreft.

III. De partijen leven de voorschriften voor het algemene beveiligingsbeleid na, zoals die in het kader van het project zijn vastgesteld.

IV. Uiterlijk op 1 september 2000 betaalt Noorwegen een bedrag van 120000 EUR voor de installatie van CCN/CSI.

V. Vóór 31 januari 2001 jaar verrekent de Commissie de installatiekosten op basis van de reeds betaalde som en de werkelijke kosten die ten laste van Noorwegen komen volgens de specifieke overeenkomst die de Commissie daartoe met de subcontractant heeft gesloten, en verstrekt zij Noorwegen een rekeningstaat. De definitieve betaling van het saldo vindt 30 dagen na de verstrekking van de rekeningstaat plaats.

VI. Uiterlijk op 1 september 2000 betaalt Noorwegen een bedrag van 48000 EUR voor de exploitatiekosten van het netwerk in 2000.

VII. Vanaf 2001 betaalt Noorwegen ieder jaar op 15 mei een vast bedrag voor de jaarlijkse kosten van het gebruik door Noorwegen van het netwerk. De Commissie deelt Noorwegen ieder jaar vóór 31 juli mede hoeveel het vaste bedrag voor het volgende jaar bedraagt. Het vaste bedrag voor het jaar 2001 bedraagt 96000 EUR.

VIII. Jaarlijks verrekent de Commissie vóór 31 januari de jaarlijkse kosten voor de exploitatie van het netwerk op basis van de reeds betaalde som en de werkelijke kosten die ten laste van Noorwegen komen en verstrekt zij Noorwegen een rekeningstaat. De Commissie berekent de werkelijke kosten op basis van haar relatie met de subcontractant, die volgens de geldende aanbestedingsregels wordt gekozen. De definitieve betaling van het saldo vindt 30 dagen na de verstrekking van de rekeningstaat plaats. Het totale door Noorwegen te betalen bedrag overschrijdt het reeds betaalde jaarlijkse vaste bedrag in geen geval met meer dan 20 %.

IX. Noorwegen wordt op dezelfde wijze als de lidstaten van de Europese Unie op de hoogte gehouden van de geraamde ontwikkeling van deze kosten, alsmede van de belangrijkste aspecten van de ontwikkeling van CNN/CSI die van invloed kunnen zijn op die kosten.

X. Uiterlijk op 1 september 2000 stort Noorwegen een deposito van 40000 EUR voor onvoorziene uitgaven en ontwikkeling. De Commissie verstrekt Noorwegen een rekeningstaat met een specificatie van de kosten die ten laste van dat deposito komen. Elk jaar vult Noorwegen het deposito uiterlijk op 15 mei aan door storting van een bedrag dat overeenstemt met het bedrag dat in het voorgaande jaar daadwerkelijk voor onvoorziene uitgaven en ontwikkeling is uitgegeven.

XI. Alle betalingen worden overgemaakt aan de Commissie. Tenzij anders overeengekomen, worden deze betalingen gebaseerd op een door de Commissie verstrekte kostenstaat, waarin de kosten voor de verschillende diensten en de levering van apparatuur en programmatuur zijn gespecificeerd. Betaling dient binnen 60 dagen te geschieden.

XII. Deze overeenkomst blijft van kracht zolang beide partijen partij zijn bij de overeenkomst van 20 mei 1987 betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer. Beide partijen behouden zich echter de mogelijkheid voor de overeenkomst met wederzijdse instemming te wijzigen.

XIII. Wanneer Noorwegen de in de punten IV, V, VI, VII, VIII en X bedoelde bedragen niet heeft betaald op de in deze punten genoemde datum, is de Europese Unie gerechtigd over het achterstallige bedrag rente te berekenen (volgens het tarief dat door de Europese Centrale Bank op de vervaldag wordt toegepast voor transacties in euro zoals gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen, reeks C, verhoogd met 1,5 percentpunt). Ditzelfde tarief is van toepassing op betalingen die door de Gemeenschap verschuldigd zijn.

Ik moge u verzoeken mij te bevestigen dat Noorwegen met het bovenstaande instemt.".

Ik heb de eer te bevestigen dat Noorwegen met de inhoud van deze brief instemt.

Hoogachtend,

Voor de regering van Noorwegen

Top