EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 02005R0184-20200201

Consolidated text: Verordening (EG) nr. 184/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 12 januari 2005 betreffende de communautaire statistiek inzake de betalingsbalans, de internationale handel in diensten en buitenlandse directe investeringen

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2005/184/2020-02-01

02005R0184 — NL — 01.02.2020 — 007.001


Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

►B

VERORDENING (EG) Nr. 184/2005 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 12 januari 2005

betreffende de communautaire statistiek inzake de betalingsbalans, de internationale handel in diensten en buitenlandse directe investeringen

(PB L 035 van 8.2.2005, blz. 23)

Gewijzigd bij:

 

 

Publicatieblad

  nr.

blz.

datum

 M1

VERORDENING (EG) Nr. 602/2006 VAN DE COMMISSIE van 18 april 2006

  L 106

10

19.4.2006

 M2

VERORDENING (EG) Nr. 1137/2008 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 22 oktober 2008

  L 311

1

21.11.2008

 M3

VERORDENING (EG) Nr. 707/2009 VAN DE COMMISSIE van 5 augustus 2009

  L 204

3

6.8.2009

►M4

VERORDENING (EU) Nr. 555/2012 VAN DE COMMISSIE van 22 juni 2012

  L 166

22

27.6.2012

 M5

Gewijzigd bij: VERORDENING (EU) Nr. 519/2013 VAN DE COMMISSIE van 21 februari 2013

  L 158

74

10.6.2013

►M6

VERORDENING (EU) 2016/1013 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 8 juni 2016

  L 171

144

29.6.2016

►M7

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2019/505 VAN DE COMMISSIE van 19 december 2018

  L 85

1

27.3.2019




▼B

VERORDENING (EG) Nr. 184/2005 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 12 januari 2005

betreffende de communautaire statistiek inzake de betalingsbalans, de internationale handel in diensten en buitenlandse directe investeringen



Artikel 1

Onderwerp

Deze verordening stelt een gemeenschappelijk kader vast voor de systematische productie van communautaire statistieken over de betalingsbalans, de internationale handel in diensten en buitenlandse directe investeringen.

Artikel 2

Indiening van de gegevens

1.  De lidstaten dienen bij de Commissie (Eurostat) gegevens in over de betalingsbalans, de internationale handel in diensten en buitenlandse directe investeringen overeenkomstig bijlage I. De gegevens beantwoorden aan de definities in bijlage II.

2.  De lidstaten dienen de gegevens in bij de Commissie (Eurostat) volgens de in bijlage I genoemde termijnen.

▼M6

3.  De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 10 gedelegeerde handelingen vast te stellen wanneer ingevolge economische of technische veranderingen de niveaus geografische uitsplitsing, indeling van institutionele sectoren en uitsplitsing naar economische activiteit, bedoeld in de tabellen 6, 7 en 8 van bijlage I, moeten worden geactualiseerd, mits dergelijke actualisering geen invloed heeft op de rapportagelast, noch het geldende onderliggende conceptuele kader wijzigen.

De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 10 gedelegeerde handelingen vast te stellen wanneer bepaalde vereisten voor gegevensstromen als bedoeld in bijlage I moeten worden geschrapt of verminderd, op voorwaarde dat deze schrapping of vermindering de kwaliteit van de in overeenstemming met deze verordening geproduceerde statistieken niet vermindert.

Bij de uitoefening van deze bevoegdheden ziet de Commissie erop toe dat de gedelegeerde handelingen voor de lidstaten of de respondenten geen aanzienlijke bijkomende belasting meebrengen.

Voorts geeft de Commissie een behoorlijke motivering voor de in deze gedelegeerde handelingen beoogde acties, in voorkomend geval vanuit de optiek van kostenefficiëntie, daaronder begrepen de lasten voor de respondenten en de productiekosten overeenkomstig artikel 14, lid 3, van Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad ( 1 ).

▼B

Artikel 3

Gegevensbronnen

1.  De lidstaten verzamelen de krachtens deze verordening vereiste informatie onder gebruikmaking van alle bronnen die zij relevant en passend achten. Hieronder kunnen ook administratieve bronnen vallen, zoals bedrijfsregisters.

2.  Informatieplichtige natuurlijke en rechtspersonen leven bij de indiening van gegevens de tijdslimieten en definities na die zijn vastgesteld door de nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor de verzameling van de gegevens in de lidstaten overeenkomstig deze verordening.

3.  Wanneer de vereiste gegevens niet tegen redelijke kosten kunnen worden verzameld, mogen optimale schattingen worden toegezonden (inclusief nulwaarden).

▼M6

Artikel 4

Kwaliteitscriteria en rapporten

1.  Voor de toepassing van deze verordening zijn de kwaliteitscriteria van artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad van toepassing op de overeenkomstig artikel 5 van deze verordening toe te zenden gegevens.

2.  De lidstaten verstrekken de Commissie (Eurostat) een rapport over de kwaliteit van de toegezonden gegevens („kwaliteitsrapport”).

3.  Bij de toepassing van de in lid 1 bedoelde kwaliteitscriteria op de onder deze verordening vallende gegevens worden de modaliteiten, de opbouw en de frequentie van de kwaliteitsrapporten door de Commissie door middel van uitvoeringshandelingen bepaald. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 11, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

4.  De Commissie (Eurostat) beoordeelt, met de bijstand van het in artikel 11, lid 1, bedoelde Comité voor het Europees statistisch systeem, de kwaliteit van de toegezonden gegevens op basis van een adequate analyse van de kwaliteitsrapporten en stelt een verslag over de kwaliteit van de onder deze verordening vallende Europese statistiek op en maakt dat verslag bekend. Dat verslag wordt ter informatie voorgelegd aan het Europees Parlement en aan de Raad.

5.  De lidstaten delen de Commissie (Eurostat) alle belangrijke methodologische of andere soorten veranderingen mee die de toegezonden gegevens kunnen beïnvloeden, en wel uiterlijk drie maanden nadat dergelijke veranderingen van toepassing zijn geworden. De Commissie stelt het Europees Parlement en de overige lidstaten van dergelijke mededelingen in kennis.

Artikel 5

Gegevensstromen

1.  De te produceren statistieken worden voor toezending aan de Commissie (Eurostat) gegroepeerd overeenkomstig de volgende gegevensstromen:

a) 

maandstatistieken betalingsbalans;

b) 

kwartaalstatistieken betalingsbalans;

c) 

internationale handel in diensten;

d) 

BDI-stromen;

e) 

BDI-posities.

2.  De Commissie (Eurostat) en de lidstaten ontwikkelen in samenwerking met de betrokken internationale partners de passende methodologie voor het opstellen van BDI-statistieken die in aanvulling op het rechtstreekse-tegenpartijbeginsel (immediate counterpart principle) steunen op het concept van uiteindelijk eigenaar en BDI-statistieken waarin het onderscheid gemaakt wordt tussen transacties betreffende greenfield-BDI en overnames.

3.  Uiterlijk op 20 juli 2018 stelt de Commissie (Eurostat) door de lidstaten uit te voeren pilotstudies in met betrekking tot jaarlijkse BDI-statistieken die steunen op het concept van uiteindelijk eigenaar en BDI-statistieken waarin het onderscheid gemaakt wordt tussen transacties betreffende greenfield-BDI en overnames. Doel van die studies is de voorwaarden, inclusief het vereiste methodologisch kader, voor het invoeren van deze nieuwe gegevensverzamelingen inzake jaarlijkse BDI-statistieken te bepalen, de kosten van de betrokken gegevensverzamelingen en van de inherente kwaliteit van de statistieken te beoordelen en ervoor te zorgen dat de vergelijkbaarheid tussen landen kan worden beoordeeld.

4.  Om de uitvoering van de in lid 3 bedoelde studies te vergemakkelijken kan de Unie de lidstaten financiële steun in de vorm van subsidies verstrekken in overeenstemming met Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad ( 2 ).

5.  Uiterlijk op 20 juli 2019 stelt de Commissie (Eurostat) een verslag op over de resultaten van de in lid 3 bedoelde studies. Dit verslag wordt doorgestuurd aan het Europees Parlement en de Raad, en behelst in voorkomend geval de resterende voorwaarden waaraan moet worden voldaan met het oog op het ontwikkelen van de in lid 2 bedoelde methodologie.

6.  De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 10 gedelegeerde handelingen vast te stellen om de in lid 5 van dit artikel vermelde verslagleggingstermijn met twaalf maanden te verlengen indien in de beoordeling door de Commissie van de in dat lid bedoelde pilotstudies wordt gesteld dat het vaststellen van de resterende voorwaarden passend is.

Bij de uitoefening van deze bevoegdheden ziet de Commissie erop toe dat de gedelegeerde handelingen voor de lidstaten of de respondenten geen aanzienlijke bijkomende belasting meebrengen.

Voorts geeft de Commissie een behoorlijke motivering voor de in deze gedelegeerde handelingen beoogde acties, in voorkomend geval vanuit de optiek van kostenefficiëntie, daaronder begrepen de lasten voor de respondenten en de productiekosten overeenkomstig artikel 14, lid 3, van Verordening (EG) nr. 223/2009.

7.  Uiterlijk twaalf maanden na de datum van het uitbrengen van het in lid 5 bedoelde verslag dient de Commissie waar passend, met name naargelang van haar beoordeling van de resultaten van de in lid 3 bedoelde pilotstudies, een voorstel in tot wijziging van deze verordening ter omschrijving van de methodologische en de gegevensvereisten voor jaarlijkse BDI-statistieken die steunen op het concept van uiteindelijk eigenaar en voor jaarlijkse BDI-statistieken waarin het onderscheid wordt gemaakt tussen transacties betreffende greenfield-BDI en overnames.

▼B

Artikel 6

Referentieperiode en frequentie

De lidstaten stellen de gegevensstromen samen volgens de relevante eerste referentieperiode en de frequentie zoals gespecificeerd in bijlage I.

Artikel 7

Toezending van de gegevens

De lidstaten zenden aan de Commissie (Eurostat) de krachtens deze verordening vereiste gegevens toe volgens een formaat en een procedure die door de Commissie worden bepaald volgens de in artikel 11, lid 2, bedoelde procedure.

Artikel 8

Toezending en uitwisseling van vertrouwelijke gegevens

1.  Niettegenstaande het bepaalde in artikel 5, lid 4, van Verordening (Euratom, EEG) nr. 1588/90 kan de verzending van vertrouwelijke gegevens tussen Eurostat en de ECB plaatsvinden in de mate waarin zij noodzakelijk is om de samenhang te waarborgen tussen de betalingsbalanscijfers van de Europese Unie en die van het economisch grondgebied van de lidstaten die de eenheidsmunt hebben aangenomen.

2.  Lid 1 is van toepassing op voorwaarde dat de ECB ter dege rekening houdt met de beginselen van artikel 10 van Verordening (EG) nr. 322/97 en de voorwaarden van artikel 14 van die verordening in acht neemt.

3.  De uitwisseling tussen lidstaten van vertrouwelijke gegevens in de zin van artikel 13 van Verordening (EG) nr. 322/97 is toegestaan wanneer deze uitwisseling noodzakelijk is om de kwaliteit van de betalingsbalanscijfers van de Europese Unie te vrijwaren.

De lidstaten die vertrouwelijke gegevens van andere lidstaten ontvangen, behandelen die informatie vertrouwelijk.

▼M6

Artikel 9

Verspreiding

1.  De Commissie (Eurostat) verspreidt de krachtens deze verordening geproduceerde Europese statistieken met een gelijkaardige frequentie als gespecificeerd in bijlage I. Deze statistieken worden beschikbaar gesteld via de website van de Commissie (Eurostat).

2.  In overeenstemming met artikel 18 van Verordening (EG) nr. 223/2009 dragen de lidstaten en de Commissie (Eurostat), onverminderd de statistische geheimhouding, zorg voor het verspreiden van gegevens en metagegevens, zoals vereist bij deze verordening, alsmede voor de exacte methodologie die voor het opstellen ervan is gebruikt.

Artikel 10

Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

1.  De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.

2.  De in artikel 2, lid 3, en artikel 5, lid 6, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor een termijn van vijf jaar met ingang van 19 juli 2016. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden vóór het einde van de termijn van vijf jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden vóór het einde van elke termijn tegen deze verlenging verzet.

3.  Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 2, lid 3, en artikel 5, lid 6, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

4.  Vóór de vaststelling van een gedelegeerde handeling raadpleegt de Commissie de door elke lidstaat aangewezen deskundigen overeenkomstig de beginselen die zijn neergelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven ( 3 ).

5.  Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en aan de Raad.

6.  Een overeenkomstig artikel 2, lid 3, en artikel 5, lid 6, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van drie maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad vóór het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of van de Raad met drie maanden verlengd.

Artikel 11

Comitéprocedure

1.  De Commissie wordt bijgestaan door het bij Verordening (EG) nr. 223/2009 opgericht Comité voor het Europees statistisch systeem. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad ( 4 ).

2.  Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

Artikel 12

Uitvoeringsverslagen

Uiterlijk op 28 februari 2018, en vervolgens om de vijf jaar, dient de Commissie bij het Europees Parlement en bij de Raad een verslag over de uitvoering van deze verordening in.

Dit verslag bevat met name:

a) 

een evaluatie van de kwaliteit van de gegevens over de betalingsbalans, de internationale handel in diensten en BDI;

b) 

een beoordeling van de baten van de geproduceerde statistieken voor de Unie, de lidstaten en de verstrekkers en gebruikers van statistische gegevens, in verhouding tot de kosten;

c) 

de vermelding op welke gebieden verbeteringen en aanpassingen mogelijk zijn die in het licht van de verkregen resultaten nodig worden geacht.

▼M6

Artikel 12 bis

Samenwerking met andere comités

Voor alle aangelegenheden die onder de bevoegdheid vallen van het Comité voor monetaire, financiële en betalingsbalansstatistiek, dat is opgericht bij Besluit 2006/856/EG van de Raad ( 5 ), vraagt de Commissie dat comité om advies in overeenstemming met dat besluit.

▼B

Artikel 13

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

▼M4




BIJLAGE I



Tabel 1

Maandelijkse betalingsbalans

 

Ontvangsten

Uitgaven

Saldo

1.  Lopende rekening

Goederen

Geo 3

Geo 3

 

Diensten

Geo 3

Geo 3

 

Primair inkomen

Beloning van werknemers

Geo 3

Geo 3

 

Inkomen uit financiële activa en passiva

 

 

 

Directe investeringen

 

 

 

Deelnemingen

Geo 3

Geo 3

 

waarvan: Door ingezeten sector ingehouden winsten (Sec 1)

Geo 2 (1)

Geo 2 (1)

 

Schuldinstrumenten

Geo 3

Geo 3

 

Beleggingen in effecten

 

 

 

Aandelen en participaties in beleggingsfondsen

Geo 3

Geo 1

 

Schuldbewijzen

Geo 3

Geo 1

 

Overige financiële activa en passiva

Geo 3

Geo 3

 

waarvan: Rente

Geo 2 (1)

Geo 2 (1)

 

Reserves

Geo 3

Geo 3

 

waarvan: Rente

Geo 2 (1)

Geo 2 (1)

 

Overig primair inkomen

Geo 3

Geo 3

 

Secundair inkomen

Geo 3

Geo 3

 

2.  Kapitaalrekening

Kapitaalrekening

Geo 3

Geo 3

 

 

Nettoaankoop van financiële activa

Nettoaangaan van verplichtingen

Netto

3.  Financiële rekening

Directe investeringen

Deelnemingen naar ingezeten sector (Sec 1)

Geo 2 (1)

Geo 2 (1)

 

Schuldinstrumenten naar ingezeten sector (Sec 1)

Geo 2 (1)

Geo 2 (1)

 

Beleggingen in effecten

Aandelen en participaties in beleggingsfondsen

 

 

 

Naar ingezeten sector (Sec 1)

Geo 2 (1)

Geo 1 (1)

 

Naar sector van tegenpartij-emittent (Sec 1)

Geo 2 (1)

 

 

Schuldbewijzen

 

 

 

Kortlopend

 

 

 

Naar ingezeten sector (Sec 1)

Geo 2 (1)

Geo 1 (1)

 

Naar sector van tegenpartij-emittent (Sec 1)

Geo 2 (1)

 

 

Langlopend

 

 

 

Naar ingezeten sector (Sec 1)

Geo 2 (1)

Geo 1 (1)

 

Naar sector van tegenpartij-emittent (Sec 1)

Geo 2 (1)

 

 

Financiële derivaten (m.u.v. reserves) en aandelenopties voor werknemers

 

 

Geo 2 (1)

Overige financiële activa en passiva

Naar ingezeten sector (Sec 1)

Geo 2 (1)

Geo 2 (1)

 

waarvan: Chartaal geld en deposito’s

Geo 2 (1)

Geo 2 (1)

 

Reserves

Monetair goud

 

 

 

Ongemunt goud

Geo 1 (1)

 

 

Rekeningen van niet-toegewezen goud

Geo 1 (1)

 

 

Bijzondere trekkingsrechten (SDR's)

Geo 1 (1)

 

 

Reservepositie bij het Internationaal Monetair Fonds (IMF)

Geo 1 (1)

 

 

Overige reserves

 

 

 

Chartaal geld en deposito’s

 

 

 

Vorderingen op monetaire autoriteiten, het IMF en de Bank voor Internationale Betalingen (BIB)

Geo 1 (1)

 

 

Vorderingen op overige entiteiten (banken)

Geo 1 (1)

 

 

Effecten

 

 

 

Schuldbewijzen

 

 

 

Kortlopend

Geo 1 (1)

 

 

Langlopend

Geo 1 (1)

 

 

Aandelen en participaties in beleggingsfondsen

Geo 1 (1)

 

 

Financiële derivaten (netto)

Geo 1 (1)

 

 

Overige vorderingen

Geo 1 (1)

 

 

(1)   Niet verplicht voor lidstaten die niet aan de monetaire unie deelnemen.

Tabel 2

Kwartaalgegevens betalingsbalans en internationale investeringspositie

▼M6

Frequentie : driemaandelijks

Eerste referentieperiode : eerste kwartaal 2014

Termijn : T + 85 van 2014 tot en met 2016; T + 82 vanaf 2017  (7) 

▼M4



 

Ontvangsten

Uitgaven

Saldo

A.  Lopende rekening

Goederen

Geo 4

Geo 4

 

Algemene goederenhandel op betalingsbalansbasis

Geo 3

Geo 3

 

Netto-uitvoer van goederen in het kader van driehoekshandel

Geo 3

 

 

Goederen aangekocht in het kader van driehoekshandel (negatieve ontvangsten)

Geo 3

 

 

Goederen verkocht in het kader van driehoekshandel

Geo 3

 

 

Niet-monetair goud

Geo 3

Geo 3

 

Aanpassing in verband met quasi-doorvoer / branding

Geo 4

Geo 4

 

Diensten

Geo 4

Geo 4

 

Veredeling van fysieke input die eigendom is van derden

Geo 4

Geo 4

 

Onderhoud en reparatie, niet elders genoemd (n.e.g.)

Geo 4

Geo 4

 

Vervoer

Geo 4

Geo 4

 

Reisverkeer

Geo 4

Geo 4

 

Bouwdiensten

Geo 4

Geo 4

 

Verzekerings- en pensioendiensten

Geo 4

Geo 4

 

Financiële diensten

Geo 4

Geo 4

 

Expliciet in rekening gebrachte en overige financiële diensten

Geo 3

Geo 3

 

Indirect gemeten diensten van financiële intermediairs (IGDFI)

Geo 3

Geo 3

 

Vergoedingen voor het gebruik van intellectueel eigendom, niet elders genoemd

Geo 4

Geo 4

 

Telecommunicatie-, computer- en informatiediensten

Geo 4

Geo 4

 

Overige zakelijke diensten

Geo 4

Geo 4

 

Onderzoek en ontwikkeling

Geo 3

Geo 3

 

Professionele en managementadviesdiensten

Geo 3

Geo 3

 

Technische, aan de handel gerelateerde en overige zakelijke diensten

Geo 3

Geo 3

 

Persoonlijke, culturele en recreatieve diensten

Geo 4

Geo 4

 

Overheidsgoederen en -diensten, niet elders genoemd

Geo 4

Geo 4

 

Primair inkomen

Beloning van werknemers

Geo 4

Geo 4

 

Inkomen uit financiële activa en passiva

Inkomen uit directe investeringen

Deelnemingen

Geo 4

Geo 4

 

Dividenden en inkomen onttrokken aan quasi-vennootschappen

 

 

 

In directe investeringsondernemingen

Geo 3

Geo 3

 

In directe investeerder (tegengestelde investering)

Geo 3

Geo 3

 

Tussen zusterondernemingen

Geo 3

Geo 3

 

Naar ingezeten sector (Sec 2)

Geo 2 (1)

Geo 2 (1)

 

Ingehouden winsten

Geo 4

Geo 4

 

Naar ingezeten sector (Sec 2)

Geo 2 (1)

Geo 2 (1)

 

Schuldinstrumenten

Geo 4

Geo 4

 

In directe investetingsondernemingen

Geo 3

Geo 3

 

In directe investeerder (tegengestelde investering)

Geo 3

Geo 3

 

Tussen zusterondernemingen

Geo 3

Geo 3

 

waarvan: Rente

 

 

 

Naar ingezeten sector (Sec 2)

Geo 2 (1)

Geo 2 (1)

 

Inkomen uit beleggingen in effecten

Aandelen en participaties in beleggingsfondsen

Geo 4

Geo 1

 

Aandelen

 

 

 

Dividenden

 

 

 

Naar ingezeten sector (Sec 2)

Geo 3

Geo 1 (4)

 

Naar sector van tegenpartij-emittent (Sec 2)

Geo 2 (1)

 

 

Participaties in beleggingsfondsen

 

 

 

Dividenden

 

 

 

Naar ingezeten sector (Sec 2)

Geo 3

Geo 1 (4)

 

Naar sector van tegenpartij-emittent (Sec 2)

Geo 2 (1)

 

 

Ingehouden winsten

 

 

 

Naar ingezeten sector (Sec 2)

Geo 3

Geo 1 (4)

 

Naar sector van tegenpartij-emittent (Sec 2)

Geo 2 (1)

 

 

Schuldbewijzen

 

 

 

Kortlopend

Geo 4

Geo 1

 

Rente

 

 

 

Naar ingezeten sector (Sec 2)

Geo 3

Geo 1 (4)

 

Naar sector van tegenpartij-emittent (Sec 2)

Geo 2 (1)

 

 

Langlopend

Geo 4

Geo 1

 

Rente

 

 

 

Naar ingezeten sector (Sec 2)

Geo 3

Geo 1 (4)

 

Naar sector van tegenpartij-emittent (Sec 2)

Geo 2 (1)

 

 

Inkomen uit overige financiële activa en passiva

Geo 4

Geo 4

 

Inkomen onttrokken aan quasivennootschappen

Geo 3

Geo 3

 

Rente

Geo 3

Geo 3

 

Naar ingezeten sector (Sec 2)

Geo 2 (1)

Geo 2 (1)

 

waarvan: Rente op bijzondere trekkingsrechten (SDR's)

 

Geo 1

 

waarvan: Rente vóór FISIM

Geo 3

Geo 3

 

Naar ingezeten sector (Sec 2)

Geo 2 (1)

Geo 2 (1)

 

Inkomen uit vermogen toe te rekenen aan polishouders in verzekerings-, pensioen- en standaardgarantieregelingen

Geo 3

Geo 3

 

Naar ingezeten sector (Sec 2)

Geo 2 (1)

Geo 2 (1)

 

Inkomen uit reserves

Geo 3

 

 

waarvan: Rente

Geo 3

 

 

Overig primair inkomen

Geo 4

Geo 4

 

Overheid

Geo 3

Geo 3

 

Belasting op productie en invoer

Instellingen van de Unie

Instellingen van de Unie

 

Productgebonden belastingen

Instellingen van de Unie

Instellingen van de Unie

 

Niet-productgebonden belastingen op productie

Instellingen van de Unie

Instellingen van de Unie

 

Subsidies

Instellingen van de Unie

Instellingen van de Unie

 

Productgebonden subsidies

Instellingen van de Unie

Instellingen van de Unie

 

Niet-productgebonden subsidies

Instellingen van de Unie

Instellingen van de Unie

 

Inkomen uit grond en minerale reserves

Geo 3

Geo 3

 

Overige sectoren

Geo 3

Geo 3

 

Belasting op productie en invoer

Instellingen van de Unie

Instellingen van de Unie

 

Productgebonden belastingen

Instellingen van de Unie

Instellingen van de Unie

 

Niet-productgebonden belastingen op productie

Instellingen van de Unie

Instellingen van de Unie

 

Subsidies

Instellingen van de Unie

Instellingen van de Unie

 

Productgebonden subsidies

Instellingen van de Unie

Instellingen van de Unie

 

Niet-productgebonden subsidies

Instellingen van de Unie

Instellingen van de Unie

 

Inkomen uit grond en minerale reserves

Geo 3

Geo 3

 

Secundair inkomen

Geo 4

Geo 4

 

Overheid

Geo 3

Geo 3

 

Belastingen op inkomen, vermogen enz.

Geo 3

Geo 3

 

Sociale premies

Geo 3

Geo 3

 

Sociale uitkeringen

Geo 3

Geo 3

 

Inkomensoverdrachten i.v.m. internationale samenwerking (D74)

Geo 3

Geo 3

 

waarvan: Jegens de instellingen van de Unie (m.u.v. de ECB)

Instellingen van de Unie

Instellingen van de Unie

 

Overige inkomensoverdrachten, n.e.g. (D75)

Geo 3

Geo 3

 

Eigen middelen van de Unie uit belasting over de toegevoegde waarde en bruto nationaal inkomen (D76)

Instellingen van de Unie

Instellingen van de Unie

 

Overige sectoren

Geo 3

Geo 3

 

Belastingen op inkomen, vermogen enz.

Geo 3

Geo 3

 

Sociale premies

Geo 3

Geo 3

 

Sociale uitkeringen

Geo 3

Geo 3

 

Premies schadeverzekering (netto)

Geo 3

Geo 3

 

Uitkeringen schadeverzekering

Geo 3

Geo 3

 

Overige inkomensoverdrachten, n.e.g. (D75)

Geo 3

Geo 3

 

waarvan: Persoonlijke overdrachten (tussen ingezeten en niet-ingezeten huishoudens)

Geo 3

Geo 3

 

waarvan: Overmakingen door werkzame personen

Geo 4

Geo 4

 

Correctie voor mutaties in pensioenrechten

Geo 3

Geo 3

 

B.  Kapitaalrekening

Kapitaalrekening

Geo 4

Geo 4

 

Aankopen en verkopen van niet-geproduceerde niet-financiële activa (bruto)

Geo 3

Geo 3

 

Kapitaaloverdrachten

Geo 3

Geo 3

 

Algemene overheid

Geo 3

Geo 3

 

Vermogensheffingen

Geo 3

Geo 3

 

Investeringsbijdragen

Geo 3

Geo 3

 

Overige kapitaaloverdrachten

Geo 3

Geo 3

 

waarvan: Schuldkwijtschelding

Geo 3

Geo 3

 

Overige sectoren

Geo 3

Geo 3

 

Vermogensheffingen

Geo 3

Geo 3

 

Investeringsbijdragen

Geo 3

Geo 3

 

Overige kapitaaloverdrachten

Geo 3

Geo 3

 

waarvan: Schuldkwijtschelding

Geo 3

Geo 3

 



 

Mutaties in financiële activa

Mutaties in passiva

Netto

C.  Financiële rekening

Financiële rekening

Geo 1

Geo 1

 

Directe investeringen

Geo 4

Geo 4

 

Deelnemingen

Geo 4

Geo 4

 

Deelnemingen m.u.v. ingehouden winsten

 

 

 

In directe investeringsondernemingen

Geo 3

Geo 3

 

In directe investeerder (tegengestelde investering)

Geo 3

Geo 3

 

Tussen zusterondernemingen

Geo 3

Geo 3

 

Naar ingezeten sector (Sec 2)

Geo 2 (1)

Geo 2 (1)

 

Beursgenoteerd

Geo 2 (1)

Geo 2 (1)

 

Niet-beursgenoteerd

Geo 2 (1)

Geo 2 (1)

 

Overige (bv. onroerend goed)

Geo 2 (1)

Geo 2 (1)

 

Ingehouden winsten

Geo 4

Geo 4

 

Naar ingezeten sector (Sec 2)

Geo 2 (1)

Geo 2 (1)

 

Schuldinstrumenten

Geo 4

Geo 4

 

In directe investeringsondernemingen

Geo 3

Geo 3

 

In directe investeerder (tegengestelde investering)

Geo 3

Geo 3

 

Tussen zusterondernemingen

Geo 3

Geo 3

 

Naar ingezeten sector (Sec 2)

Geo 2 (1)

Geo 2 (1)

 

Beleggingen in effecten

Geo 4

Geo 1

 

Aandelen en participaties in beleggingsfondsen

Geo 4

Geo 1

 

Aandelen

 

 

 

Naar ingezeten sector (Sec 2)

Geo 3

Geo 1 (4)

 

Beursgenoteerd

Geo 2 (1)

Geo 1 (1)

 

Niet-beursgenoteerd

Geo 2 (1)

Geo 1 (1)

 

Naar sector van tegenpartij-emittent (Sec 2)

 

 

 

Beursgenoteerd

Geo 2 (1)

 

 

Niet-beursgenoteerd

Geo 2 (1)

 

 

Participaties in beleggingsfondsen

 

 

 

Naar ingezeten sector (Sec 2)

Geo 3

Geo 1 (4)

 

waarvan: Ingehouden winsten

Geo 3

Geo 1 (4)

 

Naar sector van tegenpartij-emittent (Sec 2)

Geo 2 (1)

 

 

waarvan: Ingehouden winsten

Geo 2 (1)

 

 

Schuldbewijzen

 

 

 

Kortlopend

Geo 4

Geo 1

 

Naar ingezeten sector (Sec 2)

Geo 3

Geo 1 (4)

 

Naar sector van tegenpartij-emittent (Sec 2)

Geo 2 (1)

 

 

Langlopend

Geo 4

Geo 1

 

Naar ingezeten sector (Sec 2)

Geo 3

Geo 1 (4)

 

Naar sector van tegenpartij-emittent (Sec 2)

Geo 2 (1)

 

 

Financiële derivaten (m.u.v. reserves) en aandelenopties voor werknemers

Naar ingezeten sector (Sec 2)

 

 

Geo 3

Overige financiële activa en passiva

Geo 4

Geo 4

 

Naar ingezeten sector (Sec 1)

Geo 4

Geo 4

 

Overige deelnemingen

Geo 3

Geo 3

 

Chartaal geld en deposito’s

 

 

 

Naar ingezeten sector (Sec 2)

 

 

 

Kortlopend

Geo 3

Geo 3

 

Langlopend

Geo 3

Geo 3

 

Leningen

 

 

 

Naar ingezeten sector (Sec 2)

 

 

 

Kortlopend

Geo 3, IMF

Geo 3, IMF

 

Langlopend

Geo 3, IMF

Geo 3, IMF

 

Verzekerings-, pensioen- en standaardgarantieregelingen

 

 

 

Naar ingezeten sector (Sec 2)

Geo 3

Geo 3

 

Handelskredieten

 

 

 

Naar ingezeten sector (Sec 2)

 

 

 

Kortlopend

Geo 3

Geo 3

 

Langlopend

Geo 3

Geo 3

 

Overige nog te ontvangen/betalen bedragen

 

 

 

Naar ingezeten sector (Sec 2)

 

 

 

Kortlopend

Geo 3

Geo 3

 

Langlopend

Geo 3

Geo 3

 

Bijzondere trekkingsrechten

 

Geo 1

 

Reserves

Geo 3

 

 

D.  Saldi

Saldi betreffende goederen en diensten

 

 

Geo 4

Saldo van lopende rekening

 

 

Geo 1

Vorderingenoverschot (+) / -tekort (–) (saldo van lopende en kapitaalrekening)

 

 

Geo 1

Vorderingenoverschot (+) / -tekort (–) (van financiële rekening)

 

 

Geo 1

Netto fouten en omissies

 

 

Geo 1



 

Activa

Passiva

 

Posities

Herwaarderingen ten gevolge van wisselkoerswijzigingen

Herwaarderingen ten gevolge van andere prijswijzigingen

Posities

Herwaarderingen ten gevolge van wisselkoerswijzigingen

Herwaarderingen ten gevolge van andere prijswijzigingen

E.  Internationale investeringspositie

Financiële rekening

Geo 1

 

 

Geo 1

 

 

Directe investeringen

Geo 4 (3)

 

 

Geo 4 (3)

 

 

Deelnemingen

Geo 4 (1)

Geo 2 (1)

Geo 2 (1)

Geo 4 (1)

Geo 2 (1)

Geo 2 (1)

In directe investeringsondernemingen

Geo 2 (1)

 

 

Geo 2 (1)

 

 

In directe investeerder (tegengestelde investering)

Geo 2 (1)

 

 

Geo 2 (1)

 

 

Tussen zusterondernemingen

Geo 2 (1)

 

 

Geo 2 (1)

 

 

Naar ingezeten sector (Sec 2)

Geo 2 (1)

 

 

Geo 2 (1)

 

 

Beursgenoteerd

Geo 2 (1)

 

 

Geo 2 (1)

 

 

Niet-beursgenoteerd

Geo 2 (1)

 

 

Geo 2 (1)

 

 

Overige (bv. onroerend goed)

Geo 2 (1)

 

 

Geo 2 (1)

 

 

Schuldinstrumenten

Geo 4 (3)

Geo 2 (1)

Geo 2 (1)

Geo 4 (3)

Geo 2 (1)

Geo 2 (1)

In directe investeringsondernemingen

Geo 2 (1)

 

 

Geo 2 (1)

 

 

In directe investeerder (tegengestelde investering)

Geo 2 (1)

 

 

Geo 2 (1)

 

 

Tussen zusterondernemingen

Geo 2 (1)

 

 

Geo 2 (1)

 

 

Naar ingezeten sector (Sec 2)

Geo 2 (1)

 

 

Geo 2 (1)

 

 

Beleggingen in effecten

Geo 4 (3)

 

 

Geo 1

 

 

Aandelen en participaties in beleggingsfondsen

Geo 4 (3)

 

 

Geo 1

 

 

Aandelen

 

 

 

 

 

 

Naar ingezeten sector (Sec 2)

Geo 3 (3)

 

 

Geo 1 (4)

 

 

Beursgenoteerd

Geo 2 (1)

Geo 2 (1)

Geo 2 (1)

Geo 1 (1)

Geo 1 (1)

Geo 1 (1)

Niet-beursgenoteerd

Geo 2 (1)

Geo 2 (1)

Geo 2 (1)

Geo 1 (1)

Geo 1 (1)

Geo 1 (1)

Naar sector van tegenpartij-emittent (Sec 2)

 

 

 

 

 

 

Beursgenoteerd

Geo 2 (1)

Geo 2 (1)

Geo 2 (1)

 

 

 

Niet-beursgenoteerd

Geo 2 (1)

Geo 2 (1)

Geo 2 (1)

 

 

 

Participaties in beleggingsfondsen

 

 

 

 

 

 

Naar ingezeten sector (Sec 2)

Geo 2 (1)

Geo 2 (1)

Geo 2 (1)

Geo 1 (1)

Geo 1 (1)

Geo 1 (1)

Naar sector van tegenpartij-emittent (Sec 2)

Geo 2 (1)

Geo 2 (1)

Geo 2 (1)

 

 

 

Schuldbewijzen

 

 

 

 

 

 

Kortlopend

Geo 4 (3)

 

 

Geo 1

 

 

Naar ingezeten sector (Sec 2)

Geo 3 (3)

Geo 2 (1)

Geo 2 (1)

Geo 1 (4)

Geo 1 (1)

Geo 1 (1)

Naar sector van tegenpartij-emittent (Sec 2)

Geo 2 (1)

Geo 2 (1)

Geo 2 (1)

 

 

 

Naar valuta:

 

 

 

 

 

 

Euro

Geo 2 (1)

 

 

Geo 1 (1)

 

 

US dollar

Geo 2 (1)

 

 

Geo 1 (1)

 

 

Overige valuta's

Geo 2 (1)

 

 

Geo 1 (1)

 

 

Langlopend

Geo 4 (3)

 

 

Geo 1

 

 

Naar ingezeten sector (Sec 2)

Geo 3 (3)

Geo 2 (1)

Geo 2 (1)

Geo 1 (4)

Geo 1 (1)

Geo 1 (1)

Aflossing met een looptijd van ten hoogste een jaar

 

 

 

Geo 1 (1)

 

 

Aflossing met een looptijd van meer dan een jaar

 

 

 

Geo 1 (1)

 

 

Naar sector van tegenpartij-emittent (Sec 2)

Geo 2 (1)

Geo 2 (1)

Geo 2 (1)

 

 

 

Aflossing met een looptijd van ten hoogste een jaar

Geo 2 (1)

 

 

 

 

 

Aflossing met een looptijd van meer dan een jaar

Geo 2 (1)

 

 

 

 

 

Naar valuta

 

 

 

 

 

 

Euro

Geo 2 (1)

 

 

Geo 1 (1)

 

 

US dollar

Geo 2 (1)

 

 

Geo 1 (1)

 

 

Overige valuta's

Geo 2 (1)

 

 

Geo 1 (1)

 

 

▼M6

Financiële derivaten (m.u.v. reserves) en aandelenopties voor werknemers

Geo 2 (1)

 

 

Geo 2 (1)

 

Geo 2 (1)

Naar ingezeten sector (Sec 2)

 

 

 

 

 

 

▼M4

Overige financiële activa en passiva

Geo 4 (3)

 

 

Geo 4 (3)

 

 

Naar ingezeten sector (Sec 1)

Geo 4 (3)

 

 

Geo 4 (3)

 

 

Naar ingezeten sector (Sec 2)

 

Geo 2 (1)

Geo 2 (1)

 

Geo 2 (1)

Geo 2 (1)

Overige deelnemingen

Geo 2 (1)

Geo 2 (1)

Geo 2 (1)

Geo 2 (1)

Geo 2 (1)

Geo 2 (1)

Chartaal geld en deposito’s

Geo 4 (3)

Geo 2 (1)

 

Geo 4 (3)

Geo 2 (1)

 

Naar ingezeten sector (Sec 2)

 

 

 

 

 

 

Kortlopend

Geo 3 (3)

 

 

Geo 3 (3)

 

 

Langlopend

Geo 3 (3)

 

 

Geo 3 (3)

 

 

Leningen

Geo 4 (3)

Geo 2 (1)

 

Geo 4 (3)

Geo 2 (1)

 

Naar ingezeten sector (Sec 2)

 

 

 

 

 

 

Kortlopend

Geo 3 (3), IMF

 

 

Geo 3 (3), IMF

 

 

Langlopend

Geo 3 (3), IMF

 

 

Geo 3 (3), IMF

 

 

Verzekerings-, pensioen- en standaardgarantieregelingen

 

Geo 2 (1)

Geo 2 (1)

 

Geo 2 (1)

Geo 2 (1)

Naar ingezeten sector (Sec 2)

Geo 3 (3)

 

 

Geo 3 (3)

 

 

Handelskredieten

Geo 4 (3)

Geo 2 (1)

 

Geo 4 (3)

Geo 2 (1)

 

Naar ingezeten sector (Sec 2)

 

 

 

 

 

 

Kortlopend

Geo 3 (3)

 

 

Geo 3 (3)

 

 

Langlopend

Geo 3 (3)

 

 

Geo 3 (3)

 

 

Overige nog te ontvangen/betalen bedragen

 

Geo 2 (1)

 

 

Geo 2 (1)

 

Naar ingezeten sector (Sec 2)

 

 

 

 

 

 

Kortlopend

Geo 3 (3)

 

 

Geo 3 (3)

 

 

Langlopend

Geo 3 (3)

 

 

Geo 3 (3)

 

 

Bijzondere trekkingsrechten

 

 

 

Geo 1

Geo 1 (1)

 

(1)   Niet verplicht voor lidstaten die niet aan de monetaire unie deelnemen.

(2)    ►M6  De overgang naar T + 82 is niet verplicht voor lidstaten die niet aan de monetaire unie deelnemen. ◄

(3)   Geografische gegevens zijn vanaf 2019 verplicht voor lidstaten die niet aan de monetaire unie deelnemen.

(4)   Institutionele sectorindeling op niveau 1 (Sec 1), en niet Sec 2, is verplicht voor lidstaten die niet aan de monetaire unie deelnemen.



Tabel 3

Internationale handel in diensten

 

Ontvangsten

Uitgaven

Saldo

Beloning van werknemers

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Persoonlijke overdrachten

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Overmakingen door werkzame personen

Geo 5

Geo 5

Geo 5

DIENSTEN

Geo 6

Geo 6

Geo 6

Veredeling van fysieke input die eigendom is van derden

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Onderhoud en reparatie, niet elders genoemd

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Vervoer

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Zeevaart

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Personenvervoer over zee

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Goederenvervoer over zee

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Overige

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Luchtvaart

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Personenvervoer door de lucht

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Goederenvervoer door de lucht

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Overige

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Overige vervoerswijzen

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Personenvervoer

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Goederenvervoer

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Overige

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Uitgebreide classificatie van „Overige vervoerswijzen”

Ruimtevaart

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Spoorvervoer

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Personenvervoer per spoor

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Goederenvervoer per spoor

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Overig

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Wegvervoer

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Personenvervoer over de weg

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Goederenvervoer over de weg

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Overig

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Binnenvaart

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Binnenvaart, personen

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Binnenvaart, goederen

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Overige

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Vervoer via pijpleidingen

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Elektriciteitstransmissie

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Overige vervoersondersteunende diensten

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Post- en koeriersdiensten

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Reisverkeer

Zakelijk reisverkeer

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Aankoop van goederen en diensten door grens- en seizoenarbeiders en andere tijdelijk werkzame personen

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Overig zakelijk reisverkeer

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Privé reisverkeer

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Gezondheidsgerelateerde uitgaven

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Onderwijsgerelateerde uitgaven

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Overig privé reisverkeer

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Bouwdiensten

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Bouwdiensten in het buitenland

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Bouwdiensten in de rapporterende economie

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Verzekerings- en pensioendiensten

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Directe verzekering

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Levensverzekering

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Vrachtverzekering

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Overige directe verzekeringen

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Herverzekering

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Ondersteunende diensten voor verzekeringen

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Pensioendiensten en gestandaardiseerde garantiediensten

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Pensioendiensten

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Gestandaardiseerde garantiediensten

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Financiële diensten

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Expliciet in rekening gebrachte en overige financiële diensten

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Indirect gemeten diensten van financiële intermediairs (IGDFI)

Geo 3

Geo 3

Geo 3

Vergoedingen voor het gebruik van intellectueel eigendom, niet elders genoemd

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Telecommunicatie-, computer- en informatiediensten

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Telecommunicatiediensten

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Computerdiensten

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Informatiediensten

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Diensten van persagentschappen

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Overige informatiediensten

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Overige zakelijke diensten

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Onderzoek en ontwikkeling

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Systematische werkzaamheden voor het vergroten van kennis

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Leveren van op maat en niet op maat uitgevoerd onderzoek

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Verkoop van eigendomsrechten die voortvloeien uit O&O

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Overig

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Professionele en managementadviesdiensten

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Juridisch, boekhoudkundig- en managementadvies en public relations

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Juridische diensten

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Accounting, auditing, boekhouding- en belastingadvies

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Zakelijk en managementadvies en public relations

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Adverteren, marktonderzoek en opiniepeilingen

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Technische diensten, handelsgerelateerde diensten en overige zakelijke diensten

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Architecten-, ingenieurs-, wetenschappelijke- en andere technische diensten

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Architectendiensten

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Ingenieursdiensten

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Wetenschappelijke en andere technische diensten

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Afvalverwerking en milieudiensten, landbouw- en mijnbouwgerelateerde diensten

Geo 5

Geo 5

Geo 5

waarvan: Afvalverwerking en milieudiensten

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Operationele leasing

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Aan de handel gerelateerde diensten

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Andere niet elders genoemde zakelijke diensten

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Persoonlijke, culturele en recreatieve diensten

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Audiovisuele en aanverwante diensten

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Overige persoonlijke, culturele en recreatieve diensten

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Gezondheidgerelateerde diensten

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Onderwijsgerelateerde diensten

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Diensten op het gebied van erfgoed en recreatie

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Overige persoonlijke diensten

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Overheidsgoederen en diensten, n.e.g.

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Ambassades en consulaten

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Militaire eenheden en agentschappen

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Overige overheidgerelateerde goederen en diensten

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Tabel 4

Transacties betreffende buitenlandse directe investeringen (met inbegrip van inkomsten)



Tabel 4.1  Directe investeringen financiële transacties

 

Netto

Mutaties in financiële activa

Mutaties in passiva

ALLE INGEZETEN EENHEDEN

▼M6

Directe investeringen in het buitenland (DIB) — Transacties

Geo 6

Geo 6 (2)

Geo 6 (2)

▼M4

DIB Deelnemingen m.u.v. ingehouden winsten

Geo 5

Geo 5

Geo 5

DIB Deelnemingen m.u.v. ingehouden winsten (m.u.v. deelnemingen tussen zusterondernemingen)

Geo 5

Geo 5

Geo 5

DIB Deelnemingen m.u.v. ingehouden winsten tussen zusterondernemingen (UCP („Ultimate Controlling Parent”) ingezeten in het rapporterende land)

Geo 5

Geo 5

Geo 5

DIB Ingehouden winsten

Geo 5

Geo 5

 

DIB Schuldinstrumenten

Geo 5

Geo 5

Geo 5

DIB Schuldinstrumenten (m.u.v. schulden tussen zusterondernemingen)

Geo 5

Geo 5

Geo 5

DIB – Schuldinstrumenten tussen zusterondernemingen (UCP ingezeten in het rapporterende land)

Geo 5

Geo 5

Geo 5

▼M6

Directe investeringen in de rapporterende economie (DIRE) — Transacties

Geo 6

Geo 6 (2)

Geo 6 (2)

▼M4

DIRE - Deelnemingen m.u.v. ingehouden winsten

Geo 5

Geo 5

Geo 5

DIRE Deelnemingen m.u.v. ingehouden winsten (m.u.v. deelnemingen tussen zusterondernemingen)

Geo 5

Geo 5

Geo 5

DIRE Deelnemingen m.u.v. ingehouden winsten tussen zusterondernemingen (UCP niet ingezeten in het rapporterende land)

Geo 5

Geo 5

Geo 5

waarvan: UCP ingezeten in ander land van het eurogebied

Geo 5

 

 

UCP ingezeten in EU, maar buiten het eurogebied

Geo 5

 

 

UCP ingezeten buiten de EU

Geo 5

 

 

DIRE Ingehouden winsten

Geo 5

 

Geo 5

DIRE Schuldinstrumenten

Geo 5

Geo 5

Geo 5

DIRE Schuldinstrumenten (m.u.v. schulden tussen zusterondernemingen)

Geo 5

Geo 5

Geo 5

DIRE Schuldinstrumenten tussen zusterondernemingen (UCP niet ingezeten in het rapporterende land)

Geo 5

Geo 5

Geo 5

waarvan: UCP ingezeten in ander land van het eurogebied

Geo 5

 

 

UCP ingezeten in EU, maar buiten het eurogebied

Geo 5

 

 

UCP ingezeten buiten de EU

Geo 5

 

 

VOOR EEN SPECIAAL DOEL OPGERICHTE INGEZETEN ONDERNEMINGEN

Directe investeringen in het buitenland (DIB) – Transacties (1)

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Directe investeringen in de rapporterende economie (DIRE) – Transacties (1)

Geo 5

Geo 5

Geo 5

(1)   Verplicht vanaf het referentiejaar 2015.

(2)   Geo 6: Geo 6 vetgedrukt, verplicht met ingang van referentiejaar 2015.



Tabel 4. 2  Inkomen uit directe investeringen

 

Saldo

Ontvangsten

Uitgaven

ALLE INGEZETEN EENHEDEN

▼M6

Directe investeringen in het buitenland (DIB) — Inkomen

Geo 6

Geo 6 (2)

Geo 6 (2)

▼M4

DIB Dividenden

Geo 5

Geo 5

Geo 5

DIB Dividenden (m..u.v. dividenden tussen zusterondernemingen)

Geo 5

Geo 5

Geo 5

DIB Dividenden tussen zusterondernemingen (UCP ingezeten in het rapporterende land)

Geo 5

Geo 5

Geo 5

DIB Ingehouden winsten

Geo 5

Geo 5

 

DIB Rente op schulden

Geo 5

Geo 5

Geo 5

DIB Rente op schulden (m.u.v. rente op schulden tussen zusterondernemingen)

Geo 5

Geo 5

Geo 5

DIB Rente op schulden tussen zusterondernemingen (UCP ingezeten in het rapporterende land)

Geo 5

Geo 5

Geo 5

▼M6

Directe investeringen in de rapporterende economie (DIRE) — Inkomen

Geo 6

Geo 6 (2)

Geo 6 (2)

▼M4

DIRE Dividenden

Geo 5

Geo 5

Geo 5

DIRE Dividenden (m..u.v. dividenden tussen zusterondernemingen)

Geo 5

Geo 5

Geo 5

DIRE Dividenden tussen zusterondernemingen (UCP niet ingezeten in het rapporterende land)

Geo 5

Geo 5

Geo 5

waarvan: UCP ingezeten in ander land van het eurogebied

Geo 5

 

 

UCP ingezeten in EU, maar buiten het eurogebied

Geo 5

 

 

UCP ingezeten buiten de EU

Geo 5

 

 

DIRE Ingehouden winsten

Geo 5

 

Geo 5

DIRE Rente op schulden

Geo 5

Geo 5

Geo 5

DIRE Rente op schulden (m.u.v. rente op schulden tussen zusterondernemingen)

Geo 5

Geo 5

Geo 5

BDI – Rente op schulden tussen zusterondernemingen (UCP niet ingezeten in het rapporterende land)

Geo 5

Geo 5

Geo 5

waarvan: UCP ingezeten in ander land van het eurogebied

Geo 5

 

 

UCP ingezeten in EU, maar buiten het eurogebied

Geo 5

 

 

UCP ingezeten buiten de EU

Geo 5

 

 

VOOR EEN SPECIAAL DOEL OPGERICHTE INGEZETEN ONDERNEMINGEN

Directe investeringen in het buitenland (DIB) – Inkomen (1)

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Directe investeringen in de rapporterende economie (DIRE) – Inkomen (1)

Geo 5

Geo 5

Geo 5

(1)   Verplicht vanaf het referentiejaar 2015.

(2)   Geo 6: Geo 6 vetgedrukt, verplicht met ingang van referentiejaar 2015.



Tabel 4.3 -  Activiteit en geografische uitsplitsing

 

Gegevenstype

Geografische uitsplitsing

Uitsplitsing naar activiteit

NACE Rev. 2

ALLE INGEZETEN EENHEDEN

Directe investeringen in het buitenland (DIB)

Netto

Geo 5

Niveau 1

Geo 4

Niveau 2

Directe investeringen in de rapporterende economie (DIRE)

Netto

Geo 5

Niveau 1

Geo 4

Niveau 2

Inkomen uit directe investeringen

Ontvangsten, uitgaven, saldo

Geo 5

Niveau 1

Geo 4

Niveau 2

VOOR EEN SPECIAAL DOEL OPGERICHTE INGEZETEN ONDERNEMINGEN

Directe investeringen in het buitenland (DIB) (1)

Netto

Geo 5

Niveau 1

Directe investeringen in de rapporterende economie (DIRE) (1)

Netto

Geo 5

Niveau 1

Inkomen uit directe investeringen (1)

Ontvangsten, uitgaven, saldo

Geo 5

Niveau 1

(1)   Verplicht vanaf het referentiejaar 2015.

Tabel 5

Posities buitenlandse directe investeringen



Tabel 5.1 –  Posities directe investeringen

▼M6

▼M4

 

Netto

Activa

Passiva

ALLE INGEZETEN EENHEDEN

▼M6

Directe investeringen in het buitenland (DIB)

Geo 6

Geo 6 (1)

Geo 6 (1)

▼M4

DIB Deelnemingen

Geo 5

Geo 5

Geo 5

DIB Deelnemingen (m.u.v. deelnemingen tussen zusterondernemingen)

Geo 5

Geo 5

Geo 5

DIB Deelnemingen tussen zusterondernemingen (UCP ingezeten in het rapporterende land)

Geo 5

Geo 5

Geo 5

DIB Schuldinstrumenten

Geo 5

Geo 5

Geo 5

DIB Schuldinstrumenten (m.u.v. schulden tussen zusterondernemingen)

Geo 5

Geo 5

Geo 5

DIB Schuldinstrumenten tussen zusterondernemingen (UCP ingezeten in het rapporterende land)

Geo 5

Geo 5

Geo 5

▼M6

Directe investeringen in de rapporterende economie (DIRE)

Geo 6

Geo 6 (1)

Geo 6 (1)

▼M4

DIRE Deelnemingen

Geo 5

Geo 5

Geo 5

DIRE Deelnemingen (m.u.v. deelnemingen tussen zusterondernemingen)

Geo 5

Geo 5

Geo 5

DIRE Deelnemingen tussen zusterondernemingen (UCP niet ingezeten in het rapporterende land)

Geo 5

Geo 5

Geo 5

waarvan: UCP ingezeten in ander land van het eurogebied

Geo 5

 

 

UCP ingezeten in EU, maar buiten het eurogebied

Geo 5

 

 

UCP ingezeten buiten de EU

Geo 5

 

 

DIRE Schuldinstrumenten

Geo 5

Geo 5

Geo 5

DIRE Schuldinstrumenten (m.u.v. schulden tussen zusterondernemingen)

Geo 5

Geo 5

Geo 5

DIRE Schuldinstrumenten tussen zusterondernemingen (UCP niet ingezeten in het rapporterende land)

Geo 5

Geo 5

Geo 5

waarvan: UCP ingezeten in ander land van het eurogebied

Geo 5

 

 

UCP ingezeten in EU, maar buiten het eurogebied

Geo 5

 

 

UCP ingezeten buiten de EU

Geo 5

 

 

VOOR EEN SPECIAAL DOEL OPGERICHTE INGEZETEN ONDERNEMINGEN

Directe investeringen in het buitenland (DIB)

Geo 5

Geo 5

Geo 5

Directe investeringen in de rapporterende economie (DIRE)

Geo 5

Geo 5

Geo 5

(1)   Geo 6: Geo 6 vetgedrukt, verplicht met ingang van referentiejaar 2015.



Tabel 5.2  Posities directe investeringen: Activiteit en geografische uitsplitsing

 

Gegevenstype

Geografische uitsplitsing

Indeling naar economische activiteit NACE REV. 2

ALLE INGEZETEN EENHEDEN

Directe investeringen in het buitenland (DIB)

Nettoposities

Geo 5

Niveau 1

Geo 4

Niveau 2

Directe investeringen in de rapporterende economie (DIRE)

Nettoposities

Geo 5

Niveau 1

Geo 4

Niveau 2

VOOR EEN SPECIAAL DOEL OPGERICHTE INGEZETEN ONDERNEMINGEN

Directe investeringen in het buitenland (DIB)

Nettoposities

Geo 5

Niveau 1

Directe investeringen in de rapporterende economie (DIRE)

Nettoposities

Geo 5

Niveau 1

Tabel 6

▼M7

Niveaus geografische uitsplitsing



GEO 1

GEO 2

GEO 3

BUITENLAND

BUITENLAND

BUITENLAND

 

Intra-eurogebied

INTRA-UNIE

 

Extra-eurogebied

EXTRA-UNIE

 

 

Intra-eurogebied

 

 

Extra-eurogebied



GEO 4

GEO 5

GEO 6

BUITENLAND

BUITENLAND

BUITENLAND

 

EUROPA

EUROPA

Lidstaten van de Unie buiten eurogebied (1)

België

België

 

Bulgarije

Bulgarije

 

Tsjechië

Tsjechië

 

Denemarken

Denemarken

 

Duitsland

Duitsland

 

Estland

Estland

 

Ierland

Ierland

 

Griekenland

Griekenland

 

Spanje

Spanje

 

Frankrijk

Frankrijk

 

Kroatië

Kroatië

 

Italië

Italië

 

Cyprus

Cyprus

 

Letland

Letland

 

Litouwen

Litouwen

 

Luxemburg

Luxemburg

 

Hongarije

Hongarije

 

Malta

Malta

 

Nederland

Nederland

 

Oostenrijk

Oostenrijk

 

Polen

Polen

 

Portugal

Portugal

 

Roemenië

Roemenië

 

Slovenië

Slovenië

 

Slowakije

Slowakije

 

Finland

Finland

 

Zweden

Zweden

 

IJsland

IJsland

 

Liechtenstein

Liechtenstein

 

Noorwegen

Noorwegen

Zwitserland

Zwitserland

Zwitserland

 

ANDERE EUROPESE LANDEN

ANDERE EUROPESE LANDEN

 

 

Albanië

 

 

Andorra

 

 

Belarus

 

 

Bosnië en Herzegovina

 

 

Faeröer

 

 

Gibraltar

 

 

Guernsey

 

 

Heilige Stoel (Vaticaanstad)

 

 

Isle of Man

 

 

Jersey

 

 

voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië

 

 

Moldavië

 

 

Montenegro

Rusland

Rusland

Rusland

 

 

Servië

 

 

San Marino

 

Turkije

Turkije

 

 

Oekraïne

Verenigd Koninkrijk

Verenigd Koninkrijk

Verenigd Koninkrijk

 

AFRIKA

AFRIKA

 

NOORD-AFRIKA

NOORD-AFRIKA

 

 

Algerije

 

Egypte

Egypte

 

 

Libië

 

Marokko

Marokko

 

 

Tunesië

 

ANDERE AFRIKAANSE LANDEN

ANDERE AFRIKAANSE LANDEN

 

 

Angola

 

 

Benin

 

 

Botswana

 

 

Brits Indische Oceaanterritorium

 

 

Burkina Faso

 

 

Burundi

 

 

Kameroen

 

 

Kaapverdië

 

 

Centraal-Afrikaanse Republiek

 

 

Tsjaad

 

 

Comoren

 

 

Congo

 

 

Ivoorkust

 

 

Democratische Republiek Congo

 

 

Djibouti

 

 

Equatoriaal-Guinea

 

 

Eritrea

 

 

Ethiopië

 

 

Gabon

 

 

Gambia

 

 

Ghana

 

 

Guinee

 

 

Guinee-Bissau

 

 

Kenia

 

 

Lesotho

 

 

Liberia

 

 

Madagaskar

 

 

Malawi

 

 

Mali

 

 

Mauritanië

 

 

Mauritius

 

 

Mozambique

 

 

Namibië

 

 

Niger

 

Nigeria

Nigeria

 

Zuid-Afrika

Zuid-Afrika

 

 

Rwanda

 

 

Sint Helena, Ascension en Tristan da Cunha

 

 

Sao Tomé en Principe

 

 

Senegal

 

 

Seychellen

 

 

Sierra Leone

 

 

Somalië

 

 

Sudan

 

 

Zuid-Sudan

 

 

Swaziland

 

 

Tanzania

 

 

Togo

 

 

Uganda

 

 

Zambia

 

 

Zimbabwe

 

AMERIKA

AMERIKA

 

NOORD-AMERIKAANSE LANDEN

NOORD-AMERIKAANSE LANDEN

Canada

Canada

Canada

 

 

Groenland

Verenigde Staten

Verenigde Staten

Verenigde Staten

 

MIDDEN-AMERIKAANSE LANDEN

MIDDEN-AMERIKAANSE LANDEN

 

 

Anguilla

 

 

Antigua en Barbuda

 

 

Aruba

 

 

Bahama's

 

 

Barbados

 

 

Belize

 

 

Bermuda

 

 

Bonaire, St. Eustatius en Saba

 

 

Britse Maagdeneilanden

 

 

Kaaimaneilanden

 

 

Costa Rica

 

 

Cuba

 

 

Curaçao

 

 

Dominica

 

 

Dominicaanse Republiek

 

 

El Salvador

 

 

Grenada

 

 

Guatemala

 

 

Haïti

 

 

Honduras

 

 

Jamaica

 

Mexico

Mexico

 

 

Montserrat

 

 

Nicaragua

 

 

Panama

 

 

Saint Kitts en Nevis

 

 

Saint Lucia

 

 

Sint Maarten

 

 

Saint Vincent en de Grenadines

 

 

Trinidad en Tobago

 

 

Turks- en Caicoseilanden

 

 

Amerikaanse Maagdeneilanden

 

LANDEN VAN ZUID-AMERIKA

LANDEN VAN ZUID-AMERIKA

 

Argentinië

Argentinië

 

 

Bolivia

Brazilië

Brazilië

Brazilië

 

Chili

Chili

 

 

Colombia

 

 

Ecuador

 

 

Falklandeilanden

 

 

Guyana

 

 

Paraguay

 

 

Peru

 

 

Suriname

 

Uruguay

Uruguay

 

Venezuela

Venezuela

 

AZIË

AZIË

 

LANDEN IN MIDDEN-OOSTEN

LANDEN IN MIDDEN-OOSTEN

 

ARABISCHE GOLFSTATEN

ARABISCHE GOLFSTATEN

 

 

Bahrein

 

 

Irak

 

 

Koeweit

 

 

Oman

 

 

Qatar

 

 

Saudi-Arabië

 

 

Verenigde Arabische Emiraten

 

 

Jemen

 

OVERIGE LANDEN IN HET MIDDEN-OOSTEN

OVERIGE LANDEN IN HET MIDDEN-OOSTEN

 

 

Armenië

 

 

Azerbeidzjan

 

 

Georgië

 

 

Israël

 

 

Jordanië

 

 

Libanon

 

 

Palestijnse Gebieden

 

 

Syrië

 

OVERIGE AZIATISCHE LANDEN

OVERIGE AZIATISCHE LANDEN

 

 

Afghanistan

 

 

Bangladesh

 

 

Bhutan

 

 

Brunei Darussalam

 

 

Birma/Myanmar

 

 

Cambodja

China

China

China

Hongkong

Hongkong

Hongkong

India

India

India

 

Indonesië

Indonesië

 

 

Iran

Japan

Japan

Japan

 

 

Kazachstan

 

 

Kirgizië

 

 

Laos

 

 

Macau

 

Maleisië

Maleisië

 

 

Maldiven

 

 

Mongolië

 

 

Nepal

 

 

Noord-Korea

 

 

Pakistan

 

Filipijnen

Filipijnen

 

Singapore

Singapore

 

Zuid-Korea

Zuid-Korea

 

 

Sri Lanka

 

Taiwan

Taiwan

 

 

Tadzjikistan

 

Thailand

Thailand

 

 

Oost-Timor

 

 

Turkmenistan

 

 

Oezbekistan

 

 

Vietnam

 

OCEANIË EN POOLGEBIEDEN

OCEANIË EN POOLGEBIEDEN

 

 

Amerikaans-Samoa

 

 

Guam

 

 

Amerikaanse ondergeschikte afgelegen eilanden

 

Australië

Australië

 

 

Cocoseilanden (of Keelingeilanden)

 

 

Christmaseiland

 

 

Heard en McDonaldeilanden

 

 

Norfolkeiland

 

 

Fiji

 

 

Frans-Polynesië

 

 

Kiribati

 

 

Marshalleilanden

 

 

Micronesia

 

 

Nauru

 

 

Nieuw-Caledonië

 

Nieuw-Zeeland

Nieuw-Zeeland

 

 

Cookeilanden

 

 

Niue

 

 

Tokelau

 

 

Noordelijke Marianen

 

 

Palau

 

 

Papoea-Nieuw-Guinea

 

 

Pitcairneilanden

 

 

Antarctica

 

 

Bouveteiland

 

 

Zuid-Georgia en de Zuidelijke Sandwicheilanden

 

 

Franse Zuidelijke en Zuidpoolgebieden

 

 

Salomonseilanden

 

 

Tonga

 

 

Tuvalu

 

 

Vanuatu

 

 

Samoa

 

 

Wallis en Futuna

INTRA-UNIE

INTRA-UNIE

INTRA-UNIE

EXTRA-UNIE

EXTRA-UNIE

EXTRA-UNIE

Intra-eurogebied

Intra-eurogebied

Intra-eurogebied

Extra-eurogebied

Extra-eurogebied

Extra-eurogebied

Unie-instellingen (uitgezonderd ECB)

Unie-instellingen (uitgezonderd ECB)

Unie-instellingen (uitgezonderd ECB)

Europese Investeringsbank

Europese Investeringsbank

Europese Investeringsbank

 

Europese Centrale Bank (ECB)

Europese Centrale Bank (ECB)

 

INTRA-UNIE NIET TOEGEREKEND

INTRA-UNIE NIET TOEGEREKEND

 

EXTRA-UNIE NIET TOEGEREKEND

EXTRA-UNIE NIET TOEGEREKEND

Offshore financiële centra

Offshore financiële centra

Offshore financiële centra

Internationale organisaties (met uitzondering van Unie-instellingen)

Internationale organisaties (met uitzondering van Unie-instellingen)

Internationale organisaties (met uitzondering van Unie-instellingen)

Internationaal Monetair Fonds (IMF)

Internationaal Monetair Fonds (IMF)

Internationaal Monetair Fonds (IMF)

(1)   lidstaten van de Unie buiten eurogebied: individuele uitsplitsing naar land.

▼M4



Tabel 7

Indeling van institutionele sectoren

Sec 1

Sec 2

Centrale bank (S.121)

Centrale bank (S.121)

Overige monetaire financiële instellingen (oMFI's)

Overige monetaire financiële instellingen (oMFI's)

Deposito-instellingen m.u.v. de centrale bank (S.122)

Deposito-instellingen m.u.v. de centrale bank (S.122)

Geldmarktfondsen (S.123)

Geldmarktfondsen (S.123)

Overheid (S.13)

Overheid (S.13)

Overige sectoren

Overige sectoren

 

Financiële instellingen m.u.v. MFI’s (S.124 + S.125 + S.126+S127+S.128+ S.129)

 

Niet-financiële vennootschappen, huishoudens en instellingen zonder winstoogmerk t.b.v. huishoudens (S.11 + S.14 + S.15)



Tabel 8

Uitsplitsing naar economische activiteit

Niveau 1

Niveau 2

NACE rev. 2

 

LANDBOUW, BOSBOUW EN VISSERIJ

sectie A

WINNING VAN DELFSTOFFEN

WINNING VAN DELFSTOFFEN

sectie B

 

Winning van aardolie en aardgas en ondersteunende activiteiten in verband met de mijnbouw

afd. 06, 09

INDUSTRIE

INDUSTRIE

sectie C

 

Voedings- en genotmiddelen

afd. 10, 11, 12

 

TOTAAL textiel en hout

afd.13, 14, 16, 17, 18

 

Textiel en kleding

afd. 13, 14

 

Hout, papier, drukkerijen en reproductie

afd. 16, 17, 18

Aardolieproducten, chemische en farmaceutische producten, producten van rubber of kunststof

TOTAAL aardolieproducten, chemische en farmaceutische producten, producten van rubber of kunststof

afd. 19, 20, 21, 22

 

Cokes en geraffineerde aardolieproducten

afd. 19

 

Chemische producten

afd. 20

 

Producten van rubber of kunststof

afd. 22

Informaticaproducten, elektronische en optische producten

TOTAAL metalen en machines, apparaten en werktuigen

afd. 24, 25, 26, 28

 

Metalen in primaire vorm en producten van metaal

afd. 24, 25

 

Informaticaproducten en elektronische en optische producten

afd. 26

 

Machines, apparaten en werktuigen, n.e.g.

afd. 28

Voertuigen, overige transportmiddelen

TOTAAL auto’s en andere transportmiddelen

afd. 29, 30

 

Auto’s, aanhangwagens en opleggers

afd. 29

 

Andere transportmiddelen

afd. 30

 

TOTAAL overige industrie

afd. 15, 23, 27, 31, 32, 33

ELEKTRICITEIT, GAS, STOOM EN GEKOELDE LUCHT

ELEKTRICITEIT, GAS, STOOM EN GEKOELDE LUCHT

sectie D

DISTRIBUTIE VAN WATER; AFVAL- EN AFVALWATERBEHEER EN SANERING

DISTRIBUTIE VAN WATER; AFVAL- EN AFVALWATERBEHEER EN SANERING

sectie E

 

Winning, behandeling en distributie van water

afd. 36

 

Afval- en afvalwaterbeheer en sanering

afd. 37, 38, 39

BOUWNIJVERHEID

BOUWNIJVERHEID

sectie F

TOTAAL DIENSTEN

TOTAAL DIENSTEN

sectie G, H, I, J, K, L, M, N, O, P, Q, R, S, T, U

GROOT- EN DETAILHANDEL; REPARATIE VAN AUTO'S EN MOTORFIETSEN

GROOT- EN DETAILHANDEL; REPARATIE VAN AUTO'S EN MOTORFIETSEN

sectie G

 

Groot- en detailhandel in en reparatie van auto's en motorfietsen

afd. 45

 

Groothandel, met uitzondering van de handel in auto's en motorfietsen

afd. 46

 

Detailhandel, met uitzondering van de handel in auto's en motorfietsen

afd. 47

VERVOER EN OPSLAG

VERVOER EN OPSLAG

sectie H

 

TOTAAL vervoer en opslag

afd. 49, 50, 51, 52

 

Vervoer te land en vervoer via pijpleidingen

afd. 49

 

Vervoer over water

afd. 50

 

Luchtvaart

afd. 51

 

Opslag en vervoerondersteunende activiteiten

afd. 52

 

Posterijen en koeriers

afd. 53

VERSCHAFFEN VAN ACCOMMODATIE EN MAALTIJDEN

VERSCHAFFEN VAN ACCOMMODATIE EN MAALTIJDEN

sectie I

INFORMATIE EN COMMUNICATIE

INFORMATIE EN COMMUNICATIE

sectie J

 

Productie van films en video- en televisieprogramma’s, met uitzondering van amusement

afd. 59, 60

 

Telecommunicatie

afd. 61

 

Overige informatie en communicatie

afd. 58, 62, 63

FINANCIËLE ACTIVITEITEN EN VERZEKERINGEN

FINANCIËLE ACTIVITEITEN EN VERZEKERINGEN

sectie K

 

Financiële dienstverlening, exclusief verzekeringen en pensioenfondsen

afd. 64

 

Holdings

groep 64.2

 

Verzekeringen en pensioenfondsen, exclusief verplichte sociale verzekeringen

afd. 65

 

Overige financiële activiteiten

afd. 66

 

EXPLOITATIE VAN EN HANDEL IN ONROEREND GOED

sectie L

VRIJE BEROEPEN EN WETENSCHAPPELIJKE EN TECHNISCHE ACTIVITEITEN

VRIJE BEROEPEN EN WETENSCHAPPELIJKE EN TECHNISCHE ACTIVITEITEN

sectie M

 

Rechtskundige en boekhoudkundige dienstverlening

afd. 69

 

Rechtskundige dienstverlening

groep 69,1

 

Accountants, boekhouders en belastingconsulenten

groep 69,2

 

Activiteiten van hoofdkantoren; adviesbureaus op het gebied van bedrijfsbeheer

afd. 70

 

Activiteiten van hoofdkantoren

groep 70,1

 

Adviesbureaus op het gebied van bedrijfsbeheer

groep 70,2

 

Architecten en ingenieurs; technische testen en toetsen

afd. 71

Onderzoek en ontwikkeling op wetenschappelijk gebied

Onderzoek en ontwikkeling op wetenschappelijk gebied.

afd. 72

 

Reclamewezen en marktonderzoek

afd. 73

 

Reclamewezen

groep 73,1

 

Markt- en opinieonderzoekbureaus

groep 73,2

 

Overige vrije beroepen en overige wetenschappelijke en technische activiteiten, veterinaire diensten

afd. 74, 75

 

ADMINISTRATIEVE EN ONDERSTEUNENDE DIENSTEN

sectie N

 

Verhuur en lease

afd. 77

 

Overige administratieve en ondersteunende diensten

afd.78, 79, 80, 81, 82

 

ONDERWIJS

sectie P

 

MENSELIJKE GEZONDHEIDSZORG EN MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING

sectie Q

KUNST, AMUSEMENT EN RECREATIE

KUNST, AMUSEMENT EN RECREATIE

sectie R

 

Creatieve activiteiten, kunst en amusement

afd. 90

 

Bibliotheken, archieven, musea en overige culturele activiteiten

afd. 91

 

Sport en overige recreatie; loterijen en kansspelen

afd. 92, 93

 

OVERIGE DIENSTEN

sectie S

 

Verenigingen

afd. 94

 

Reparatie van computers en consumentenartikelen; overige persoonlijke diensten

afd. 95, 96

 

Niet toegerekend

 

 

Aan- en verkoop van onroerend goed door particulieren

 

TOTALE ACTIVITEIT

TOTALE ACTIVITEIT

 




BIJLAGE II

DEFINITIES bedoeld in artikel 10

De hierna volgende definities zijn gebaseerd op de zesde editie van het „Balance of Payments and International Investment positions Manual” (BPM6) van het IMF, het Europees systeem van rekeningen, het „Manual on Statistics on International Trade in Services 2010” en de „Benchmark Definition of Foreign Direct Investment” (BD4) van de OESO.

A.   LOPENDE REKENING

De lopende rekening geeft de stromen weer van goederen, diensten en primair en secundair inkomen tussen ingezetenen en niet-ingezetenen.

1.    GOEDEREN

Deze component bestrijkt roerende goederen waarvoor eigendomsoverdracht plaatsvindt tussen ingezetenen en niet-ingezetenen.

1.1.    Algemene goederenhandel op betalingsbalansbasis

Algemene goederenhandel op betalingsbalansbasis bestrijkt goederen waarvoor eigendomsoverdracht plaatsvindt tussen een ingezetene en een niet-ingezetene en die niet zijn opgenomen in andere specifieke categorieën, zoals goederen via driehoekshandel (zie 1.2) en niet-monetair goud (zie 1.3), of als onderdeel van een dienst. Algemene goederenhandel dient op free on board (fob)-basis tegen de marktwaarde te worden gewaardeerd. In de bijdrage van landen voor de berekening van aggregaten voor de Unie moeten invoer en uitvoer van goederen in quasi-doorvoerhandel worden opgenomen en, voor handel binnen de Unie, moet het partnerland worden bepaald op basis van het land van verzending.

1.2    Netto-uitvoer van goederen in het kader van driehoekshandel

Driehoekshandel wordt gedefinieerd als de aankoop door een ingezetene (van de rapporterende economie) van goederen van een niet-ingezetene, die vervolgens weer aan een andere niet-ingezetene worden verkocht, zonder dat de goederen aanwezig zijn in de rapporterende economie. De netto-uitvoer van goederen in het kader van driehoekshandel heeft betrekking op het bedrag waarmee de verkopen van goederen voor driehoekshandel de aankopen ervan overtreffen. Deze post omvat handelsmarges, waarderingsverschillen en mutaties in voorraden van goederen in het kader van driehoekshandel.

1.2.1

De in het kader van driehoekshandel aangekochte goederen worden weergegeven als een negatieve uitvoer/ontvangst van de economie van de handelaar.

1.2.2

De verkoop van goederen wordt weergegeven onder in het kader van driehoekshandel verkochte goederen als een positieve uitvoer/ontvangst van de economie van de handelaar.

1.3    Niet-monetair goud

Niet-monetair goud heeft betrekking op alle goud m.u.v. monetair goud. Monetair goud is eigendom van de monetaire autoriteiten en wordt aangehouden als reserve (zie 6.5.1). Niet-monetair goud kan goud zijn in de vorm van ongemunt goud (d.w.z. munten, ingots of baren met een zuiverheid van tenminste 995 delen per 1 000 , met inbegrip van op rekeningen van toegewezen goud aangehouden goud), goudpoeder, goud in een andere onafgewerkte vorm en goud in de vorm van een halffabricaat.

1.4    Branding - quasi-doorvoerhandelsaanpassing

Quasi-doorvoerhandel is een term die gebruikt wordt om goederen te definiëren die in een lidstaat zijn ingevoerd en voor vrij verkeer binnen de Unie zijn ingeklaard en waarvoor invoerrechten zijn betaald door een entiteit die niet als ingezeten institutionele eenheid wordt beschouwd en die vervolgens naar een andere lidstaat worden verzonden. Branding moet worden geregistreerd door de lidstaten waar „quasi-doorvoerhandel” waar de quasi-doorvoerhandel plaatsvindt, om het verschil te rapporteren tussen de waarde van algemene handelswaar bij inklaring, wanneer de goederen in eerste instantie vanuit een derde land worden ingevoerd, en hun waarde bij verzending naar een andere lidstaat. De geografische uitsplitsing dient te worden samengesteld op basis van het land van ingezetenschap van de moedermaatschappij die zeggenschap uitoefent over de onderneming die de douaneprocedure voor deze goederen in de rapporterende economie regelt.

2.    DIENSTEN

Diensten zijn het resultaat van een productieactiviteit die de toestand van de verbruikende eenheden wijzigt, of de uitwisseling van producten of financiële activa vergemakkelijkt. Diensten zijn in het algemeen geen aparte artikelen waarop eigendomsrechten kunnen worden gevestigd en kunnen in het algemeen niet worden gescheiden van hun productie.

2.1    Veredeling van fysieke input die eigendom is van derden

Bij veredeling van fysieke input die eigendom is van derden, worden goederen bewerkt gemonteerd, gelabeld, verpakt enz. door bedrijven die geen eigenaar zijn van die goederen. De veredeling wordt uitgevoerd door een entiteit die een vergoeding ontvangt van de eigenaar. Omdat de eigendom van de goederen niet verandert, wordt geen transactie in het kader van algemene handelswaar tussen de veredelaar en de eigenaar geregistreerd. De hoogte van de vergoeding die in rekening wordt gebracht voor veredeling van fysieke input die eigendom is van derden, is niet noodzakelijkerwijs gelijk aan het verschil tussen de waarde van de voor veredeling verzonden goederen en de waarde na veredeling. Uitgesloten zijn de montage van geprefabriceerde bouwwerken (behoort tot Bouwdiensten) en (her)verpakken van goederen samenhangend met vervoersdiensten (behoort tot Vervoer).

2.2    Onderhoud en reparatie, niet elders genoemd

Onderhoud en reparatie, niet elders genoemd, betreffen onderhoud en reparatiewerk door ingezetenen aan goederen door een onderneming die géén eigenaar van de goederen is. De reparaties kunnen worden verricht op het terrein van de reparateur of elders. De waarde van reparatie betreft de reparatiewerkzaamheden (niet de waarde van de goederen vóór of na reparatie). De in rekening gebrachte vergoeding omvat de verrichte werkzaamheden en eventueel aangeschafte goederen en diensten ten behoeve van deze werkzaamheden. Apart in rekening gebrachte onderdelen en materialen moeten worden opgenomen onder algemene goederenhandel. Reparaties en onderhoud van schepen, vliegtuigen en andere vervoermiddelen vallen onder deze post. Het schoonmaken van vervoermiddelen valt er niet onder omdat het wordt opgenomen onder Vervoer. Onderhoud en -reparaties aan bouwwerken vallen er niet onder omdat ze worden opgenomen onder Bouwdiensten. Onderhoud en reparatie van computers vallen er niet onder omdat ze worden opgenomen onder Computerdiensten.

2.3    Vervoer

Omvat alle vervoerdiensten die ingezetenen van een economie voor ingezetenen van een andere economie verrichten en die gepaard gaan met het vervoer van personen, het verkeer van goederen (vracht), huur (charter) van voertuigen met bemanning en bijbehorende ondersteunende diensten. Vervoer kan worden ingedeeld naar:

a) 

wijze van vervoer, namelijk over zee, door de lucht, en andere. „Andere” kan verder worden uitgesplitst in vervoer per spoor, over de weg, over binnenwateren, via pijpleidingen en ruimtevaart, alsmede transmissie van elektriciteit;

b) 

wat wordt vervoerd: personen, vracht of overige (met inbegrip van ondersteunende diensten en hulpdiensten zoals laden en lossen van containers, opslag, verpakking en herverpakking, reiniging van vervoermiddelen in havens en op luchthavens).

2.3.1    Zeevaart

Omvat alle zeevervoerdiensten. De volgende uitsplitsing is vereist: Passagiersvervoer over zee, Vrachtvervoer over zee en Overige zeevaart.

2.3.2    Luchtvaart

Omvat alle luchtvervoerdiensten. De volgende uitsplitsing is vereist: Passagiersvervoer door de lucht, Vrachtvervoer door de lucht en Overig luchtvaart.

2.3.3    Overige vervoerswijzen

Omvat alle vervoersdiensten behalve die over zee of door de lucht. Een uitsplitsing is nodig voor passagiersvervoer, vrachtvervoer en overige. De volgende uitgebreide classificatie voor Overige vervoerwijzen is vereist:

2.3.3.1 

Ruimtevaart omvat satellietlanceringen door commerciële bedrijven voor de eigenaren van de satellieten (zoals telecommunicatiebedrijven) en overige activiteiten van exploitanten van ruimtevaartuigen, zoals het vervoer van goederen en personen voor wetenschappelijke experimenten. Hieronder valt eveneens ruimtevaart met passagiers en de betalingen die een economie verricht om ervoor te zorgen dat haar ingezetenen in de ruimtevaartuigen van een andere economie worden meegenomen.

2.3.3.2 

Spoorvervoer omvat vervoer per trein. Een verdere onderverdeling tussen personenvervoer per spoor, vrachtvervoer per spoor en overig is nodig.

2.3.3.3. 

Wegvervoer omvat vervoer per vrachtwagen, bus en touringcar. Een verdere onderverdeling tussen personenvervoer over de weg, vrachtvervoer over de weg en overig wegvervoer is nodig.

2.3.3.4 

Binnenvaart heeft betrekking op internationaal vervoer over rivieren, kanalen en meren. Hieronder vallen waterwegen binnen één land en waterwegen die door twee of meer landen lopen. Een verdere onderverdeling tussen binnenvaart personen, binnenvaart goederen en overige binnenvaart is nodig.

2.3.3.5 

Vervoer via pijpleidingen omvat internationaal vervoer van goederen via pijpleidingen, zoals het vervoer van aardolie en aanverwante producten, water en gas. Distributiediensten, met name van onderstations naar de consument (opgenomen onder Overige zakelijke diensten, n.e.g.) en de waarde van de vervoerde goederen (opgenomen onder Algemene goederenhandel) vallen hier niet onder.

2.3.3.6 

Elektriciteittransmissie omvat diensten in verband met transmissie van elektrische energie onder hoogspanning over een met elkaar verbonden groep lijnen en bijbehorende uitrusting tussen de punten van aanbod en de punten waarop zij wordt omgezet in laagspanning voor levering aan de consument of aan andere elektriciteitssystemen. Hieronder vallen tevens de kosten voor de transmissie van elektriciteit wanneer deze gescheiden is van het productie- en distributieproces. De elektriciteitsproductie zelf valt hier niet onder. Ook de distributie van elektriciteit (opgenomen onder Overige zakelijke diensten, n.e.g.) valt hier niet onder.

2.3.3.7 

Onder Overige vervoersondersteunende diensten vallen alle vervoersdiensten die niet onder een van de componenten van de bovengenoemde vervoersdiensten kunnen worden ondergebracht.

2.3.4    Post- en koeriersdiensten

Onder Post- en koeriersdiensten vallen het ophalen, vervoeren en bezorgen van brieven, kranten, tijdschriften, brochures en ander drukwerk, pakjes en pakketten, alsmede postloketdiensten en postbusverhuur.

2.4    Reisverkeer

Ontvangsten betreffende reizen bestrijken goederen en diensten voor eigen gebruik, of om weg te geven, die door niet-ingezetenen tijdens hun bezoek aan een economie in die economie worden aangekocht. Uitgaven betreffende reizen bestrijken goederen en diensten voor eigen gebruik, of om weg te geven, die door ingezetenen in andere economieën worden aangekocht tijdens hun bezoek aan die andere economieën. De post Reizen omvat lokaal vervoer (d.w.z. vervoer binnen de bezochte economie door een ingezetene van die economie), maar omvat geen internationaal vervoer (dat wordt opgenomen onder Personenvervoer). Ook goederen die door een reiziger zijn aangekocht voor wederverkoop in zijn eigen economie of in een andere economie, zijn uitgesloten. Reizen is onderverdeeld in twee subcomponenten: Zakelijk reisverkeer en Privé reisverkeer.

2.4.1    Zakelijk reisverkeer

Zakenreizen omvat de aankoop van goederen en diensten door zakenreizigers. Hieronder valt tevens de aankoop van goederen en diensten voor persoonlijk gebruik door seizoen- en grensarbeiders en andere werknemers die geen ingezetene zijn in de economie waar zij werknemer zijn. Zakenreizen zijn opgesplitst in Bestedingen van grens-, seizoen- en andere tijdelijk werkzame personen en Overig zakelijk reisverkeer.

2.4.1.1

Zakelijk reisverkeer: bestedingen van grens-, seizoen- en andere tijdelijk werkzame personen omvat de aankoop van goederen en diensten voor persoonlijk gebruik door seizoen- en grensarbeiders en andere werknemers die geen ingezetene zijn in de economie waar zij werknemer zijn en wier werkgever in die economie ingezetene is.

2.4.1.2

Overig zakelijk reisverkeer omvat alle uitgaven voor zakenreizen die niet door grensarbeiders en seizoenarbeiders en andere werknemers met kort dienstverband zijn gedaan.

2.4.2    Privé reisverkeer

Privéreizen omvat goederen en diensten die worden aangekocht door reizigers die naar het buitenland gaan om andere dan zakelijke redenen, zoals vakantie, deelneming aan culturele en vrijetijdsactiviteiten, bezoek aan vrienden en familie, bedevaart, onderwijs en gezondheid. Privé reisverkeer is onderverdeeld in drie subcategorieën: Gezondheidsgerelateerde uitgaven, Onderwijsgerelateerde uitgaven en Overig privé reisverkeer).

2.4.2.1

Gezondheidsgerelateerde uitgaven wordt gedefinieerd als de totale uitgaven van personen die om medische redenen reizen.

2.4.2.2

Onderwijsgerelateerde uitgaven wordt gedefinieerd als de totale uitgaven van studenten.

2.4.2.3

Overig privé reisverkeer omvat alle privéreizen die niet vallen onder Gezondheidsgerelateerde uitgaven of Onderwijsgerelateerde uitgaven.

2.5    Bouwdiensten

Bouwnijverheid bestrijkt de oprichting, renovatie, reparatie of uitbreiding van vaste activa in de vorm van gebouwen, landverbeteringen van technische aard en andere technische constructies (met inbegrip van wegen, bruggen, dammen enz.). Dit omvat eveneens eraan gerelateerd installatie- en montagewerk, bouwrijp maken en algemene bouwnijverheid, gespecialiseerde diensten zoals schilderwerk, loodgieterswerk en sloop, en het beheer van bouwprojecten. De bouwcontracten die tot de internationale handel in diensten worden gerekend, zijn in het algemeen van korte duur. Een door een niet-ingezeten onderneming aangenomen grootschalig bouwproject, waarvan voltooiing een jaar of langer gaat duren, zal gewoonlijk als een ingezeten filiaal worden beschouwd.

Bouwdiensten kunnen worden opgesplitst in Bouwdiensten in het buitenland en Bouwdiensten in de rapporterende economie.

2.5.1    Bouwdiensten in het buitenland

Bouwdiensten in het buitenland omvat de bouwdiensten die aan niet-ingezetenen worden verstrekt door ondernemingen die ingezeten zijn in de rapporterende economie (ontvangst/uitvoer) en de goederen en diensten die door deze ondernemingen in de gasteconomie worden aangekocht (uitgaven/invoer).

2.5.2    Bouwdiensten in de rapporterende economie

Bouwdiensten in de rapporterende economie omvat de bouwdiensten die aan ingezetenen van de rapporterende economie worden verstrekt door niet-ingezeten bouwondernemingen (uitgaven) en de goederen en diensten die door deze niet-ingezeten ondernemingen in de rapporterende economie worden aangekocht (ontvangsten).

2.6    Verzekerings- en pensioendiensten

Verzekerings- en pensioendiensten omvat: directe verzekering, herverzekering, ondersteunende diensten voor verzekeringen, pensioendiensten en gestandaardiseerde garantiediensten. Directe verzekering wordt nader uitgesplitst in levens-, vrachtvervoer- en overige directe verzekeringen. Pensioen- en standaardgaranties zijn verder uitgesplitst naar pensioenen en gestandaardiseerde garantiediensten. Deze diensten worden geraamd of gewaardeerd aan de kosten die vervat zijn in de totale premies in plaats van aan de totale waarde van de premies.

2.6.1    Levensverzekering

Voor een levensverzekering verricht een verzekeringnemer regelmatige betalingen aan een verzekeraar (het kan ook om een enkele betaling gaan), in ruil waarvoor de verzekeraar garandeert dat aan de verzekerde op een bepaalde datum of bij het overlijden van de verzekeringnemer, indien dit overlijden zich eerder voordoet, een overeengekomen minimumbedrag of een jaarrente zal worden uitbetaald. Tijdelijke levensverzekeringen, waarbij uitkeringen worden gedaan in geval van overlijden maar anders niet, vallen niet onder Levensverzekering maar onder Overige directe verzekeringen.

2.6.2.    Vrachtverzekering

Vrachtverzekeringsdiensten zijn verzekeringen die worden gesloten voor goederen die worden uitgevoerd of ingevoerd; zij worden geregistreerd op een grondslag die in overeenstemming is met de fob-waarde van de goederen en de vrachtkosten.

2.6.3    Overige directe verzekeringen

Overige directe verzekeringen omvat alle andere soorten schadeverzekering. Hieronder vallen tijdelijke levensverzekeringen; ongevallen- en ziektekostenverzekeringen (voor zover niet begrepen in een wettelijke sociale-verzekeringsregeling); vervoersverzekering voor schepen, luchtvaartuigen en andere vervoermiddelen; brandverzekering en andere verzekering van schade aan eigendommen; verzekering van financiële verliezen; algemene aansprakelijkheidsverzekeringen; andere verzekeringen, zoals reisverzekeringen en verzekeringen in verband met leningen en creditcards.

2.6.4    Herverzekering

Herverzekering is het onderbrengen van delen van het verzekeringsrisico bij andere, vaak gespecialiseerde ondernemingen, in ruil voor een evenredig gedeelte van de premieopbrengst. Herverzekeringstransacties kunnen betrekking hebben op pakketten waarin diverse soorten risico's zijn gemengd.

2.6.5    Ondersteunende diensten voor verzekeringen

Hieronder vallen transacties die nauw verband houden met activiteiten op het gebied van verzekeringen en pensioenfondsen. Hieronder vallen makelaarscommissies, diensten van verzekeringsmakelaars, adviesdiensten voor verzekeringen en pensioenen, diensten van schade-experts, actuariële diensten, bergingsadministratiediensten, reglementering- en controlediensten voor schadeloosstellingen en invorderingsdiensten.

2.6.6    Pensioendiensten

Onder pensioendiensten vallen de diensten van fondsen die door de overheid voor specifieke groepen werknemers of door verzekeringsinstellingen ten behoeve van werknemers zijn opgericht om dezen bij pensionering een inkomen te verstrekken en bij overlijden of handicap een uitkering.

2.6.7    Gestandaardiseerde garantiediensten

Gestandaardiseerde garantiediensten houden verband met standaardgarantieregelingen. Het zijn regelingen waarbij één partij (de borgsteller) zich verplicht de verliezen van de leningverstrekker te dekken indien de leningnemer in gebreke blijft. Voorbeelden omvatten uitvoerkredietgaranties en studentenleninggaranties.

2.7    Financiële diensten:

Financiële diensten omvatten bemiddelings- en hulpdiensten, m.u.v. verzekerings- en pensioenfondsdiensten, en worden gewoonlijk verleend door banken en andere financiële vennootschappen.

2.7.1    Expliciet in rekening gebrachte en overige financiële diensten

Bij veel financiële diensten worden diensten expliciet in rekening gebracht, en is geen speciale berekening vereist. Hiertoe behoren vergoedingen voor deposito's en kredietverlening, vergoedingen voor eenmalige garanties, vergoedingen of boetes voor vervroegde of niet-tijdige aflossing, rekeningkosten, vergoedingen in verband met kredietbrieven, creditcarddiensten, provisies en kosten in verband met financiële leasing, factoring, garantie van emissies en afwikkeling van betalingen. Ook inbegrepen zijn financiële adviesdiensten, bewaarneming van financiële activa of ongemunt goud, vermogensbeheer, controlediensten, kredietverstrekkingsdiensten, risicoacceptatiediensten (m.u.v. verzekering), diensten i.v.m. fusies en overnames, kredietbeoordelingsdiensten, beursbedrijf- en trustdiensten. Handelaars in financiële instrumenten kunnen hun diensten, geheel of gedeeltelijk, in rekening brengen door middel van een marge tussen hun aankoop- en verkoopprijzen. Ook marges op koop- en verkooptransacties worden opgenomen onder expliciet in rekening gebrachte en andere financiële diensten.

2.7.2    Indirect gemeten diensten van financiële intermediairs (IGDFI)

Feitelijke rente kan worden gezien als bestaande uit een inkomenselement en een vergoeding voor een dienst. Geldgevers en depositoacceptanten betalen hun depositohouders rente tegen tarieven die lager zijn dan de tarieven die zij hun geldnemers in rekening brengen. De resulterende rentemarges worden door de financiële vennootschappen gebruikt om hun onkosten te dekken en te zorgen voor een exploitatieoverschot. Het is gebruik dat deze indirecte kosten met betrekking tot rente alleen van toepassing zijn op leningen en deposito's, en alleen wanneer deze leningen en deposito's worden verstrekt door c.q. ondergebracht bij financiële vennootschappen.

2.8    Vergoedingen voor het gebruik van intellectueel eigendom, niet elders genoemd

Kosten voor het gebruik van intellectueel eigendom, niet elders genoemd, omvat:

a) 

Vergoedingen voor het gebruik van eigendomsrechten (zoals octrooien, merken, auteursrechten, industriële processen en ontwerpen, met inbegrip van handelsgeheimen en franchises). Deze rechten kunnen afkomstig zijn uit onderzoek en ontwikkeling, alsook van marketing; en

b) 

Vergoedingen voor licenties voor de reproductie of verspreiding van intellectuele eigendom dat besloten ligt in geproduceerde originelen of prototypes (zoals auteursrechten op boeken en manuscripten, computerprogrammatuur, cinematografische werken, en geluidsopnames) en aanverwante rechten (zoals live-uitvoeringen en uitzending via televisie, kabel, of satelliet).

2.9    Telecommunicatie-, computer- en informatiediensten

Telecommunicatie-, computer- en informatiediensten worden gedefinieerd aan de hand van de aard van de dienst, en niet de wijze van levering.

2.9.1    Telecommunicatiediensten

Onder telecommunicatie valt de overbrenging van geluid, beelden of andere informatie per telefoon, telex, telegram, radio- en televisiekabel en -omroep, satelliet, e-mail, fax enz., met inbegrip van zakelijke netwerkdiensten, teleconferentiediensten en ondersteunende diensten. De waarde van de overgebrachte informatie is niet inbegrepen. Onder telecommunicatiediensten vallen ook mobiele telecommunicatiediensten, internet-backbonediensten en onlinetoegangsdiensten, met inbegrip van verlening van internettoegang. Uitgesloten zijn installatiediensten met betrekking tot apparatuur voor telefoonnetwerken indien vallen onder Bouwdiensten en diensten in verband met databanken (opgenomen onder Informatiediensten).

2.9.2    Computerdiensten

Omvat diensten in verband met apparatuur en programmatuur en gegevensverwerkingsdiensten. Hieronder vallen ook advies- en implementatiediensten voor apparatuur en programmatuur; onderhoud en reparatie van computers en randapparatuur; calamiteitenhersteldiensten, verstrekking van advies en bijstand inzake aangelegenheden in verband met het beheer van computervoorzieningen; analyse, ontwerp en programmering van gebruiksklare systemen (inclusief ontwikkeling en ontwerp van webpagina's), en technisch advies inzake programmatuur; licenties voor het gebruik van niet-maatwerkprogrammatuur; ontwikkeling, productie, levering en documentatie van maatwerkprogrammatuur, met inbegrip van besturingssystemen die op maat voor specifieke gebruikers zijn gemaakt; systeemonderhoud en andere ondersteunende diensten, zoals opleiding als onderdeel van advies; gegevensverwerkingdiensten, zoals gegevensinvoer, tabellering en verwerking op basis van timesharing; webpaginahostingdiensten (d.w.z. de verstrekking van serverruimte op internet voor het hosten van webpagina's van cliënten); beheer van computerfaciliteiten. Niet inbegrepen zijn kosten voor licenties voor de reproductie en/of verspreiding van programmatuur die onder Vergoedingen voor het gebruik van intellectueel eigendom vallen. Leasing van computers zonder bedieningspersoneel is opgenomen onder Operationele leasing.

2.9.3    Informatiediensten

Omvat: Diensten van persagentschappen en Overige informatiediensten.

2.9.3.1

Diensten van persagentschappen omvat de verstrekking van nieuws, foto's en feature-artikelen aan de media.

2.9.3.2

Overige informatiediensten omvat databankdiensten (ontwerp van databanken, gegevensopslag en de verspreiding van gegevens en databanken, inclusief gidsen en verzendlijsten), zowel online als via magnetische, optische of gedrukte media, en internetzoekportalen (zoekmachinediensten die internetadressen zoeken voor klanten die trefwoordvragen invoeren). Hieronder vallen tevens directe abonnementen (geen bulkabonnementen) op kranten en tijdschriften per post, elektronisch of via andere middelen, andere aanbiedingsdiensten van online-content en bibliotheek- en archiefdiensten. Bulkabonnementen op kranten en tijdschriften vallen onder algemene handelswaar. Gedownloade bestanden die geen software (opgenomen onder Computerdiensten) of audio en video (onderdeel van Audiovisuele en aanverwante diensten) vormen, zijn opgenomen onder informatiediensten.

2.10    Overige zakelijke diensten

Dit omvat Onderzoek en ontwikkeling, Professionele diensten en managementadviesdiensten, Technische diensten, aan de handel gerelateerde en overige zakelijke diensten.

2.10.1    Onderzoek en ontwikkeling

Onderzoek en ontwikkeling omvat diensten die gepaard gaan met fundamenteel onderzoek, toegepast onderzoek en de experimentele ontwikkeling van nieuwe producten en procedés. In beginsel bestrijkt deze categorie dergelijke activiteiten op het gebied van de natuurwetenschappen, sociale wetenschappen en geesteswetenschappen, met inbegrip van de ontwikkeling van besturingssystemen die technologische vooruitgang inhouden. Het omvat ook commercieel onderzoek betreffende elektronica, geneesmiddelen en biotechnologie.

Dit omvat: 1) Systematische werkzaamheden voor het vergroten van de kennis en 2) Overig onderzoek en ontwikkeling.

2.10.1.1

Systematische werkzaamheden voor het vergroten van de kennis omvat: a) Leveren van op maat en niet op maat uitgevoerd onderzoek en b) Verkoop van eigendomsrechten die voortvloeien uit onderzoek en ontwikkeling.

2.10.1.1.a 

Leveren van op maat en niet op maat onderzoek omvat onderzoek en ontwikkeling dat specifiek in opdracht (klantgericht) wordt uitgevoerd alsmede de ontwikkeling van niet-klantgericht onderzoek en ontwikkeling, m.u.v. de verkoop van eigendomsrechten (opgenomen onder 2.10.1.1.b) en verkoop in verband met licenties voor reproductie of gebruik (opgenomen onder Vergoedingen voor het gebruik van intellectueel eigendom).

2.10.1.1.b 

Verkoop van eigendomsrechten die voortvloeien uit onderzoek en ontwikkeling omvat octrooien, auteursrechten die voortvloeien uit onderzoek en ontwikkeling, industriële procedés en designs (met inbegrip van handelsgeheimen).

2.10.1.2

Overig onderzoek en ontwikkeling omvat andere activiteiten op het gebied van product-/procesontwikkeling.

2.10.2    Professionele en managementadviesdiensten

Professionele en managementadviesdiensten omvat: 1) juridische diensten, boekhouding- en managementadvies en public relations; en 2) Adverteren, marktonderzoek en opiniepeilingen.

2.10.2.1

Juridisch, boekhoudkundig en managementadvies en public relations omvat:

a) Juridische diensten; b) Accounting, auditing, boekhouding- en belastingadviesdiensten; c) Zakelijk en managementadvies en public relations.

2.10.2.1.a 

Juridische diensten omvat juridisch advies en juridische vertegenwoordiging in juridische, gerechtelijke en wettelijk voorgeschreven procedures, het opstellen van juridische documenten en instrumenten, advies inzake certificatie en diensten in verband met borgstelling en geschillenbeslechting.

2.10.2.1.b 

Accounting, auditing, boekhouding- en belastingadviesdiensten omvat de registratie van handelstransacties voor onder meer ondernemingen; het onderzoek van boekhoudverslagen en financiële verklaringen, belastingplanning en -advies en de opstelling van belastingdocumenten.

2.10.2.1.c 

Zakelijk en managementadvies en public relations omvat advies-, begeleidings- en operationele-bijstandsdiensten voor het bedrijfsleven op het gebied van ondernemingsbeleid en -strategie en de algehele planning, structurering en controle van een organisatie. Omvat beheerskosten, management auditing, advies inzake marktbeheer, personeelszaken, productiebeheer en projectbeheer, en advies- begeleidings- en operationele diensten ter verbetering van het imago bij de klanten en de betrekkingen met het publiek en met andere instellingen.

2.10.2.2

Adverteren, marktonderzoek en opiniepeilingen omvat ontwerp, verwezenlijking en marketing van reclame door reclamebureaus, mediaplaatsing, inclusief de aan- en verkoop van advertentieruimte, tentoonstellingsdiensten verstrekt door handelsbeurzen, bevordering van producten in het buitenland, marktonderzoek, telemarketing en opinieonderzoek over diverse onderwerpen.

2.10.3    Technische diensten, aan de handel gerelateerde en overige zakelijke diensten

Omvat: 1) Architecten-, ingenieurs-, wetenschappelijke- en andere technische diensten, 2) Afvalverwerking en milieudiensten, landbouw- en mijnbouwgerelateerde diensten, 3) Operationele leasing, 4) Aan de handel gerelateerde diensten, en 5) Overige zakelijke diensten, n.e.g.

2.10.3.1    Architecten-, ingenieurs-, wetenschappelijke- en andere technische diensten

Omvat: a) Architectendiensten; b) ingenieursdiensten, c) wetenschappelijke en overige technische diensten.

2.10.3.1.a 

Architectendiensten omvat transacties in verband met het ontwerpen van gebouwen.

2.10.3.1.b 

Ingenieursdiensten omvat het ontwerpen, de ontwikkeling en het gebruik van machines, materiaal, instrumenten en structuren, processen en systemen. Tot de diensten die hieronder vallen behoren het ontwerp, de planning en studies betreffende technische projecten. Mijnbouwtechniek is uitgesloten (opgenomen onder Mijnbouw-, olie- en gaswinninggerelateerde diensten).

2.10.3.1.c 

Wetenschappelijke en andere technische diensten omvat landmeten, cartografie, testen en certificeren van producten en technische inspectiediensten.

2.10.3.2    Afvalverwerking en milieudiensten, landbouw- en mijnbouwgerelateerde diensten

Omvat: a) Afvalverwerking en milieudiensten, b) Landbouw-, bosbouw- en visserijgerelateerde diensten, c) Mijnbouw-, olie- en gaswinninggerelateerde diensten.

2.10.3.2.a 

Afvalverwerking en milieudiensten omvat afvalinzameling en -verwerking, sanering, rioolwaterzuivering, en andere diensten met betrekking tot milieubescherming. Zij omvatten ook milieudiensten, zoals het leveren van compensatie voor CO2-emissies of de vastlegging van koolstof voor zover deze niet worden ingedeeld onder een specifieke categorie.

2.10.3.b 

Landbouw-, bosbouw- en visserijgerelateerde diensten omvatten diensten die verband houden met de landbouw, zoals de levering van landbouwmachines met bemanning, oogsten, gewasbehandeling, ongediertebestrijding, onderbrengen en verzorging van dieren en fokdiensten. Jacht, het zetten van vallen, bosbouw, houthakken en visserij vallen hier ook onder, evenals veterinaire diensten.

2.10.3.2.c 

Mijnbouw-, olie- en gaswinninggerelateerde diensten omvatten mijnbouwdiensten die worden verstrekt in olie- en gasvelden, zoals boren, bouwen van boortorens, reparatie- en ontmantelingsdiensten en cementering van olie- en gasbronnen. Diensten in verband met de prospectie en exploratie van ertsen, alsmede mijnbouwtechniek en geologische metingen vallen hier ook onder.

2.10.3.3    Operationele leasing

Operationele lease is de verhuur van geproduceerde activa in het kader van regelingen waarbij de lessee het gebruik van een materieel actief krijgt, zonder dat het grootste deel van de risico's en voordelen van eigendom aan de lessee wordt overgedragen. Operationele lease kan als huur worden aangeduid in geval van zaken zoals gebouwen of machines. Operationele lease omvat leasing (huur) en charters, zonder bemanning, van schepen, luchtvaartuigen en ander vervoermaterieel. Hieronder vallen ook betalingen voor operationele lease van andere soorten materieel zonder bedieningspersoneel, waaronder computers en telecommunicatieapparatuur. Licentievergoedingen voor het gebruik van immateriële activa, zoals programmatuur, intellectuele eigendom enz. vallen onder specifieke posten (Computerdiensten of Vergoedingen voor het gebruik van de intellectueel eigendom, n.e.g. enz.) en niet onder operationele lease. Onder operationele lease vallen evenmin de lease van telecommunicatielijnen of -capaciteit (opgenomen onder Telecommunicatiediensten), de huur van schepen en luchtvaartuigen met bemanning (opgenomen onder Vervoer), en huren in verband met reizen (opgenomen onder Reisverkeer).

2.10.3.4    Aan de handel gerelateerde diensten

Diensten in verband met de handel omvatten commissies op goederen- en dienstentransacties voor handelaren, makelaars op goederenbeurzen, effectenhandelaren, veilingmeesters en commissionairs. Onder aan de handel gerelateerde diensten vallen niet franchisevergoedingen (opgenomen onder Vergoedingen voor het gebruik van intellectueel eigendom, n.e.g.), bemiddeling inzake financiële instrumenten (opgenomen onder Financiële diensten), assurantiebemiddeling (opgenomen onder Ondersteunende diensten voor verzekeringen) en vervoersgebonden kosten, zoals commissies (opgenomen onder Vervoer).

2.10.3.5    Overige zakelijke diensten, niet elders genoemd

Overige zakelijke diensten omvat de distributie van water, stoom, gas, of andere aardolieproducten en airconditioning, indien deze duidelijk worden onderscheiden van transmissiediensten, alsmede de tewerkstelling van personeel, veiligheids- en opsporingsdiensten, vertalers en tolken, fotografie, uitgeverijen, reiniging van gebouwen en diensten in verband met onroerend goed.

2.11    Persoonlijke, culturele en recreatiediensten

Omvat Audiovisuele en aanverwante diensten en Overige persoonlijke, culturele en recreatiediensten.

2.11.1    Audiovisuele en aanverwante diensten

Deze kunnen worden uitgesplitst in Audiovisuele diensten en Aanverwante artistieke diensten. Omvat diensten en de ermee verband houdende vergoedingen voor de productie van films of video's, van radio- en televisieprogramma's (live of op band) en van muziekopnamen. Hieronder vallen de verhuur van audiovisuele en aanverwante producten, en toegang tot geëncrypteerde televisiekanalen (zoals kabel- of satellietdiensten), op grote schaal geproduceerde audiovisuele producten die voor blijvend gebruik worden gekocht of verkocht en elektronisch worden geleverd (gedownload), vergoedingen voor uitvoerende kunstenaars (acteurs, musici, dansers), auteurs, componisten enz. Hieronder vallen niet kosten of licenties voor de reproductie en/of verspreiding van audiovisuele producten (opgenomen onder Vergoedingen voor het gebruik van intellectueel eigendom, n.e.g.).

2.11.2    Overige persoonlijke, culturele en recreatieve diensten

Omvat: a) Onderwijsgerelateerde diensten, b) Gezondheidgerelateerde diensten c), Diensten op het gebied van erfgoed en recreatie, en d) Overige persoonlijke diensten.

2.11.2.a 

Onderwijsgerelateerde diensten omvat diensten die worden verstrekt tussen ingezetenen en niet-ingezetenen op onderwijsgebied, zoals correspondentiecursussen en onderwijs via televisie of internet en door leraren, enz. die rechtstreeks diensten in gasteconomieën verstrekken.

2.11.2.b 

Gezondheidgerelateerde diensten omvat diensten die worden verstrekt door artsen, verpleegkundigen en paramedisch personeel, alsmede laboratoriumdiensten en soortgelijke diensten, zowel op afstand als ter plaatse verstrekt. Uitgesloten zijn alle uitgaven van reizigers voor onderwijs en gezondheid (opgenomen onder Reisverkeer).

2.11.2.c 

Diensten op het gebied van erfgoed en recreatie omvat diensten in verband met musea en andere culturele, sportieve, recreatieve en kansspelactiviteiten, uitgezonderd die waarbij personen buiten hun economie waarbinnen zij ingezeten zijn, zijn betrokken (opgenomen onder Reizen).

2.11.2.d 

Andere persoonlijke diensten omvat sociale diensten, huishoudelijke werkzaamheden enz.

2.12    Overheidsgoederen en -diensten, niet elders genoemd

Dit is een restcategorie voor overheidstransacties (met inbegrip van die van internationale organisaties) in goederen en diensten die niet onder andere posten kunnen worden ondergebracht. Hieronder vallen alle transacties (in zowel goederen als diensten) door enclaves zoals ambassades, consulaten, militaire bases en internationale organisaties met de ingezetenen van de economieën waarbinnen de enclaves zich bevinden. Transacties van de enclaves met ingezetenen van de thuiseconomieën vallen er niet onder. Afhankelijk van de overheidsinstelling die de transactie verricht, kan deze post worden uitgesplitst in goederen en diensten die worden verhandeld door Ambassades en consulaten, Militaire eenheden en bureaus en Overige overheidsgoederen en -diensten, niet elders genoemd.

3.    PRIMAIR INKOMEN

Primair inkomen is de opbrengst die institutionele eenheden toekomt voor hun bijdrage aan het productieproces, voor het verstrekken van financiële activa of voor het verhuren van natuurlijke hulpbronnen aan andere institutionele eenheden. Het omvat Beloning van werknemers, Inkomen uit investeringen en Overig primair inkomen.

3.1    Beloning van werknemers (D1)

Beloning van werknemers wordt geregistreerd wanneer de werkgever (de producerende eenheid) en de werknemer ingezeten zijn in verschillende economieën. Voor de economie waarin de producerende eenheden ingezeten zijn, is de beloning van werknemers het totale loon (met inbegrip van werkgeversbijdragen aan stelsels voor sociale zekerheid of aan particuliere verzekeringen of pensioenfondsen), in geld of in natura, dat door ingezeten ondernemingen verschuldigd is aan niet-ingezeten werknemers in ruil voor hun werk gedurende de verslagperiode. Voor de economie waarin de individuen ingezeten zijn, is beloning het totale loon, in geld of in natura, dat zij van niet-ingezeten ondernemingen ontvangen in ruil voor hun werk gedurende de verslagperiode. Het is belangrijk vast te stellen of een werkgever-werknemerrelatie bestaat; indien dat niet het geval is, vormt de betaling een aankoop van diensten.

3.2    Inkomen uit financiële activa en passiva

Inkomen uit financiële activa en passiva is inkomen uit een door een ingezetene aangehouden extern financieel activum (ontvangsten) en, parallel daaraan, inkomen uit een door een niet-ingezetene aangehouden binnenlands financieel activum (uitgaven). Inkomen uit financiële activa en passiva omvat inkomen uit deelnemingen (Dividenden, Inkomen onttrokken aan quasi-vennootschappen, Ingehouden winsten) en uit schuldinstrumenten (Rente) en inkomen uit financiële activa en passiva toe te rekenen aan polishouders bij verzekerings-, pensioen-, en standaardgarantieregelingen.

Op de betalingsbalans wordt inkomen uit financiële activa en passiva ook ingedeeld naar de functie van de onderliggende investeringen, namelijk directe investeringen, beleggingen in effecten, overige investeringen en reserves, en verder nauwkeurig beschreven naar het type investering. Zie de financiële rekening voor de definities van investeringen naar functie.

Winsten en verliezen op (kapitaal)bezit, die afzonderlijk kunnen worden vastgesteld, worden niet ingedeeld als inkomen uit financiële activa en passiva, maar als waardeveranderingen van investeringen ten gevolge van marktprijsontwikkelingen. Nettostromen in verband met rentederivaten worden in de financiële rekening alleen onder financiële derivaten geboekt.

3.2.1    Rente (D41)

Rente is een vorm van inkomen uit financiële activa en passiva dat wordt ontvangen door eigenaren van bepaalde soorten financiële activa, namelijk deposito's (AF2), schuldbewijzen (AF3), leningen (AF4) en handelskredieten en transitorische posten (AF8), voor het ter beschikking stellen van de financiële activa aan een andere institutionele eenheid. Inkomen uit bezit aan speciale trekkingsrechten (SDR's) en toewijzingen van SDR's valt ook onder rente. Op de primaire inkomensrekening wordt de „zuivere rente” geboekt door de IGDFI-component van de „werkelijke rente” af te trekken. Rente-inkomsten worden geboekt op transactiebasis.

3.2.2    Winstuitkeringen (D42)

3.2.2.1    Dividenden (D421)

Dividenden zijn de aan de eigenaren van aandelen (AF5) toegerekende winstuitkeringen voor het ter beschikking stellen van middelen aan vennootschappen. Dividenden worden geboekt op het moment dat de aandelen ex-dividend gaan.

3.2.2.2    Inkomen onttrokken aan quasivennootschappen (D422)

Inkomen onttrokken aan quasivennootschappen (ondernemingen zonder rechtspersoonlijkheid die zich gedragen alsof het vennootschappen zijn, bv. filialen, fictieve ingezeten eenheden voor grond en andere natuurlijke hulpbronnen in bezit van niet-ingezetenen, samenwerkingsverbanden, trusts, etc.) bestaat uit de bedragen die de eigenaren van quasivennootschappen voor eigen gebruik onttrekken aan de winsten van hun quasivennootschappen. Inkomen onttrokken aan quasivennootschappen wordt geboekt wanneer de onttrekkingen feitelijk plaatsvinden.

3.2.3    Ingehouden winsten op buitenlandse directe investeringen (D43)

Ingehouden winsten vertegenwoordigen het aandeel van directe investeerders, in termen van aangehouden deelnemingen, in de winsten die buitenlandse dochtervennootschappen, geassocieerde ondernemingen en filialen niet als dividend uitkeren. Zij worden gedefinieerd als het aandeel van de directe investeerder in het totaal aan geconsolideerde winsten die door de onderneming met directe investeringen in de referentieperiode worden gemaakt (na verdiscontering van belasting, rente en waardevermindering) minus dividenden die in de referentieperiode moeten worden betaald, ook als deze dividenden betrekking hebben op in eerdere perioden gemaakte winsten.

Ingehouden winsten worden geregistreerd in de periode waarin zij ontstaan.

3.2.4    Inkomen uit participaties in beleggingsfondsen (D443)

Inkomen uit investeringen toe te rekenen aan aandeelhouders van collectieve beleggingsfondsen, inclusief onderlinge fondsen en „unit trusts”, bestaat uit twee aparte componenten: Dividenden (D4431) en Ingehouden winsten (D4432).

Winsten uit beleggingsfondsen kunnen worden gezien als winsten die doorgegeven worden aan de aandeelhouders (of deelnemers) aangezien ze gemaakt worden in de vorm van inkomen uit investeringen op hun deelnemingen. Beleggingsfondsen maken winst door het van aandeelhouders ontvangen geld te beleggen. Inkomen van aandeelhouders uit beleggingsfondsen wordt gedefinieerd als het beleggingsinkomen dat verkregen wordt uit de beleggingsportefeuille van het fonds na aftrek van exploitatiekosten. De nettowinst van beleggingsfondsen na aftrek van de exploitatiekosten behoort toe aan de aandeelhouders. Indien alleen een deel van de nettowinst als dividend aan aandeelhouders wordt uitgekeerd, moeten de ingehouden winsten worden behandeld alsof ze aan de aandeelhouders werden uitgekeerd en vervolgens herbelegd.

3.2.5    Inkomen uit investeringen toe te rekenen aan polishouders in verzekerings-, pensioen- en standaardgarantieregelingen

Voor de definitie van deze post wordt naar de afzonderlijke componenten ervan gekeken, die geen deel uitmaken van de betalingsbalansgegevens.

3.2.5.1

Inkomen uit investeringen toe te rekenen aan polishouders (D441) komt overeen met het totale primaire inkomen dat wordt ontvangen uit de belegging van verzekeringstechnische reserves. Het gaat om reserves die de verzekeringsmaatschappij boekhoudkundig verwerkt als een corresponderende verplichting aan de polishouders.

3.2.5.2

Inkomen uit investeringen te betalen i.v.m. pensioenrechten (D442)

Pensioenaanspraken vloeien voort uit hetzij regelingen met toegezegde bijdragen hetzij regelingen met toegezegde uitkeringen.

3.3    Overig primair inkomen

Ingedeeld naar de institutionele sector van de rapporterende economie (Overheid of Overige sectoren) en omvat de volgende componenten: Belastingen op productie en invoer, Subsidies en Inkomen uit grond en minerale reserves.

3.3.1    Belastingen op productie en invoer (D.2)

Omvat de volgende componenten:

3.3.1.1 

Productgebonden belastingen (D21) zijn verschuldigd per eenheid geproduceerde of internationaal verhandelde goederen of diensten. Voorbeelden zijn belasting over de toegevoegde waarde, invoerrechten, accijnzen en verbruiksbelastingen.

3.3.1.2 

Niet-productgebonden belastingen op productie (D29) bestaan uit alle belastingen die ondernemingen verschuldigd zijn in het kader van hun productieactiviteiten, en omvatten belastingen die betaald worden voor bedrijfs- en beroepsvergunningen.

3.3.2    Subsidies (D3)

Omvatten de volgende componenten:

3.3.2.1 

Productgebonden subsidies (D31) worden uitgekeerd per geproduceerde eenheid van een goed of dienst.

3.3.2.2. 

Niet-productgebonden subsidies (D39) zijn subsidies, m.u.v. productgebonden subsidies, die ingezeten productie-eenheden kunnen ontvangen in het kader van hun productieactiviteiten.

3.3.3.    Inkomen uit grond en minerale reserves (D45)

Inkomen uit grond en minerale reserves omvat inkomen dat ontvangen wordt voor het ter beschikking stellen van natuurlijke hulpbronnen aan een niet-ingezeten institutionele eenheid. Voorbeelden zijn bedragen die betaald moeten worden voor het gebruik van grond, voor de winning van minerale reserves en andere ondergrondse reserves, en voor vis-, bosbouw- en begrazingsrechten. De regelmatige betalingen die door de leasehouders van natuurlijke hulpbronnen, zoals minerale reserves, worden gedaan, worden vaak royalty's genoemd, maar worden ingedeeld als inkomen uit grond en minerale reserves.

4.    SECUNDAIR INKOMEN

Op de secundaire inkomensrekening worden ook inkomensoverdrachten tussen ingezetenen en niet-ingezetenen weergegeven. Een overdracht is een boeking die correspondeert met het verstrekken van een goed, dienst, financieel activum of ander niet-geproduceerd activum door een institutionele eenheid aan een andere institutionele eenheid zonder dat daar de overgave van een object van economische waarde tegenover staat. Inkomensoverdrachten zijn alle overdrachten die geen kapitaaloverdracht zijn.

Inkomensoverdrachten worden ingedeeld naar de institutionele sector in de rapporterende economie die de overdracht verricht of ontvangt (Overheid of Overige sectoren).

Tot de Inkomensoverdrachten van de overheid behoren Belastingen op inkomen, vermogen enz., Sociale premies, Sociale uitkeringen, Inkomensoverdrachten i.v.m. internationale samenwerking, Overige inkomensoverdrachten, n.e.g., Eigen middelen van de Unie uit btw en bni.
Tot de Inkomensoverdrachten van overige sectoren behoren Belastingen op inkomen, vermogen enz., Sociale premies, Sociale uitkeringen, Overige inkomensoverdrachten, n.e.g., Premies schadeverzekering (netto), Uitkeringen schadeverzekering en Correcties voor mutaties in pensioenrechten. Overige inkomensoverdrachten, n.e.g omvat Persoonlijke overdrachten tussen ingezeten en niet-ingezeten huishoudens (waarvan: Overmakingen door werkzame personen).

4.1    Belastingen op inkomen, vermogen enz. (D5)

Op de internationale rekeningen bestaan Belastingen op inkomen, vermogen enz. hoofdzakelijk uit belastingen die geheven worden op het inkomen dat door niet-ingezetenen verdiend wordt met hun arbeid of financiële activa. Belastingen op kapitaalwinsten uit activa van niet-ingezetenen vallen hier ook onder. Belastingen op inkomen en kapitaalwinsten uit financiële activa zijn in het algemeen verschuldigd door Overige sectoren (individuen, ondernemingen en instellingen zonder winstoogmerk) en worden ontvangen door de Overheid.

4.2    Sociale premies (D61)

Sociale premies zijn de werkelijke of toegerekende premies die huishoudens aan socialeverzekeringsregelingen bijdragen om voorzieningen te treffen voor sociale uitkeringen.

4.3    Sociale uitkeringen (D62 + D63)

Sociale uitkeringen omvatten uitkeringen die betaald worden op grond van socialeverzekeringsregelingen en pensioenregelingen. Ze omvatten pensioenen en niet-pensioenuitkeringen op grond van gebeurtenissen of omstandigheden zoals ziekte, werkloosheid, huisvesting en onderwijs, en kunnen in geld of in natura worden verstrekt.

4.4    Premies schadeverzekering (netto) (D71)

Schadeverzekeringspremies omvatten zowel de door polishouders betaalde brutopremies om gedurende de verslagperiode verzekerd te zijn (verdiende premies) als de aanvullende premies te betalen uit het aan polishouders toegerekende inkomen uit investeringen, na aftrek van de vergoeding van de dienstverlening door de betrokken verzekeringsmaatschappijen. De vergoedingen van de dienstverlening vormen de aankopen van diensten door de polishouders en worden geboekt als verzekeringsdiensten. Nettopremies op standaardgaranties vallen onder deze post.

4.5    Uitkeringen schadeverzekering (D72)

Uitkeringen schadeverzekering zijn bedragen die betaald worden ter afwikkeling van claims die opeisbaar worden in de lopende verslagperiode. Uitkeringen worden opeisbaar op het moment dat de gebeurtenis plaatsvindt die aanleiding geeft tot een geldige claim. Uitkeringen die betaald moeten worden op grond van standaardgaranties worden onder deze post geboekt.

4.6    Inkomensoverdrachten i.v.m. internationale samenwerking (D74)

Inkomensoverdrachten i.v.m. internationale samenwerking omvatten inkomensoverdrachten in geld of in natura tussen overheden van verschillende landen of tussen overheden en internationale organisaties. Een deel van de inkomensoverdrachten i.v.m. internationale samenwerking betreft de instellingen van de Unie.

4.7    Overige inkomensoverdrachten, n.e.g. (D75)

De overige inkomensoverdrachten, in geld of in natura, omvatten: Inkomensoverdrachten aan instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens (D751), Inkomensoverdrachten tussen huishoudens (D752), Overige inkomensoverdrachten, n.e.g. (D759), met inbegrip van boetes, een deel van de betalingen voor loterijen en kansspelen, schadeloosstellingen en andere.

4.7.1    Persoonlijke overdrachten tussen ingezeten en niet-ingezeten huishoudens

De persoonlijke overdrachten tussen ingezeten en niet-ingezeten huishoudens bestaan uit alle inkomensoverdrachten in geld of in natura die gedaan, c.q. ontvangen worden door ingezeten huishoudens aan of van niet-ingezeten huishoudens. Overmakingen door werkzame personen maken deel uit van de Persoonlijke overdrachten.

4.7.1.1    Overmakingen door werkzame personen

Bij de overmakingen door werkzame personen gaat het om persoonlijke overdrachten aan niet-ingezeten huishoudens door migranten die ingezeten en werkzaam zijn in een nieuwe economie. Personen die werken voor een nieuwe economie en daar korter dan een jaar verblijven, worden als niet-ingezetene beschouwd en hun beloning wordt geboekt onder beloning van werknemers.

4.8    Eigen middelen van de EU op basis van btw en bni (D76)

De eigen middelen van de Unie op basis van btw en bni (derde en vierde middel) zijn inkomensoverdrachten die door de overheid van elke lidstaat aan de instellingen van de Unie worden betaald.

4.9    Correctie voor mutaties in pensioenrechten (D8)

De correctie voor mutaties in pensioenrechten is noodzakelijk om de behandeling van pensioenen als inkomensoverdrachten in overeenstemming te brengen met de behandeling van pensioenaanspraken als financiële activa. Na de correctie is het saldo van de lopende rekening hetzelfde als het zou zijn geweest indien sociale premies en pensioenontvangsten niet waren geboekt als inkomensoverdrachten.

B.   KAPITAALREKENING

De kapitaalrekening omvat de verwerving/overdracht van niet-geproduceerde, niet-financiële activa en kapitaaloverdrachten.

5.1    Aankopen en verkopen van niet-geproduceerde niet-financiële activa (bruto)

Niet-geproduceerde niet-financiële activa bestaan uit: a) natuurlijke hulpbronnen, b) contracten, leases en vergunningen, en c) goodwill en marketing activa (merknamen, handelsnamen). Aankopen en verkopen van niet-geproduceerde niet-financiële activa worden apart op brutobasis geboekt en niet gesaldeerd. Alleen de aankopen en verkopen van dergelijke activa, niet hun gebruik, moeten onder deze post van de kapitaalrekening worden geboekt.

5.2    Kapitaaloverdrachten (D9)

Kapitaaloverdrachten omvatten i) eigendomsoverdrachten van vaste activa, ii) overboekingen van middelen in verband met, dan wel afhankelijk van de aan- of verkoop van vaste activa, en iii) het zonder tegenprestatie kwijtschelden van schulden door een crediteur. Kapitaaloverdrachten geschieden contant of in natura (zoals het afstand doen van een vorderingsrecht). Het onderscheid tussen inkomensoverdrachten en kapitaaloverdrachten hangt in de praktijk af van de aanwending van het overgedragen kapitaal door het land van bestemming. Kapitaaloverdrachten worden ingedeeld naar de institutionele sector die de overdracht verricht of ontvangt in de rapporterende economie (Overheid of Overige sectoren).

Onder kapitaaloverdrachten vallen: Vermogensheffingen, Investeringsbijdragen en Overige kapitaaloverdrachten.

5.2.1    Vermogensheffingen (D91).

Vermogensheffingen zijn niet-periodieke belastingen die met ruime tussenpozen worden geheven op de waarde van de activa of het vermogenssaldo van institutionele eenheden of op de waarde van activa die tussen institutionele eenheden worden overgedragen. Ze omvatten erf- en schenkbelastingen die worden geheven op het vermogen van de begunstigden.

5.2.2    Investeringsbijdragen (D92)

Investeringsbijdragen zijn kapitaaloverdrachten in geld of in natura, ter volledige of gedeeltelijke financiering van de aankoop van vaste activa. De ontvangers zijn verplicht in geld ontvangen investeringsbijdragen aan te wenden ten behoeve van investeringen in vaste activa (bruto), en de bijdragen zijn vaak gekoppeld aan specifieke investeringsprojecten, zoals grote bouwprojecten.

5.2.3    Overige kapitaaloverdrachten (D99)

Deze omvatten omvangrijke, eenmalige vergoedingen voor niet door verzekeringen gedekte zeer grote schade of ernstig letsel, grote schenkingen en legaten, ook aan instellingen zonder winstoogmerk. Deze categorie omvat Schuldkwijtschelding.

5.2.3.1    Schuldkwijtschelding

Schuldkwijtschelding is de vrijwillige, gehele of gedeeltelijke, kwijtschelding van een schuldverplichting binnen een contractuele overeenkomst tussen een schuldeiser en een schuldenaar.

C.   FINANCIËLE REKENING EN INTERNATIONALE INVESTERINGSPOSITIE

In het algemeen worden in de financiële rekening transacties geregistreerd betreffende financiële activa en passiva die plaatsvinden tussen ingezetenen en niet-ingezetenen. In de financiële rekening worden de transacties netto weergegeven: mutaties in financiële activa komen overeen met aankopen van activa minus verminderingen in activa.

De internationale investeringspositie (IIP) geeft op het einde van elk kwartaal de waarde weer van de financiële activa van ingezetenen van een economie die bestaan uit vorderingen op niet-ingezetenen, en de schulden van ingezetenen van een economie aan niet-ingezetenen, plus als reserve aangehouden ongemunt goud. Het verschil tussen de activa en passiva is de nettopositie in de IIP, en is hetzij een nettovordering op of een nettoschuld aan het buitenland.

De waarde van de IIP aan het eind van een periode volgt uit de posities aan het einde van de voorafgaande periode, transacties in de lopende periode en overige wijzigingen om andere redenen dan transacties tussen ingezetenen en niet-ingezetenen, die kunnen worden toegerekend aan overige volumemutaties en herwaarderingen (wegens wijzigingen in wisselkoersen of prijzen).

Volgens de functionele onderverdeling worden grensoverschrijdende financiële transacties en posities ingedeeld als Directe investeringen, Beleggingen in effecten, Financiële derivaten (m.u.v. reserves) en aandelenopties voor werknemers, Overige investeringen en Reserves. Grensoverschrijdende financiële transacties en posities worden verder ingedeeld naar type instrument en institutionele sector, zoals aangegeven in tabel 7.

Marktprijzen vormen de basis voor de waardering van transacties en posities. Posities in niet-verhandelbaar waardepapier, namelijk leningen, deposito's en handelskredieten en transitorische posten, worden tegen de nominale waarde gewaardeerd. Eventuele transacties in deze instrumenten worden echter tegen marktprijzen gewaardeerd. Om de discrepantie tussen de waardering van transacties tegen de marktwaarde en de waardering van posities tegen de nominale waarde in aanmerking te nemen, registreert de verkoper Waarderingsverschillen ten gevolge van overige prijswijzigingen in de periode waarin de verkoop plaatsvindt, zijnde het verschil tussen de nominale en de transactiewaarde, terwijl de koper een tegengesteld bedrag registreert als Waarderingsverschillen ten gevolge van overige prijswijzigingen.

De financiële rekening van de betalingsbalans en de IIP bevatten compenserende boekingen voor gecumuleerde inkomsten uit in de respectieve functionele categorieën ingedeelde instrumenten.

6.1    Directe investeringen

Directe investering heeft betrekking op een ingezetene in de ene economie (directe investeerder) die zeggenschap of invloed van betekenis heeft over het beheer van een onderneming die ingezeten is in een andere economie („directe-investeringsonderneming”). In aansluiting op de internationale normen geeft de directe of indirecte eigendom van 10% of meer van de stemrechten van een onderneming die ingezeten is in de ene economie, door een investeerder die ingezeten is in een andere economie, aan dat er sprake is van een dergelijk verband. Op basis van dit criterium kan er een direct-investeringsverband bestaan tussen een aantal verbonden ondernemingen, ongeacht of het verband een enkele of meerdere ketens omvat. De relatie kan zich uitstrekken tot dochterondernemingen, dochters van dochterondernemingen en partnerondernemingen van de directe-investeringsonderneming. Zodra de directe investering vaststaat, worden alle daaruit voortvloeiende financiële stromen/deelnemingen tussen de verbonden entiteiten geboekt als transacties/posities in verband met directe investeringen.

Aandelenkapitaal omvat deelnemingen in filialen, alsmede alle aandelen in dochter- en partnerondernemingen. Ingehouden winsten bestaan uit de compenserende boekingspost voor het aandeel van de directe investeerder in winsten die door dochter- of partnerondernemingen niet als dividenden zijn uitgekeerd, alsmede winsten van filialen die niet aan de directe investeerder zijn overgedragen en die zijn geboekt onder Inkomen uit investeringen (zie 3.2.3).

Directe investeringen in de vorm van deelnemingen en Schuld worden verder uitgesplitst naar het soort relatie tussen entiteiten en naar het oogmerk van de investering. Drie typen van directe-investeringsrelaties kunnen worden onderscheiden:

a) 

investeringen door directe investeerders in directe-investeringsondernemingen. Deze categorie omvat investeringsstromen (en standen) van de directe investeerder naar diens directe-investeringsondernemingen (ongeacht of daarover direct of indirect zeggenschap of invloed wordt uitgeoefend);

b) 

tegengestelde investeringen. Dit type relatie bestrijkt investeringsstromen (en standen) van de directe-investeringsondernemingen naar de directe investeerder;

c) 

tussen zusterondernemingen. Dit bestrijkt stromen (en standen) tussen ondernemingen die geen zeggenschap of invloed op elkaar uitoefenen, maar die beide onder de zeggenschap of invloed staan van dezelfde directe investeerder.

6.2    Beleggingen in effecten

Beleggingen in effecten omvatten transacties en posities inzake schuldbewijzen of aandelen, m.u.v. die welke vallen onder directe investeringen of reserves. Beleggingen in effecten omvatten Deelnemingen, Aandelen of rechten van deelneming in beleggingsfondsen en Schuldbewijzen, tenzij ze zijn ingedeeld als directe investeringen of als reserves. Transacties zoals repo's en effecten-uitleen vallen niet onder beleggingen in effecten.

6.2.1    Aandelen (F51/AF51)

Deelnemingen omvatten alle instrumenten die een aanspraak op de restwaarde van een vennootschap of een quasivennootschap vormen, nadat aan de aanspraken van alle crediteuren is voldaan. In tegenstelling tot schulden geven deelnemingen de eigenaar in het algemeen geen recht op een vooraf bepaald bedrag of een bedrag dat volgens een vaste formule wordt bepaald. Deelnemingen zijn onderverdeeld in beursgenoteerde en niet-beursgenoteerde aandelen.

Beursgenoteerde aandelen (F511/AF511) zijn aandelen die genoteerd staan aan een erkende aandelenbeurs of op enigerlei andere vorm van secundaire markt. Niet-beursgenoteerde aandelen (F512/AF512) zijn aandelen die niet genoteerd staan aan een aandelenbeurs.

6.2.2    Participaties in beleggingsfondsen (F52/AF52)

Aandelen of rechten van deelneming in beleggingsfondsen worden uitgegeven door beleggingsfondsen. Ze staan bekend als „rechten van deelneming” indien het fonds een trust is. Beleggingsfondsen zijn collectieve beleggingsinstellingen waarin investeerders middelen bundelen voor belegging in financiële en/of niet-financiële activa. Aandelen in beleggingsfondsen hebben een speciale rol in financiële intermediatie als een soort collectieve investering in overige activa, en worden daarom worden onderscheiden van de overige aandelen. Daarnaast verschilt de behandeling van hun inkomsten omdat ingehouden winsten moeten worden toegerekend.

6.2.3    Schuldbewijzen (F3/AF3)

Schuldbewijzen zijn verhandelbare instrumenten die als bewijs van een schuld dienen. Hiertoe behoren wissels, promessen, verhandelbare depositocertificaten, commercial paper, obligaties, door activa gedekte waardepapieren, geldmarktinstrumenten en soortgelijke instrumenten die normaliter op de financiële markten worden verhandeld. Transacties en posities in schuldbewijzen worden naar oorspronkelijke looptijd ingedeeld in kortlopend en langlopend.

6.2.3.1    Kortlopende schuldbewijzen (F31/AF31)

Kortlopende schuldbewijzen zijn direct opvraagbaar of uitgegeven met een oorspronkelijke looptijd van één jaar of korter. Ze geven de houder in het algemeen het onvoorwaardelijke recht om op een bepaalde datum een bepaald vast bedrag aan geld te ontvangen. Dergelijke instrumenten worden meestal op georganiseerde markten met disconto verhandeld; het disconto is afhankelijk van de rentevoet en de resterende looptijd.

6.2.3.2    Langlopende schuldbewijzen (F32/AF31)

Langlopende schuldbewijzen worden uitgegeven met een oorspronkelijke looptijd van meer dan een jaar of zonder aangegeven looptijd (m.u.v. direct opvraagbare schuldbewijzen die worden opgenomen onder kortlopende schuldbewijzen). Ze geven de houder in het algemeen a) het onvoorwaardelijke recht op een vast geldelijk inkomen of op een contractueel bepaald variabel geldelijk inkomen (betaling van de rente staat los van de winst van de schuldenaar), en b) het onvoorwaardelijke recht op een vast bedrag als terugbetaling van de hoofdsom op een bepaalde datum of op bepaalde data.

Transacties worden in de betalingsbalans opgenomen wanneer de crediteuren of debiteuren de vordering of de schuld boeken. Transacties worden geboekt tegen de werkelijk ontvangen of betaalde prijs na aftrek van commissie en kosten. Voor schuldbewijzen met coupons wordt derhalve de na de laatste rentebetaling opgebouwde rente geregistreerd en, voor met disconto uitgegeven effecten, de na de uitgifte gecumuleerde rente. De opgebouwde rente dient te worden geregistreerd voor zowel de financiële rekening van de betalingsbalans als de internationale investeringspositie; deze boekingen moeten worden gecompenseerd in de respectieve inkomensrekeningen.

6.3    Financiële derivaten (m.u.v. reserves) en aandelenopties voor werknemers (F7/AF7)

Een financieel-derivatencontract is een financieel instrument dat gekoppeld is aan een ander specifiek financieel instrument, indexcijfer of goed en door middel waarvan specifieke financiële risico's (zoals rentevoet-, wisselkoers-, vermogens-, goederenprijs-, kredietrisico's enz.) zelfstandig op financiële markten kunnen worden verhandeld. Deze categorie wordt apart van andere categorieën geïdentificeerd omdat ze verband houdt met risico-overdracht, in plaats van met de beschikbaarstelling van gelden of andere middelen. Anders dan bij andere functioneel afgebakende categorieën wordt op financiële derivaten geen primair inkomen opgebouwd. Aan rentederivaten verbonden nettostromen worden geboekt als financiële derivaten, niet als inkomen uit investeringen. Transacties en posities in financiële derivaten worden los van de waarde van de onderliggende posten waarmee ze zijn verbonden, behandeld. Voor opties moet de volledige premie (d.w.z. de aan-/verkoopprijs van de opties en de impliciete commissie) worden geregistreerd. Opeisbare margestortingen bestaan uit geld of ander onderpand dat gedeponeerd wordt om de tegenpartij te beschermen tegen debiteurenrisico. Ze worden als deposito's ingedeeld onder overige investeringen (indien de schulden van de schuldenaar zijn inbegrepen in de geldhoeveelheid in ruime zin) of in handelskredieten en transitorische posten. Niet-opeisbare margestortingen (ook wel variatiemarge genoemd) verminderen de via een derivaat gecreëerde financiële aansprakelijkheid; ze worden daarom ingedeeld als transacties in financiële derivaten.

Aandelenopties voor werknemers zijn opties voor het kopen van aandelen van een onderneming, die aan werknemers worden aangeboden als een vorm van beloning. Indien een aan werknemers verleende aandelenoptie zonder beperking op financiële markten kan worden verhandeld, wordt die optie ingedeeld als financieel derivaat.

6.4    Overige financiële activa en passiva

Overige financiële activa en passiva is een restcategorie die posities en transacties omvat die niet zijn opgenomen onder directe investeringen, beleggingen in effecten, financiële derivaten en aandelenopties voor werknemers of reserves. Voor zover de volgende klassen financiële activa en passiva niet zijn opgenomen onder directe investeringen of reserves, omvat overige investeringen: a) Overige deelnemingen; b) Chartaal geld en deposito’s; c) Leningen (met inbegrip van het gebruik van IMF-krediet en leningen van het IMF); d) Verzekerings-, pensioen- en standaardgarantieregelingen; e) Handelskredieten; f) Transitorische posten; en g) Toewijzingen van SDR's (bezit aan SDR's wordt opgenomen onder reserves).

Voor met disconto verkochte leningen, deposito's en handelskredieten en transitorische posten kan de in de financiële rekening geregistreerde transactiewaarde verschillen van de in de IIP geregistreerde nominale waarde. Dergelijke verschillen worden geregistreerd als Waarderingsverschillen ten gevolge van overige prijswijzigingen.

6.4.1    Overige deelnemingen (F519/AF519)

Overige deelnemingen omvatten deelnemingen anders dan in de vorm van effecten, en dus niet opgenomen onder beleggingen in effecten. Deelneming in het kapitaal van sommige internationale organisaties is niet in de vorm van effecten en wordt dus ingedeeld onder Overige deelnemingen.

6.4.2    Chartaal geld en deposito 's (F2/AF2)

Chartaal geld en deposito's omvatten chartaal geld in omloop en deposito's. Deposito's zijn niet-verhandelbare standaardcontracten die in het algemeen worden aangeboden door deposito-instellingen, waarbij de crediteur een variabel bedrag aan geld kan plaatsen en later weer kan opnemen. Deposito's houden normaliter een garantie van de debiteur in om de hoofdsom aan de belegger terug te geven.

Voor het onderscheid tussen „leningen” en „chartaal geld en deposito's” is de aard van de geldnemer bepalend. Zulks houdt in dat aan de actiefzijde door de ingezeten geldhoudende sector aan niet-ingezeten banken verstrekt geld dient te worden ingedeeld als „deposito's”, en dat door de ingezeten geldhoudende sector aan niet-ingezeten niet-banken (d.w.z. institutionele eenheden met uitzondering van banken) verstrekt geld dient te worden ingedeeld als „leningen”. Aan de passiefzijde dient door ingezeten niet-banken (d.w.z. niet-monetaire financiële instellingen (niet-MFI's)) opgenomen geld steeds te worden ingedeeld als „leningen”. Ten slotte houdt dit onderscheid in dat alle transacties met ingezeten MFI's en niet-ingezeten banken moeten worden ingedeeld als „deposito's”.

6.4.3    Leningen (F4/AF4)

Leningen zijn financiële activa die a) worden gecreëerd wanneer een crediteur gelden direct aan een debiteur leent, en b) zijn belichaamd in documenten die niet verhandelbaar zijn. Deze categorie omvat alle leningen, met inbegrip van hypothecaire leningen, financiële leases en repo-achtige transacties. Alle repo-achtige transacties, d.w.z. repo-overeenkomsten, verkoop/terugkoop-transacties en effectenuitleen (onder verstrekking van cash als onderpand), worden behandeld als leningen tegen onderpand en niet als rechtstreekse aan- of verkopen van effecten. Deze transacties worden onder „Overige investeringen” geboekt voor de ingezeten sector die de transactie uitvoert. Deze behandeling beoogt de economische beweegredenen van deze financiële instrumenten nauwkeuriger weer te geven en strookt tevens met de accountingpraktijk van banken en andere financiële vennootschappen.

6.4.4    Verzekerings-, pensioen- en standaardgarantieregelingen (F6/AF6)

Omvat het volgende: a) Technische voorzieningen schadeverzekering (F61); b) Levensverzekerings- en lijfrenterechten (F62); c) Pensioenrechten, aanspraken van pensioenfondsen op pensioenbeheerders en rechten op niet-pensioenuitkeringen (F63 + F64 + F65); en d) Voorzieningen voor claims in het kader van standaardgaranties (F66).

6.4.5    Handelskredieten (F81/AF81)

Handelskredieten zijn financiële aanspraken die voortvloeien uit de rechtstreekse kredietverlening door aanbieders van goederen en diensten aan hun klanten, en voorschotten voor werk in uitvoering of nog uit te voeren werk, in de vorm van vooruitbetalingen door klanten voor nog niet geleverde goederen en diensten. Handelskrediet ontstaat wanneer de betaling van goederen of diensten niet plaatsvindt op het tijdstip van de eigendomsoverdracht van een goed of de verlening van een dienst.

6.4.6    Transitorische posten (F89/AF89)

Deze categorie bestaat uit te ontvangen of te betalen posten die niet onder handelskredieten of andere instrumenten worden geregistreerd. Ze omvat financiële activa en passiva die als tegenboeking van transacties ontstaan indien er sprake is van een tijdsverschil tussen deze transacties en de daarmee samenhangende betalingen. Hiertoe behoren belastingschulden, koop en verkoop van effecten, vergoedingen voor effectenuitleen of voor goudleningen, lonen, dividenden en sociale premies die zijn opgebouwd maar nog niet zijn betaald.

6.4.7    Toewijzingen van bijzondere trekkingsrechten (SDR's) (F12/AF12)

De toewijzing van SDR's aan IMF-leden wordt weergegeven in Overige investeringen onder SDR's, als een door de ontvanger opgelopen schuld, met een overeenkomstige boeking onder SDR's in Reserves.

6.5    Reserves

Reserves zijn externe activa die gemakkelijk ter beschikking en onder toezicht staan van monetaire autoriteiten en bestemd zijn om te voldoen aan financieringsbehoeften in verband met de betalingsbalans, voor interventie op valutamarkten om de wisselkoers te reguleren en voor dergelijke doelen (zoals het handhaven van het vertrouwen in de munteenheid en de economie, of om te dienen als basis voor kredietopneming in het buitenland). Reserves moeten activa in vreemde valuta, vorderingen ten opzichte van niet-ingezetenen en werkelijk bestaande activa zijn. Potentiële activa blijven buiten beschouwing. De begrippen „toezicht” en „beschikbaarheid voor gebruik” door de monetaire autoriteiten liggen ten grondslag aan het begrip reserves.

6.5.1    Monetair goud (F11/AF11)

Monetair goud is goud dat eigendom is van de monetaire autoriteiten (of anderen mits onderworpen aan daadwerkelijk toezicht van de monetaire autoriteiten) en dat wordt aangehouden als reserve. Het omvat ongemunt goud en niet-toegewezen goud op rekeningen die worden aangehouden bij niet-ingezetenen en die recht geven levering van het goud te vorderen.

6.5.1.1

Ongemunt goud heeft de vorm van munten, ingots of baren met een zuiverheid van tenminste 995 delen per 1 000 , met inbegrip van ongemunt goud dat wordt aangehouden op rekeningen van toegewezen goud.

6.5.1.2

Rekeningen van niet-toegewezen goud vertegenwoordigen een aanspraak op de rekeningbeheerder om goud te leveren. Voor deze rekeningen is de rekeningverstrekker rechthebbende op een reservebasis van fysiek (toegewezen) goud en emitteert hij in goud luidende vorderingen aan rekeninghouders. Rekeningen van niet-toegewezen goud die niet als monetair goud zijn ingedeeld, worden opgenomen onder Chartaal geld en deposito's in Overige investeringen.

6.5.2    Bijzondere trekkingsrechten (F12/AF12)

Bijzondere trekkingsrechten (SDR) zijn door het IMF gecreëerde internationale reserves, die als aanvulling op bestaande officiële reserves aan zijn leden worden toegewezen. SDR's worden aangehouden door de monetaire autoriteiten van IMF-leden en door een beperkt aantal internationale financiële instellingen die gemachtigde houders zijn.

6.5.3    Reservepositie bij het IMF

Dit is de som van a) de „reservetranche” d.w.z. de bedragen aan vreemde valuta (met inbegrip van SDR's), die een lid op korte termijn kan onttrekken aan het IMF, en b) een schuldverplichting van het IMF (op grond van een leenovereenkomst) in de „General Resources Account”, waarover het lid gemakkelijk kan beschikken.

6.5.4    Overige reserves

Deze omvatten: Chartaal geld en deposito 's, Effecten, Financiële derivaten en Overige vorderingen. Deposito's betreffen direct opvraagbare deposito’s. Effecten omvatten liquide en verhandelbare deelnemingen en schuldbewijzen uitgegeven door niet-ingezetenen, met inbegrip van aandelen of rechten van deelneming in beleggingsfondsen. Financiële derivaten worden alleen onder reserves geregistreerd indien de derivaten die deel uitmaken van het beheer van de reserves, van fundamenteel belang zijn voor de waardering van dergelijke activa. Overige vorderingen omvatten leningen aan niet-ingezeten niet-banken, langlopende leningen aan een IMF-trustrekening en andere financiële activa die niet onder bovengenoemde posten zijn opgenomen, maar wel voldoen aan de definitie van reserves.



( 1 ) Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 betreffende de Europese statistiek en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1101/2008 betreffende de toezending van onder de statistische geheimhoudingsplicht vallende gegevens aan het Bureau voor de Statistiek van de Europese Gemeenschappen, Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad betreffende de communautaire statistiek en Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad tot oprichting van een Comité statistisch programma van de Europese Gemeenschappen (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 164).

( 2 ) Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

( 3 ) PB L 123 van 12.5.2016, blz. 1.

( 4 ) Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).

( 5 ) Besluit 2006/856/EG van de Raad van 13 november 2006 tot oprichting van een Comité voor monetaire, financiële en betalingsbalansstatistiek (PB L 332 van 30.11.2006, blz. 21).

( 6 ) Niet verplicht voor lidstaten die niet aan de monetaire unie deelnemen.

( 7 ►M6  De overgang naar T + 82 is niet verplicht voor lidstaten die niet aan de monetaire unie deelnemen. ◄

( 8 ) Geografische gegevens zijn vanaf 2019 verplicht voor lidstaten die niet aan de monetaire unie deelnemen.

( 9 ) Institutionele sectorindeling op niveau 1 (Sec 1), en niet Sec 2, is verplicht voor lidstaten die niet aan de monetaire unie deelnemen.

Top