EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32014R0657

Verordening (EU) nr. 657/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2173/2005 van de Raad wat de aan de Commissie te verlenen gedelegeerde bevoegdheden en uitvoeringsbevoegdheden betreft

PB L 189 van 27.6.2014, p. 108–111 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2014/657/oj

27.6.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 189/108


VERORDENING (EU) Nr. 657/2014 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 15 mei 2014

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2173/2005 van de Raad wat de aan de Commissie te verlenen gedelegeerde bevoegdheden en uitvoeringsbevoegdheden betreft

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 2,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 2173/2005 van de Raad (2) zijn aan de Commissie bevoegdheden verleend om uitvoering te geven aan een aantal bepalingen van die verordening.

(2)

Naar aanleiding van de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon moeten de in het kader van Verordening (EG) nr. 2173/2005 aan de Commissie verleende bevoegdheden in overeenstemming worden gebracht met de artikelen 290 en 291 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

(3)

Om sommige bepalingen van Verordening (EG) nr. 2173/2005 te kunnen toepassen, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 VWEU handelingen vast te stellen met betrekking tot wijzigingen van de bijlagen I, II en III bij die verordening. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadpleging overgaat, onder meer op deskundigenniveau. De Commissie moet bij de voorbereiding en opstelling van gedelegeerde handelingen ervoor zorgen dat de desbetreffende documenten tijdig en op gepaste wijze gelijktijdig worden toegezonden aan het Europees Parlement en aan de Raad.

(4)

Om eenvormige voorwaarden te waarborgen voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 2173/2005, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend om bestaande systemen die de legaliteit en de betrouwbare traceerbaarheid van uit partnerlanden ingevoerde houtproducten waarborgen, te beoordelen en goed te keuren, teneinde als uitgangspunt te dienen voor een vergunning op basis van het kader inzake „Wetshandshandhaving, governance en handel in de bosbouw” (Forest Law Enforcement, Governance and Trade — FLEGT) (hierna: „FLEGT-vergunning”), en om praktische procedureregelingen en standaarddocumenten vast te stellen, met inbegrip van de mogelijke (elektronische of papieren) media hiervoor, met betrekking tot het FLEGT-vergunningensysteem. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (3).

(5)

Verordening (EG) nr. 2173/2005 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 2173/2005 wordt als volgt gewijzigd:

1)

in artikel 4 worden leden 2 en 3 vervangen door:

„2.   Om de noodzakelijke waarborgen te bieden ten aanzien van de legaliteit van de betrokken houtproducten, beoordeelt de Commissie bestaande systemen die de legaliteit en de betrouwbare traceerbaarheid van uit partnerlanden ingevoerde houtproducten garanderen, en stelt zij uitvoeringshandelingen ter goedkeuring daarvan vast. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 11, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure.

De door de Commissie goedgekeurde systemen kunnen als uitgangspunt dienen voor een FLEGT-vergunning.

3.   Houtproducten van de soorten die zijn vermeld in de bijlagen A, B en C bij Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad (4) zijn vrijgesteld van de in lid 1 van dit artikel vastgestelde vereiste.

De Commissie evalueert die vrijstelling, rekening houdend met de marktontwikkelingen en de bij de tenuitvoerlegging van deze verordening opgedane ervaringen, doet verslag van haar bevindingen aan het Europees Parlement en aan de Raad en legt, in voorkomend geval, een passend wetgevingsvoorstel voor.

(4)  Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad van 9 december 1996 inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer (PB L 61 van 3.3.1997, blz. 1).”;"

2)

in artikel 5 wordt lid 9 vervangen door:

„9.   Om eenvormige voorwaarden te waarborgen voor de uitvoering van dit artikel, stelt de Commissie, door middel van uitvoeringshandelingen, de procedureregelingen en standaarddocumenten, met inbegrip van de eventuele media hiervoor, vast. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 11, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.”;

3)

artikel 10 wordt vervangen door:

„Artikel 10

1.   De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 11 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen om de in bijlage I vastgestelde lijst van partnerlanden en de door hen aangewezen vergunningverlenende autoriteiten te wijzigen.

2.   De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 11 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen om de in bijlage II vastgestelde lijst van houtproducten waarvoor het FLEGT-vergunningensysteem geldt, te wijzigen. Bij het vaststellen van die wijzigingen houdt de Commissie rekening met de uitvoering van de FLEGT-partnerschapsovereenkomsten. Deze wijzigingen betreffen goederencodes op het niveau van viercijferige posten of zescijferige subposten van de dan geldende versie van bijlage I bij het geharmoniseerd systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen.

3.   De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 11 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen om de in bijlage III vastgestelde lijst van houtproducten waarvoor het FLEGT-vergunningensysteem geldt, te wijzigen. Bij het vaststellen van die wijzigingen houdt de Commissie rekening met de uitvoering van de FLEGT-partnerschapsovereenkomsten. Deze wijzigingen betreffen goederencodes op het niveau van viercijferige posten of zescijferige subposten van de dan geldende versie van bijlage I bij het geharmoniseerd systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen en gelden alleen voor de desbetreffende in bijlage III genoemde partnerlanden.”;

4)

artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 1 wordt vervangen door:

„1.   De Commissie wordt bijgestaan door het Comité wetshandhaving, bestuur en handel in de bosbouw (FLEGT). Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (5).

(5)  Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).”;"

b)

lid 2 wordt geschrapt;

c)

lid 3 wordt vervangen door:

„3.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.”;

d)

lid 4 wordt geschrapt;

5)

het volgende artikel wordt ingevoegd:

„Artikel 11 bis

Uitoefening van de delegatie

1.   De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.

2.   De in de leden 1, 2 en 3 van artikel 10 bedoelde bevoegdheidsdelegatie wordt aan de Commissie voor een termijn van vijf jaar toegekend met ingang van 30 juni 2014. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het verstrijken van de termijn van vijf jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend voor termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad uiterlijk drie maanden voor het verstrijken van elke termijn bezwaar maakt tegen een verlenging.

3.   Het Europees Parlement of de Raad kan de in de leden 1, 2 en 3 van artikel 10 bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

4.   Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.

5.   Een overeenkomstig de leden 1, 2 en 3 van artikel 10 vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van die handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar tegen de handeling heeft gemaakt of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn aan de Commissie hebben meegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met vier maanden verlengd.”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 15 mei 2014.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

M. SCHULZ

Voor de Raad

De voorzitter

D. KOURKOULAS


(1)  Standpunt van het Europees Parlement van 2 april 2014 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 8 mei 2014.

(2)  Verordening (EG) nr. 2173/2005 van de Raad van 20 december 2005 inzake de opzet van een FLEGT-vergunningensysteem voor de invoer van hout in de Europese Gemeenschap (PB L 347 van 30.12.2005, blz. 1).

(3)  Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).


VERKLARING VAN DE COMMISSIE

In verband met deze verordening herinnert de Commissie aan haar toezegging in punt 15 van de kaderovereenkomst over de betrekkingen tussen het Europees Parlement en de Commissie, namelijk dat zij in het kader van de opstelling van gedelegeerde handelingen het Parlement alle informatie en documentatie over haar bijeenkomsten met nationale deskundigen zal verstrekken.


Top